Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp Goeree-Overflakkee 2015 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp Goeree-Overflakkee 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2016 | 25-12-2019 | art. 2, lid 1 en 2 | 15-09-2016 | Z-14-33208/7713 | |
01-01-2015 | 25-12-2019 | Nieuwe regeling | 30-10-2014 | Z-14-33208/3745 |
De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;
gelet op de artikelen 2.9, 2.12 en 8.1.1, vierde lid van de Jeugdwet;
de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
hulpvraag: de behoefte van een jeugdige of een ouder aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;
ondersteuningsplan: het hulpverleningsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
overige voorzieningen: de overige voorzieningen als bedoeld in artikel 2.9, onder a, van de wet en artikel 2, eerste lid, waarvoor geen beschikking van burgemeester en wethouders vereist is;
pgb: het persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door burgemeester en wethouders verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die in de vorm van een individuele voorziening is toegekend van derden te betrekken;
wet: de Jeugdwet;
Artikel 3 Toegang jeugdhulp, indiening hulpvraag
Burgemeester en wethouders zorgen voor inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig achten bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering.
In spoedeisende gevallen treffen burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke voorziening, of vragen burgemeester en wethouders een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet.
Hoofdstuk 2 – Procedure via Jeugd Ondersteunings Team
Artikel 4 Registratie en gespreksvoorbereiding
Indien de gespreksvoorbereiding een afgerond beeld oplevert over de hulpvraag, kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders afzien van een gesprek en volstaan met een onderzoeksverslag dat voor akkoord aan de jeugdige en/of zijn ouders wordt voorgelegd en overeenkomstig artikel 7, vierde lid, wordt behandeld. Bij een niet voor akkoord getekend onderzoeksverslag is artikel 7, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
In de gevallen bedoeld in artikel 8.2.1 van de wet informeren burgemeester en wethouders de ouders dat een ouderbijdrage is verschuldigd en hoe deze bijdrage wordt geïnd.
Hoofdstuk 3 – Afweging en voorwaarden individuele voorzieningen
Artikel 8 Toekenning individuele voorzieningen
Conform artikel 8.1.1 van de wet verstrekken burgemeester en wethouders alleen een individuele voorziening in de vorm van een pgb:
Hoofdstuk 4 - Overige bepalingen
Artikel 10 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Conform artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige en/of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan burgemeester en wethouders mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Conform artikel 8.1.4 van de wet kunnen burgemeester en wethouders een besluit, genomen op grond van deze verordening herzien dan wel intrekken indien het college vaststelt dat:
Indien burgemeester en wethouders een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, hebben ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kunnen burgemeester en wethouders van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde terugvorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 11 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerderskinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, in ieder geval rekening met:
Burgemeester en wethouders behandelen klachten van jeugdigen en/of ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van hulpvragen en aanvragen als bedoeld in deze verordening, overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige en/of zijn ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van deze Verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.