Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel indieningsvereisten en voorschriften constructieve en brandveiligheid van tijdelijke constructies tenten, podia en tribunes) bij evenementen |
Citeertitel | Beleidsregel tijdelijke constructies bij evenementen Deventer 2015 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening Deventer
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-07-2015 | Onbekend | 23-06-2015 GVOP | Onbekend |
De burgemeester van de gemeente Deventer;
Overwegende, dat het gewenst is beleid te voeren m.b.t. tijdelijke constructies bij evenementen bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Deventer;
Gelet op artikel 2:25 juncto artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Deventer, juncto artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit vast te stellen het volgende:
Beleidsregel indieningsvereisten en voorschriften constructieve en brandveiligheid van tijdelijke constructies (tenten, podia en tribunes) bij evenementen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Laag risico tenten: tenten die voldoen aan de volgende criteria:
Overig risico tenten: alle overige tenten.
Laag risico podia: podia die voldoen aan de volgende criteria:
Overig risico podia: alle andere podia
Laag risico tribunes: tribunes die voldoen aan de volgende criteria:
Artikel 2.1 Indieningsvereisten
Bij de aanvraag voor de evenementenvergunning hoeven geen gegevens te worden overgelegd als de tent voldoet aan de begripsomschrijving bij artikel 1 laag risico tent.
Artikel 2.2 Voorschriften laag risico tenten
Aan de vergunning worden de volgende voorschriften verbonden
als door de toezichthouder, politie of brandweer gebreken worden geconstateerd in de veiligheid van de tent wordt dit beschouwd als een spoedeisende zaak; als de gebreken niet direct worden verholpen mag de tent niet in gebruik worden genomen dan wel niet verder gebruikt worden, of moet deze worden verwijderd
Artikel 3.1 Indieningsvereisten overig risico tenten
Bij de aanvraag voor de evenementenvergunning moeten worden overgelegd:
Een uitzondering voor het overleggen van de bewijslast geldt bij tenten die geplaatst worden ten behoeve van een jaarlijks terugkerend evenement en deze tenten exact hetzelfde zijn als die de vorige keer zijn geplaatst en toen zijn goedgekeurd. Bij de aanvraag evenementenvergunning moet dit worden aangegeven.
Een tentboek wordt gemaakt en geleverd door de eigenaar of verhuurder.
Het tentboek is in het Nederlands opgesteld. Berekeningen en certificaten die bij het tentboek horen mogen in het Duits, Frans of Engels zijn opgesteld.
De toelichting op de berekening en certificaten moet in het Nederlands zijn opgesteld.
Het tentboek wordt administratief gecontroleerd door de constructeur van de gemeente waarbij wordt beoordeeld of het tentboek behoort bij de tent die men wil gaan gebruiken.
Artikel 3.2 Voorschriften overig risicotenten:
Aan de evenementenvergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
als door de toezichthouder, politie of brandweer gebreken worden geconstateerd in de veiligheid van de tent wordt dit beschouwd als een spoedeisende zaak; als de gebreken niet direct worden verholpen mag de tent niet in gebruik worden genomen dan wel niet verder gebruikt worden dan wel verwijderd worden of moet deze worden verwijderd.
Artikel 4.1 Indieningsvereisten laag risico podia
Bij de aanvraag voor de evenementenvergunning hoeven geen gegevens te worden overgelegd als het podium voldoet aan de begripsomschrijving bij artikel 1 laag risico podia.
Artikel 4.2 Voorschriften laag risico podia
Aan de evenementenvergunning worden de volgende voorschriften verbonden
als door de toezichthouder, politie of brandweer gebreken worden geconstateerd in de veiligheid van het podium wordt dit beschouwd als een spoedeisende zaak; als de gebreken niet direct worden verholpen mag het podium niet in gebruik worden genomen dan wel niet verder gebruikt worden of moet deze verwijderd worden.
Artikel 5.1 Indieningsvereisten overig risico podia
Bij de aanvraag voor de evenementenvergunning moeten worden overgelegd de kerndocumenten zoals genoemd in de NPR 8020-50:
Een uitzondering voor het overleggen van de bewijslast is bij de podia die geplaatst worden ten behoeve van een jaarlijks terugkerend evenement en deze podia exact hetzelfde zijn als die de vorige keer zijn geplaatst en toen zijn goedgekeurd. Bij de aanvraag evenementenvergunning moet dit worden aangegeven.
De documenten worden administratief gecontroleerd door de constructeur waarbij wordt beoordeeld of de documenten behoren bij het podium dat men wil gaan gebruiken.
Een gebruiksplan behoort ten minste de volgende onderwerpen te bevatten:
Artikel 5.2 Voorschriften bij overig risico podia
Aan de evenementenvergunning worden de volgende voorschriften verbonden
als door de toezichthouder, politie of brandweer gebreken worden geconstateerd in de veiligheid van het podium wordt dit beschouwd als een spoedeisende zaak; als de gebreken niet direct worden verholpen mag het podium niet in gebruik worden genomen dan wel niet verder gebruikt worden of moet deze verwijderd worden.
Artikel 6.1 Indieningsvereisten laag risico tribunes
Bij de aanvraag voor de evenementenvergunning hoeven geen gegevens te worden overgelegd als de tribune voldoet aan de begripsomschrijving bij artikel 1 laag risico tribunes
Artikel 6.2 Voorschriften laag risico tribunes
Aan de evenementenvergunning worden de volgende voorschriften verbonden
als door de toezichthouder, politie of brandweer gebreken worden geconstateerd in de veiligheid van de tribune wordt dit beschouwd als een spoedeisende zaak; als de gebreken niet direct worden verholpen mag de tribune niet in gebruik worden genomen dan wel niet verder gebruikt worden of moet deze verwijderd worden.
Artikel 7.1 Indieningsvereisten overig risico tribunes
Bij de aanvraag voor de evenementenvergunning moeten worden overgelegd de kerndocumenten zoals genoemd in de NEN13200:
Een uitzondering voor het overleggen van de bewijslast is bij de tribunes die geplaatst worden ten behoeve van een jaarlijks terugkerend evenement en deze tribunes exact hetzelfde zijn als die de vorige keer zijn geplaatst en toen zijn goedgekeurd. Bij de aanvraag evenementenvergunning moet dit worden aangegeven.
De documenten worden administratief gecontroleerd door de constructeur waarbij wordt beoordeeld of de documenten behoren bij het podium dat men wil gaan gebruiken
Artikel 7.2 Voorschriften bij overig risico tribunes
Aan de evenementenvergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
als door de toezichthouder, politie of brandweer gebreken worden geconstateerd in de veiligheid van wordt dit beschouwd als een spoedeisende zaak; als de gebreken niet direct worden verholpen mag het podium niet in gebruik worden genomen dan wel niet verder gebruikt worden of moet deze verwijderd wordne
Artikel 8 Afwijkingsbevoegdheid
De burgemeester heeft de bevoegdheid om in geval van bijzondere omstandigheden gemotiveerd af te wijken van het voorliggende beleid.
Bijlagen bij beleidsregel tijdelijke constructies bij evenementen
Toelichting laag risico tenten
De constructie van de tent moet zijn opgebouwd volgens het bij de tent behorende instructie/productcertificaat/attest. De tent en onderdelen ervan moeten namelijk bestand zijn tegen de belastingen, die er tijdens het gebruik op worden uitgeoefend.
Over het algemeen kan een tent tot een bepaalde windkracht in gebruik blijven. Bij een grotere windkracht mag een tent niet meer gebruikt worden, tenzij uit berekeningen blijkt dat een grotere windkracht geen gevaar oplevert. De organisator moet in overleg met de verhuurder maatregelen treffen, zodat de tent geen gevaar oplevert voor de aanwezigen en de directe omgeving.
De ondergrond, waarop de tent staat, moet genoeg draagkracht hebben, mag niet verzakken en niet vervormen door het gewicht van de tent. De tent moet vlak en waterpas staan.
De onderdelen van de tent moeten onderling goed verbonden te zijn door stabiliteitsverbanden in alle richtingen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van schoorverbanden. Om wegwaaien van de tent te voorkomen is vaak een verankering in de ondergrond of verzwaren met ballastblokken noodzakelijk.
Bekleding, stoffering en versiering van een tent moet voldoen aan het criterium "niet gemakkelijk ontvlambaar". Bij brand mag de bekleding, stoffering en versiering niet veel rook of giftige gassen ontwikkelen. Bovendien moeten de materialen waaruit de tent bestaat ten minste voldoen aan de brandvoortplantingsklasse 4. De tent moet een certificaat hebben waarop de brandvoortplantingsklasse staat aangegeven. De tent moet genoeg nooduitgangen hebben. Eventueel in de tent aanwezige elektrische apparaten moeten een elektrische aarding hebben.
Een podium hoger dan 21 cm moet een trap of hellingbaan hebben van 80 cm breed. Een podium hoger dan 1 meter moet een hellingbaan hebben van 80 centimeter breed met een leuning van 80 cm tot 1 meter hoog.
Is het podium hoger dan 1 meter? Dan moeten de zijkanten en de achterkant van het podium een goede doorvalbeveiliging hebben om te voorkomen dat mensen van het podium vallen. Een doorvalbeveiliging mag bestaan uit steigerbuizen, zeildoek met voldoende rubbers om de onderzijde dicht te zetten, sjorbanden e.d.
De constructie van het podium moet zijn opgebouwd volgens het bij de het podium behorende productcertificaat/attest. Het podium en onderdelen ervan moeten namelijk bestand zijn tegen de belastingen, die er tijdens het gebruik op worden uitgeoefend.
De ondergrond, waarop het podium staat, moet genoeg draagkracht hebben, mag niet verzakken en niet vervormen door het gewicht van het podium. Het podium moet vlak en waterpas staan. Als hiervoor zogeheten onderstoppingen nodig zijn, dan moeten deze sterk genoeg zijn en niet horizontaal kunnen afschuiven.
De onderdelen van het podium moeten in alle richtingen stabiel zijn door het toepassen van stabiliteitsverbanden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van schoorverbanden. Zorg dat een eventuele overkapping goed vastgemaakt is aan de ondergrond of het podium zelf. Als de overkapping aan het podium zelf is vastgemaakt, dan kan het podium zelf als ballast dienen zodat de overkapping niet omwaait.
Omstandigheden (wind, dynamische belastingen van optredens e.d.) kunnen het noodzakelijk maken dat het podium moet worden verankerd of worden verzwaard met ballastblokken.
Over het algemeen kan een podium tot een bepaalde windkracht in gebruik blijven. Bij een grotere windkracht mag een podium niet meer gebruikt worden, tenzij uit berekeningen blijkt dat een grotere windkracht geen gevaar oplevert. De organisator moet in overleg met de verhuurder maatregelen treffen, zodat de tent geen gevaar oplevert voor de aanwezigen en de directe omgeving.
Bekleding, stoffering en versiering van een podium moet voldoen aan het criterium "niet gemakkelijk ontvlambaar". Bij brand mag de bekleding, stoffering en versiering niet veel rook of giftige gassen ontwikkelen. Bovendien moeten de materialen waaruit het podium bestaat ten minste voldoen aan de brandvoortplantingsklasse 4. Het podium moet een certificaat hebben waarop de brandvoortplantingsklasse staat aangegeven. Eventueel op het podium aanwezige elektrische apparaten moeten een elektrische aarding hebben.
Toelichting laag risico tribunes
Om te voorkomen dat toeschouwers van de tribune vallen, moeten de zijkanten en
de achterkant van de tribune een goede doorvalbeveiliging hebben. Een doorvalbeveiliging mag bestaan uit steigerbuizen, zeildoek met voldoende rubbers om de onderzijde dicht te zetten, sjorbanden, etc.
Toegang onder de tribune is niet toegestaan om persoonlijk letsel en eventuele sabotage voor of tijdens het evenement te voorkomen. Zorg daarom dat de tribune aan de zijkanten en aan de achterkant dichtgemaakt is.
