Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Welzijn 2006 |
Citeertitel | Subsidieregeling Welzijn 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2005 | nieuwe regeling | 24-11-2005 Gemeenteblad, 08-12-2005 | 2005/074 |
Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen
Instelling : een organisatie die statutair in de gemeente gevestigd is, die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de bevolking van de gemeente.
Jaarprogramma : de jaarlijks door de raad vast te stellen staat waarin onder meer zijn opgenomen de bedragen voor de te onderscheiden subsidievormen, de verdeling van de maximale beschikbare totale subsidie over de beleidsvelden en de toedeling daarvan aan instellingen op grond van de Algemene Subsidieverordening Waalwijk 1999 en van deze regeling voor subsidie in aanmerking kunnen komen.
Jeugdlid : het lid van een instelling dat de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft.
Ledenlijst : een door de instelling aan te leggen en bij te houden register waarin alle leden van de instelling ingeschreven staan onder vermelding van naam, adres, woonplaats en geboortedatum en dat bij het indienen van een aanvraag om subsidie gewaarmerkt dient te zijn door de landelijke koepel of, mocht de instelling niet aangesloten zijn bij een landelijke koepel, gewaarmerkt te zijn door het bestuur van de instelling.
Lid : een natuurlijk persoon, die ingeschreven is in het ledenregister van een instelling en die actief werkzaam is ten behoeve van en/of actief deelneemt aan de primaire activiteiten van de instelling.
Openbaar optreden :een door een instelling te verzorgen optreden in de gemeente, dat door alle inwoners van de gemeente bijgewoond kan worden en niet zijnde ter opluistering en/of ondersteuning van een levensbeschouwelijke, politieke of commerciële activiteit.
Voor subsidie op grond van deze regeling komen in aanmerking instellingen en hun activiteiten, die vallen onder een van de in de volgende hoofdstukken van deze regeling genoemde werksoort en die voldoen aan de voorwaarden en bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2005 van deze regeling.
Op verzoek van het college is een instelling verplicht kosteloos haar medewerking te verlenen aan door het college aan te wijzen herdenkingen en festiviteiten.
Artikel 1.4 Wijziging ledenaantal
Het gestelde in de eerste twee leden van dit artikel is eveneens van toepassing op de indeling van de zangvereniging, zoals opgenomen in lid 2 van artikel 3.1 met dien verstande dat na die twee jaren ten aanzien van grote en middelgrote koren niet gesproken wordt over beëindiging van de subsidie, maar over verlaging van de subsidie.
Kunst- en Kunstzinnige vorming
Zangverenigingen, die voor subsidie in aanmerking wensen te komen, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
Muziekgezelschappen, die voor subsidie in aanmerking wensen te komen, moeten, naast het gestelde in artikel 3.6 aan de volgende voorwaarden voldoen:
Toneelverenigingen, die voor subsidie in aanmerking wensen te komen, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
Instellingen, werkzaam op het terrein van oudheidkunde, die voor subsidie in aanmerking wensen te komen dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Instellingen, werkzaam het terrein van oudheidkunde, die voor subsidie in aanmerking wensen te komen dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Onder volksfeesten worden verstaan koninginnedag, carnaval en de intocht van Sint Nicolaas en eventueel door het college aan te wijzen evenementen.
Een instelling die ten behoeve van het carnaval in aanmerking wenst te komen voor een subsidie als centrale organisatie van een van de drie kernen de optocht te organiseren en activiteiten voor specifieke doelgroepen te ontplooien.
Instellingen, werkzaam op het terrein van natuur- en milieueducatie, die voor subsidie in aanmerking wensen te komen dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Instellingen, werkzaam op het terrein van ontwikkelingssamenwerking, die in aanmerking wensen te komen voor subsidie dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Instellingen, werkzaam op het terrein van slachtofferhulp, die in aanmerking wensen te komen voor subsidie, dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
Instellingen werkzaam op het terrein van het werk voor verstandelijke gehandicapten, die in aanmerking wensen te komen voor subsidie, dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
Instellingen, die werkzaam zijn voor jeugd en jongeren en die in aanmerking wensen te komen voor een subsidie moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
Artikel 13.1 Algemene subsidieverordening
In aanvulling op het bepaalde in artikel 7 en 21 van de Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2006 dienen instellingen, die op grond van deze regeling in aanmerking komen voor een subsidie, die geheel of gedeeltelijk gebaseerd is op een bijdrage per lid c.q. per jeugdlid bij de aanvraag tot subsidieverlening een ledenlijst te overleggen.
