Organisatie | Geldrop-Mierlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Geldrop-Mierlo Participatiewet 2015. |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Geldrop-Mierlo Participatiewet 2015. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Cliëntenparticipatie Participatiewet |
Geen
Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2015 | Nieuwe regeling | 15-06-2015 Middenstandsbelangen, 01-07-2015 | GM2015.0214 |
Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college, de CPM en de ambtelijk secretaris
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Geldrop-Mierlo d.d. 15 juni 2015
G.A.A. van Luijn drs. M.F.A. van Diessen
griffier voorzitter
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet zijn personen:
36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;
arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
-personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden
Om een goede werking van de CPM te waarborgen worden de leden van de CPM worden ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de diverse begrippen en omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Participatiewet en/of bestaande regelgeving.
Artikel 2. Cliëntenraad Participatiewet en Minima
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties, die de doelgroep kunnen vertegenwoordigen. De leden van de CPM worden benoemd door het college. De cliëntenraad, belangenorganisaties en/of het college kunnen kandidaten voordragen voor lidmaatschap van de cliëntenraad (eerste lid). Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren. Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
Artikel 3. Beëindiging van lidmaatschap
Een belangrijk uitgangspunt van de Participatiewet is arbeidsintegratie van uitkeringsgerechtigden.
In dit artikel wordt onder meer geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd.
Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen, en de cliëntenraad zijn taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie kan blijven waarnemen totdat in de vacature is voorzien. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak. Ook is geregeld dat een lid geroyeerd kan worden wanneer 2/3 van de leden van de CPM hiertoe een verzoek doet bij het college.
Artikel 4. Ambtelijk secretaris
Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet moet worden voorzien in ondersteuning om de cliëntenraad zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Hiertoe wordt een ambtelijk secretaris aangewezen, die de CPM ondersteunt bij haar activiteiten. Deze ambtenaar kan de communicatie tussen college en gemeenteraad enerzijds en de cliëntenraad anderzijds stroomlijnen.
Artikel 5. Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over het nieuwe beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk secretaris advies vragen aan de CPM op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming. Als de adviesaanvraag tijdig wordt toegezonden, dan kan het advies van de CPM van wezenlijke invloed zijn op het te nemen besluit. Cliëntenparticipatie is een proces dat moet groeien. Om dit te bevorderen is het belangrijk dat de leden, de wethouder en de ambtelijk secretaris elkaar regelmatig ontmoeten.
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de CPM wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de CPM.
Artikel 7. Taken en bevoegdheden van de CPM
De CPM is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Het advies wordt tijdig toegezonden voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de CPM geen bevoegdheid heeft in individuele aangelegenheden. Ieder lid van de CPM is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit moet uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering gebeuren. De agendapunten moeten worden gezonden aan de voorzitter. Contacten tussen de CPM en de gemeente verlopen via de voorzitter en de ambtelijk secretaris.
Artikel 8. Regionale afstemming
De uitvoering van de Participatiewet vindt plaats op het Werkplein in Helmond. Het Werkplein doet dit voor de gehele Arbeidsmarktregio Helmond en Peelland. Deze regio bestaat uit de gemeenten Asten, Someren, Laarbeek, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond en Geldrop-Mierlo. Binnen deze regio wordt naar een uniform beleid gestreefd voor alle deelnemende gemeenten. In dit kader is er een regionale cliëntenraad opgericht, die zich bezighoudt met cliëntenparticipatie met onderwerpen die het Werkplein raken. In dit artikel is de verhouding geregeld tussen deze regionale cliëntenraad en de CPM.
Artikel 9. Taken van de ambtelijk secretaris
De ambtelijk secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college en de CPM. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Doordat de ambtelijk secretaris (mede) is belast met de agendering en verslaglegging kan hij ervoor waken dat alle partijen naar evenredigheid aan bod komen.
Voor deskundigheidsbevordering wordt jaarlijks door het college een budget beschikbaar gesteld. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten. Deze middelen worden door het college beschikbaar gesteld op basis van een door de CPM opgestelde begroting, die door het college dient te worden beoordeeld. De CPM moet jaarlijks achteraf verantwoording afleggen over de besteding van de middelen.
Artikel 11 Onvoorziene situaties
Behoeft geen nadere toelichting.
Het college heeft de mogelijkheid om op basis van deze verordening nadere regels te bepalen. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld procedurevoorschriften