Paragraaf 2 De taak, samenstelling en lidmaatschap van de
rekenkamercommissie
Artikel 2 Taak van de commissie
- 1.
Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.
- 2.
De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de
(maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de
doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van
het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar
de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de
doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de
activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden
bekostigd.
Artikel 3 Adviesgroep
- 1.
Er is een adviesgroep voor de rekenkamercommissie. Deze bestaat
in totaal uit vier leden vanuit de raadscommissies en/of de
gemeenteraad (twee van de oppositie en twee van de coalitie).
- 2.
De raad stelt een adviesgroep in als aanspreekpunt voor de
rekenkamercommissie.
- 3.
De adviesgroep treedt op als ‘ontvanger’ van de
rekenkamercommissieonderzoeken en
onderhoudt ook de overige contacten met de rekenkamercommissie.
- 4.
De adviesgroep is verantwoordelijk voor het opstellen van een
rooster van aftreden.
- 5.
De adviesgroep heeft de volgende taken:
- a.
het aanbevelen van de kandidaten voor het lidmaatschap
en plaatsvervangend lidmaatschap in de
rekenkamercommissie;
- b.
Zo vaak als nodig wordt geacht overleggen met de
rekenkamercommissie over de stand van zaken, de
voorgenomen onderzoeken en overige zaken die nodig zijn
om de rekenkamer-commissie haar taken goed te kunnen
laten vervullen;
- c.
het adviseren van de raad over de onderzoeken als
genoemd in artikel 9;
- d.
het onderhouden van de contacten van de raad met de
rekenkamercommissie.
- 6.
De adviesgroep heeft een eigen, vaste adviseur/secretaris vanuit
de raadsgriffie.
Artikel 4 Samenstelling en benoeming rekenkamercommissie
- 1.
De rekenkamercommissie bestaat uit drie leden: een voorzitter en
twee leden. Deze leden worden benoemd voor de periode van vier jaar
en kunnen door de raad op voordracht van de adviesgroep één keer
worden herbenoemd.
- 2.
Het raadsvoorstel ter benoeming van de leden en de voorzitter van de
rekenkamercommissie op aanbeveling van de adviesgroep dient te
worden goedgekeurd door de gemeenteraad.
- 3.
De adviesgroep doet een aanbeveling ter benoeming vergezeld gaan van
een verklaring van elke kandidaat bevattende:
- a.
de mededeling dat hij/zij een benoeming als lid zal
aanvaarden en
- b.
een overzicht van de openbare betrekkingen die hij/zij
bekleedt.
- 4.
Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het plaatsvervangende lid
op als voorzitter.
- 5.
De leden leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een
vergadering van de raad, in handen van de voorzitter van de raad de
eed (verklaring of belofte) af.
- 6.
De gemeenteraad benoemt één van de leden van de rekenkamercommissie
als voorzitter.
- 7.
De gemeenteraad benoemt één van de leden van de rekenkamercommissie
als plaatsvervangend voorzitter.
- 8.
De voorzitter van de rekenkamercommissie draagt zorg voor:
- a.
het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen
van de rekenkamercommissie,
- b.
het leiden van de vergaderingen,
- c.
het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de
werkwijze.
Artikel 5 Besluitvorming in de rekenkamercommissie
- 1.
In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij
meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.
- 2.
Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter
doorslaggevend.
- 3.
besluiten kunnen niet worden genomen, tenzij twee leden van de
rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig zijn.
Artikel 6 Ontslag, non-activiteit en verboden handelingen
- 1.
Een lid van de rekenkamercommissie wordt door de raad
ontslagen:
- a.
- b.
bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met
het lidmaatschap;
- c.
indien hij/zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij
zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien hij/zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
- e.
indien hij/zij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel
toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.
- 2.
Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden
ontslagen:
- a.
indien hij/zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt
is zijn functie te vervullen;
- b.
indien hij/zij handelt in strijd met artikel 81h van de
wet.
- 3.
De raad stelt een lid van de rekenkamer op non-activiteit
indien:
- a.
hij/zij zich in voorlopige hechtenis bevindt;
- b.
hij/zij bij een nog niet onherroepelijk geworden
rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan
wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- c.
hij/zij onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog
niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.
- 4.
De raad kan een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit
stellen, indien tegen hem/haar een gerechtelijk onderzoek ter zake
van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig
vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot
ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 81c, zesde lid,
onder a, en zevende lid, onder a van de wet, zouden kunnen
leiden.
- 5.
De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel
is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in het
tweede lid de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden.
In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie
maanden verlengen.
Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden
- 1.
De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vaste vergoeding
per maand voor hun werkzaamheden. De voorzitter van de
rekenkamercommissie ontvangt een vergoeding van €500,00 per maand,
exclusief reiskosten. De leden krijgen een vergoeding van € 400,00
per maand, exclusief reiskosten;
- 2.
De leden van de adviesgroep, niet zijnde raadsleden, hebben recht op
eenzelfde vergoeding als de reguliere commissievergaderingen.
- 3.
De vergoedingen als bedoeld in het eerste en tweede lid komen ten
laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in
artikel 14.
Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie
Artikel 8 Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar
vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na
de vaststelling ter kennisneming naar de gemeenteraad.
Artikel 9 Onderwerpen voor onderzoek en beslissing tot uitvoeren van
onderzoek
- 1.
De rekenkamercommissie voert jaarlijks minimaal twee onderzoeken uit
en zo mogelijk nog één quick-scan.
- 2.
Onderzoeken moeten uitgevoerd worden in de ‘rekenkamer nieuwe
stijl’.
- 3.
De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek,
formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de
onderzoeksopzet vast.
- 4.
Alvorens de rekenkamercommissie de onderwerpen kiest, stelt zij
raad, college en derden in de gelegenheid suggesties voor
onderzoeksonderwerpen te doen. De onderwerpen van onderzoek worden
jaarlijks vóór 1 november als onderzoeksprogramma ter kennisname aan
de raad voorgelegd.
Artikel 10 Onderzoeksverzoek van de gemeenteraad
Als de raad besluit tot een verzoek voor een onderzoek aan de
rekenkamercommissie, dan bericht de rekenkamercommissie de raad binnen
één maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie
niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden
aanvoeren.
Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
- 1.
De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de
uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde
onderzoeksopzet.
- 2.
De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het
gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en
schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de
uitvoering van het onderzoek.
- 3.
De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van
inlichtingen mandateren aan de ambtenaren en onderzoeksmedewerkers
die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden
van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn
verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de
rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
- 4.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten
zijn openbaar.
- 5.
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet
openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die
aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim
aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten
behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot
geheimhouding van al wat hen in hun hoedanigheid als lid,
respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
- 6.
De rekenkamercommissie kan informatiebijeenkomsten beleggen. De
commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te
informeren.
- 7.
De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen
een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken
bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de
rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier
taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De
rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden
aangemerkt.
- 8.
Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals
bedoeld in lid 6 formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies
en aanbevelingen in een nota.
- 9.
De rekenkamercommissie stelt het college in de gelegenheid om binnen
een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken
bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek en de nota aan de
rekenkamercommissie kenbaar te maken.
- 10.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het
onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden.
Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De
raad wordt gevraagd de conclusies en aanbevelingen over te nemen.
Artikel 12 Secretariaat
- 1.
De rekenkamercommissie heeft recht op een eigen eigen
secretaris/onderzoeker gedurende acht uur per week.
- 2.
De rekenkamercommissie is bevoegd om, ten laste van het budget als
bedoeld in artikel 14, de de uren te declareren welke worden ingezet
voor het secretariaat. Gelet op de zwaarte en eigenstandigheid van
de functie is functieschaal 11 CAR-UWO geindiceerd.
- 3.
De secretaris/onderzoeker wordt direct aangestuurd door de
voorzitter van de rekenkamercommissie.
- 4.
De secretaris/onderzoeker zal worden toegevoegd aan de griffie en
valt rechtspositioneel onder de griffier.
Artikel 13 Inhuur externe deskundigen en onderzoeksmedewerkers
- 1.
De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als
bedoeld in artikel 14 zonodig externe deskundigheid in te
huren.
- 2.
De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als
bedoeld in artikel 14 zonodig (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan
te stellen.
- 3.
Externe deskundigen en onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de
rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle
informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van
het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met
betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording
verschuldigd aan de rekenkamercommissie.