Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening 2015-2019 gemeente Barneveld |
Citeertitel | Huisvestingsverordening 2015-2019 gemeente Barneveld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Huisvestingsverordening toelichting |
Deze verordening vervangt per 1 juli 2015 de Huisvestingsverordening 2006.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-07-2019 | nieuwe regeling | 10-06-2015 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-56921.html, 25-06-2015 | Onbekend. |
Huisvestingsverordening 2015-2019 gemeente Barneveld
De raad van de gemeente Barneveld;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 15-32;
gelet op de artikelen 4 (eerste lid, sub a en b),5, 7, 9 tot en met 14, 17 en 20 van de Huisvestingswet 2014;
vast te stellen de Huisvestingsverordening 2015-2019 gemeente Barneveld
HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen
In de verordening wordt verstaan onder:
Bewoning: met bestemming tot bewoning wordt bedoeld dat men daar permanent woont en daar zijn hoofdverblijf heeft, zoals bedoeld in de Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP);
Economische binding: de binding van een persoon aan de gemeente Barneveld of de regio FoodValley, daarin gelegen dat die persoon, met het oog op de voorziening in het bestaan, is aangewezen op het verrichten van arbeid binnen of vanuit deze gemeente of deze regio. Hier is sprake van als de betreffende persoon:
Herstructurering: een indicatie voor zittende huurders van een toegelaten instelling wiens woning wordt gesloopt of ingrijpend gerenoveerd. De betreffende toegelaten instelling besluit of iemand voor een herstructureringsindicatie in aanmerking komt en draagt zorg voor registratie van de betreffende woningzoekende als herstructureringskandidaat;
Huisvestingsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Wet;
Huurliberalisatiegrens: het bedrag dat wordt genoemd in artikel 13, eerste lid, van de Wet op de huurtoeslag;
Maatschappelijke binding: de binding van een persoon aan de gemeente Barneveld of de regio FoodValley daarin gelegen dat die persoon een redelijk met de plaatselijke samenleving verband houdend belang heeft zich in dit gebied te vestigen. Een maatschappelijke binding wordt in elk geval aangenomen ten aanzien van personen die de afgelopen 6 jaar onafgebroken ingezetene zijn geweest, dan wel gedurende de voorafgaande tien jaar ten minste zes jaar ingezetene zijn geweest van de gemeente Barneveld of de regio FoodValley;
Mantelzorg: hulp als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
Optiemodel: model waarbij woonruimte te huur wordt aangeboden aan woningzoekenden die hebben aangegeven in aanmerking te willen komen voor woonruimte van een bepaalde groep woningen en waarbij de toewijzing plaatsvindt aan de hand van de inschrijvingsduur bij Huiswaarts.nu voor de betreffende groep woningen;
OGGZ-doelgroep Sociaal kwetsbare personen, zonder zelfstandige huisvesting, waarvan door of namens de centrumgemeente is vastgesteld dat gemeente Barneveld de gemeente van herkomst is. OGGZ staat voor Openbare Geestelijke Gezondheidzorg. De OGGZ richt zich op een doelgroep van sociaal kwetsbare mensen die niet of niet voldoende in staat zijn in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien. Daarnaast is er veelal sprak van meervoudige problematiek en doen deze mensen geen beroep op bestaande hulpverlening;
Toegelaten instelling: een instelling in de zin van artikel 70 van de Woningwet, die werkzaam is binnen de gemeente Barneveld;
Verblijfsgerechtigden: vreemdelingen (statushouders en vluchtelingen) die in Nederland op grond van de Vreemdelingenwet als vluchteling zijn toegelaten, dan wel om klemmende in de persoon gelegen redenen, verband houdende met omstandigheden in hun land van herkomst, in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning;
Wet: de Huisvestingswet 2014;
Woonruimte: het daaromtrent in artikel 1, lid 1i van de wet bepaalde.
HOOFDSTUK 2. De vergunningsplichtige voorraad
Artikel 2. Aanwijzing vergunningsplichtige woonruimte
De volgende categorieën goedkope woonruimte mogen enkel voor bewoning in gebruik worden gegeven als daarvoor een huisvestingsvergunning is verleend:
1. Zelfstandige woonruimten in eigendom van toegelaten instellingen met een huurprijs beneden de huurliberalisatiegrens zoals verwoord in de MG-Circulaire.
Artikel 3. Criteria voor verlening huisvestingsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de wet, komen voor een huisvestigingsvergunning in aanmerking:
woningzoekenden met een huishoudensinkomen zoals dit wordt verwoord in de MG-circulaire zoals die jaarlijks door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wordt gepubliceerd, met de Wet op de huurtoeslag als juridische grondslag;
HOOFDSTUK 3. Woonruimteverdeling
Artikel 6. Aanbod van huurwoningen
Woonruimten die voor verhuur beschikbaar komen, kunnen door de toegelaten instelling aan woningzoekenden worden aangeboden door middel van een aanbodmodel, een lotingmodel of een optiemodel.
