Organisatie | Korendijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling ombudscommissie Hoeksche Waard |
Citeertitel | gemeenschappelijke regeling ombudscommissie Hoeksche Waard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
Gemeentewet, hoofdstuk IVc
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2005 | 01-01-2021 | Onbekend | 28-06-2005 huis-aan-huisblad | 0403219 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
ADVIES VOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Afdeling/Opsteller : JURIDISCHE EN BESTUURSZAKEN/G.J. NIEUWLAND
Gezien door : Fin: Nummer: :0403219
Onderwerp : gemeenschappelijke regeling extern klachtrecht (instelling ombudscommissie Hoeksche Waard)
OMBUDSCOMMISSIE HOEKSCHE WAARD
Naar verwachting zal op 1 januari 2005 de Wet extern klachtrecht in werking treden. Deze wet verplicht onder meer gemeenten en besturen van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden om een onafhankelijke externe klachteninstantie in het leven te roepen, waar de burger met zijn klachten terecht kan. Voor alle duidelijkheid: het gaat om een “tweedelijns voorziening”: de klagende burger dient eerst zijn klacht in te dienen bij de betreffende overheidsinstantie zelf (intern klachtrecht). Is hij niet tevreden met de uitkomst van die procedure, of heeft hij klachten over de manier waarop zijn klacht wordt behandeld, dan kan hij terecht bij de externe klachteninstantie. Gemeenten kunnen op verschillende manieren uitvoering geven aan de nieuwe wet: ze kunnen zich bijvoorbeeld aansluiten bij de Nationale Ombudsman, zelf een ombudsman aanstellen of gezamenlijk met andere gemeenten een ombudsman of ombudscommissie instellen. Uiterlijk 1 januari 2006 moeten gemeenten/samenwerkingsverbanden een externe klachteninstantie hebben. Is dat niet het geval, dan vallen ze van rechtswege onder de Nationale Ombudsman.
In de Hoeksche Waard hebben de gemeenten Cromstrijen, Oud-Beijerland en Strijen momenteel al een externe klachtencommissie. In 2001 is reeds door de Hoekschewaardse colleges het principe-besluit genomen om te komen tot één externe klachtencommissie in de Hoeksche Waard (op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen). De reden voor de vertraging van de voorbereidingen hiertoe is gelegen in het feit dat het wetsvoorstel ernstige vertraging heeft op gelopen: aanvankelijk zou de wet al op 1 januari 2002 in werking treden. Aangezien onduidelijk was hoe de definitieve wet eruit zou komen te zien, is besloten te wachten totdat de wet door de Tweede Kamer zou zijn vastgesteld. Opgemerkt dient te worden dat op dit moment (juni 2004) behandeling door de Tweede Kamer nog steeds niet heeft plaatsgevonden. De voorbereidingen zijn door het regionaal juristenoverleg echter toch maar weer ter hand genomen.
Concept-gemeenschappelijke regeling
Over een aantal onderwerpen dient nog expliciet een besluit te worden genomen. Het gaat hierbij om het volgende:
·Mogen samenwerkingsverbanden aansluiten, en zo ja, onder welke voorwaarden?
Niet alleen gemeenten, maar ook samenwerkingsverbanden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen moeten uiterlijk 1 januari 2006 een externe klachtenvoorziening hebben. De gemeenten in de Hoeksche waard nemen deel in vele regelingen, zoals bijvoorbeeld Regionale Sociale Dienst, RAD, WHW-bedrijven, enz. Op zich is er geen bezwaar tegen dat samenwerkingsverbanden aansluiten bij (en meebetalen aan) de ombudscommissie HW, maar de vraag is: onder welke voorwaarden? Er zijn namelijk samenwerkingsverbanden waarin slechts één of twee Hoekschewaardse gemeenten aan deelnemen (bijvoorbeeld Wegschap Tunnel Dordtse Kil), maar er zijn er ook waar veel meer gemeenten aan mee doen dan alleen de gemeenten in de Hoeksche Waard (bijvoorbeeld SVHW uit Klaaswaal). Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld een burger uit Bergambacht (aangesloten bij SVHW) die een klacht heeft over het SVHW terecht komt bij de ombudscommissie HW. Het werkgebied (en de hoeveelheid werk) van de commissie zal dus toenemen naarmate er meer en “grotere” deelnemers bijkomen. Het is niet goed mogelijk om bijvoorbeeld alleen klachten uit de Hoeksche Waard te laten behandelen door de commissie; dit zou beteken dat een samenwerkingsverband als bijvoorbeeld SVHW bij meer dan één klachteninstantie moet aansluiten. Bovendien moeten gemeenten ook klachten van buiten de Hoeksche waard in behandeling nemen: immers, een bedrijf uit Rotterdam dat een aanvraag indient bij Korendijk is óók klant van Korendijk en heeft dus het recht om te klagen.
