Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit loonkostensubsidies gemeente Sittard-Geleen 2015 |
Citeertitel | Besluit loonkostensubsidies gemeente Sittard-Geleen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | werk en inkomen |
nieuwe regeling
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 11-07-2017 | nieuwe regeling | 28-04-2015 gemeenteblad d.d. 10 juli 2015 2015 nr.2015,62345 | reg.nr. 1324315 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;
Gelet op de artikelen 7, lid 1 sub a en artikel 8a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Participatiewet;
Gelet op artikel 13 van de Verordening re-integratie participatiewet gemeente Sittard-Geleen 2015;
Overwegende dat het wenselijk is om regels vast te stellen over de doelgroepen en de hoogte, duur en voorwaarden van de loonkostensubsidie voor werkgevers;
Het besluit loonkostensubsidies gemeente Sittard-Geleen 2015
Artikel 1 Bergripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder
Personen: mensen die een uitkering ontvangen ingevolgde Participatiewet, IOAW of IOAZ
WML: Wettelijk Minimum Loon zoals beschreven in artikel 2 onder c van de Participatiewet
Artikel 2 Doelstelling loonkostensubsidie
De verstrekking van loonkostensubsidie zoals bedoeld in dit besluit is gericht op het tijdelijk aanvullen van de verminderde productiviteit van personen ter stimulering van het in dienst nemen van deze personen, anders dan de personen bedoeld in artikel 10d van de wet.
Het college stelt ambtshalve dan wel op aanvraag vast of de persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Hierbij worden de navolgende criteria in acht genomen:
Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen, de uitvoering van dit besluit betreffende, waarin dit besluit niet voorziet beslist het college.
Het college kan in geval van onbillijkheid of klaarblijkelijke hardheid afwijken van de in dit besluit opgenomen bepalingen.
Dit uitvoeringsbesluit kan worden gehaald als het ‘besluit loonkostensubsidies gemeente Sittard-Geleen 2015’.
Aldus besloten door het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen d.d. 28 april 2015.
Artikel 13 van de gemeentelijke re-integratie-verordening geeft het college de bevoegdheid loonkostensubsidie te verstrekken aan werkgevers die werkzoekenden uit de brede doelgroep van de Participatiewet een dienstbetrekking bieden. Dit uitvoeringsbesluit stelt nadere regels ten aanzien van de duur, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De in artikel 13 van de re-integratie-verordening geregelde loonkostensubsidie moet worden onderscheiden van de loonkostensubsidie zoals bedoeld in de artikelen 10c en 10d van de Participatiewet. De laatstgenoemde loonkostensubsidie is geïntroduceerd in de Participatiewet door de Invoeringswet Participatiewet en is specifiek bedoeld voor personen met een arbeidsbeperking. De in artikel 13 opgenomen loonkostensubsidie is niet noodzakelijk gericht op personen met een arbeidsbeperking, maar ondersteunt andere personen Het gaat hier dus niet om de loonkostensubsidie die verstrekt kan worden aan personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van een wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet).
Artikel 2 Doelstelling loonkostensubsidie
Het doel van de loonkostensubsidie is het bieden van compensatie voor het feit dat voor een persoon ten minste het wettelijk minimumloon moet worden betaald, terwijl de werkgever een persoon (nog) niet ten volle kan inzetten. Zo kan het college een loonkostensubsidie aan de werkgever verstrekken om tijdelijk het verschil in arbeidsproductiviteit te compenseren en zo de re-integratie van de bijstandsgerechtigde te bewerkstelligen.
Deze regeling richt zich in eerste instantie op werkzoekenden met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt hetgeen dient te blijken uit een objectief vast te stellen loonwaarde van 40 tot 80%. In artikel 7 wordt een eenmalige subsidie mogelijk gemaakt voor de doelgroep met een loonwaarde van 80 tot 100%.
Artikel 4 Verstrekking loonkostensubsidie
In de re-integratie-verordening is al geregeld dat geen loonkostensubsidie wordt verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer. Middels lid 6 wordt ‘stapeling’ van tegemoetkomingen aan werkgevers voorkomen.
In lid 7 worden de in het kader van de WSW werkzame werknemers uitgesloten van deze regeling; wanneer een WSW-er van gedetacheerd werk overgaat naar een dienstbetrekking in begeleid werken of van een dienstbetrekking begeleid werk overstapt naar een nieuw contract blijft voor deze doelgroep de bestaande WSW-subsidieregeling van kracht.
Artikel 6 Duur van de subsidie
Anders dan de in artikel 10 Participatiewet geregelde loonkostensubsidie voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking is deze subsidie in tijd gelimiteerd. Uitgangspunt is dat de persoon voor wie de subsidie wordt verstrekt zich gedurende het eerste jaar dan wel de eerste twee jaar zodanig ontwikkelt dat de loonwaarde stijgt tot meer dan 80%. De eerste herbeoordeling hiervan vindt uiterlijk na het eerste jaar plaats.
Artikel 7 Eenmalige werkgeverssubsidie
Artikel 7 richt zich op de doelgroep uit de Participatiewet met een loonwaarde van 80 tot 100%. Ook bij deze loonwaarde kan er sprake zijn van een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. De praktijk toont aan dat er bij veel werkgevers aarzelingen zijn om werkzoekenden die bijvoorbeeld lang werkloos zijn geweest een dienstbetrekking aan te bieden. Met een eenmalige subsidie kunnen eventuele drempels worden weggenomen.
De hoogte van de subsidie is 15% van het van toepassing zijnde wettelijk minimumloon. Dit kan per leeftijdscategorie verschillen maar het komt neer op een subsidie van maximaal € 3.000 voor een heel jaar. De hoogte is gerelateerd aan de contractduur maar gelimiteerd tot 15% van het jaarbedrag minimumloon.
De subsidie wordt aan het begin van de contractperiode van een half jaar uitbetaald, na afloop proeftijd (voor zover van toepassing) en in ieder geval na overlegging getekende arbeidsovereenkomst en minimaal 1 salarisstrook. Op het einde van de proeftijd wordt dan de subsidie definitief vastgesteld ook weer op basis van de overlegde salarisstroken.
Ook hier geldt dat geen loonkostensubsidie wordt verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer (artikel 13 van de re-integratie-verordening).