Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Postcoderoospremie provincie Groningen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingPostcoderoospremie provincie Groningen 2015
CiteertitelPostcoderoospremie provincie Groningen 2015
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpMilieu, Natuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 15 juni 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 4.81
  2. Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-07-201515-06-2015nieuwe regeling

16-06-2015

Elektronisch Provincieblad, 02-07-2015

A.19, 577212

Tekst van de regeling

Intitulé

Postcoderoospremie provincie Groningen 2015

Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 16 juni 2015, nr. 577212, afd. OM, tot bekendmaking van het besluit van Gedeputeerde Staten van 16 juni 2015, nr. A.19, tot vaststelling van de Postcoderoospremie provincie Groningen 2015.

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;

maken bekend dat door Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 16 juni 2015, nr. A.19, is vastgesteld hetgeen volgt:

Gedeputeerde Staten der provincie Groningen;

Gelet op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998;

Besluiten:

Vast te stellen hetgeen volgt:

Postcoderoospremie provincie Groningen 2015

Artikel 1 Algemeen

De Provincie Groningen streeft naar vergroening van de energievoorziening. Collectieve Zon-PV-systemen die via de Regeling verlaagd tarief (ook wel bekend als postcoderoosregeling) worden geëxploiteerd, kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Bekend is dat de organisatie van dergelijke projecten niet eenvoudig is. Het traject is vaak complex, terwijl de financiële baten gering zijn, gegeven de huidige stand van zaken qua wet- en regelgeving. Het ontbreekt tegelijkertijd ook aan succesverhalen, aan projecten die het gehele traject van idee tot en met realisatie aan den lijve hebben ondervonden. Lessen vanuit dergelijke projecten kunnen van grote waarde zijn voor de uitrol van soortgelijke initiatieven. Daarom wil de Provincie Groningen enkele serieuze initiatieven stimuleren het traject tot en met realisatie te doorlopen, middels de Postcoderoospremie.

Artikel 2 Relevante beleidskaders en wetten

Op deze beleidsregel zijn de volgende beleidsdocumenten, afspraken en regelgeving van toepassing:

  • a.

     de Regeling verlaagd tarief (postcoderoosregeling), zoals verankerd in de artikelen 47 en 59a, 59b en 59c van de Wet belastingen op milieugrondslag, alsmede in de artikelen 19a, 19b en 21b van de Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag;

  • b.

     de Algemene wet bestuursrecht en de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998;

  • c.

     de Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, PbEU, L 352 van 24 december 2013, blz. 1, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.

Artikel 3 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

     aanlooptraject: de periode waarin initiatiefnemers alle technische, juridische, financiële en organisatorische voorbereidingen treffen die nodig zijn om het voorziene Zon-PV-systeem te kunnen realiseren;

  • b.

     aanvraagformulier: het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • c.

     coöperatie: een coöperatie als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • d.

     Dakgebonden Zon-PV-project: een Zon-PV-systeem waarbij montage van systeemcomponenten plaatsvindt op schuine dan wel platte daken behorend bij vastgoedobjecten;

  • e.

     De-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, PbEU, L 352 van 24 december 2013, blz. 1, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;

  • f.

     Grondgebonden Zon-PV-project: een Zon-PV-systeem in veldopstelling, waarbij de geproduceerde zonnestroom via een nieuw te realiseren aansluiting op het elektriciteitsnet wordt ingevoed;

  • g.

     grootverbruikerslocatie: een kadastraal perceel waar de reeds bestaande elektriciteitsaansluiting een doorlaatwaarde heeft die groter is dan 3 x 80 Ampère;

  • h.

     Handboek Zonnecollectieven: het op 3 september 2014 door de Provincie Groningen aangeboden naslagwerk inzake de Regeling verlaagd tarief, bestemd voor leden van coöperaties en Verenigingen van Eigenaren (VvE) die de realisatie en coöperatieve exploitatie van Zon-PV-systemen via deze regeling beogen;

  • i.

     initiatiefnemer(s): een of meerdere natuurlijke personen die de realisatie en coöperatieve exploitatie van een Zon-PV-systeem op basis van de Regeling verlaagd tarief nastreven, al dan niet verenigd in een bestaande coöperatie;

  • j.

     jury: drie vertegenwoordigers van respectievelijk de Provincie Groningen, het Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts en Greenspread die de subsidieaanvragen gezamenlijk beoordelen en een advies omtrent de subsidieverlening en desgevraagd over de subsidievaststelling geven aan Gedeputeerde Staten;

  • k.

     kleinverbruikerslocatie: een kadastraal perceel waar de reeds bestaande elektriciteitsaansluiting een doorlaatwaarde heeft van ten hoogste 3x80 Ampère;

  • l.

     project: het geheel aan activiteiten dat verband houdt met de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van een Zon-PV-systeem door initiatiefnemers;

  • m.

     projectplan: een schrijven bestaande uit maximaal vijf A4-pagina’s waarin initiatiefnemers uitweiden over details van het project, zoals beschreven in artikel 8;

  • n.

     realisatietraject: de periode waarin het Zon-PV-systeem daadwerkelijk wordt gerealiseerd, volgend op het aanlooptraject, startend bij opdrachtverlening voor realisatie van het Zon-PV-systeem en eindigend zodra een proces-verbaal is ondertekend door zowel de initiatiefnemers als de partij die verantwoordelijk is voor de oplevering van het Zon-PV-systeem;

  • o.

     Zon-PV-systeem: een installatie bestaande uit zonnepanelen en toebehoren die zonlicht omzet in elektriciteit door gebruik te maken van het fotovoltaïsche effect.

Artikel 4 Doel van de beleidsregel

  • 1

     Met de uitvoering van deze beleidsregel beogen wij de volgende resultaten:

    • a.

       totstandkoming van, bij voldoende geschiktheid, ten minste vier Zon-PV-systemen die worden geëxploiteerd via de Regeling verlaagd tarief;

    • b.

       het creëren van een optimaal leereffect voor initiatiefnemers die in de toekomst Zon-PV-systemen willen realiseren in de provincie Groningen door gebruik te maken van de Regeling verlaagd tarief;

    • c.

       het verzamelen van aanbevelingen voor de wetgever gericht op verdere optimalisatie van de Regeling verlaagd tarief.

  • 2

     Daarnaast beogen wij met de inzet van de middelen in het kader van deze beleidsregel de

    • a.

       een toename in het aandeel duurzame energie in de provincie;

    • b.

       lokaal draagvlak voor en saamhorigheid bij lokale duurzame energieprojecten;

    • c.

       het creëren van lokale werkgelegenheid, bijvoorbeeld verband houdend met de installatie van de nieuw te realiseren Zon-PV-systemen.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1

     Het totale subsidieplafond bedraagt € 200.000.

  • 2

     Per project is maximaal € 50.000 beschikbaar.

Artikel 6 Vereisten aanvragers

  • 1

     De Postcoderoospremie kan alleen worden aangevraagd door initiatiefnemers die zich inzetten voor de realisatie van een nieuw Zon-PV-systeem in de Provincie Groningen.

  • 2

     De Postcoderoospremie kan alleen worden aangevraagd door initiatiefnemers die exploitatie van dit Zon-PV-systeem via de Regeling verlaagd tarief beogen, en derhalve aan alle randvoorwaarden van deze specifieke regeling kunnen voldoen (zie artikel 2a).

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1

     Aanvragen voor de Postcoderoospremie kunnen in de periode tussen 15 juni 2015 en 16 augustus 2015 worden ingediend.

  • 2

     De aanvraag betreft een project in zijn geheel en geen fase of onderdeel van een groter project.

  • 3

     De aanvraag kan worden ingediend door het digitaal versturen van een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, met het projectplan als verplichte bijlage, naar het speciaal hiervoor ingerichte e-mailadres.

  • 4

     Als de aanvrager een onderneming is, wordt eveneens overgelegd:

    • a.

       een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

       een verklaring als bedoeld in de De-minimisverordening (De-minimisverklaring).

Artikel 8 Projectplan

  • 1

     Het aanvraagformulier gaat vergezeld van een projectplan dat bestaat uit maximaal vijf A4-pagina’s en waarin in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod komen:

    • a.

       de reden voor aanmelding en wijze van besteding eventuele Postcoderoospremie;

    • b.

       deschrijving van het project en de actuele stand van zaken;

    • c.

       de projectbegroting, met aandacht voor:

      • i.

         verwachte eenmalige kosten;

      • ii.

         verwachte jaarlijkse exploitatiekosten;

      • iii.

         verwachte exploitatieopbrengsten;

    • d.

       de tijdsplanning tot en met het realisatietraject;

    • e.

       de wijze waarop initiatiefnemers vergaarde kennis en inzichten delen met de provincie, het Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts en/of direct met andere initiatiefnemers die aan de slag willen met de regeling.

  • 2

     Per aanvraag presenteert één initiatiefnemer het projectplan in maximaal tien minuten tijd voor een jury, op een door de jury te bepalen datum. Na afloop van de presentatie krijgt de jury de gelegenheid tot het stellen van vragen, naar aanleiding van de presentatie en het ingediende projectplan. Op de duur na, zijn de vorm en inhoud van de presentatie niet aan regels gebonden.

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1

     De Postcodepremie wordt in ieder geval niet toegekend indien:

    • a.

       de aanvraag niet tijdig is ingediend;

    • b.

       niet wordt voldaan aan artikel 6;

    • c.

       de aanvraag, ondanks een verzoek om aanvulling, niet voldoet aan artikel 7 en 8;

    • d.

       initiatiefnemers de Postcoderoospremie aanvragen voor een bedrag hoger dan € 50.000;

    • e.

       het financiële rendement voor deelnemers aan het project, met inachtname van de aangevraagde Postcoderoospremie, op basis van het bij het Handboek Zonnecollectieven beschikbaar gestelde rekenmodel hoger is dan 8% voor een periode van 25 jaar.

  • 2

     Om het in lid c genoemde vast te kunnen stellen, leveren initiatiefnemers indien nodig extra projectdata aan op verzoek van de jury.

Artikel 10 Toetsingscriteria

Om kans te maken op de subsidie, worden aanvragen, voor zover die niet met toepassing van artikel 9 zijn geweigerd, beoordeeld op basis van de volgende criteria:

  • a.

     initiatiefnemers dienen aan te tonen dat het project zonder de financiële bijdrage niet te vertalen is in een acceptabele marktpropositie voor potentiële participanten;

  • b.

     initiatiefnemers dienen zich reeds in een gevorderd stadium van het aanlooptraject te bevinden en blijk te geven van een reële planning, waarbij alle voorbereidingen voor realisatie nog dit kalenderjaar getroffen kunnen worden en de realisatie zelf in 2015, of kort daarna plaatsvindt, met 1 juli 2016 als uiterste datum voor opdrachtverlening tot realisatie;

  • c.

     met het oog op de opschaalbaarheid wordt gestreefd naar ondersteuning van projecten die het minste aandeel externe bijdrage nodig hebben om tot rendabele exploitatie te kunnen komen. De jury kijkt niet naar de absolute hoogte van de gevraagde financiële bijdrage, maar naar de relatieve betekenis van de gevraagde bijdrage in de totale projectbegroting: het gaat hier dus om de ratio “bijdrage per Wp vermogen”, die laag dient te zijn voor een hoge score;

  • d.

     initiatiefnemers dienen zo concreet mogelijk kenbaar te maken op welke wijze praktijkbevindingen voor, tijdens en na realisatie worden gedeeld met de provincie, het Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts en/of direct met andere initiatiefnemers die aan de slag willen met de Regeling verlaagd tarief.

