Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn
Heuvelrug,
- ·
overwegende dat het noodzakelijk is de cliëntenparticipatie in het
kader van de Participatiewet bij verordening te regelen;
- ·
gelet op artikel 47 van de Participatiewet;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Regionale Dienst Werk en
Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug,
Artikel 1 - Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
RDWI: de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug,
- 2.
DB; Dagelijks Bestuur; een afvaardiging van portefeuillehouders
Sociale Zaken van de RDWI-gemeenten;
- 3.
AB; Algemeen Bestuur; portefeuillehouders Sociale Zaken van de
RDWI-gemeenten;
- 4.
Directeur: directeur van de RDWI;
- 5.
RCR: Regionale Cliëntenraad; het door het Algemeen Bestuur
aangestelde adviesorgaan bestaande uit personen, die al dan niet
namens belangenorganisaties de belangen behartigen van de
doelgroep.
- 6.
Cliënt: uitkeringsgerechtigde WWB, IOAW/IOAZ of Nugger;
- 7.
Nugger: niet uitkeringsgerechtigde;
- 8.
Belangenorganisatie: een organisatie die de belangen behartigt van
de doelgroep;
- 9.
Doelgroep: inwoners van de gemeente met een inkomen op of rond het
bijstandsniveau;
Artikel 2 - Doelstelling, taken en bevoegdheden regionale cliëntenraad
- 1.
Doelstelling van de regionale cliëntenraad is de kwaliteit van de
dienstverlening bij de uitvoering van de Participatiewet waar mogelijk
te verhogen.
- 2.
De taken van de Regionale Cliëntenraad bestaan uit:
- 1.
het behartigen van de collectieve belangen van de ingezetenen
van de bij de RDWI aangesloten gemeenten, die aanspraak kunnen
maken op een uitkering ingevolge de door de gemeente uit te
voeren sociale zekerheidswetten;
- 2.
het gevraagd en ongevraagd adviseren primair aan het Algemeen
Bestuur en aan de gemeenteraden, over het beleid en uitvoering
van de aan de RDWI opgedragen wetten en regelingen in het kader
van de Participatiewet;
- 3.
het betrokken worden bij beleidsontwikkeling en –uitvoering en
de evaluatie van het beleid.
- 3.
De Regionale Cliëntenraad treedt niet op namens individuele cliënten. De
Regionale Cliëntenraad is bevoegd zich uit te spreken over:
- 1.
het beleid van de Regionale Dienst Werk en Inkomen;
- 2.
de dienstverlening van de Regionale Dienst Werk en Inkomen;
- 3.
de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.
Artikel 3 - Werkwijze
- 1.
Het Algemeen Bestuur vraagt de Regionale Cliëntenraad tijdig om advies
op een zodanig tijdstip, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het
te vormen beleid en het te nemen besluit. De Regionale Cliëntenraad
wordt hiervoor een redelijke termijn geboden.
- 2.
In het geval het Algemeen Bestuur bij zijn besluitvorming afwijkt van
het advies van de Regionale Cliëntenraad wordt dit bij het voorstel
vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies
van de Regionale Cliëntenraad is afgeweken. De Regionale Cliëntenraad
wordt hierover geïnformeerd.
- 3.
De Regionale Dienst Werk en Inkomen stelt op eigen initiatief tijdig en
zorgvuldig de Regionale Cliëntenraad in kennis van de informatie ten
behoeve van het naar behoren kunnen functioneren. Het betreft hier alle
informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en
om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.
- 4.
Het Algemeen Bestuur stelt de Regionale Cliëntenraad binnen de kaders
van het vervullen van de taken zoveel mogelijk de gewenste informatie
waar om gevraagd wordt beschikbaar.
Artikel 4 - Samenstelling Regionale Cliëntenraad
- 1.
De Regionale Cliëntenraad bestaat in principe bij meerderheid uit
cliënten van de Regionale Dienst Werk en Inkomen uit maximaal 15 leden.
- 2.
Vanuit iedere deelnemende gemeente hebben 2 vertegenwoordigers in
principe zitting in de regionale cliëntenraad.
- 3.
De leden kiezen een onafhankelijk voorzitter, een penningmeester en
zonodig andere functionarissen.
- 4.
Er kan een klankbordgroep opgezet worden met een specialist op het vlak
van bepaalde klantgroepen en/of themagroepen.
Artikel 5 - Benoeming en zittingsduur leden regionale cliëntenraad
- 1.
Het Algemeen Bestuur stelt de leden op voorstel van de Regionale
Cliëntenraad aan en verleent de leden ontslag.
- 2.
Werving van leden vindt plaats in samenwerking met de Regionale Dienst
Werk en Inkomen en de Regionale Cliëntenraad. De Regionale Dienst Werk
en Inkomen ondersteunt hen bij het vinden van nieuwe leden.
- 3.
De zittingsduur voor de leden is, behoudens tussentijds aftreden, vier
jaar. De zittende leden zijn direct herbenoembaar. De maximale
zittingsduur is in principe twee termijnen, waarvan met redenen omkleed
kan worden afgeweken.
Artikel 6 - Faciliteiten
- 1.
Ten behoeve van de Regionale Cliëntenraad wordt jaarlijks in de
begroting een budget beschikbaar gesteld waaruit niet op leden terug te
voeren kosten gedekt worden.
- 2.
Leden van de Regionale Cliëntenraad krijgen een categoriale vergoeding
per kwartaal, welke jaarlijks door het Algemeen Bestuur wordt
vastgesteld.
- 3.
De Regionale Dienst Werk en Inkomen stelt kosteloos vergaderruimte,
verzend- en kopieerfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar
behoren kunnen functioneren van de Regionale Cliëntenraad.
- 4.
De directeur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen wijst binnen de
organisatie een contactpersoon aan als aanspreekpunt voor de Regionale
Cliëntenraad. Deze contactpersoon woont ook de overlegvergadering tussen
Regionale Dienst Werk en Inkomen en de Regionale Cliëntenraad bij.
Artikel 7 - Vergaderingen en vergaderorde
- 1.
De Regionale Cliëntenraad vergadert ten minste viermaal per jaar met de
Regionale Dienst Werk en Inkomen.
- 2.
De directeur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen of diens aangewezen
vervanger initieert de vergaderingen en zit deze voor. De Regionale
Cliëntenraad kan vragen om een extra overleg.
- 3.
Tussen het Algemeen Bestuur en de Regionale Cliëntenraad vindt minimaal
1 maal per jaar een overleg plaats.
Artikel 8 - Nadere regels, intrekking of wijziging, evaluatie
- 1.
Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats zonder
dat de Regionale Cliëntenraad hierover is gehoord.
- 2.
Het functioneren van de Regionale Cliëntenraad en de samenwerking wordt
jaarlijks met het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en
Inkomen geëvalueerd.
Artikel 9 - Slotbepalingen
- 1.
Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1
juli 2015.
- 2.
De Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken Wet werk en
bijstand Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug wordt
hierbij ingetrokken.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening
Cliëntenparticipatie Participatiewet Regionale Dienst Werk en
Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug”.