Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2016 |
Citeertitel | Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting op de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2016 |
Deze regeling is vervangen door de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017.
Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 15-03-2016.
Artikel 9:7 bevat een overgangsbepaling.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2016 | 15-03-2016 | 22-07-2016 | art. 9:1, 9:2, 9:3, 9:4, 9:5, 9:6, 9:7, hoofdstuk 9 | 15-03-2016 | 44499 |
15-01-2016 | 01-01-2016 | 15-03-2016 | art. 8:1, 8:2, 8:3, 8:4, 8:5, 8:6, 8:7, 8:8, 8:9, 8:10, 8:11 | 05-01-2016 | 44303 |
18-07-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 14-07-2015 | 43785 |
Burgemeester en wethouders van Breda;
gelet op artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet en de artikelen 1:2, tweede lid, 1:4, tweede lid, 2:1, derde lid, 5:2, vierde lid, 7:1, vijfde lid, van de Algemene subsidieverordening Breda 2011;
besluiten vast te stellen de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2016.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Awb: Algemene wet bestuursrecht.
ASV: Algemene Subsidie Verordening Breda 2011.
Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten (artikel 4:21 Awb).
Subsidieplafond: een bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift (artikel 4:22 Awb).
Verantwoordelijkheidstrap: de vier treden waarlangs het college de individuele verantwoordelijkheden van de burger in samenhang brengt met de verantwoordelijkheid van de gemeentelijke overheid.
Vastgesteld beleidskader: een door de raad vastgesteld document waarin de beleidsdoelen op een bepaald terrein zijn vastgesteld. Het vormt het kader waarbinnen alle (keuzes voor) inspanningen en beoogde resultaten dienen plaats te vinden.
Maatschappelijk effect: een op langere termijn beoogde verandering in een situatie of bij een doelgroep, die een positieve uitwerking heeft op verschillende delen van de samenleving.
Beleidsdoel: een doel dat zich richt op binnen een termijn beoogde concrete (meetbare) veranderingen in een situatie of bij een doelgroep die een directe bijdrage leveren aan het realiseren van geformuleerde maatschappelijke effecten.
Resultaat(afspraken): een concrete, waarneembare en toetsbare in woorden beschreven opbrengst, zonder gekwantificeerde normen, die een directe bijdrage levert aan het beoogde beleidsdoel.
Prestatie(afspraken): een prestatie die overeenkomt met een resultaat, maar is aangevuld met een gekwantificeerde norm.
Code of Good Governance: een code met daarin de waarborgen van samenhang entransparantie in het bestuur en toezicht van een organisatie, met het oog op een efficiënte en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen. Voor verschillende sectoren is in dit kader een eigen code ontwikkeld.
Social Return: het koppelen van sociale doelstellingen aan het besteden van middelen voor allerlei diensten, werken en producten met als doel het bevorderen van werkgelegenheid voor werkzoekenden en het bevorderen van (on)betaalde stageplaatsen ten behoeve van het VMBO, VSO, MBO en de Bredase Praktijkschool.
Duurzaam ondernemen: een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap waarbij mens, milieu en middelen in balans zijn.
BOB: het Bestuurlijk Overleg Breda waarin zitting hebben de bestuurders uit het primair en voortgezet onderwijs in Breda.
Sociaalculturele accommodatie: een door het college als zodanig in het subsidieprogramma benoemde accommodatie.
Subsidieprogramma: is het overzicht van alle subsidies welke in een jaar verstrekt worden per beleidsdoel. Hiermee stemt het college in met de subsidieverleningen.
Culturele organisatie: een organisatie met een in de statuten verankerde culturele doelstelling en die niet valt onder de bepaling van de amateurkunst. Deze organisatie produceert zelf geen kunst maar bemiddelt tussen publiek en artiest en organiseert optreedmogelijkheden.
Amateurkunstorganisatie: een organisatie met een artistiek inhoudelijke doelstelling waarvan de deelnemers een bepaalde kunstvorm beoefenen op niet-professionele basis.
Artistieke leiding: de artistieke leiding (dirigent, choreograaf, regisseur, docent) van een (amateur)kunstorganisatie die beschikt over professionele deskundigheid binnen de specifieke kunstdiscipline, aantoonbaar door diploma’s van erkende opleiding(en).
Culturele makers: mensen die op professionele basis een bepaalde kunstvorm beoefenen en daartoe een professionele opleiding hebben afgerond of op basis van ervaring de noodzakelijke culturele competenties hebben opgebouwd.
Erfgoedorganisaties: organisaties die het cultureel erfgoed als hun aandachtsgebied beschouwen. Cultureel erfgoed omvat die materiële, immateriële, zichtbare en onzichtbare overblijfselen van onze maatschappelijke ontwikkeling, die het college waardevol vindt voor ons gemeenschappelijke geheugen en onze identiteit.
Evenement: openbaar toegankelijke publieksgerichte activiteiten met minimaal een stedelijke uitstraling.