Artikel 13.2 Niet van toepassing verklaren
Indien en voor zover het college in het belang van de gemeente en/of van de instellingen achten, kunnen zij een of meer artikelen van deze regelingen niet van toepassing verklaren.
Toelichting op de Subsidieregeling Welzijn Waalwijk 2006
De Subsidieregeling Welzijn Waalwijk 2006 is geënt op de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2006.
In de regeling zijn de voorwaarden en verplichtingen opgesomd waaraan instellingen en activiteiten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. De voorwaarden zijn van inhoudelijke aard. Aan deze voorwaarden zullen de subsidieaanvragen worden getoetst.
De procedurele kant van het subsidiëren is beschreven in de Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2006.
In de hierna volgende artikelgewijze toelichting worden de artikelen die voor zich spreken niet toegelicht.
Bij het opstellen van deze regeling is voor een belangrijk deel uitgegaan van de in deel 1 van de Harmonisatie subsidie welzijn gedane voorstellen. Verder is gebruik gemaakt van de subsidieregeling voor de amateuristische kunstbeoefening in Waalwijk uit 1993. Tenslotte zijn inlichtingen ingewonnen bij landelijke koepels en/of deskundigen werkzaam op het terrein van ondermeer de amateuristische kunstbeoefening om te komen tot verantwoorde ondergrenzen van ledenaantallen.
In dit artikel worden begrippen omschreven die specifiek voor deze regeling zijn. Voor begrippen, die in deze regeling worden gehanteerd, maar niet omschreven zijn wordt verwezen naar de algemene subsidieverordening.
Lid 2 geeft een opsomming van welke instellingen en activiteiten waaraan subsidie geweigerd wordt.
Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat instellingen ineens geconfronteerd worden met een stopzetting of verlaging van subsidie. In twee jaar kan een instelling dan pogen het ledenaantal op het vereiste minimum terug te brengen.
Deze twee artikelen scheppen de mogelijkheid instellingen, die draaien op vrijwilligers en die optredens organiseren te subsidiëren. Uitgesloten van deze regeling zijn dus professionele instellingen.
Deze twee artikelen zijn opgenomen om subsidiëring van emancipatorische activiteiten van organisaties mogelijk te maken. Instellingen (bijvoorbeeld allochtone zelforganisaties) die zich met emancipatie bezighouden, maar waarvoor aparte bepalingen in deze verordening zijn opgenomen, vallen niet onder deze artikelen.
Subsidiëring van emancipatoire activiteiten is verder alleen mogelijk voor zover deze activiteiten passen binnen het gemeentelijk beleid. Op dit moment passen alleen activiteiten die zich op vrouwenemancipatie binnen dit beleid.
Gelet op de mogelijkheden die voor lichamelijk gehandicapten bestaan wordt in dit artikel alleen gesproken over geestelijk gehandicapten.
De opsomming onder 2 is limitatief. Voor niet genoemde terreinen als bijvoorbeeld werk en scholing zijn andere regelingen, waarop teruggevallen kan worden.
In dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht dat activiteiten, die deelname aan de samenleving in al haar facetten en mogelijkheden door allochtonen bevorderen, prioriteit hebben boven activiteiten die alleen maar ontmoeting en ontspanning binnen de eigen zelforganisatie tot doel hebben.
Het gestelde in het derde lid is erop gericht dat de zelforganisaties en de allochtonen zelf meer gebruik gaan maken van bestaande voorzieningen die aangeboden worden door algemene instellingen, waardoor integratie in de samenleving bereikt wordt.
Ook hier geldt dat de opsomming onder 3 limitatief is. Zie ook de toelichting bij de artikelen 6.3.