Regeling verklaring van geen bedenkingen 2015

Artikel 1  

te verklaren dat in de hierna genoemde gevallen geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist voor omgevingsvergunningen houdende:

binnen de bebouwde kom:

• a)

  woningen met bijbehorende voorzieningen met een maximum van negen (9) woningen;

• b)

  kantoren met bijbehorende voorzieningen tot een bruto vloeroppervlakte van 1.000 m²;

• c)

  detailhandel met bijbehorende voorzieningen tot een bruto oppervlakte van 200 m²;

• d)

  bedrijven met bijbehorende voorzieningen op bestaande bedrijventerreinen;

• e)

  horeca, sport-, maatschappelijke, toeristische en of recreatieve voorzieningen met de bijbehorende voorzieningen, mits de voorzieningen niet groter is dan 1.000 m²;

• f)

  lokale infrastructuur, reclame- en zendmasten tot 15 meter hoogte, openbare nutsvoorzieningen, met bijbehorende voorzieningen

• g)

  duurzame energievoorzieningen (de energievoorziening dient een niet-commercieel karakter te hebben, windenergie is uitgesloten).

buiten de bebouwde kom:

• h)

  nieuwe functies in vrijkomende agrarische bebouwing, mits er geen strijd is met de provinciale verordening ruimte;

• i)

  realisering van bebouwing ten dienste van agrarische bedrijven uitgezonderd nieuwe woningen, bedrijfsomschakeling en bebouwing ten behoeve van bedrijfsmatig gehouden dieren;

• j)

  bijgebouwen bij bestaande (bedrijfs)woningen.

Voor alle hierboven genoemde categorieën geldt dat de verklaring van geen bedenkingen uitsluitend niet is vereist indien de activiteit passend is binnen de door de raad vastgestelde ruimtelijke structuurvisie en het provinciaal kader als vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de bijbehorende verordening ruimte, thans genaamd Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). De definitie voor de bebouwde kom is gebaseerd op de ruimtelijke definitie ofwel daar waar de bebouwing aaneengesloten is. Let wel dit is een andere dan Bestaand Stads- en Dorpsgebied, zoals beschreven in de VRM.

Artikel 2  

dat het besluit onder 1. in werking treedt met ingang van de dag na die van de bekendmaking en zal de verordening welke is vastgesteld op 6 januari 2011 vervangen;

Artikel 3  

het college van burgemeester en wethouders op te dragen alle ontwerpbesluiten waarvoor op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bij behorende wetgeving een verklaring van geen bedenkingen is, vereist tezamen met de bijbehorende stukken aan de raad te verzenden