De constructie van de tribune moet zijn opgebouwd volgens het bij de tribune behorende productcertificaat/attest. De tribune en onderdelen ervan moeten namelijk bestand zijn tegen de belastingen, die er tijdens het gebruik op worden uitgeoefend.
Over het algemeen kan een tribune tot een bepaalde windkracht in gebruik blijven. Bij een grotere windkracht mag een tribune niet meer gebruikt worden, tenzij uit berekeningen blijkt dat een grotere windkracht geen gevaar oplevert. De organisator moet in overleg met de verhuurder maatregelen treffen, zodat de tribune geen gevaar oplevert voor de aanwezigen en de directe omgeving.
De ondergrond, waarop de tribune staat, moet genoeg draagkracht te hebben, mag niet verzakken en niet vervormen door het gewicht van de tribune. De tribune moet vlak en waterpas staan. Als hiervoor zogeheten onderstoppingen nodig zijn, dan moeten deze sterk genoeg zijn en niet horizontaal kunnen afschuiven.
De onderdelen van de tribune moeten onderling goed verbonden zijn door stabiliteitsverbanden in zij- en dwarsrichting. Dit kan bijvoorbeeld door middel van schoorverbanden. Deze schoorverbanden moeten met borgpennen geborgd worden en mogen niet met één simpele handbeweging verwijderd kunnen worden. Borgpennen kunnen bestaan uit goed vastgeslagen wiggen of pennen met een borgring en/of een splitpen.
Bekleding, stoffering en versiering van een tribune moet voldoen aan het criterium "niet gemakkelijk ontvlambaar". Bij brand mag de bekleding, stoffering en versiering niet veel rook of giftige gassen ontwikkelen. Bovendien moeten de materialen waaruit de tribune bestaat ten minste voldoen aan de brandvoortplantingsklasse 4. De tribune moet een certificaat hebben waarop de brandvoortplantingsklasse staat aangegeven.
Toelichting overig risico tent NEN 8020-41
De veiligheid van tenten wordt geregeld in NEN 8020-41. De gemeente gaat ervanuit dat leveranciers en / of organisatoren bekend zijn met deze regeling en de aanverwante regelingen waarnaar verwezen wordt in de NEN 8020-41. Het doel van de NEN 8020-41 is om de risico’s aan het opzetten en gebruiken van tenten te beperken. De NEN 8020-41 stelt:
De gemeente wil tegen deze achtergrond dan ook vooral leveranciers en organisatoren wijzen op de rubrieken die in hoofdstuk 4 van de NEN 8020-41 worden genoemd. In deze rubrieken worden de maatregelen omschreven die leveranciers en organisatoren moeten treffen om risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten.
Een tent moet zo zijn geplaatst dat bij brand geen brandoverslag naar belendende gebouwen of tijdelijke bouwsels kan ontstaan of andersom. In rubriek 1 staan de eisen waaraan in dit verband moet worden voldaan.
Om paniek, brand- en explosiegevaar te voorkomen en de ongewenste gevolgen daarbij te beperken, moet het mogelijk zijn een tent veilig te ontvluchten. In rubriek 2 staan de eisen aan vluchtroutes buiten de tent waaraan in dit verband moet worden voldaan. In rubriek 3 staan de eisen aan de capaciteit van de tent en de vluchtroutes, in rubriek 4 staan de eisen voor vluchtroutes met een hoogteverschil. In rubriek 5 staan overige eisen waaraan in dit verband moet worden voldaan.
Om brand- en explosiegevaar zoveel mogelijk te beperken mogen de materialen waaruit de tent is opgebouwd, en materialen die in de tent worden gebruikt voor versiering, decoratie en ander interieur geen onacceptabele bijdrage leveren aan het ontstaan van brand of leiden tot een onacceptabele rookontwikkeling bij brand. In rubriek 6 staan de eisen waaraan in dit verband moet worden voldaan.
Er moeten voldoende blusmiddelen aanwezig zijn, zoals gesteld in rubriek 7.