Om het werkgebied van de ombudscommissie nog wel enigszins te beperken wordt voorgesteld om alleen samenwerkingsverbanden toe te laten die gevestigd zijn in de Hoeksche waard. Concreet betekent dit dat de volgende samenwerkingsverbanden kunnen aansluiten:
Voor wat betreft SVHW wordt voorgesteld een voorbehoud te maken: mocht blijken dat de behandeling van klachten over het SVHW verhoudingsgewijs te veel tijd van de ombudscommissie vergt, dan zal deelname door SVHW aan de ombudscommissie moeten worden heroverwogen.
·Uit praktische overwegingen is in de ontwerpgemeenschappelijke regeling gekozen voor constructie van centrumgemeente: er is één gemeentebestuur in de Hoeksche Waard die de ombudscommissie in stand houdt en allerlei praktische zaken regelt. Zo wordt bijvoorbeeld voorkomen dat de benoeming van een commissielid door 6 gemeenteraden en meerdere Algemene Besturen dient plaats te vinden. In de gemeenschappelijke regeling zijn afspraken neergelegd tussen de centrumgemeente en de overige deelnemers over de instelling en werkwijze van de ombudscommissie.
·Afgesproken moet worden welke Hoekschewaardse gemeente als centrumgemeente zal fungeren. Hierbij is wel van belang dat (uit praktische overwegingen) de gemeente die de ambtelijk secretaris levert (zie hieronder) ook centrumgemeente is.
·Wie levert ambtelijk secretaris?
·Op grond van het huidige wetsvoorstel is het niet mogelijk om een ambtelijk secretaris te hebben die onderdeel uitmaakt van de betreffende gemeente. De huidige klachtencommissies in de HW voldoen dus op dit punt niet aan de wet: alle drie commissies hebben een secretaris die afkomstig uit de betreffende gemeente. De VNG is fel gekant tegen dit onderdeel van het wetsvoorstel en probeert Tweede Kamerfracties momenteel te overtuigen van haar standpunt. De kans bestaat dus dat dit onderdeel nog verandert. Bij een intergemeentelijke commissie speelt dit probleem minder: op het moment dat er een klacht wordt behandeld betreffende de organisatie waarvan de secretaris deel uitmaakt, dan moet hij worden vervangen door een ander. Dit is te bereiken door meerdere plaatsvervangende secretarissen aan te wijzen.
·In het juristenoverleg is al duidelijk geworden dat de gemeente Strijen eventueel bereid is de ambtelijke secretaris (alsmede zijn plaatsvervanger) te leveren. Hierbij wordt wel een voorbehoud gemaakt: binnen een proefperiode van 2 jaar zal bekeken moeten worden hoeveel capaciteit hiermee gemoeid. Afhankelijk van de uitkomst hiervan zal bekeken worden of Strijen structureel bereid is ambtelijke ondersteuning te bieden. Gelet op het bovenstaande ligt het voor de hand (vooralsnog) Strijen aan te wijzen als centrumgemeente.
·Aangezien er een onafhankelijke secretaris moet zijn, dient er nog een 3e secretaris te worden aangewezen voor het geval dat er door de ombudscommissie een klacht wordt behandeld over de gemeente Strijen. Voorgesteld wordt af te spreken dat de gemeente Korendijk hiervoor zorg draagt.
·De instandhouding van een ombudscommissie kent in feite 2 soorten kosten: vaste kosten en variabele kosten. De vaste kosten bestaan uit onder meer personeelskosten van de ambtelijk secretaris i.v.m. het opstellen van het jaarverslag, scholing en opleiding van de leden van de commissie, enz. De variabele kosten bestaan uit de behandeling van de daadwerkelijk ingediende klachten. Het spreekt vanzelf dat de instantie waarover wordt geklaagd de kosten draagt van de behandeling van die klacht door de ombudscommissie. In bijlage 1 bij de concept-regeling wordt een voorstel gedaan voor de verdeling van de kosten. In het kort komt dit neer op het volgende: alle deelnemers betalen voorafgaand aan elk kalenderjaar een algemene vaste bijdrage van € 1.000,- aan de centrum-gemeente en daarnaast betalen ze per (over hun organisatie) ingediende klacht presentiegeld voor de commissieleden (€ 113,- per lid), reiskosten voor de commissieleden en secretaris (€ 0,28 bruto per km) en personeelskosten ambtelijk secretaris (€ 32,85 per uur, alsmede 25% overhead). Hoe één en ander precies in zijn werk zal gaan staat in bijlage 1 van de concept-regeling.
