Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 06-04-2016 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 | Z-14-28111 / 33138 |
Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee;
overwegende dat zij nadere regels dienen te stellen omtrent de financiële vergoedingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
gelet op de artikelen 2, 11, derde lid, 12, zesde lid, 13, tweede lid, 14, vierde lid, 16, 17, tweede lid, en 21, derde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2015;
vast te stellen het volgende Besluit maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2015.
Artikel 1 Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)
een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;
huishoudelijke hulp verzorgd door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt wordt bepaald op basis van 60% van het tarief per resultaat van een schoon huis voor huishoudelijke hulp in natura door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder;
begeleiding groep of dagbesteding uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon niet werkzaam bij een professionele zorginstelling wordt per dagdeel bepaald op basis van 80% van het tarief voor dergelijke begeleiding in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een door de gemeente gecontacteerde instelling;
Met hoog intensieve ondersteuning uitgevoerd door daartoe opgeleide personen:
wordt per dag (24 uur) voor kortdurend verblijf- en respijtzorg bepaald op basis van het tarief per dag (24 uur) voor kortdurend verblijf- en respijtzorg in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht(en) werkzaam bij een bij een door de gemeente gecontracteerde instelling
Artikel 2 Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
De bijdragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Artikel 3 Bijdrage voor algemene voorzieningen
Voor kortdurend verblijf- en respijtzorg met lage intensieve ondersteuning, is de cliënt geen eigen bijdrage in de kosten verschuldigd.
Artikel 4 Huishoudelijke Hulp Toelage
In aanmerking voor de Huishoudelijke Hulp Toelage komen:
personen van 75 jaar of ouder die geen huishoudelijke hulp via de Wmo ontvangen;
Artikel 5 Tegemoetkoming voor autoaanpassing, verhuiskosten, sportrolstoel en bezoek maken woning
Artikel 6 Tegemoetkoming voor lokaal taxivervoer
De tegemoetkoming voor lokaal vraagafhankelijk vervoer wordt als volgt bepaald:
Indien een geïndiceerde wordt gecompenseerd voor het gebruik van een reguliere taxi, dan geldt een maximaal tarief voor gewone taxiprijzen. 10% van het taxitarief vermeerderd met 5% van het tarief per kilometer (voor zover meer dan 2 kilometer wordt gereden) wordt gezien als algemeen gebruikelijke kosten, welke niet gecompenseerd worden.
Indien een geïndiceerde wordt gecompenseerd voor het gebruik van een rolstoeltaxi, dan geldt een maximum tarief voor taxibusprijzen. 6,2% van het taxistarttarief vermeerderd met 4,5% van het tarief per kilometer (voor zover meer dan 2 kilometer wordt gereden) wordt gezien als algemeen gebruikelijke kosten, welke niet gecompenseerd worden.
De geïndiceerde voldoet het algemeen gebruikelijke bedrag, zoals benoemd in het eerste lid, onder a of b, indien door hem een machtiging tot doorbetaling van het compensatiebedrag is afgegeven aan de gemeente, en de taxionderneming die de rit heeft verzorgd bereid is om namens hem het bedrag te innen bij de gemeente; of de geïndiceerde voldoet het volledige taxitarief direct na afloop van de rit aan de taxionderneming en declareert binnen drie maanden na de rit, onder vermelding van de gegeven die noodzakelijk zijn om het recht op compensatie te bepalen, bij de gemeente.
Bij de vaststelling van het compensatiebedrag wordt uitgegaan van het bedrag dat werkelijk in rekening is gebracht en is voldaan. Hieruit volgt dat, indien door de taxionderneming het algemeen gebruikelijk deel waarvoor geen compensatie wordt verleend, zoals bedoeld in het eerste lid, onder a of b, niet feitelijk wordt geïnd, alleen het bedrag dat werkelijk wordt geïnd wordt gezien als het feitelijke rittarief.