De elektrische installaties, aggregaten, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen en bak- en kookinstallaties mogen geen brand- of explosiegevaar opleveren. In rubriek 8 staan de eisen waaraan moet worden voldaan.
In rubriek 9 staan de eisen aan de verlichting, in rubriek 10 staan de eisen aan de noodverlichting en in rubriek 11 staan de eisen aan de vluchtrouteaanduiding.
De constructie is bestand tegen de daarop werkende krachten gedurende de tijd dat de tent in gebruik is. Er mogen geen constructieve wijzigingen plaatsvinden aan de tent die de veiligheid in gevaar brengen. In rubriek 12 staan de eisen waaraan in dit verband moet worden voldaan.
De organisator en de leverancier van de tent moeten goederen, verpakkingsmateriaal van de tent, vervoermiddelen en aanhangers zo opstellen dat de hulpdiensten in staat zijn de gevolgen van brand en explosie te beperken. Een snelle ontruiming van de tent en het evenemententerrein moet mogelijk zijn. In rubriek 13 staan de eisen waaraan in dit verband moet worden voldaan.
Relevante informatie overige risico tenten
Om te kunnen voldoen aan de landelijke richtlijnen is onder meer van belang dat de volgende gegevens beschikbaar komen:
Toelichting overig risico podia NPR 8020-51
De veiligheid van podia wordt geregeld in NPR 8020-51. De gemeente gaat ervanuit dat leveranciers en / of organisatoren bekend zijn met deze regeling en de aanverwante regelingen waarnaar verwezen wordt in de NPR 8020-51. Het doel van de NEN 8020-51 is om de risico’s aan het opzetten en gebruiken van podia te beperken. De NEN 8020-51 stelt:
Een constructie behoort zo te zijn ontworpen en uitgevoerd dat zij, tijdens haar voorziene levensduur, met de aanvaarde betrouwbaarheidsniveaus en op een economische wijze:
De gemeente wil tegen deze achtergrond dan ook vooral leveranciers en organisatoren wijzen op de risico-afwegingen, belastingen en beperkingen risico’s in de gebruiksfase zoals uitgewerkt in de hoofdstukken 4 t/m 6 van de NPR 8020-51.
Relevante informatie overige risico podia
Om te kunnen voldoen aan de landelijke richtlijnen is onder meer van belang dat de volgende gegevens beschikbaar komen:
Per podium inzicht geven in de belasting(scombinaties), stabiliteit, stijfheid en sterkte middels een statische berekening van de constructie of –onderdelen. Voor constructieve verantwoording van een podium dient de aanvrager/vergunninghouder door een constructief deskundige partij aannemelijk te laten maken dat de constructieve veiligheid van het op te richten podium gewaarborgd is.
Toelichting overig risico tribunes NEN 13200
De veiligheid van tribunes wordt geregeld in NEN 13200. De gemeente gaat ervanuit dat leveranciers en / of organisatoren bekend zijn met deze regeling en de aanverwante regelingen waarnaar verwezen wordt in de NEN 13200. Het doel van de NEN 13200 is om de risico’s aan het opzetten en gebruiken van tribunes te beperken.
De gemeente wil tegen deze achtergrond dan ook vooral leveranciers en organisatoren wijzen op de materiaal- en ontwerpvereisten zoals uitgewerkt in de hoofdstukken 4 en 5 van de NPR 13200-6.
Relevante informatie overig risico tribunes
Om te kunnen voldoen aan de landelijke richtlijnen zoals benoemd in NEN 13200 is onder andere van belang dat de volgende gegevens beschikbaar komen:
Per tribune een tekening schaal 1:100 met:plattegrond, voor-, zij- en achteraanzicht en dwarsdoorsnede van de tribune;
De tekeningen moeten een volledig beeld geven van de te maken constructies met eventueel een aanvullende tekstuele toelichting.
Per tribune een aantal aanvullende principe-details, namelijk van:
Per tribune inzicht geven in de belasting(scombinaties), stabiliteit, stijfheid en sterkte middels een statische berekening van de constructie of –onderdelen.