Organisatie | Tholen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels tegenprestatie gemeente Tholen 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels tegenprestatie gemeente Tholen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2014 Onbekend | Zaaknummer 10355 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen;
gelezen het voorstel van de afdeling Werk en Inkomen tot vaststelling van beleidsregels inzake de tegenprestatie;
gelet op artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8a, onderdeel b van de Participatiewet en artikel 3.2 van de Verordening tegenprestatie van de gemeente Tholen;
vast te stellen de 'Beleidsregels tegenprestatie gemeente Tholen 2015'
De beleidsregel is van toepassing op iedere klant die van de gemeente Tholen een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangt, en die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
Het doel van de tegenprestatie is te voorkomen dat een klant in een sociaal isolement komt. Elke klant doet mee in de Thoolse samenleving. De tegenprestatie is een eerste goede stap om actief te worden. Dit niet gebruiken is een gemiste kans voor activering en re-integratie voor cliënten.
De randvoorwaarden waarmee het college rekening houdt bij het opleggen van een tegenprestatie zijn:
De tegenprestatie is beperkt in duur en omvang. Dat betekent dat niet op elk moment al de cliënten een tegenprestatie moeten verrichten. Hier kunnen keuzes in worden gemaakt. De kennis van de doelgroep heeft invloed op het type tegenprestatie die ze doen. Gaat het om mensen met een grote of juiste een kleine afstand tot de arbeidsmarkt ? Jongeren of ouderen? Mensen met een beperking, of mensen met gebrekkige kennis van de Nederlandse taal ? Deze informatie wordt meegenomen om voor de individuele cliënten een passende plek te vinden.
Het moet gaan om een tegenprestatie naar vermogen. Er wordt rekening gehouden met een aantal factoren, zoals lichamelijke- en psychische beperkingen, zorgtaken, kennis en kunde, maar ook met de mogelijkheden van de begeleidende organisatie.
Lichamelijke en psychische beperkingen.
Als er een recent arbeidsmedisch onderzoek voorhanden is dan wordt dat gebruikt om lichamelijke- en psychische beperkingen vast te stellen. Aan de hand van dat onderzoek wordt door de consulent samen met de cliënt de mogelijkheden bekeken. Als er geen arbeidsmedisch onderzoek voorhanden is kan samen met de cliënt gezocht worden naar een tegenprestatie die binnen de mogelijkheden ligt.
Als het gaat om een alleenstaande ouder met jonge kinderen dan kan bij schoolgaande kinderen naar werkzaamheden onder schooltijd of op school zelf worden gezocht. Gaat het om kinderen die nog niet naar school gaan, dan moet bekeken worden of kinderopvang bij bijvoorbeeld buren of familie beschikbaar is.
Mantelzorg voor ouders/directe familie.
Als iemand mantelzorg bij ouders of directe familie voor 16 uur per week verricht, dan wordt geen tegenprestatie opgelegd. Voor het bepalen wanneer sprake is van mantelzorg wordt aangesloten bij de criteria voor het ontvangen van het mantelzorgcompliment. Voldoet iemand niet aan de criteria maar wordt wel zorg verleent dan wordt de tegenprestatie daarop afgestemd. Bijvoorbeeld door het aantal uren te beperken of door de tijden af te stemmen.
Bij het zoeken van de juiste werkzaamheden wordt aangesloten bij de kennis en kunde van de cliënt. Een hoger opgeleide kan anderen wellicht helpen met het invullen van formulieren, of bij het schrijven van sollicitatiebrieven. En iemand die de Nederlandse taal slecht beheerst, kan zijn tegenprestatie niet invullen door als leesouder op een basisschool aan de slag te gaan, maar kan misschien wel helpen bij het opknappen van een speeltuin. Er wordt rekening gehouden met de capaciteiten van de cliënt.
Begeleiding door de organisatie.
Zeker als het gaat om iemand met forse psychische beperkingen, is het belangrijk om niet alleen te kijken wat de cliënt zelf kan, maar ook wat de organisatie aan kan. Wellicht is ondersteuning van de organisatie mogelijk, door te werken met een ‘maatje’ die de begeleiding op zich neemt.
Bij het opleggen van een tegenprestatie wordt rekening gehouden met de talenten en passies van mensen. De cliënt doet iets waar hij energie van krijgt, de begeleidende organisatie heeft een
gemotiveerde kracht. Op die manier zijn organisaties eerder bereid om plekken te bieden en kan de tegenprestatie een goede bijdrage leveren aan het verkrijgen van betaalde arbeid. Als een ICT’er een website bouwt voor een vereniging, dan kan dat als werkervaring op de CV gezet worden. Maar ook het versterken van de eigenwaarde en competenties en het vergroten van het sociaal netwerk kunnen de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen. Op die manier worden meerdere doelen bereikt.
Toezien op de veiligheid is een taak van de gemeente. Voor het uitvoeren van de tegenprestatie geldt geen wettelijke regeling over arbeidsomstandigheden en veiligheid. Dat betekent dat de gemeente in het contract opneemt dat door de organisatie de geldende veiligheids- en Arbo-voorschriften in acht genomen wordt.
Er dient een dekkende vrijwilligersverzekering te zijn bij de organisatie waar de tegenprestatie wordt verricht. Een persoonlijke WA-verzekering dekt een ongeval tijdens de uitvoering van een tegenprestatie niet. Nagegaan wordt of de cliënt valt onder de verzekering van de organisatie waar de tegenprestatie wordt uitgevoerd. Zolang dit niet geregeld is dan kan bij de organisatie geen tegenprestatie worden verricht.
