Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-07-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2018 | Onbekend | 07-07-2015 Gemeenteblad 2015 nr. 65344 | 2015-24420 |
Het college van burgemeester en wethouders van Epe;
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 2015-24411 d.d. 7 juli 2015;
gelet op de artikelen 61, 62 en 62f van de Participatiewet en de artikelen 4.81 en 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
vast te stellen de navolgende: Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015
Artikel 1 Verhaal van bijstand
Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;
Hoofdstuk 3 Geheel of gedeeltelijk afzien van het nemen van een verhaalsbesluit
Artikel 5 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
In afwijking van artikel 1 kunnen burgemeester en wethouders, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
Artikel 6 Inwerkingtreding besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling als bedoeld in artikel 5 onder 2 tot stand is gekomen.
Artikel 7 Intrekking besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal wordt ingetrokken of ten nadelen van de belanghebbende gewijzigd indien:
Hoofdstuk 5 Beoordeling van mate onderhoudsplicht
Artikel 9 Beoordeling onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 1 onder 1 en 2 en de omvang van het te verhalen bedrag, wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
Hoofdstuk 6 Rechterlijke uitspraak
Artikel 10 Verhaal op grond van een rechterlijke uitspraak
Degene op wie wordt verhaald, kan binnen de termijn waarbinnen betaling moet plaatsvinden tegen het besluit tot verhaal in verzet komen door tijdig een verzoekschrift aan de rechtbank te richten. Het verzet kan niet gegrond zijn op de bewering dat de uitkering tot onderhoud ten onrechte is opgelegd of onjuist is vastgesteld. Indien tijdig verzet is gedaan, wordt de invordering pas voortgezet zodra het verzet is ingetrokken of ongegrond verklaard.
Indien de degene op wie wordt verhaald niet bereid blijkt de door de gemeente en/of de rechter vastgestelde onderhoudsbijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak tenuitvoergelegd door middel van het afgeven van een dwangbevel conform artikel 62i Participatiewet. De bekendmaking van het dwangbevel geschiedt door middel van toezending per post.
Indien moet worden overgegaan tot beslaglegging als bedoeld in voorgaand lid, dan wordt de vordering verhoogd met incassokosten en de wettelijke rente. Voor de berekening van de hoogte van deze kosten wordt gebruik gemaakt van het Besluit houdende nadere regels inzake buitengerechtelijke kosten bij tenuitvoerlegging van dwangbevelen (Besluit buitengerechtelijke kosten).
Artikel 14 Onderzoek naar draagkracht
Er wordt niet overgegaan tot het gewijzigd vaststellen van een verhaalsbijdrage indien eerder een bijdrage is vastgesteld conform wettelijke maatstaven en de onderhoudsplichtige deze periodieke verplichting nakomt, tenzij de onderhoudsplichtige door de aflossing van schulden een hogere verhaalsbijdrage kan worden opgelegd.
Hoofdstuk 11 Overige bepalingen en inwerkingtreding
Voorzover deze beleidsregels betrekking hebben op invordering van verhaalsbijdragen, worden deze geacht eveneens van kracht te zijn op verhaal van bijstand of inkomensvoorziening die voor 1 januari 2015 is verstrekt op grond van de Algemene bijstandswet, de Wet investeren in jongeren of de Wet werk en bijstand.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Epe op 7 juli 2015
Burgemeester en wethouders van Epe,
de burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA
de secretaris, mw. C. Kats
Toelichting Beleidsregels verhaal Participatiewet
Het betreft hier beleidsregels om vast te stellen dat de gemeente gebruik maakt van de in de Participatiewet genoemde mogelijkheid kosten van bijstand te verhalen. Gelet op de financiële verantwoordelijkheid voor kosten van bijstand en andere uitkeringen acht het college het van belang dat onderhoudsplichten worden geëffectueerd. Bovendien hebben de ontvangsten voortvloeiend uit de opgelegde verhaalsbijdragen een gunstig effect op het beschikbare budget.
Artikel 1 Verhaal van bijstand
Onder 1. en 2. worden de verhaalsmogelijkheden op de (ex)echtgenoot (en daarmee gelijkgesteld de geregistreerde partner) of vader (als bedoeld in artikel 1:199 en 1:200 BW) bedoeld t.a.v. zijn onderhoudsplicht jegens zijn (ex) echtgenoot en/of minderjarige kinderen. Gelet op de in de praktijk nauwelijks of niet voorkomende situatie wordt ervoor gekozen verhaal van kosten bijstand op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt niet uit te voeren. Het wordt principieel correct geacht de mogelijkheid te houden verhaal bij schenking en nalatenschap wel toe passen.
Hierbij wordt benadrukt dat de bijstand uitsluitend wordt verhaald in de in beleidsregels vastgelegde gevallen. Voor alle gevallen worden kosten van bijstand die meer dan 5 jaar voor de datum van verzending van het verhaalsbesluit zijn gemaakt niet verhaald, behoudens bij verhaal op nalatenschap, waarbij bijstand is verleend in de vorm van een geldlening of als gevolg van borgtocht.
Er wordt uit doelmatigheidsoverwegingen en overeenkomstig de Beleidsregels terugvordering, een kruimelbedrag gehanteerd: indien de op te leggen onderhoudsbijdrage lager of gelijk is aan de minimale onderhoudsbijdrage die voor 2 kinderen kan worden opgelegd op grond van de Tremanormen, wordt niet tot het opleggen van een verhaalsbijdrage overgegaan.