Artikel 11 Wegingsfactoren

De mate waarin initiatiefnemers voldoen aan de toetsingscriteria van artikel 10, wordt door de jury getoetst volgens de onderstaande scorematrix:

Criterium

Toelichting

Score

Noodzaak bijdrage

Initiatiefnemers dienen aan te tonen dat het project zonder de financiële bijdrage niet te vertalen is in een acceptabele marktpropositie voor potentiële participanten.

5 = zeer aannemelijk

 

4 = aannemelijk

 

3 = twijfelachtig

 

2 = onwaarschijnlijk

 

1 = zeer onwaarschijnlijk

 

Uitontwikkeling in 2015/2016

Initiatiefnemers dienen zich reeds in een gevorderd stadium van het aanlooptraject te bevinden en blijk te geven van een reële planning, waarbij alle voorbereidingen voor realisatie nog dit kalenderjaar getroffen kunnen worden en de realisatie zelf in 2015, of kort daarna plaatsvindt, met 1 juli 2016 als uiterste datum voor opdrachtverlening tot realisatie.

5 = zeer aannemelijk

 

4 = aannemelijk

 

3 = twijfelachtig

 

2 = onwaarschijnlijk

 

1 = zeer onwaarschijnlijk

 

Verhouding bijdrage/zon-PV-vermogen

Met het oog op de opschaalbaarheid wordt gestreefd naar ondersteuning van projecten die het minste aandeel externe bijdrage nodig hebben om tot rendabele exploitatie te kunnen komen. De jury kijkt niet naar de absolute hoogte van de gevraagde financiële bijdrage, maar naar de relatieve betekenis van de gevraagde bijdrage in de totale projectbegroting: het gaat hier dus om de ratio “bijdrage per Wp vermogen”.

5 = de laagste ratio

 

4 = de op één na laagste ratio

 

3 = de op twee na laagste ratio

 

2 = de op drie na laagste ratio

 

1 = alle overige ratio’s

 

Bijdrage leereffect

Initiatiefnemers dienen zo concreet mogelijk kenbaar te maken op welke wijze praktijkbevindingen voor, tijdens en na realisatie gedeeld worden met de provincie, het Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts en/of direct met andere initiatieven die aan de slag willen met de regeling.

5 = uitmuntend

 

4 = goed

 

3 = voldoende

 

2 = onvoldoende

 

1 = slecht

 

ALGEMENE INDRUK

HAALBAARHEID

Beoordeeld wordt wat de algemene indruk van de haalbaarheid van het initiatief is, op basis van informatie uit het aangeleverde projectplan en de presentatie; de jury let daarbij onder meer op de strategie voor participantenwerving, eventuele juridische drempels (bestemmingsplan, vergunning), de organisatie van de (voorziene) coöperatie en projectadministratie.

 

5 = uitmuntend

 

4 = goed

 

3 = voldoende

 

2 = onvoldoende

 

1 = slecht

 

Artikel 12 Verdeelsystematiek

  • 1

     De premie wordt toegekend aan de hoogstscorende projecten.

  • 2

     Uitgangspunt hierbij is dat in de drie categorieën (Grondgebonden Zon-PV, Dakgebonden Zon-PV-project op een kleinverbruikerslocatie en Dakgebonden Zon-PV-project op een grootverbruikerslocatie) aan minstens één project een premie wordt toekend, tenzij in een bepaalde categorie geen aanvraag is ingediend of de kwaliteit van het plan onder de maat is, dit ter beoordeling van de jury.

  • 3

     Als in elke categorie een project is gehonoreerd, wordt het eventueel beschikbare restbedrag verdeeld over de dan hoogst scorende projecten, waarbij het niet meer zo is dat sprake moet zijn van een verdeling over de categorieën.

  • 4

     Als bij de verdeling van het restbedrag blijkt dat meerdere projecten een gelijke score hebben, wordt het beschikbare geld evenredig - op basis van het aangevraagde bedrag - over de aanvragers verdeeld.

