Organisatie | Westerveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening stimuleringslening zon voor maatschappelijk vastgoed gemeente Westerveld 2015 |
Citeertitel | Verordening Stimulering Zon voor maatschappelijk vastgoed gemeente Westerveld 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-07-2015 | nieuwe regeling | 30-06-2015 | Bis Ultima 00099 |
De raad van de gemeente Westerveld;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 mei 2015;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, AWB Hoofdstuk 4, titel 4.2 en de Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013, PbEU L 352/1 van 24 december 2013;
Verordening ‘Stimuleringslening Zon voor Maatschappelijk vastgoed GEMEENTE WESTERVELD 2015’
In deze regeling wordt verstaan onder:
de-minimis steun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun, Pb EU L352/1 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.
beschikking: de aanvrager van de lening ontvangt eerst een mededelingsbrief waarin de aanvrager voorlopig op de hoogte wordt gesteld van de uitkomst van de technische beoordeling van de leningaanvraag. Indien de mededelingsbrief een voorlopig positief oordeel velt over de aanvraag (onder voorbehoud van de uitkomsten van artikel 10, lid e.), geldt deze brief tevens als toewijzingsbrief voor SVn. Indien de uitkomst van het onderzoek van artikel 10, lid e. door SVn ook positief is, volgt een beschikking waarin de subsidie wordt toegekend en vastgesteld.
De verordening heeft als doel het stimuleren van het gebruik van zonnepanelen, zonneboilers en overige duurzame technieken bij maatschappelijk vastgoed.
Artikel 3 Subsidiabele activiteit
Het College van B&W kunnen een aanvrager een subsidie verstrekken voor:
Artikel 5 Subsidieaanvraag en verdeelsystematiek
Er wordt op basis van de volgorde van ontvangst van de aanvraag besloten, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld zijn aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Subsidieverstrekking en –vaststelling
Artikel 8 Bepalingen omtrent de hoogte van de subsidie
De subsidie in de vorm van de lening is niet hoger dan maximaal de subsidiabele kosten met een minimum hoofdsom van € 2.500,= en een maximum hoofdsom van € 7500,= per aanvrager met een looptijd van 10 jaar. De rente op de lening bedraagt 1%.
Voor zover in de subsidiabele kosten Europese, nationale of provinciale subsidies, gericht op opwekking van zonne-energie, zijn of worden verleend, wordt de hoofdsom van de lening als bedoeld in artikel 8 verminderd met het totale bedrag van voornoemde subsidies, indien het totaal van de subsidies groter is dan de subsidiabele kosten.
Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidie geweigerd indien:
SVn verstrekt en beheert de (toegekende) lening. Op de lening zijn van toepassing: Productspecificaties Stimuleringslening’, ‘Procedures Stimuleringslening’, ‘Uitvoeringsregels Stimuleringslening’ en de ‘Toelichting op een Stimuleringslening en Algemene Bepalingen voor geldleningen’ , zoals die op het moment van toekennen van de subsidie zijn opgenomen in de dan geldende SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de Deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Westerveld en SVn danwel door SVn worden uitgereikt aan de aanvrager voor het sluiten van de overeenkomst van geldlening.
De gemeente Westerveld wil bijdragen aan de energietransitie naar een duurzame energiehuishouding en de invulling van het gesloten SER-Energieakkoord. In het coalitieakkoord “U en wij, samen Westerveld” is opgenomen dat het college onderzoekt wat noodzakelijk is om alternatieve energieopwekking mogelijk te maken, waarbij een durzaamheidsfonds met mogelijke cofinanciering wordt overwogen. Ook daaraan geeft deze regeling invulling, aangezien naast deze regeling ook provinciaal budget wordt ingezet voor de voordelige zonnelening voor particulieren voor Westerveld. Particulieren en non-profit organisaties (en ook bedrijven) kunnen middels de beschikbare zonnekaart (www.westerveld.zonnekaart.nl/) nagaan in hoeverre hun dak geschikt is voor het opwekken van zonne-energie.
Voor wat betreft communicatie wordt aangesloten op de bestaande “zonzoektdrent” campagne.
In Artikel 1worden de begrippen, zoals later gebruikt in de regelingtekst, nader omschreven. Enkele begrippen worden hier nader toegelicht:
De-minimis steun: In verband met ongeoorloofde staatssteun van de overheid aan ondernemingen zijn er beperkingen gesteld in het EG-verdrag (artikelen 87 en 88) aan de steun die een overheid kan verlenen aan een onderneming. Over een periode van de afgelopen 3 belastingjaren dienen de aanvragers aan te geven (in het aanvraagformulier) in totaal niet meer dan € 200.000 aan overheidssteun in de vorm van de-minimis steun te hebben ontvangen. Indien achteraf wel het geval blijkt te zijn, kan de gemeente de lening terugvorderen.