Artikel 7. Voorrang bij woonruimte van een bepaalde prijs
1. Bij de toewijzing van woonruimte van een bepaalde huurprijs hanteert de toegelaten instelling de wet- en regelgeving zoals die door het Rijk in dezen wordt opgelegd.
Artikel 8. Voorrang bij woonruimte van een bepaalde aard
Woningen waaraan voorzieningen zijn getroffen op grond van de Wmo met een hogere waarde dan € 15.000 worden niet eerder opnieuw verhuurd dan nadat de toegelaten instelling het vrijkomen van de woning heeft gemeld bij de gemeente en de gemeente heeft verklaard er geen bezwaar tegen te hebben dat de woning via de gebruikelijke wijze (via het digitale platform ‘Huiswaarts.nu) opnieuw aangeboden wordt voor verhuur;
Artikel 10. Voorrang bij woonruimte van een bepaalde omvang
Eengezinswoningen met drie slaapkamers of meer kunnen met voorrang worden verhuurd aan huishoudens van ten minste vijf personen.
Artikel 13. Regionale voorrang bij economische of maatschappelijke binding
1. Van de in artikel 2 aangewezen categorieën woonruimte kan maximaal 50% van het aanbod met voorrang worden toegewezen aan woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de regio FoodValley.
Artikel 16. Vruchteloze aanbieding
In overeenstemming met artikel 17 van de wet wordt in afwijking van het in artikel 12 bepaalde de huisvestingsvergunning verleend als de woonruimte door de eigenaar overeenkomstig de in het tweede en derde lid weergegeven procedure maximaal 2 keer vruchteloos is aangeboden aan de woningzoekenden die ingevolge artikel 3 voor die woonruimte in aanmerking komen.
HOOFDSTUK 4. Wettelijke Urgentie
Artikel 19. Urgentiecategorieën
In aansluiting op het bepaalde in de Huisvestingswet zijn er drie verplichte urgentiecategorieën:
de vergunninghouders als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub g van de Wet;
Artikel 20. Aanvullende bepaling met betrekking tot urgentie voor vergunninghouders
Woningzoekenden die verblijven in een tijdelijke opvangvoorziening en een verblijfsvergunning hebben ontvangen, zijn wettelijke urgent op grond van de halfjaarlijkse rijkstaakstelling voor de gemeente Barneveld.
Artikel 21. Aanvullende bepalingen met betrekking tot urgentie op basis van een verblijf in een tijdelijke opvangvoorziening
Degene die dringend behoefte heeft aan (andere) woonruimte, verder te noemen aanvrager, kan B&W verzoeken hem een urgentie te verstrekken.
Artikel 25. Urgentiecategorieën
Naast de drie wettelijke verplichte urgentiecategorieën, zoals omschreven in hoofdstuk 4, kent de gemeente Barneveld de volgende drie lokale urgentiecategorieën:
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een urgentie op grond van artikel 25 worden leges geheven.
Artikel 29. Algemene bepalingen over urgenties
Bij de behandeling van de aanvraag moet vastgesteld worden dat:
Artikel 30. Advisering door adviesorgaan
Na ontvangst van de aanvraag kan er advies worden gevraagd aan het adviesorgaan wanneer de problemen niet primair veroorzaakt worden door de uitsluitingsgronden uit artikel 33 en er wordt voldaan aan artikel 29 van deze huisvestingsverordening. Er wordt aan het adviesorgaan verzocht om te beoordelen of er sprake is van een dringende behoefte aan een andere woning op basis waarvan een sociale, medische of financiële urgentie verleend kan worden. Het uitgebrachte advies wordt door B&W meegewogen in haar besluit.
Artikel 31. Aanvullende bepalingen met betrekking tot sociale urgentie
Artikel 33. Aanvullende bepalingen met betrekking tot de medische urgentie
Indien in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning een verhuisindicatie is gegeven kan deze gelden als medische urgentie wanneer ook aan de urgentiecriteria zoals genoemd in het eerste lid onder sub a, b en c is voldaan.
Een combinatie van factoren zoals genoemd in het tweede lid, kan wel aanleiding zijn voor een urgentie. In geval van combinatie van factoren kan urgentie worden toegekend indien de gevolgen van de woonsituatie dermate ernstig zijn dat voortzetten niet van de aanvrager gevergd kan worden. B&W kan ten behoeve van de beoordeling het adviesorgaan om advies vragen.
Artikel 35. Inkomen en vermogen
Er geldt geen inkomens en vermogensgrens voor de aanvraag urgentieverlening, maar wel bij de toewijzing van woningen door de woningstichting.
Artikel 36. Procedure toewijzing woningen
Indien binnen 6 maanden geen woning is toegewezen die aan de eisen voldoet, of wanneer na 3 maanden al voorzienbaar is dat dit niet zal lukken, vindt overleg plaats tussen de woningstichting, de aanvrager en eventueel het adviesorgaan als bedoeld in artikel 29 om te komen tot een voorlopige oplossing dan wel dat gekozen wordt voor uitstel.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 juni 2015.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,