Artikel 5, 6 en 7 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
Wanneer een vordering door middel van een verhaalsbesluit is vastgelegd dan kan er in een later stadium reden zijn om de vordering (gedeeltelijk) buiten invordering te stellen om bijvoorbeeld een schuldsaneringtraject meer succesvol te kunnen laten verlopen. Uiteraard moeten aan de kwijtschelding regels worden verbonden. Belangrijk daarbij is dat het besluit tot afzien van verdere invordering ingetrokken kan worden indien het schuldsaneringtraject uiteindelijk niet tot stand komt, het schuldsaneringtraject niet naar behoren wordt doorlopen of afgesloten of achteraf blijkt dat de onderhoudsplichtige onjuiste informatie heeft verstrekt.
Artikel 8 Kwijtschelding bijzonder
Als het duidelijk is dat een onderhoudsplichtige 5 jaar geen betalingen heeft verricht ten behoeve van de opgelegde verhaalsbijdrage en het aannemelijk is dat hij dat ook de komende jaren niet zal doen, is er een mogelijkheid om van verder verhaal af te zien. Dit geldt tevens voor een verhaalsbijdrage dan wel achterstand die een bedrag van 113 euro niet te boven gaat.
Artikel 9 Beoordeling onderhoudsplicht
Het betreft hier de uitvoering van de zogeheten Tremanormen. Dit zijn de normen die door de rechtbank worden gehanteerd bij de vaststelling van de alimentatie die voorzien in zowel een zgn. netto- als een brutoberekening en ook in de huidige verhaalspraktijk door de gemeente Epe worden toegepast.
Artikel 10, 11 en 12 Rechterlijke uitspraken
Met een uitvoerbare rechterlijke uitspraak wordt hier bedoeld een uitvoerbare rechterlijke uitspraak in de zin van artikel 62b Participatiewet: een door de rechter tussen belanghebbende en zijn ex-echtgenoot uitgesproken onderhoudsverplichting. Als de onderhoudsplichtige niet aan zijn verplichting voldoet, is het college bevoegd de kosten van de bijstand op de onderhoudsplichtige te verhalen, overeenkomstig de rechterlijke uitspraak. Indien een rechterlijke uitspraak niet wordt nagekomen, kan het college conform de rechterlijke uitspraak verhalen. Dan moet dit schriftelijk aan de onderhoudsplichtige bekend gemaakt worden, met de aanmaning dat het achterstallige bedrag binnen dertig dagen moet zijn voldaan. Tegen dit besluit kan de onderhoudsplichtige geen bezwaar indienen. Wel kan hij binnen een periode van 30 dagen in verzet komen bij de rechtbank, waarbij hij zich niet kan verzetten tegen het opleggen van de onderhoudsbijdrage. Het verzet heeft een schorsende werking. Pas als het verzet is ingetrokken of ongegrond is verklaard kan tot verdere invordering (aanmaning, dwangbevel, beslag) worden overgegaan, waarbij de kosten van de verdere invorderingsprocedure voor rekening van de klant komen. De tarieven voor buitengerechtelijke kosten (van 25 juni 2009) worden conform het rapport “Voorwerk II” in rekening gebracht. In dit rapport heeft de werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak uitspraken gedaan over de buitengerechtelijke kosten, en hier tarieven aan gekoppeld.
Indien onderhoudsplichtige niet bereid is uit eigen beweging de opgelegde onderhoudsbijdrage te betalen dan wel niet of niet tijdig tot betaling overgaat, is verhaal in rechte de enige weg om tot dwanginvordering te kunnen komen. Indien de verstrekking van bijstand/inkomensvoorziening aan de onderhoudsgerechtigde is beëindigd, dan wel de onderhoudsplicht is beëindigd en verhaal daarmee eindigt, wordt van verhaal in rechte afgezien, indien het totaal te verhalen bedrag minder dan € 600,- bedraagt. De tijd en energie (kosten) wegen dan niet meer op tegen de baten. Daarnaast is, conform de afspraken met de rechtbank, opgenomen dat verhaal in rechte achterwege blijft als het te verhalen bedrag lager is dan de door de rechtbank te maken kosten in geval er verhaald wordt op een persoon met een onbekende woon- of verblijfplaats. De kosten van de procedure wegen in die gevallen niet op tegen de eventuele opbrengst.
Artikel 14 Onderzoek naar draagkracht
Verhaalsonderzoeken zijn intensief en blijken in de praktijk slechts in beperkte mate te leiden tot gewijzigde vaststelling van een verhaalsbijdrage. Om die reden is in dit artikel het uitgangspunt neergelegd dat een administratief onderzoek naar de verhaalsbijdrage eenmaal per 36 maanden plaatsvindt. Daarnaast is vastgelegd dat wanneer een onderhoudsplichtige zijn verhaalsverplichting nakomt en er geen sprake is van aflossing van schulden er niet wordt overgegaan tot wijziging van de verhaalsbijdrage.
Indien mogelijk wordt overgegaan tot (verrekening of) vereenvoudigd derdenbeslag. Eerst wanneer dit onmogelijk blijkt te zijn wordt de vordering in handen gesteld van een deurwaarder. Bij dwanginvordering is degene aan wie de verhaalsbijdrage is opgelegd verplicht de gemeente informatie te verschaffen over zijn/haar financiële en overige omstandigheden. Wanneer hij/zij niet aan deze verplichting voldoet, is de gemeente nadat zij in bezit is van een executoriale titel niet gehouden aan de toepassing van de beslagvrije voet. Eerst wanneer alsnog aan de inlichtingenplicht wordt voldaan, zal de beslagvrije voet worden toegepast op het beslag.
Artikel 16, 17 en 18 Inwerkingtreding en citeertitel
Inwerkingtreding van de beleidsregels vindt plaats op 1 januari 2015, onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels verhaal WWB en zijn tevens van kracht op verhaal van bijstand of inkomensvoorziening die voor 1 januari 2015 is verstrekt op grond van de Algemene bijstandswet, de Wet investeren in jongeren of de Wet werk en bijstand .