·(N.B. Dit concept gaat ervan uit dat, op het moment van besluitvorming door raden (februari 2005) Wet extern klachtrecht in werking is getreden)
·De raden van de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, ’s-Gravendeel, Oud-Beijerland en Strijen, alsmede de algemene besturen van de samenwerkingsverbanden ………;
·gelet op artikel 149 Gemeentewet, de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen en titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
·gehoord hebbende (voorzover van toepassing) het oordeel van de Ondernemingsraad;
·(N.B. OR heeft instemmingsrecht, zie artikel 27 1j WOR)
·gezien het voorstel van het college van de gemeente Korendijk d.d. …
·overwegende dat, in aanvulling op de interne klachtvoorziening krachtens titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, gemeenten en samenwerkingsverbanden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen dienen te voorzien in een externe klachtvoorziening;
·overwegende dat het wenselijk is samen te werken;
·besluiten vast te stellen de gemeenschappelijke regeling:
·GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMBUDSCOMMISSIE HOEKSCHE WAARD
·HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
·Artikel 1. Begripsomschrijvingen
·In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
·e plaatsvervanger: plaatsvervangende leden van de ombudscommissie Hoeksche Waard;
·HOOFDSTUK 2 DE OMBUDSCOMMISSIE
·Artikel 2. Instelling ombudscommissie Hoeksche Waard
·Artikel 3. Centrumgemeente en doel
1.De centrumgemeente draagt zorg voor de instandhouding van de ombudscommissie Hoeksche Waard. Deze commissie draagt zorg voor een onafhankelijk onderzoek naar de gedragingen van bestuursorganen en geeft een oordeel over deze gedragingen naar aanleiding van klachten.
·Artikel 4. Belangen en bevoegdheden
·Artikel 6. Samenstelling en benoeming ombudscommissie
Voordat leden, plaatsvervangende leden of de voorzitter worden benoemd, geschorst of ontslagen, worden de raden en de algemeen besturen van de deelnemers door de centrumgemeente hiervan in kennis gesteld. Binnen twee maanden na ontvangst van de kennisgeving kunnen zij hun zienswijze omtrent het voorgenomen besluit kenbaar maken.
·Artikel 7. Onverenigbare betrekkingen
·De leden van de ombudscommissie vervullen geen betrekkingen en verrichten geen werkzaamheden
·waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun functie of op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
·Artikel 8. Eed of verklaring en belofte
·Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de ombudscommissie op grond van artikel 81s Gemeentewet in de vergadering van de raad van de centrumgemeente, in de handen van de voorzitter van de raad van de centrumgemeente de eed of verklaring en belofte af.
·Artikel 9. Geheimhoudingsplicht
·De leden van de ombudscommissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen bij de uitoefening van hun taak bekend is geworden, voor zover dat uit de aard der zaak volgt.
·Artikel 10. Zittingsduur en vergoeding
De leden van de ombudscommissie worden door de raad van de centrumgemeente ontslagen:
bij de aanvaarding van een betrekking als bedoeld in artikel 81r, eerste lid Gemeentewet; d. wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel hen bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; e. wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zij surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld; f. indien zij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengen aan het in hen gestelde vertrouwen.
De raad van de centrumgemeente schorst de leden van de ombudscommissie indien zij:
zich in voorlopige hechtenis bevinden; b. bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel hen bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; c. onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, ten aanzien van hen de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.
·Artikel 13. Secretariële ondersteuning
Het college van gemeente Korendijk wijst, op voordracht van de ombudscommissie, een tweede plaatsvervangend secretaris aan. Deze functionaris verzorgt in ieder geval de secretariële ondersteuning in het geval de ombudscommissie een verzoekschrift behandelt of een onderzoek instelt betreffende een bestuursorgaan van de centrumgemeente.
·Artikel 14. Werkwijze onderzoek
·Voor het houden van een vergadering of een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
·Artikel 16. Recht indiening verzoekschrift
·Een ieder heeft het recht de ombudscommissie schriftelijk te verzoeken een onderzoek in stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.
·Artikel 17. Verplichte voorprocedure
· Artikel 18. Indienen verzoekschrift1. Het verzoekschrift wordt ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de verzoeker; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de gedraging waartegen het verzoek is gericht, een aanduiding van degene die zich aldus heeft gedragen en een aanduiding van degene jegens wie de gedraging heeft plaatsgevonden, indien deze niet de verzoeker is; d. de gronden van het verzoek; e. de wijze waarop een klacht bij het bestuursorgaan is ingediend, en zo mogelijk de bevindingen van het onderzoek naar de klacht door het betrokken bestuursorgaan, zijn oordeel daarover alsmede de eventuele conclusies die het bestuursorgaan hieraan verbonden heeft.
