No.:
De raad van de gemeente Tholen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18
november 2014, nummer 9469;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de
Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening: 'Verordening op de heffing en de
invordering van lijkbezorgingrechten 2015' (Verordening lijkbezorgingrechten
2015).
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats:de bij de gemeente Tholen in beheer en
onderhoud zijnde begraafplaatsen.
- b.
eigen graf: een particulier graf waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot:
- -
het doen begraven en begraven houden van lijken.
- c.
eigen kindergraf:een particulier graf, waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot:
- -
het doen begraven en begraven houden van lijken van
levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen van 0 tot
en met 6 jaar, alsmede kinderen van 7 tot en met 12
jaar.
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of
zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van
kinderen van 0 tot en met 6 jaar, alsmede kinderen van 7 tot
en met 12 jaar.
- d.
eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk
persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het
daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urn, bevattende de as van overledenen (in urnenmuur).
- e.
eigen urnengraf: een particulier graf waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot:
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
zonder urn, bevattende de as van overledenen.
- f.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin
aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van
lijken.
- g.
asbus: een kunststof bus ter berging van de as van een
overledene.
- h.
urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere
asbussen.
- i.
asverstrooiing: verstrooiing van as alleen mogelijk
binnen de een strooiveld of strooiroute.
- j.
strooiveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een
gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid.
- k.
grafbedekking: gedenkteken/grafbeplanting op een
graf.
- l.
gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf
voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren.
- m.
grafbeplanting: vaste- en winterharde beplanting welke
door de rechthebbende, de gebruiker en/of de gemeente op een graf
wordt aangebracht.
- n.
Particulier graf: zijnde een graf waarop een uitsluitend
recht is gevestigd, waarbij de rechthebbende bepaalt wie daarin
wordt begraven
Artikel 2 - Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de
gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van
diensten in verband met de begraafplaatsen.
Artikel 3 - Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve
van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen,
werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 - Vrijstellingen
De rechten worden niet geheven voor:
- a.
het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag
- b.
het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de
overleden moeder in één kist worden begraven.
Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
- a.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabel
- b.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 - Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 - Wijze van heffing
- 1.
De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel,
worden geheven bij wege van aanslag.
- 2.
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel
worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke
kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde
bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke
kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de
jaarlijks verschuldigde rechten
- 1.
De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel
zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit
later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt
zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 3.2 van de tarieventabel
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 3.2
van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 - Ontstaan van de belastingschuld
De rechten van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de
dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken
of inrichtingen.
Artikel 10 - Termijnen van betaling
- a.
De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van
het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.
- b.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid
gestelde termijn.
Artikel 11 - Kwijtschelding
Bij de invordering van de lijkbezorgingrechten wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 - Nadere regels
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 13 - Overgangsrecht
- 1.
De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2013' van 13 december 2012 wordt
ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum
van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in
artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft
de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de
tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de
heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 14 - Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die
van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 15 - Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening
lijkbezorgingrechten 2015'.