  • 5

     Als de kwaliteit van projecten onder de maat is, wordt geen subsidie toegekend ook al is budget beschikbaar. De jury beoordeelt de geschiktheid en brengt hierover gemotiveerd advies uit aan Gedeputeerde Staten.

  • 6

     De jury adviseert Gedeputeerde Staten over de verdeling van het budget over de verschillende aanvragen. In de eerste plaats beoordeelt de jury of een aanvraag voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 6. Bij het maken van haar afwegingen baseert de jury zich verder uitsluitend op informatie uit het aanvraagformulier, de presentaties en de aangeleverde projectplannen.

  • 7

     In bijzondere gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten na advies van de jury.

Artikel 13 Subsidiabele kosten

  • 1

     Subsidiabele kosten zijn:

    • a.

       Kosten in het aanlooptraject (leges bestemmingsplanwijziging, vergunningen, oprichten coöperatie, statuten, werving leden, etc);

    • b.

       Kosten in het realisatietraject (projecthardware).

  • 2

     Niet subsidiabele kosten zijn: kosten die verband houden met de vervaardiging van het projectplan en kosten voor haalbaarheidsstudies.

Artikel 14 Bepalingen omtrent de hoogte en de betaling van de subsidie

  • 1

     Bij toekenning van de subsidie wordt het aangevraagde bedrag gehonoreerd, mits dit het maximum van € 50.000 per project niet overstijgt en met inachtname van artikel 12.2 en het totale subsidieplafond van € 200.000.

  • 2

     Een subsidie dient te voldoen aan de voorwaarden voor De-minimissteun.

  • 3

     De subsidie wordt in voorschotten betaald op de momenten zoals die in de beschikking tot subsidieverlening zijn bepaald.

Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1

     Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2

     Wijzigingen in het project of projectplan die het detailniveau overstijgen worden schriftelijk en onverwijld ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

  • 3

     Initiatieven aan wie de Postcoderoospremie wordt toegekend, geven desgevraagd inzicht in alle projectdetails en gaan akkoord met het verspreiden van de praktijkbevindingen onder andere initiatiefnemers.

  • 4

     In of op alle communicatie-uitingen rondom het project waarvoor een subsidie is verleend, maakt de ontvanger van de Postcoderoospremie kenbaar dat het project mede tot stand is gekomen dankzij de financiële steun van de provincie Groningen.

Artikel 16 Planning

  • 1

     Na afloop van de indientermijn adviseert de jury Gedeputeerde Staten over toekenning van de Postcoderoospremies.

  • 2

     Vanaf 1 september 2015 beschikt Gedeputeerde Staten de Postcoderoospremies aan initiatiefnemers, onder voorwaarde dat opdracht tot realisatie redelijkerwijs vóór 1 juli 2016 kan worden verleend.

Artikel 17 Vaststelling subsidie

  • 1

     Een aanvraag tot subsidievaststelling vindt plaats uiterlijk drie maanden na het realisatietraject en bestaat uit:

    • a.

       een financieel verslag van het project;

    • b.

       een inhoudelijk eindverslag over het project en de realisatie van het project in relatie met de oorspronkelijke opzet zoals beschreven in de aanvraag alsmede met betrekking tot de invulling van de aanvullende voorschriften en verplichtingen zoals deze zijn opgenomen in de verleningsbeschikking.

  • 2

     De vast te stellen subsidie wordt naar evenredigheid verlaagd indien de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan opgenomen in de projectbegroting of indien de werkelijke inkomsten hoger zijn dan geraamd in de projectbegroting zoals deze is opgenomen in de aanvraag.

  • 3

     De jury adviseert Gedeputeerde Staten desgevraagd over de vaststelling van de subsidie.

Artikel 18 Inwerkingtreding en planning

De beleidsregel Postcoderoospremie provincie Groningen 2015 treedt in werking de dag na bekendmaking. Als deze bekendmaking plaatsvindt op of na 15 juni 2015, treedt deze regeling met terugwerkende kracht in werking met ingang van 15 juni 2015.