Als er een verklaring omtrent gedrag voor de werkzaamheden nodig is. Bijvoorbeeld bij het werken met kinderen, of werkzaamheden waarbij geld voorhanden is dan betaalt de organisatie waar de tegenprestatie wordt verricht deze kosten.
Om te waarborgen dat er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt door activiteiten in het kader van de tegenprestatie, wordt bij elke op te leggen tegenprestatie vooraf getoetst of er in dat geval sprake kan zijn van verdringing. Bij deze afweging worden de volgende criteria in acht genomen:
Het moet gaan om activiteiten waar in deze tijd en op deze plaats geen bereidheid is om daar een geldelijke beloning voor te betalen. Deze bereidheid is plaats- en tijdgebonden. Dat betekent dat het noodzakelijk is om regelmatig te evalueren of de werkzaamheden nog steeds als additioneel kunnen worden beschouwd.
Het gaat om activiteiten waar evident geen betaling tegenover staat. Het mag daarom niet gaan om activiteiten waarvoor de cliënt of een ander normaal gesproken betaald wordt of eerder (minder dan 1 jaar geleden) nog betaald werd. Dit is het geval als eerder bestaande arbeidsplaatsen met vergelijkbare werkzaamheden binnen deze periode zijn wegbezuinigd bij de betreffende organisatie.
Tegenprestaties zijn klussen die door verenigingen, bedrijven en maatschappelijke instellingen worden aangeboden. De regering heeft een lijst met voorbeelden voor werkzaamheden die als tegenprestatie kunnen worden ingezet. Deze zijn te vinden onder bijlage 1.
Deze lijst wordt jaarlijks door het College aangepast aan tegenprestaties die binnen de gemeentegrenzen verricht kunnen worden.
Het college kan in de gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, dan wel in gevallen waarin toepassing van deze beleidsregels leiden tot onevenredig nadelige gevolgen voor de cliënt, besluiten om op individuele gronden van de verordening of deze beleidsregels af te wijken.
Aldus vastgesteld tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 16 december 2014; zaaknummer 10355.
Tholen, 16 december 2014.
Burgemeester en wethouders van Tholen,
de secretaris de burgemeester
S.Nieuwkoop G.J. van de Velde-de Wilde
Voorbeelden maatschappelijke nuttige werkzaamheden
Voor voorbeelden van maatschappelijke nuttige werkzaamheden verwijst de regering naar het onderzoeksrapport "Voor wat hoort wat" van de Inspectie SZW.
Deze zijn hierna weergegeven. De genoemde werkzaamheden mogen niet leiden tot verdringing want dan kunnen ze niet als tegenprestatie worden ingezet.
De regering geeft de volgende voorbeelden voor werkzaamheden die als tegenprestatie kunnen worden ingezet:
Tegenprestatiewijzer voor gemeenten
Alleen aan cliënten die een uitkering ontvangen van de gemeente kan een tegenprestatie worden opgelegd. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om bijstand om niet of in de vorm van een lening. Niet-uitkeringsgerechtigde die door de gemeente worden ondersteund bij het zoeken naar werk kan dit niet verplicht worden opgelegd. Let hierbij wel op de uitzonderingen!
Het gaat hier om werkzaamheden waar geen loon voor wordt betaald. Bovendien zijn dit
werkzaamheden waar in het economische verkeer normaal gesproken ook niet voor wordt betaald.
Dit is sterk tijd- en plaatsgebonden. Wordt er geen loon betaald, maar gebeurt dat normaal gesproken wel in het economische verkeer? Dan moet belanghebbende toch om loon vragen bij zijn werkgever.
Als alleen een onkosten- of vrijwilligersvergoeding wordt betaald, dan is toch sprake van onbetaalde
werkzaamheden. Gaat het om een onkostenvergoeding op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten
dan hoeft hier niets mee gedaan te worden met betrekking tot de uitkering. Gaat het om een vrijwilligersvergoeding, dan kan een deel worden vrijgelaten. Het gaat hier om de lage
vrijlating (€ 95,- per maand en € 764,- per jaar in 2014) aangezien het geen onderdeel uitmaakt van een traject richting arbeid.
Dit punt hangt sterk samen met punt 2.
Het primaire doel van de tegenprestatie is dat iemand maatschappelijk nuttige bezig is. Het opdoen van sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden om zo een stapje te kunnen doen op de participatieladder is een mooie bijkomstigheid en kan wel een secundair doel zijn. Maar als het hoofdzakelijk of uitsluitend gericht is op arbeidsinschakeling, dan is sprake van een re-integratietraject of participatieplaats.
Individualisering is echt noodzakelijk. Waarom is deze activiteit geschikt voor deze persoon? In de beschikking moet duidelijk omschreven zijn welke activiteit iemand gaat doen, welke omvang en welke duur deze activiteit heeft en waarom dit voor deze cliënt geschikt is.
We hebben hier alleen rechtbankuitspraken, waarin is verwoord dat gekeken moet worden naar de individuele omstandigheden van een uitkeringsgerechtigde. Het enkel stellen dat eiser niet beperkt is zodat hij alle soorten werkzaamheden kan verrichten, is dan ook onvoldoende. Verweerder zal bij het aanbod van nuttige werkzaamheden daarom ook rekening moeten houden met de individuele omstandigheden van eiser.
Het gaat hier feitelijk om een nieuwe burgerlijke verplichting van werkzaamheden die van nut zijn voor de maatschappij.