Organisatie | Dongen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Dongen |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Dongen 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Uitvoeringsbesluit Grafbedekkingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-2006 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 21-09-2006 Gemeentelijke informatiekrant van 12 oktober 2006 | Onbekend |
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Bij de graven gelegen op de Sint Josephhoek kunnen geen begravingen en/of bijzettingen plaatsvinden.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf kan alleen plaatsvinden voor de termijn van twintig jaar, welke termijn na afloop telkens met tien jaar kan worden verlengd. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 13 Termijnen eigen graven
Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop van de eerste begraving of van de bijzetting.
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder op de gemeentelijke begraafplaatsen op de daartoe aangewezen plaats overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 16 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 17 Sluiting van graven
1 Op aanvraag van de rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatsvinden, of asbus worden bijgezet dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
2 Het college bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Het college stelt de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.
1 Omtrent de aard van de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.
2 Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.
3 Het college kan de plaatsing van een gedenkteken weigeren indien:
a niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;
b de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 20 Verwijdering grafbedekking
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 21 Onderhoud door de rechthebbende
1 Rechthebbenden van eigen graven en gebruikers van ruimten in algemene graven mogen een gedenkteken aanbrengen, die voldoet aan de door de beheerder gestelde eisen.
2 Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht een gedenkteken en grafbeplanting goed te onderhouden, zodat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaatsen niet schaadt en geen gevaar voor belendende graven of bezoekers kan opleveren.
3 Gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade door derden, is voor risico en rekening van de rechthebbende of gebruiker.
4 Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de, door welke omstandigheden ook, aan een gedenkteken of beplanting toegebrachte schade op eerste aanschrijving te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.
5 Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is de beheerder bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Artikel 25 Intrekking oude regeling
De verordening Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2003, vastgesteld op 12 december 2002, wordt ingetrokken.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 25 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met de artikel 3, lid 3, artikel 4, leden 1, 2, 4 en 5, artikel 5, lid 2, artikel 6, artikel 7, leden 1 en 2, en artikel 9, lid 1 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
UITVOERINGSBESLUIT VOOR DE GRAFBEDEKKINGEN
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DONGEN;
gelet op artikel 18, tweede lid van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Dongen 2006;
vast te stellen de volgende nadere regels voor grafbedekkingen op de algemene begraafplaats De Kremer aan de Groenstraat te Dongen en de Algemene Begraafplaats aan de Julianalaan te ’s Gravenmoer.
De verordening verstaat onder:
A grafbedekking: gedenkteken, grafbeplanting en gras;
B gedenkteken: voorwerp op het (urnen)graf en urnennis (columbarium) voor het aanbrengen van opschriften of figuren;
C grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gebruiker op een (urnen)graf wordt aangebracht.
Artikel 2 Vergunning tot het plaatsen van een gedenkteken.
De vergunning tot het plaatsen van een gedenkteken wordt geacht te zijn afgegeven bij toezending van dit uitvoeringsbesluit aan de rechthebbende van het (urnen)graf en urnennis (columbarium) mits het gedenkteken voldoet aan de in artikel 3, lid 3, 4, 6 en 7 vermelde afmetingen.
Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, glas, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. De gedenktekens welke geplaatst worden op de algemene begraafplaats De Kremer aan de Groenstraat te Dongen moeten worden geplaatst op een paalfundering. De gedenktekens welke worden geplaatst op de Algemene Begraafplaats aan de Julianalaan te ’s Gravenmoer dienen te worden geplaatst op een fundering die van gemeentewege is aangebracht.1.
staande gedenktekens worden geplaatst geheel binnen de daarvoor bestemde strook op het graf. 2. Op de eigen en algemene graven mogen alleen De maximale hoogte van gedenktekens op kindergraven bedraagt 60 cm boven het maaiveld en de maximale breedte 45 cm.De maximale hoogte van gedenktekens op de eigen en algemene graven op de algemene begraafplaats De Kremer aan de Groenstraat te Dongen bedraagt 1 meter boven het maaiveld, de maximale breedte 80 cm, de maximale dikte van het grafmonument inclusief voorplaat (geldt ook voor kindergraven) mag de breedte van de beplantingsstrook (50 cm) niet overschrijden en de maximale breedte van de fundering 80 cm. 3.