Artikel 19 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Postcoderoospremie provincie Groningen 2015.

Groningen,

Groningen, 16 juni 2015.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

M.J. van den Berg, voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

 

Groningen, 16 juni 2015.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

M.J. van den Berg, voorzitter.

H.J. Bolding, secretaris.

 

Toelichting Postcoderoospremie provincie Groningen 2015

Verdeelsystematiek

Artikel 12 van de regeling over de Postcoderoospremie gaat in op de verdeelsystematiek van het beschikbare budget van € 200.000 over verschillende geschikte projecten. Ter verduidelijking wordt deze systematiek in deze bijlage nader toegelicht, aan de hand van voorbeelden.

Uitgangspunt is de onderverdeling in drie projectcategorieën: grondgebonden zon-PV (1), dakgebonden zon-PV op een kleinverbruikerslocatie (2) en dakgebonden zon-PV op een grootverbruikerslocatie (3). Ervan uitgaande dat aan alle randvoorwaarden wordt voldaan, krijgen de hoogst scorende projecten per categorie de Postcoderoospremie in ieder geval toegekend.

• Voorbeeld 1: als twee projecten hoger scoren in categorie Grondgebonden Zon-PV dan een project in categorie Dakgebonden Zon-PV-project op een Kleinverbruikerslocatie, dan wordt dit project in de categorie Dakgebonden Zon-PV-project op een Kleinverbruikerslocatie toegekend, omdat dit het hoogst scorende is in die categorie; ook al scoort dit project in absolute zin niet het hoogst.

Aangezien de maximale Postcoderoospremie per project € 50.000,- is en het totale plafond € 200.000 bedraagt, is er na toekenning van de premie aan de categoriewinnaars per definitie nog een restbudget. Dit wordt verdeeld over de hoogst scorende projecten.

• Voorbeeld 2: er zijn tien projecten ingediend, op de wijze zoals aangegeven in de tabel hieronder.

De premie wordt in ieder geval toegekend aan de hoogst scorende projecten per categorie, mits deze voldoen aan de randvoorwaarden. Dit zijn in het voorbeeld de projecten A, I en J. Van het originele budget resteert dan nog € 200.000 - (€ 50.000 + € 30.000 + € 50.000) = € 70.000. Het vierde project dat de gevraagde premie krijgt, is project D, op basis van de dan hoogste score. Er is nu nog steeds budget en er zijn nog steeds geschikte projecten. De resterende € 30.000 worden opnieuw toegewezen aan het volgende project met de hoogste score, zijnde project E. Dit project had € 50.000 aangevraagd, maar krijgt dus enkel een deel van de aangevraagde premie (€ 30.000), omdat het budget op is.

• Voorbeeld 3: er zijn twaalf projecten ingediend, op de wijze zoals aangegeven in de tabel hieronder.

 

De premie wordt in ieder geval toegekend aan de hoogst scorende projecten per categorie, mits deze voldoen aan de randvoorwaarden. Dit zijn in het voorbeeld de projecten C, H en J. Van het originele budget resteert nog € 200.000 - (€ 15.000 + € 50.000 + € 35.000) = € 100.000. Het vierde project dat de gevraagde premie krijgt, is project B, op basis van de hoge score. Er is nu nog € 50.000 budget en er zijn nog steeds geschikte projecten. De projecten D en G zijn de volgende hoogst scorende projecten en hebben een gelijke score. Er is niet voldoende budget om beide projecten de aangevraagde premie volledig toe te kennen. De € 50.000 wordt daarom evenredig verdeeld over beide projecten. Project D ontvangt € 30.000 / (€ 30.000 + € 50.000) x € 50.000 = € 18.750. Project G ontvangt € 50.000 / (€ 30.000 + € 50.000) x € 50.000 = € 31.250.