Organisatie | Zederik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening sekswinkels, seksinrichtingen, straatprostitutie, prostitutie- en escortbedrijven gemeente Zederik 2015 |
Citeertitel | Prostitutieverordening gemeente Zederik 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-07-2015 | 19-01-2019 | Nieuwe regeling | 03-06-2015 | Z.7975 |
gelezen het voorstel van het college en de burgemeester van 3 juni 2015;
gelet op de wens van de raad om te komen tot concrete invulling van de vermindering van de regeldruk en verkorting van procedures, conform de met algemene stemmen aangenomen motie van de VKG uitgesproken tijdens hun vergadering van 10 november 2014, agendapunt 7;
gelet op artikel 147, 149, 154 en 156 van de Gemeentewet;
gelet op en artikel 2a van de Wegenverkeerswet;
gelet op de artikelen 10, 12, 15, 18, 23 en 34 van Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Prostitutiewet);
gehoord de discussie in de werkbijeenkomst van de raad van 11 februari 2015;
gezien het advies van Informatievergadering I van 11 mei 2015;
dat het aanbeveling verdient regels te stellen ter bescherming en handhaving van de openbare orde en veiligheid, het woon- en leefklimaat en van de gemeentelijke huishouding;
dat recente ontwikkelingen het wenselijk maken de Algemene Plaatselijke Verordening op verschillende punten aan te passen;
dat het ter bescherming en handhaving van de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid, de woon- en leefomgeving of de veiligheid aanbeveling verdient regels te stellen ten aanzien van prostitutie, seksinrichtingen, sekswinkels, en -bedrijven en het anderszins bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen;
dat het met het oog op de komende nieuwe landelijke Prostitutiewet en de herziening en deregulering van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder: APV) 2012 gemeente Zederik tot een APV “Light” 2015 wenselijk is om de prostitutiebepalingen uit hoofdstuk 3 van de APV op te nemen in een zelfstandige verordening;
1. De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015 vast te stellen;
2. De Verordening Prostitutie, Sekswinkels, -inrichtingen en -bedrijven gemeente Zederik 2015 vast te stellen;
3. De Algemene Plaatselijke Verordening 2012 gemeente Zederik gelijktijdig met de vaststelling van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015 in zijn geheel in te trekken.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 1:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 1:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 1:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de openbare orde en de belangen genoemd in artikel 1:13, tweede lid, personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid, verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen of gebieden en op de tijden bedoeld in het eerste lid onder b.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 1:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het verbod bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 3 Beslistermijn: weigeringsgronden
Artikel 1:13 Weigeringsgronden
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant besluit de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 1:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.