Subsidiabele kosten monumenten: kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een beschermd monument in stand te houden.
Inspectierapport: rapport met betrekking tot een beschermd monument dat de technische of fysieke staat van dat monument beschrijft, en dat is opgesteld door een naar het oordeel van het college ter zake deskundige persoon of instantie.
Zelfstandig onderdeel: het onderdeel van een beschermd monument dat is aan te merken als een zelfstandige bouwkundige eenheid, deel is van een park of tuinaanleg dat aan één eigenaar behoort.
Aangewezen organisaties voor monumentenbehoud: een privaatrechtelijke rechtspersoon die ten minste tien beschermde monumenten in eigendom heeft, en naar het oordeel van het college beschikt over voldoende professionele deskundigheid.
Hoofdstuk 2 Algemene nadere regels
Artikel 2:1 Algemene nadere regels
De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op alle subsidieaanvragen die het college behandelt met uitzondering van de subsidies die direct en onverkort voortvloeien uit Europees, rijks of provinciaal beleid.
Artikel 2:2 Verantwoordelijkheidstrap
De verantwoordelijkheidstrap is één van de leidende principes bij subsidieverlening. De verantwoordelijkheidstrap kent vier treden:
Artikel 2:10 Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 2:11 Overgangsbepalingen
Aanvragen voor een subsidie die betrekking hebben op het jaar 2015 worden afgedaan volgens de Nadere regels subsidieverstrekking Gemeente Breda 2012.
Hoofdstuk 3 Specifieke nadere regels Activiteitensubsidie
Een activiteitensubsidie is maximaal € 5000,-, inclusief een eventuele bijdrage in huisvestingslasten.
Organisaties op de tweede trede van de verantwoordelijkheidstrap die activiteiten ontplooien welke aantoonbaar bijdragen aan vastgestelde beleidsdoelen kunnen in aanmerking komen voor een activiteitensubsidie.
Artikel 3:4 Criteria voor wijk- en dorpsraden
Wijk- en dorpsraden kunnen in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal € 2000,- voor algemene organisatiekosten, mits in hun activiteitenplan minstens twee zaak- en/of taakgerelateerde onderwerpen zijn opgenomen. Deze basissubsidie valt binnen de maximumsubsidie van € 5000,- die op grond van een goedgekeurd activiteitenplan kan worden toegekend.
Artikel 3:5 Criteria voor amateurkunst
Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor amateurkunst gelden de volgende criteria:
Artikel 3:6 Criteria voor heemkundige en historische musea
Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor heemkundige en historische musea gelden de volgende criteria:
Heemkundige en historische musea dienen door het houden van wisselexposities, al dan niet in combinatie met een vaste expositie, bij te dragen aan de erfgoededucatie en erfgoedexposure binnen de Gemeente Breda. Doel van erfgoededucatie en erfgoed exposure is behoud en versterking van de identiteit van (delen van) de gemeente Breda.
Hoofdstuk 4 Specifieke nadere regels Overgangsregeling Huisvesting sociaal culturele activiteiten
Artikel 4:1 Vigerend beleidskader
Het beleidskader voor de subsidies uit dit hoofdstuk is de Nota Welzijnsaccommodaties, de uitwerking van het gemeentelijk accommodatiebeleid, zoals vastgesteld door de raad op 3 november 2005.
Onder de hieronder genoemde voorwaarden vindt tegemoetkoming in de huisvestingslasten voor sociaal-culturele activiteiten plaats middels het ter beschikking stellen van maximaal 40 dagdelen gratis huisvesting per activiteit met een maximum van 400 dagdelen per organisatie in een gemeentelijke dan wel daarmee gelijk te stellen sociaal culturele accommodatie.
Indien er voor de in lid 1 vermelde activiteiten naar het oordeel van het college geen passende accommodatie voorhanden is, kan het college op basis van daadwerkelijke kosten een bijdrage verlenen in de huisvestingslasten tot een maximum van € 1500, per jaar per activiteit met een maximum van € 15.000, per organisatie.
Sociaal maatschappelijke organisaties die op basis van de nadere regels in beginsel in aanmerking komen voor een (activiteiten) subsidie tot maximaal € 50.000, en ook in 2011 in aanmerking kwamen voor gratis huisvesting dan wel een bijdrage in de huisvestingslasten, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de huisvestingslasten op grond van dit hoofdstuk.
De bepalingen uit dit hoofdstuk zijn bedoeld als overgangsregeling, in afwachting van vaststelling van nieuw beleid ten aanzien van het accommoderen van sociaalculturele activiteiten in Breda.
Hoofdstuk 5 Specifieke nadere regels Fonds cultuur en cultureel erfgoed
Artikel 5:1 Vigerend beleidskader
Het beleidskader voor de subsidies uit dit hoofdstuk zijn de Nota Factor C, zoals vastgesteld door de raad op 30 oktober 2008 en de Nota Erfgoed in context, zoals vastgesteld door de raad op 14 februari 2008.