De maximale hoogte van gedenktekens op de eigen en algemene graven op de Algemene Begraafplaats aan de Julianalaan te ’s Gravenmoer voor een enkel graf bedraagt 110 cm boven het maaiveld, maximale breedte 75 cm, en voor op een dubbel graf bedraagt de maximale hoogte 110 cm, de maximale breedte 120 cm. De maximale dikte van de grafmonumenten voor een enkel en dubbel graf, inclusief voorplaat, mag de breedte van de beplantingsstrook (50 cm) niet overschrijden. 4.
liggende gedenktekens worden aangebracht met de navolgende afmetingen. Maximale hoogte, breedte en lengte bedraagt resp. 50 cm, 90 cm en 190 cm.5. Op de graven, welke zijn aangegeven met de aanduiding “grafkelders, gemetseld graf, familiezandgraf”, mogen in afwijking van het sub 2 gestelde alleen
liggende gedenktekens in de zgn. lessenaarstand worden aangebracht. De maximale lengte en breedte van deze gedenktekens bedraagt 40 cm. graven, welke zijn aangegeven met de aanduiding “grafkelders, gemetseld graf, familiezandgraf”, mogen in afwijking van het sub 2 gestelde alleen eigen en algemene urnengraven Op de 6.
In benutte nissen van het columbarium is het verplicht een afdekplaat aan te brengen. De maximale dikte bedraagt 3 cm. De afdekplaat dient te worden vastgezet met een uithardende kitsoort. Het is niet toegestaan in het columbarium te boren. Bij het gebruik van een glazen plaat is het verplicht om zowel aan de onder als bovenzijde ventilatie openingen aan te brengen i.v.m. condensvorming. 7.
De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.8.
Bij de urnengraven in vak 8 is het toegestaan een strook grond met een breedte van 74 cm en met een lengte van 150 cm in te richten met beplanting.9.
De in dit besluit genoemde afmetingen en vormen van grafmonumenten op de algemene begraafplaats De Kremer zijn niet van toepassing voor de graven gelegen op de Sint Josephhoek.
Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst of eenjarige gewassen worden geplant in een daarvoor bestemde strook grond ter breedte van maximaal 50 cm, van gemeentewege aan te geven.
Artikel 6 Winterharde gewassen
De winterharde gewassen die op de graven of bij de urnengraven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor de beplanting op het graf of bij het urnengraf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.
Artikel 7 Niet toegestane (urnen)grafbedekking
Geen vergunning zal worden verleend voor:
het aanbrengen van marmerslag;
Artikel 8 Niet toegestaan opschrift
Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame op gedenktekens of grafbedekking is verboden.
Het plaatsen op gedenktekens of grafbedekking van symbolen of andere uitingen, welke zich naar ons oordeel niet verdragen met de openbare orde of goede zeden, is verboden en kunnen door ons worden verwijderd of onzichtbaar gemaakt.
Artikel 9 Situering gedenktekens
Het gedenkteken moet aan de voorzijde zuiver in één lijn ten opzichte van andere gedenktekens in dezelfde rij graven worden geplaatst op een onderbouw, welke door en op kosten van vergunninghouder moet worden aangebracht, zulks conform de in artikel 3, lid 1 gestelde eisen.
Alle sporen van afval, ontstaan door of tengevolge van werkzaamheden op of aan gedenktekens, moeten worden opgeruimd en meegenomen door degene die de werkzaamheden heeft verricht.
Deze nadere regels treden in werking op 1 maart 2007, met ingang van welke datum de bestaande regels grafbedekkingen begraafplaatsen gemeente Dongen zoals deze zijn vastgesteld in de vergadering van het college van 22 oktober 2002 komen te vervallen.
Zij kunnen worden aangehaald als: Regels grafbedekkingen begraafplaatsen gemeente Dongen 2007.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 27 februari 2007.