Organisatie | Zederik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening 2015 gemeente Zederik |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-07-2015 | 15-01-2019 | Nieuwe regeling | 03-06-2015 | Z.7975 |
gelezen het voorstel van het college en de burgemeester van 3 juni 2015;
gelet op de wens van de raad om te komen tot concrete invulling van de vermindering van de regeldruk en verkorting van procedures, conform de met algemene stemmen aangenomen motie van de VKG uitgesproken tijdens hun vergadering van 10 november 2014, agendapunt 7;
gelet op artikel 147, 149, 154 en 156 van de Gemeentewet;
gelet op en artikel 2a van de Wegenverkeerswet;
gelet op de artikelen 10, 12, 15, 18, 23 en 34 van Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Prostitutiewet);
gehoord de discussie in de werkbijeenkomst van de raad van 11 februari 2015;
gezien het advies van Informatievergadering I van 11 mei 2015;
dat het aanbeveling verdient regels te stellen ter bescherming en handhaving van de openbare orde en veiligheid, het woon- en leefklimaat en van de gemeentelijke huishouding;
dat recente ontwikkelingen het wenselijk maken de Algemene Plaatselijke Verordening op verschillende punten aan te passen;
dat het ter bescherming en handhaving van de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid, de woon- en leefomgeving of de veiligheid aanbeveling verdient regels te stellen ten aanzien van prostitutie, seksinrichtingen, sekswinkels, en -bedrijven en het anderszins bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen;
dat het met het oog op de komende nieuwe landelijke Prostitutiewet en de herziening en deregulering van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder: APV) 2012 gemeente Zederik tot een APV “Light” 2015 wenselijk is om de prostitutiebepalingen uit hoofdstuk 3 van de APV op te nemen in een zelfstandige verordening;
1. De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015 vast te stellen;
2. De Verordening Prostitutie, Sekswinkels, -inrichtingen en -bedrijven gemeente Zederik 2015 vast te stellen;
3. De Algemene Plaatselijke Verordening 2012 gemeente Zederik gelijktijdig met de vaststelling van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zederik 2015 in zijn geheel in te trekken.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2:10, zesde lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, tweede lid, aanhef en onder a, of artikel 4:11.
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan een openbare plaats of weg in strijd met de publieke functie ervan
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het verbod geldt voorts niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het Provinciaal wegenreglement, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening Zuid Holland-Zuid.
Artikel 2:25a Meldingsplicht categorie 0-evenement (klein evenement)
De burgemeester kan binnen zeven dagen na ontvangst van de melding van een klein evenement, als bedoeld in het eerste lid, besluiten het kleine evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1:3 gelden ten aanzien van evenementen de volgende indieningstermijnen:
Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:28 Vergunningplicht exploitatie openbare inrichting
De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in het eerste lid indien uit de hem ter beschikking staande gegevens kan worden afgeleid dat in de openbare inrichting middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet zullen worden bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of aanwezig zullen zijn.
Gelet op het bepaalde in artikel 2:10 van de APV beslist de burgemeester in geval van een vergun-ningaanvraag die ook betrekking heeft op een of meer bij de openbare inrichting behorende terrassen voor zover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras.
De burgemeester kan in aanvulling op het bepaalde in het vorige lid bij besluit bepalen dat de vergunningplicht ingevolge het eerste lid van dit artikel, niet geldt voor één of meer andere in het besluit aangeduide soorten openbare inrichtingen in de gehele gemeente dan wel in één of meer daarin aangewezen gedeelten van de gemeente.
Artikel 2:29 Openings- en sluitingstijden
Het is verboden in afwijking van de in het eerste, tweede en derde lid bepaalde tijden, een openbare inrichting of een terras voor bezoekers geopend te hebben, bezoekers in de inrichting of op een terras te laten verblijven, bezoekers tot de inrichting toe te laten of op een terras eet- en drinkwaren te verstrekken.
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; (tijdelijke) sluiting
Een sluiting voor onbepaalde duur kan op aanvraag van belanghebbende(n) door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
De houder van een inrichting is verplicht een register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden dat ingericht is volgens het door de burgemeester vastgestelde model.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
In dit artikel wordt onder speelgelegenheid verstaan: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als in artikel l, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, wachtlocaties voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: een handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Afdeling 13. Vuurwerk en Carbid
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit).
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet te besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de volgende artikelen van deze verordening niet naleven:
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
De burgemeester kan, met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen, aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste 8 weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit zijn niet van toepassing op nader door het college aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden, waarbij de waarden bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening met 20 dB(A) worden verhoogd mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij ten behoeve van de sportuitoefening de verlichting langer wordt aangehouden dan bepaald in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Indien de houder van de inrichting ruimere geluidvoorschriften nodig acht voor een incidentele festiviteit kan hij het college verzoeken de normen uit het eerste lid te verhogen. Het college kan hieraan medewerking verlenen waarbij eventueel aan de Milieudienst Zuid-Holland Zuid advies wordt gevraagd. Het verzoek dient ten minste 6 weken voor de datum van de festiviteit te worden gedaan.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, toegestaan maximaal drie voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd, op de weg te parkeren mits dit uitsluitend gebeurt binnen een cirkel met een straal van 25 meter met als middelpunt een van deze voertuigen.
Afdeling 2. Collecteren, inzameling geld en goederen
Artikel 5:13a Vergunningplicht voor inzameling geld of goederen en collecteren
Het college kan binnen zeven dagen na ontvangst van de melding van een collecte of inzameling van geld of goederen als bedoeld in artikel 5:13 besluiten deze te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Afdeling 6. Openbaar water, ligplaatsen en vaarwegen
Het bepaalde in deze afdeling is van toepassing op openbaar water zoals bedoeld in artikel 1:1, onder c van deze verordening, alsmede op vaarwegen, vaarten, weteringen, sloten, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, damwanden, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, bassins, ligplaatsen, steigers, gordingen, aanlegpalen, meerpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer en in pacht zijn.
Het bepaalde in deze afdeling geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de Wabo) het Wetboek van Strafrecht, de Waterwet, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de keur van het waterschap Rivierenland, de Provinciale vaarwegenverordening Zuid-Holland, de Verordening bescherming landschap en natuur Zuid-Holland, de Provinciale landschapsverordening Zuid-Holland Zuid, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:23b Nadere regels openbaar water, ligplaatsen en vaarwegen
Met betrekking tot het in deze afdeling kan het college nadere regels stellen ten aanzien van de volgende belangen:
Artikel 5:24 Voorwerpen in, op of boven openbaar water en vaarwegen
De vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd, indien een voorwerp door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Het is uitsluitend toegestaan om met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben, dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen:
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.
Afdeling 9. Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging op een door de overledenen of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Artikel 5:38 Begripsbepalingen
reclame: elke vorm van openbare aanprijzing om de afzet van goederen, diensten, activiteiten en/of doelstellingen te bevorderen, overgebracht door middel van een aanduiding, opschrift, aankondiging, mededeling, uitbeelding, afbeelding, projectie, al dan niet in combinatie met een bouwkundig object, voor zover deze vanuit de openbare ruimte in, op, aan of rondom enig onroerend goed zichtbaar is; waaronder ook begrepen mondelinge aankondiging door middel van geluidsversterkende apparatuur;
Artikel 5:40 Omgevingsvergunning reclame
Onverminderd het bepaalde in artikel 5:39 is het verboden zonder (omgevings-)vergunning van het bevoegd gezag een onroerende zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van reclame waaronder inbegrepen handelsreclame, met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, verlicht of aangelicht, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.