Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Besluit tot aanwijzing als Dienst van Algemeen Economisch Belang

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit tot aanwijzing als Dienst van Algemeen Economisch Belang
CiteertitelBesluit tot aanwijzing als Dienst van Algemeen Economisch Belang
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpinnovatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Provinciewet, Verordening EU, no. 360/2012, VWEU, art. 14 en 106

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-04-201401-09-2016nieuwe regeling

07-04-2014

Provinciaal Blad 2014, 36

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit tot aanwijzing als Dienst van Algemeen Economisch Belang

Besluit tot aanwijzing als Dienst van Algemeen Economisch Belang

Gedeputeerde Staten van Limburg,

Gelet op

  • De Provinciewet, in het bijzonder artikel 158 en 175;

  • Verordening (EU) Nr. 360/2012 betreffende de toepassing van artikel 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen;

  • artikel 14 en 106 VWEU;

Overwegende dat

  • diensten van algemeen economisch belang (hierna DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, een onderneming daarvoor specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB moet worden belast;

  • de Provincie Limburg constateert dat er op de Limburgse woningmarkt door de veranderde demografische situatie (afhankelijk van de regio ) een overschot aan woningen is of ontstaat,

  • terwijl er tegelijk een impuls in de vorm van nieuwbouw nodig is om de kwalitatieve opgave te realiseren: de woonconsument van vandaag en morgen binden aan Limburg, ook als die heel andere woonwensen heeft dan de woningvoorraad nu biedt.

  • toevoegingen aan de Limburgse woningmarkt niet alleen van de juiste soort moeten zijn (d.w.z. voldoen aan de specifieke lokale woningbehoefte) maar tegelijk gepaard moeten gaan met sloop, zodat de kwantitatieve verhouding in balans blijft c.q. bijgesteld wordt;

  • Limburg zich hierin van de andere woningmarktgebieden in Nederland (waar wel nog kwantiteit toegevoegd kan worden) onderscheidt;

  • de ontwikkeling van de woningvoorraad in de Limburgse situatie de dynamiek in de vraag niet goed kan bedienen, wat leidt tot tekorten in specifieke segmenten, vooral daar waar de snel veranderende vraag niet overeenkomt met het bestaande woningaanbod;

  • dit effect extra scherp naar voren treedt door de economische crisis, maar feitelijk structureler is en samen hangt met 1) het afnemen van de groei van het aantal huishoudens, 2) wel doorgroeien van het aantal eenpersoonshuishoudens en 3) de toenemende vergrijzing in combinatie met toenemende ontgroening van de Limburgse bevolking;

  • er daarnaast in Zuid-Limburg (krimpgebied) een overcapaciteit aan woonruimte is, een situatie die, met ongewijzigd beleid, zich op termijn ook in Noord- en Midden-Limburg (anticipeergebieden) kan voordoen en de daarbij optredende leegstand leidt tot leefbaarheidsproblematiek in de wijken;

Besluiten

I. aan te wijzen als Dienst van Algemeen Economisch Belang, de volgende diensten: Het door eigenaren (laten) slopen van woningen, alsmede de onttrekking van woningen aan de woningvoorraad, in de Provincie Limburg op basis van een door alle in de regio vertegenwoordigde gemeenteraden dan wel stadsregio vastgestelde bindende (sectorale) structuurvisie (op het vlak van wonen) waarin programmatische afspraken over de kwantitatieve alsook kwalitatieve doelstellingen vastgelegd moeten zijn.

II. duur van de openbare dienstverplichtingen: De aanwijzing geldt tot en met 31 december 2015.

III. betrokken ondernemingen en het betrokken grondgebied: Ondernemingen die op grond van de provinciale Nadere Subsidieregels Sloop en Onttrekkingen Transitiefonds Limburgse Woningmarkt een aanvraag hebben ingediend welke door Gedeputeerde Staten is gehonoreerd;

IV. de parameters voor de berekening, de controle, de herziening van de compensatie en de regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen: zie de subsidieverleningsbeschikking aan de betreffende ondernemingen

Maastricht, d.d. 7 april 2014

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter

mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris

Uitgegeven, 10 april 2014

De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon