Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 226 van de Gemeentewet
  2. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Veenendaal/371752.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Verordening afvalstoffenheffing 2016, 9e wijziging

16-11-2023

gmb-2023-562806

01-01-202301-01-2024tarieventabel

24-11-2022

gmb-2022-556309

2029397-2
05-02-202201-01-202201-01-2023artikel 8

27-01-2022

gmb-2022-41637

01-01-202205-02-2022Wijziging hoofdstuk 1, 2, 4 lid 3

04-11-2021

gmb-2021-437886

01-01-202101-01-2022Wijziging tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2016

26-11-2020

gmb-2020-320624

03-12-202001-01-202001-01-2021Wijziging tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2016

26-11-2020

gmb-2020-316838

01-01-202003-12-2020Verordening afvalstoffenheffing 2016, 3e wijziging

28-11-2019

gmb-2019-304576

01-01-201901-01-2020hoofdstuk 1, 2, 3, 4

12-11-2018

gmb-2018-245136

01-01-201801-01-2019tarieventabel

26-10-2017

gmb-2017-196176

Onbekend
01-01-201601-01-2018Nieuwe verordening

25-06-2015

GVOP

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 2015, nummer 2015.00043;

 

Gelet op de Gemeentewet, artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en de Afvalstoffenverordening Veenendaal;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016 (Verordening afvalstoffenheffing 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

     

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt, op grond van de daarbij behorende tarieventabel, naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2, 3 en 4 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 7.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het zesde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, terwijl elke volgende één maand na het verstrijken van de daaraan voorafgaande termijn vervalt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 50,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, terwijl elke volgende termijn één maand na het verstrijken van de daaraan voorafgaande termijn vervalt.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding voor minima verleend voor Hoofdstuk 1 artikel 1.1 van de tarieven tabel, en Hoofdstuk 2 van de tarieventabel aangevuld met het aantal aanbiedingen volgens paragraaf 2.1 van de tarieventabel voor een maximaal bedrag van € 96,00.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2015’ van 30 oktober 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2016’.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 juni 2015,

mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk (griffier)

de heer mr. A.W. Kolff (voorzitter)

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2016

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting, indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 Maatstaf en jaarlijks tarief afvalstoffenheffing vaste tarief

(basistarief)

  • 1.1

    De belasting bedraagt per perceel en per jaar € 250,00.

    Deze belasting is gebaseerd op de mogelijkheid om per perceel één container bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, één container bestemd voor restafval, één container voor oud papier en karton en één container voor plastic, metalen verpakkingen en drankenkartons te gebruiken, dan wel gebruik te maken van verzamelcontainers, hetgeen in de Afvalstoffenverordening gemeente Veenendaal is vastgelegd.

     

  • 1.2

    Indien de belastingplichtige, of personen die behoren tot zijn of haar huishouden, als gevolg van een chronische ziekte als omschreven in de regeling “Nadere regels extra afval vanwege een chronische aandoening”, extra afval moet aanbieden aan de aangewezen afvalinzamelaar kan de belastingplichtige een verzoek indienen bij de gemeente om in aanmerking te komen voor het opleggen van een vaste afvalstoffenheffing ongeacht het werkelijke vuilaanbod.

    De belasting bedraagt in dat geval per perceel per belastingjaar € 306,60.

     

  • 1.3

    Indien de afvalinzameling niet individueel wordt geregistreerd bedraagt de belasting ongeacht het werkelijke afvalaanbod en de wijze van inzameling per perceel per belastingjaar € 352,59.

     

1.2 Toelichting

Het gaat om aandoeningen die extra afval veroorzaken zoals incontinentie, stoma of CPAD. Een verzoek moet vergezeld gaan van een bewijsstuk zoals een rekening van apotheek of verzekeraar of een doktersverklaring. Een toekenning op een verzoek is 3 jaar geldig.

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven voor afvalstoffenheffing variabele deel

  • 2.1

    De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt vermeerderd met een variabel deel gebaseerd op het aantal aanbiedingen voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een bepaalde container of de mogelijkheid gebruik te kunnen maken van een verzamelcontainer.

     

Bij gebruik van minicontainers bedraagt de belasting per aanbieding van:

2.1.1 Een container met een inhoud van 240 liter bestemd voor restafval € 9,11;

2.1.2 Een container met een inhoud van 140 liter bestemd voor restafval € 5,36.

 

Bij gebruik van verzamelcontainers bedraagt de belasting per aanbieding

2.1.4.Bij een inwerptrommel van 60 liter € € 2,30;

2.1.3 Bij een inwerptrommel van 30 liter € 1,15.

 

Bij gebruik van een verzamelcontainer op het afvalbrengstation bedraagt de belasting per aanbieding

2.1.5. bij een inwerptrommel van 60 liter € 2,30

 

Hoofdstuk 3 Administratie- en leveringskosten voor het leveren van (extra)

containers en het wijzigen van het containerpakket

  • 3.1

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedragen de administratie- en leveringskosten voor het op aanvraag:

  • 3.1.1

    Omwisselen van een container voor restafval € 30,00 

  • 3.1.2

    Leveren (extra) container voor restafval ongeacht volume € 30,00 

  • 3.1.3

    Indien een nieuw ingezetene van de gemeente als belastingplichtige wordt aangemerkt kan hij gedurende een periode van 3 maanden nadat de belastingplicht is ontstaan kosteloos éénmaal van containervolume wisselen. Nadien is het tarief onder 3.1.1 van toepassing.

 

Hoofdstuk 4 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

  • 4.1

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting voor het verstrekken van een vervangende milieupas bij verlies of diefstal, per keer € 15,00 

  • 4.2

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting voor het aan huis inzamelen van grof huishoudelijk afval of de inname van elektrische en elektronische apparatuur of grof tuinafval, per inzameling € 30,00.

  • 4.3

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van afval op het afvalbrengstation, voor zover het aantal aanbiedingen in een kalenderjaar het aantal van 6 overschrijden met uitzondering van kringloopgoederen, kleding/textiel, groenafval, piepschuim, elektrische apparaten, PMD, metalen, papier en karton, glas, vlakglas, incontinentiemateriaal/luiers, klein chemisch afval, brandblussers, gasflessen en dode gezelschapsdieren’, per keer € 10,00;

  • 4.4

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 kan de verschuldigde belasting van hoofdstuk 4 lid 2 uitgeruild worden tegen 3 gratis aanbiedingen genoemd onder 3 onder voorwaarde van voldoende resterende kosteloze aanbiedingen.

 

Behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2016, vastgesteld bij

raadsbesluit d.d. 25 juni 2015,

 

mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk

griffier

 

de heer mr. A.W. Kolff

voorzitter