· 2. Indien het verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, draagt de verzoeker zorg voor een vertaling.
3.Indien niet is voldaan aan de in dit artikel gestelde vereisten, stelt de ombudscommissie de verzoeker in de gelegenheid het verzuim binnen een door haar daartoe gestelde termijn te herstellen.
·Artikel 19. Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift
·De artikelen 9:6 en 9:9 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
·Artikel 20. Niet bevoegd tot instellen onderzoek
·De ombudscommissie is niet bevoegd een onderzoek in te stellen of voort te zetten indien het verzoek betrekking heeft op:
·Artikel 21. Niet verplicht tot instellen onderzoek
·Artikel 22. Mededeling bij niet in behandeling nemen of voortzetten onderzoek
·Artikel 23 Niet-deelneming aan de behandeling
·De leden van de ombudscommissie nemen niet deel aan de behandeling van een verzoekschrift of het instellen van een onderzoek indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
·Artikel 26. Verstrekking inlichtingen
Het bestuursorgaan, de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen - ook na het beëindigen van de werkzaamheden, getuigen alsmede de verzoeker verstrekken de ombudscommissie de benodigde inlichtingen . De ombudscommissie kan betrokkenen die zijn opgeroepen gelasten om in persoon te verschijnen.
De personen die krachtens het eerste lid van dit artikel worden opgeroepen onderscheidenlijk de personen die ingevolge het derde lid verplicht zijn stukken te overleggen kunnen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, dit weigeren of de ombudcommissie mededelen dat uitsluitend zij kennis zal mogen nemen van de stukken onderscheidenlijk de inlichtingen.
·Artikel 28 Mededelingen bevindingen
·Artikel 29 Evaluatie en jaarverslag
·De ombudscommissie brengt jaarlijks vóór 1 mei aan de deelnemers schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar.
·HOOFDSTUK 4 ALGEMENE BEPALINGEN
·Artikel 33 wijziging regeling
De kosten verband houdend met het functioneren van de klachtencommissie, worden vergoed door de deelnemers. Elke deelnemer betaalt een vast bedrag per jaar alsmede de kosten per ingediende klacht, voorzover betrekking hebbende op betreffende deelnemer, een en nader zoals is aangegeven op de bij deze regeling behorende bijlage. Deze, voor het eerste jaar geraamde kosten, zijn vermeld op de genoemde bijlage. De bijlage kan door de centrumgemeente, indien de meerderheid van de overige deelnemers hiermee instemt, worden gewijzigd.
·De centrumgemeente is gehouden tot het aanhouden en verzorgen van een archief naar de voorschriften waarop het archief van de centrumgemeente wordt bijgehouden en verzorgd.
·De regeling wordt aangehaald als: “Gemeenschappelijke regeling ombudscommissie Hoeksche Waard”.
·Artikel 38 Interne bekendmaking
·De colleges en de dagelijks besturen van de deelnemers maken de inhoud van deze regeling na de inwerkingtreding op de gebruikelijke wijze binnen hun organisatie bekend.
·Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van ... in zijn openbare vergadering van ... (datum)
·De voorzitter, de secretaris,
·Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van …in zijn vergadering van…
·De voorzitter, de secretaris,
·Bijlage 1, behorende bij de gemeenschappelijke regeling ombudscommissie Hoeksche Waard
·De verdeling van de kosten van de ombudscommissie Hoeksche Waard is als volgt:
Elke deelnemende gemeente of samenwerkingsverband betaalt vooraf per kalenderjaar een vast bijdrage van € 1000,-. aan de centrumgemeente. De centrumgemeente zal dit bedrag aanwenden voor algemene secretariële kosten en bureaukosten die worden gemaakt voor de ombudscommissie (bijvoorbeeld: opstellen reglement van orde, opstellen jaarverslag, correspondentie met overige deelnemers, enz.) en voor scholing en opleiding van de leden van de ombudscommissie.
De centrumgemeente legt na afloop van elk kalenderjaar aan de overige deelnemers verantwoording af over de besteding van dit budget. Blijkt het budget in dat jaar niet toereikend te zijn geweest, dan worden de extra kosten bij de deelnemers in rekening gebracht. Is het budget niet (volledig) gebruikt, dan wordt het overschot aan de deelnemers uitgekeerd dan wel verrekend met de jaarlijkse vaste bijdrage.
De loonkosten van de ambtelijk secretaris bedragen € 32,85 (prijspeil 2004) per uur. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de loonontwikkeling voor gemeentepersoneel. Indien naar verwachting meer dan 10 uur nodig zal zijn voor de behandeling van een bepaald verzoekschrift, zal de secretaris, in overleg met de voorzitter van de ombudscommissie, de betreffende deelnemer hierover informeren.