Deze subsidie is bestemd voor: culturele (amateur)organisaties, erfgoedorganisaties en professioneel werkende individuele culturele makers. Deze organisaties dienen statutair gevestigd te zijn in de gemeente Breda met uitzondering van de professionele culturele organisaties.
Hoofdstuk 6 Specifieke nadere regels Monumenten
Artikel 6:1 Vigerend (beleids)kader
Het beleidskader voor de subsidies uit dit hoofdstuk is de Nota Erfgoed in Context zoals vastgesteld door de raad op 14 februari 2008.
In afwijking van bovenstaande leden 1 tot en met 7 wordt voor de maalvaardige molens enkel subsidie beschikbaar gesteld voor het onderhoud van de molen in aanvulling op subsidie van het rijk. De gemeente Breda stelt een subsidie van maximaal € 5000,- beschikbaar op basis van de volgende uitgangspunten:
Het college kan de subsidieontvanger verplichten het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel te voorzien van een of meer installaties ter beperking van schade als gevolg van brand of blikseminslag, ter bescherming van de monumentale waarde van het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel.
Hoofdstuk7: Specifieke nadere regels aanpak Wijkimpuls Breda 2015-2018
Met inachtneming van het in artikel 7:1 genoemde beleidskader kan als tijdelijke extra impuls een subsidie worden verleend voor initiatieven die naar het oordeel van het college uitgaan van en leiden tot actief burgerschap en een bijdrage leveren aan het doel genoemd onder artikel 7:3.
Subsidie kan worden verstrekt voor initiatieven die als doel hebben het verbeteren van de sociaal-economische situatie in de wijken genoemd in Wijkimpuls Breda 2015-2018. Onder sociaal-economische verbetering wordt verstaan verbetering op een of meer van de volgende drie gebieden:
Subsidie kan op schriftelijk verzoek worden verleend voor zover het initiatief bijdraagt aan het doel zoals genoemd onder artikel 7:3 en uitgaat van actief burgerschap. Onder actief burgerschap wordt verstaan dat de resultaten die het initiatief beoogt mede worden bereikt en niet anders kunnen worden bereikt dan door inzet van bewoners uit de wijk. De aanvraag dient daarnaast te voldoen aan de volgende criteria:
Het totale subsidiebudget voor de uitvoering van deze regeling bedraagt voor 2015 € 800.000,-. Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 zal door het college per jaar maximaal € 1.000.000,- beschikbaar worden gesteld in de betreffende begroting onder voorbehoud van het budgetrecht van de gemeenteraad. Per jaarschijf wordt door het college bepaald welk deel van dit budget beschikbaar is voor subsidie.
Hoofdstuk 8: Specifieke nadere regels sportsubsidies 2016
Sportvereniging: een vereniging die activiteiten organiseert die gericht zijn op de uitoefening van een sport die erkend is door NOC*NSF en die is aangesloten bij een overkoepelende organisatie, dan wel een organisatie die activiteiten organiseert die gericht zijn op het in algemene zin stimuleren van actieve lichaamsbeweging door middel van de uitoefening van sport- en spelactiviteiten onder deskundige leiding een en ander ter beoordeling van het college.
Artikel 8:2 Vigerend beleidskader
Het beleidskader voor subsidies uit dit hoofdstuk is de nota Sportimpuls Breda, sportnota 2011-2014 zoals vastgesteld door de raad op 22 september 2011.
Bredase sportverenigingen en andere sportorganisaties die activiteiten organiseren die gericht zijn op de uitoefening van een sport die erkend is door NOC*NSF, dan wel organisaties die activiteiten organiseren die gericht zijn op het in algemene zin stimuleren van actieve lichaamsbeweging door middel van de uitoefening van sport- en spelactiviteiten onder deskundige leiding een en ander ter beoordeling van het college en die met de activiteiten een aantoonbare bijdrage leveren aan de vastgestelde gemeentelijke beleidsdoelen zoals opgenomen in het vigerend beleidskader.
Subsidie wordt verstrekt teneinde mede mogelijk te maken dat de vastgestelde gemeentelijke beleidsdoelen zoals opgenomen in het vigerend beleidskader gerealiseerd worden.
Artikel 8:8 Organisatie jaarlijks sportgala
Subsidie voor de organisatie van het jaarlijkse sportgala wordt bij voorkeur verleend aan een organisatie die hiermee aantoonbare ervaring heeft.
Hoofdstuk 9: nadere regels mantelzorgwaardering
Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Een vorm van mantelzorgwaardering kan gegeven worden aan een mantelzorger die aantoonbaar structureel mantelzorg geeft aan een zorgvrager die in Breda woont. Bijvoorbeeld iemand waarmee hij/ zij een sociale relatie heeft zoals familie of iemand uit vrienden- en kennissenkring.