Paragraaf 2.1 Tijdstip, plaats en voorbereiding vergaderingen
Artikel 4
Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of een lid van het dagelijks bestuur hierom verzoekt.
Tijdstip en plaats van vergaderen
Artikel 5
- 1.
De vergaderingen vinden plaats in het kantoor van de Omgevingsdienst Rivierenland overeenkomstig een jaarlijks door het dagelijks bestuur op te stellen schema.
- 2.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen dag, tijdstip of plaats van de vergadering wijzigen.
Oproep en agenda
Artikel 6
- 1.
De voorzitter roept de leden schriftelijk en tenminste vier dagen tevoren tot de vergadering op, onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering, behoudens spoedeisende gevallen ter beoordeling aan de voorzitter.
- 2.
De oproeping vermeldt de onderwerpen en voorstellen die in de vergadering behandeld zullen worden in de volgorde waarin deze aan de orde zullen worden gesteld.
- 3.
Het dagelijks bestuur kan ter vergadering besluiten de volgorde van behandeling te wijzigen.
- 4.
In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur op voorstel van de voorzitter of een lid van dit bestuur besluiten om onderwerpen of voorstellen die niet in de oproepingsbrief staan vermeld terstond in behandeling te nemen.
- 5.
De voorzitter kan na het verzenden van de oproeping zo nodig een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden toegezonden.
Artikel 7
1. De secretaris draagt er zorg voor dat voor iedere vergadering een agenda wordt opgesteld. 2. De secretaris draagt er zorg voor dat vanuit de Omgevingsdienst afgeronde adviezen en voorstellen worden voorbereid ten behoeve van het dagelijks bestuur.
3.De in een vergadering te behandelen zaken worden bij het dagelijks bestuur ingediend conform de daarvoor van te voren opgestelde schriftelijke werkwijze.
Toezending voorstellen
Artikel 8
- 1.
Tegelijkertijd met de oproeping, genoemd in artikel 6, eerste lid, zendt de voorzitter de te behandelen voorstellen aan de leden van het dagelijks bestuur.
- 2.
Stukken die dienen ter toelichting van de voorstellen worden gelijktijdig met het verzenden van de voorstellen voor de leden ter inzage gelegd.
Paragraaf 2.2 Orde der vergadering
Artikel 9
- 1.
In de vergadering kan alleen worden beraadslaagd en besloten indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
- 2.
Indien het ingevolge het eerste lid vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter overeenkomstige het gestelde in artikel 17 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingdienst Rivierenland opnieuw een vergadering .
- 3.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen en besluiten indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Besluitenlijst
Artikel 10
- 1.
De besluitenlijst van een vergadering wordt in de volgende vergadering ter vaststelling aangeboden. Daartoe wordt de besluitenlijst gelijktijdig met de overige voorstellen aan de leden toegezonden.
- 2.
De besluitenlijst wordt aan het begin van de vergadering vastgesteld.
- 3.
Een lid van het dagelijks bestuur kan het dagelijks bestuur voorstellen de besluitenlijst te wijzigen, indien deze onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat gezegd of besloten is. Eventuele wijzigingen en aanvullingen worden opgenomen in de besluitenlijst van de vergadering waarin de te wijzigen besluitenlijst wordt behandeld.
- 4.
De besluitenlijst moet in ieder geval inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de secretaris en de ter vergadering aanwezige en afwezige leden;
- b.
de dag en de plaats van de vergadering;
- c.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- d.
een overzicht van het verloop van elke stemming en de uitslag van de stemming, met vermelding van de namen van de leden die bij een hoofdelijke stemming voor of tegen stemden, onder aantekening van de leden die zich ingevolge artikel 14, eerste lid, van stemming hebben onthouden.
- 5.
De secretaris draagt zorg voor het maken van de besluitenlijst.
Ingekomen stukken en mededelingen
Artikel 11
- 1.
De bij het dagelijks bestuur ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt gelijktijdig met de overige voorstellen aan de leden toegezonden.
- 2.
Na de behandeling van de besluitenlijst vindt de behandeling plaats van de voorgestelde procedure van afdoening van de ingekomen stukken.
Stemverklaring
Artikel 12
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat het dagelijks bestuur tot stemming overgaat, hebben de leden het recht de uit te brengen stem kort te motiveren.
Beslissing
Artikel 13
Na de beraadslaging wordt over het voorstel in zijn geheel een besluit genomen.
Paragraaf 2.3 Procedures bij stemming
Artikel 14
Een lid van het dagelijks bestuur neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.
Stemmingsquorum
Artikel 15
- 1.
Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing:
- a.
In geval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen ten aanzien van wie in een vorige vergadering een stemming op grond van dat lid niet geldig was;
- b.
in een vergadering als bedoeld in artikel 8, tweede lid, voor zover het betreft onderwerpen of voorstellen die in de daaraan voorafgaande, ingevolge artikel 8, eerste lid, niet geopende vergadering aan de orde waren gesteld.
Besluitquorum
Artikel 16
Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de
meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.
Mondelinge stemming
Artikel 17
- 1.
De stemmingen - anders dan over personen - geschieden mondeling.
- 2.
Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen. De ter vergadering aanwezige leden kunnen verzoeken in de besluitenlijst op te nemen dat zij geacht worden te hebben tegengestemd.
- 3.
Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid van het dagelijks bestuur dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, verplicht zijn stem voor, blanco of tegen uit te brengen.
Staken van stemmen bij mondelinge stemming
Artikel 18
Ingeval van het staken van de uitgebrachte stemmen is de stem van de voorzitter beslissend conform hetgeen bepaald in artikel 15 van de Gemeenschappelijke regeling ODR.