No.:
De raad van de gemeente Tholen;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18
november 2014, nummer 9469;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de
Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende 'Verordening op de heffing en invordering van
liggeld voor pleziervaartuigen in de gemeentelijke havens 2015' (Verordening
liggeld pleziervaartuigen 2015).
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a.Gemeentelijke havens:
de havens in de kernen Tholen, Stavenisse, Sint-Annaland en Sint
Philipsland.
b.Vaartuigen:
alle lichamen, die zijn vervaardigd dan wel bestemd of geschikt om als
gevolg van hun drijfvermogen te water te worden gebruikt of bewaard.
c.Pleziervaartuigen:
vaartuigen, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor de recreatie, niet zijnde
passagiersschepen noch zeilende bedrijfsvaartuigen.
d.Vaste ligplaats:
een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het
college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig
afmeren of ter anker leggen van een vaartuig en die permanent ter
beschikking wordt gesteld voor eenzelfde vaartuig;
e.Havenmeester:
de havenmeester van de gemeente of diens plaatsvervanger.
f.Dag:
een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende te 18.00 uur.
g.Week:
een aaneengesloten periode van zeven dagen.
h.Maand:
een kalendermaand.
i.Jaar:
kalenderjaar.
Artikel 2 - Belastbaar feit
Voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig in een
gemeentelijke haven wordt onder de naam van liggeld een recht geheven
overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Artikel 3 - Aard van de belasting
- 1.
Het liggeld zal worden geheven voor alle pleziervaartuigen welke van de
havens gebruik maken, voor zover daarvoor niet ingevolge artikel 7
vrijstelling wordt verleend.
- 2.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing ten aanzien van
die ligplaatsen die bij afzonderlijk besluit worden verhuurd.
Artikel 4 - Belastingplicht
Het liggeld wordt geheven van de eigenaar of de gebruiker van het
pleziervaartuig.
Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
Het liggeld bedraagt voor pleziervaartuigen, welke in de haven
verblijven, per dag of een gedeelte daarvan:
- a.
voor vaartuigen tot 7 meter lengte € 7,15;
- b.
voor vaartuigen van 7 tot 10 meter lengte € 10,75;
- c.
voor vaartuigen langer dan 10 meter € 15,55.
- 2.
Voor het innemen van een ligplaats gedurende meer dagen bedraagt het
liggeld:
- a.
voor gedurende één week het vijfvoudige van het tarief genoemd
in het eerste lid van dit artikel;
- b.
voor gedurende één maand het twintigvoudige van het tarief
genoemd in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 6
- 1.
Voor het innemen van een vaste ligplaats kan het liggeld bij abonnement
worden voldaan.
- 2.
Het liggeld krachtens het eerste lid bedraagt per jaar:
- a.
voor de haven in de kern Tholen € 38,00;
- b.
voor de haven in de kern Stavenisse € 35,95;
- c.
voor de haven in de kern Sint-Annaland € 38,00;
per vierkante meter boxoppervlakte voor zover het mogelijk is van een
ligplaats in een box gebruik te maken en per vierkante meter
bootoppervlakte in de overige gevallen.
Artikel 7
- 1.
Indien een abonnement bedoeld in artikel 6 voor 1 juli van het
belastingjaar aanvangt, is het liggeld verschuldigd vanaf 1 januari van
het belastingjaar;
- 2.
Indien een abonnement bedoeld in artikel 6 op of na 1 juli van het
belastingjaar aanvangt, bedraagt het liggeld de helft van het op grond
van artikel 6 lid 2 verschuldigde bedrag;
- 3.
Indien een abonnement bedoeld in artikel 6 in de loop van het
belastingjaar wordt beëindigd, bestaat geen aanspraak op
ontheffing.
Artikel 8
- 1.
Ter bepaling van de boxoppervlakte wordt uitgegaan van het product van
de lengte en de breedte van de in gebruik genomen box, afgerond op één
vierkante meter naar boven.
- 2.
Ter bepaling van de bootoppervlakte wordt uitgegaan van het product van
de lengte en de breedte van het pleziervaartuig afgerond op één
vierkante meter naar boven.
Artikel 9
De tarieven genoemd in de artikelen 5 en 6 zijn inclusief de af te dragen
omzetbelasting.
Artikel 10 - Vrijstellingen
Het liggeld wordt niet geheven ter zake van:
- a.
zogenaamde bijboten, behorende bij pleziervaartuigen;
- b.
pleziervaartuigen, welke gedurende de dag van de haven gebruikmaken
en slechts gedurende korte tijd ligplaats innemen, zulks voor het
doen van inkopen, het nuttigen van maaltijden en dergelijke, met
dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor de tijd,
welke voor genoemde doeleinden nodig is, zulks ter beoordeling van
de havenmeester.
Artikel 11 - Wijze van heffing
- 1.
Het liggeld bedoeld in artikel 5 wordt geheven door middel van een
gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
- 2.
De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde
gemeente-ambtenaar stelt het model van de in het vorige lid bedoelde
kennisgeving vast.
- 3.
Het liggeld bedoeld in artikel 6 wordt geheven bij wege van
aanslag.
Artikel 12 - Termijnen van betaling
- 1.
Het liggeld bedoeld in artikel 5 moet bij vooruitbetaling aan de
havenmeester worden voldaan uiterlijk op het tijdstip waarop de
ligplaats wordt ingenomen.
- 2.
De aanslagen, bedoeld in artikel 11, lid 3, moeten worden betaald
uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die
in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 3.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande
leden gestelde termijnen.
Artikel 13 - Nadere regels door het college van burgemeester en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de liggelden.
Artikel 14 - Overgangsrecht
De 'Verordening liggeld pleziervaartuigen 2014' van 19 december 2013, wordt
ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op
de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 - Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die
van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 16 - Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld pleziervaartuigen
2015.