Beschikking: nadat de aanvraag is ingediend bij en beoordeeld door de gemeente, verstuurt de gemeente een mededelingsbrief aan de aanvrager. Indien de aanvraag niet voldoet aan de criteria uit de regeling, kan dit een afwijzingsbrief of een brief, met het verzoek zijn om aanvullende informatie aan te leveren, zijn. Indien de aanvraag wel voldoet, is de brief een toewijzingsbrief waarin is aangegeven dat de aanvraag aan de criteria voldoet, maar dat de aanvrager nog wel een krediettoets moet ondergaan. Hiervoor ontvangt de aanvrager een aanvraagformulier voor de Stimuleringslening van SVn waarop de financiële gegevens van de aanvrager moeten worden ingevuld. Dit laatste formulier wordt rechtstreeks naar SVn in Hoevelaken verstuurd, waarmee de aanvrager ook de leningovereenkomst kan sluiten. Afhankelijk van de uitkomst van de krediettoets, wordt bij een positieve uitkomst een beschikking gestuurd waarin de subsidie wordt toegekend en vastgesteld en bij een negatieve uitkomst wordt de aanvraag in de beschikking geweigerd (art. 10, lid e.).
beschrijft het doel van de regeling.
beschrijft de activiteiten van de aanvrager, waarvoor subsidie in de vorm van een lening kan worden aangevraagd. De afsluitkosten van SVn2 (1,5% over de hoofdsom) worden in de hoofdsom van de lening opgenomen.
geeft aan dat het college eenmalig een subsidieplafond heeft vastgesteld.
lid 2 geeft aan dat een offerte moet worden toegevoegd om de kosten te kunnen onderbouwen. Let op: deze offerte mag niet ondertekend zijn. In dat geval is de organisatie al een verplichting aangegaan en zijn de kosten niet meer subsidiabel. Ook dient een de-minimisverklaring opgesteld, ondertekend en meegestuurd te worden met de aanvraag. Deze verklaring maakt deel uit van het aanvraagformulier. Leden 3 en 4 beschrijven dat de subsidie verdeeld wordt op volgorde van binnenkomst van de complete aanvraag, zolang het subsidieplafond niet is bereikt.
NB: Op de website van de gemeente en het Drents Energieloket is een aanvraagformulier beschikbaar.
het tweede lid, stelt eisen aan de kwaliteit van zonnepanelen, aangezien de kwaliteit enorm varieert. Door de eis van TÜV-certificering hier op te nemen, streeft de gemeente een minimum kwaliteit van de zonnepanelen na.
Op grond van het derde lid van artikel 6 kan de gemeente een aanvraag afwijzen, indien de aanvrager in de afgelopen 3 belastingjaren al € 200.000 aan de-minimis staatssteun heeft ontvangen. De aanvrager kan in de ontvangen subsidiebeschikking(en) teruglezen of de steun is toegekend onder de voorwaarden van de de-minimis verordening (EG) Nr. 1998/2006 of (EG) Nr. 1407/2013, of de algemene groepsvrijstellingsverordening (EG) Nr. 800/2008 of (EG) Nr. 651/2014.
geeft aan welke kosten subsidiabel zijn. Dit zijn de kosten van de subsidiabele activiteiten, voor zover hiervoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan, zoals een offerte die al is ondertekend. Vanzelfsprekend wordt het leningbedrag verminderd als er ook andere bijdragen zijn ontvangen ter dekking van de subsidiabele kosten en het resterende bedrag, na aftrek van de ontvangen baten, minder dan € 7.500,= bedraagt.
geeft de hoogte van het leenbedrag en van de rente aan.
geeft aan dat het mogelijk is dat er gestapeld kan worden met andere subsidies. Evenals in artikel 7, lid 3, wordt of worden ook in dit geval de subsidie(s) van de hoofdsom van de lening afgetrokken, indien het totale bedrag aan subsidies meer is dan het totaal aan subsidiabele kosten.
geeft aan op welke basis de subsidie geweigerd wordt en voor welke organisaties de subsidie beschikbaar is. Het is niet toegestaan om voor dezelfde organisatie meerdere aanvragen in te dienen (lid b.). Wel is mogelijk dat een aanvrager in één aanvraag meerdere gebouwen opneemt. In lid e. wordt verwezen naar de krediettoets, die wordt uitgevoerd door SVn om te toetsen of de aanvrager in staat is de lening terug te betalen.
In artikel 11 wordt beschreven welke voorwaarden en procedures SVn hanteert bij de krediettoets. Daarbij geldt ook (lid 3) dat een aanvrager binnen drie maanden, nadat de kennisgeving is ontvangen, de leningovereenkomst met SVn dient te ondertekenen. Op deze manier wordt voorkomen dat budget van de regeling onnodig is gereserveerd voor een aanvrager, die de leningovereenkomst niet zal tekenen.
In artikel 12 beschrijft het eerste lid op welke wijze de subsidieontvanger de subsidie achteraf verantwoordt, door indiening van een financieel en inhoudelijk verslag. De minimale gegevens van het verslag worden in de subsidiebeschikking van de gemeente opgenomen, waarbij in ieder geval de werkelijk gemaakte kosten op dezelfde wijze worden gepresenteerd als de initiële begroting. In het tweede lid wordt bepaald dat het mogelijk moet zijn om nog binnen vijf jaar na vaststelling de financiële gegevens beschikbaar te houden voor de gemeente voor eventuele controle.
geven aan wanneer de verordening in werking treedt, respectievelijk de citeertitel van de verordening.