Organisatie | Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
Citeertitel | Mandaatbesluit Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Tevens vastgesteld door de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2015 | 07-10-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2014 gemeentebladen deelnemende gemeenten | 1777 |
Het dagelijks bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
gelet op de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen zoals deze luidt vanaf 1 januari 2015, de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014 en de afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het voor het efficiënt functioneren van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag wenselijk is dat zij elk ten aanzien van hun eigen bevoegdheden mandaat, volmacht en machtiging verlenen;
Artikel 4 Algemene regels, uitzonderingen
In afwachting van het derde lid is bevoegd tot het krachtens mandaat nemen van een besluit op bezwaar de functionaris die de hiërarchisch bovengeschikte is van functionaris die het primaire besluit krachtens mandaat heeft genomen. Indien het primaire besluit krachtens mandaat is genomen door de secretaris-generaal neemt het bestuursorgaan het besluit op bezwaar.
Artikel 6 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Dit mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid of een derde, volmacht verleent tot het namens de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 8 Schakelbepaling penvoering samenwerkingsverbanden en verkregen mandaten
Dit mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing op handelingen die een bestuursorgaan van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verricht als penvoerder van het samenwerkingsverband Koepel Regionale opdrachtgevers Openbaar Vervoer, het samenwerkingsverband OV bureau Randstad en het samenwerkingsverband Bereik! uit eigen hoofde, dan wel verricht krachtens een mandaat, machtiging of volmacht van dat samenwerkingsverband of van een deelnemer aan dat samenwerkingsverband.
Het bestuursorgaan verleent het mandaat als bedoeld in het eerste lid aan de directeur Vervoersautoriteit. De directeur Vervoersautoriteit is bevoegd ondermandaat en ondervolmacht te verlenen aan een functionaris van het samenwerkingsverband om ten behoeve van de uitvoering van de taken van het samenwerkingsverband te besluiten overeenkomsten aan te gaan tot een bedrag € 50.000 per overeenkomst en de daaruit volgende verplichtingen voor het samenwerkingsverband binnen de begroting van het samenwerkingsverband blijven.
Aldus besloten in de gecombineerde vergadering van het dagelijks bestuur van de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 19 december 2014,
Voor het dagelijks bestuur,
de secretaris,
mr. M.J. Toet
de voorzitter,
ing. A. Aboutaleb
Voor de voorzitter,
de voorzitter,
ing. A. Aboutaleb
Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, afdeling 10.1.1 Awb. In dit mandaatbesluit worden de bevoegdheden die het dagelijks bestuur of de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op grond van diverse wet- en regelgeving hebben, opgedragen aan functionarissen die werkzaam zijn in de ambtelijke organisatie of aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit of de Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat of aan de respectievelijke voorzitters van deze bestuurscommissies, of aan een advocaat. De besluiten worden genomen door de ambtenaar zelf (gemandateerde), maar gelden als een besluit van het bestuursorgaan (mandaatverlener); het bestuursorgaan blijft dus verantwoordelijk. Het bestuursorgaan blijft tegelijkertijd ook bevoegd om de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen.
Dit mandaatbesluit ziet niet alleen op de mandaatverlening van bevoegdheden tot het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, maar ook op de verlening van volmachten voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en de machtiging tot het verrichten van feitelijke handelingen.
Het mandaatbesluit bestaat uit twee delen:
In deze bepaling wordt een aantal begrippen gedefinieerd.
In dit artikel wordt naast mandaat ook gesproken over volmacht en machtiging. In het geval van mandaat gaat het om de bevoegdheid om een publiekrechtelijke rechtshandeling (het nemen van een besluit) te verrichten. In het geval van volmacht gaat het om de bevoegdheid om een privaatrechtelijke rechtshandeling (w.o. het aangaan van een overeenkomst) te verrichten. Overigens dient voor het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst daaraan voorafgaand het DB een besluit tot het aangaan van die privaatrechtelijke overeenkomst te hebben genomen. In het geval van machtiging gaat het om de bevoegdheid om een feitelijke handeling (het voeren van het woord tijdens een rechtsgeding) te verrichten. In de Awb zijn volmacht en machtiging door middel van een schakelbepaling onder de werking van de bepalingen over mandaat gebracht, artikel 10:12 Awb. Wat geldt voor mandaten, geldt ook voor volmachten en machtigingen. Ook dit mandaatbesluit is, door middel van de schakelbepaling van artikel 6, van toepassing op volmachten en machtigingen. In dit mandaatbesluit wordt voor het gemak steeds van mandaat gesproken, ook als sprake is van volmacht of machtiging.
Mandaat wordt in de regel verleend aan een hiërarchisch ondergeschikte. In dit mandaatbesluit zijn de bevoegdheden voor het merendeel gemandateerd aan de secretaris-generaal-generaal en in een beperkt aantal gevallen aan de (respectievelijke voorzitters) van de Bestuurscommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat.
Per mandaat kunnen bijzondere voorwaarden gelden (artikel 10:6, lid 1 Awb), welke staan aangegeven in de laatste kolom van het mandaatregister.
In het geval van afwezigheid van de gemandateerde, is zijn plaatsvervanger bevoegd om het mandaat uit te oefenen. Een plaatsvervanger moet wel formeel als zodanig zijn aangewezen. Als zowel de gemandateerde als de plaatsvervanger afwezig is, dan is de leidinggevende van de gemandateerde bevoegd om het mandaat uit te oefenen.
Volgens artikel 10:10 Awb vermeldt een krachtens mandaat genomen besluit namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Met het bepaalde in het vijfde lid wordt aangegeven hoe hieraan op uniforme wijze uitvoering wordt gegeven.
In het mandaatregister zijn de algemene mandaten opgenomen. Los daarvan bestaat de bevoegdheid om voor één bepaald geval een mandaat te verlenen (artikel 10:5 Awb). Een dergelijk mandaat wordt een bijzonder mandaat genoemd. Een bijzonder mandaat wordt altijd schriftelijk verleend.
Het ligt voor de hand dat bij mandatering van een bevoegdheid ook de daarbij behorende handelingen, het voorbereiden, ondertekenen en afdoen van het besluit, door de gemandateerde worden verricht. In het geval dat het gaat om de bevoegdheid tot het aangaan van de overeenkomst, is de gemandateerde ook bevoegd om de overeenkomst te ondertekenen. De bevoegdheid tot het aangaan van de overeenkomst is een bevoegdheid van het dagelijks bestuur en de bevoegdheid tot het ondertekenen van de overeenkomst is een bevoegdheid van de voorzitter. Het mandaat houdt derhalve beide bevoegdheden in. Voorts houdt het mandaat in de bevoegdheid om het besluit te wijzigen, beëindigen, verlengen, in te trekken en op te zeggen.
In het tweede lid worden grenzen gesteld aan de omvang van het mandaat, in die zin dat er situaties zijn waarin het mandaat niet geldt en het besluit door het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan moet worden genomen. Zo geldt het mandaat niet indien er sprake is van een afwijking van het bestaande beleid (bijvoorbeeld aanbestedingsbeleid), als er geen eensluidend ambtelijk advies is, er sprake is van een overschrijding van budgetten of kredieten.
Voorts is mandaat op grond van artikel 10:3 Awb in bepaalde gevallen uitgesloten. Hieronder het integrale artikel:
Op grond van artikel 10:6, lid 2 Awb verschaft de gemandateerde de mandaatverlener op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. Om die reden is het van belang om een registratie bij te houden over de in mandaat genomen besluiten.
Dit is de schakelbepaling waarin het mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op volmacht en machtiging. Zie ook de toelichting op artikel 1.
Voor veel aan hem gemandateerde bevoegdheden is de secretaris-generaal-generaal bevoegd gemaakt om ondermandaat te verlenen aan directeuren, managers en medewerkers, zoals is opgenomen in het mandaatregister. Dit geldt ook voor enkele gevallen waarin in dit mandaatbesluit mandaat wordt verleend aan de (respectievelijke voorzitters) van de Bestuurscommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat.
Deze eventuele ondermandaten maken logischerwijze geen deel uit van dit mandaatbesluit en dienen afzonderlijk te worden genomen door de desbetreffende gemandateerde. Tevens dienen deze ondermandaatbesluiten bekend te worden gemaakt op dezelfde wijze als geldt voor dit mandaatbesluit.
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag neemt aan verschillende samenwerkingsverbanden en is in enkele gevallen, vanwege het ontbreken van rechtspersoonlijkheid van deze samenwerkingsverbanden aangewezen als penvoerder. Voorbeelden hiervan zijn Bereik!, OV-bureau Randstad en de Koepel Regionale opdrachtgevers Openbaar Vervoer. In dit artikel verleent het DB of de Voorzitter daartoe aan de directeur Vervoersautoriteit een mandaat, volmacht en machtiging om de handelingen als penvoeder te mogen verrichten. Voor zover het DB en de Voorzitter hier niet handelen op basis van bevoegdheden die hen krachtens de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag toekomen, mag het DB hier als penvoerder ook handelen indien het samenwerkingsverband of een partij bij het samenwerkingsverband aan het DB daartoe een mandaat, volmacht of machtiging heeft verleend. In dat geval verleent het DB krachtens dit artikel dan een ondermandaat aan de directeur Vervoersautoriteit. De directeur Vervoersautoriteit is tevens bevoegd ten aanzien van de aan hem gemandateerde bevoegdheid ondermandaat te verlenen (ook aan niet aan hem ondergeschikten), overigens voor zover het samenwerkingsverband of de partij bij het samenwerkingsverband het DB heeft toegestaan ondermandaat te verlenen. Het DB heeft aan de bevoegdheid tot verlening van dit ondermandaat door de directeur Vervoersautoriteit de beperking verbonden dat de overeenkomst en verplichtingen die aldus worden aangegaan een bedrag € 50.000 niet te boven mogen gaan en dat deze verplichtingen voor het samenwerkingsverband binnen de begroting van het samenwerkingsverband dienen te blijven.
In onderdeel 5 van het register bij dit mandaatbesluit is een aantal bevoegdheden opgenomen die bestuursorganen van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag krachtens mandaat, volmacht of machtiging van een derde ontvangen. Op de in onderdeel van het register genoemde bevoegdheden is het mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.
Omdat het mandaatbesluit centraal moet worden bijgehouden om een actueel overzicht te houden, is in dit artikel bepaald dat wijzigingen in het mandaatbesluit altijd in overleg met de senior adviseur juridische zaken en de manager van de afdeling Bedrijfsvoering.
Dit artikel bevat de datum inwerkingtreding en de citeertitel.
2. Bezwaar, beroep en civiele rechtsgedingen
3. Opdrachten voor dienstverlening, leveringen en werken met inachtneming van het aanbestedingsreglement Metropoolregio Rotterdam Den Haag
5. Vergunningen, ontheffingen en overeenkomsten Randstadrailinfrastructuur