Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Buren

Verordening subsidie innovatie Wmo en Jeugd 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBuren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidie innovatie Wmo en Jeugd 2015
CiteertitelVerordening subsidie innovatie Wmo en Jeugd 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201501-07-2016Onbekend

07-07-2015

Gemeenteblad nummer 62413, d.d. 10-07-2015

RV/15/00573 Z15-36054

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidie innovatie Wmo en Jeugd 2015

 

De raad van Buren,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26-05-2015,

Gelet op:

De Algemene subsidieverordening en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat:

  • -

    De gemeenten in Rivierenland in 2015 een regionaal budget beschikbaar stellen voor innovatie in het sociale domein;

  • -

    De gemeente Buren een deel van dit budget reserveerde om een lokale impuls te geven aan de transformatie;

  • -

    Dit lokale innovatiebudget beschikbaar wordt gesteld voor projecten en initiatieven die innovatie in de zorg stimuleren.

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende verordening:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Innovatief: een nieuw project of een nieuw initiatief, iets wat nog niet eerder gedaan of geprobeerd is. Of het betreft een nieuwe manier van werken, bijvoorbeeld door het verbinden van bestaande initiatieven, het beter inbedden van een project of het toegankelijker maken van een bepaald initiatief voor een breder publiek.

Artikel 2 Subsidiedoel

Het verstrekken van subsidie op grond van deze verordening heeft als doel activiteiten of projecten mogelijk te maken die passen in het door de raad vastgestelde beleid betreffende de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning en het Jeugdbeleid. De subsidie is beschikbaar voor innovatieve projecten en initiatieven met als doel:

  • a.

    de zorg cliëntgerichter, efficiënter, eenvoudiger, dichter bij huis, meer samenhangend, kwalitatief beter en/of goedkoper te organiseren;

  • b.

    de maatschappelijke participatie en de zelfredzaamheid van inwoners van de gemeente Buren te verbeteren;

  • c.

    te investeren in preventie, zodat er op termijn minder dure zorg en minder lange trajecten nodig zijn.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie kan worden aangevraagd door de volgende doelgroepen:

    • a.

      een individuele zorgaanbieder;

    • b.

      een rechtspersoon;

    • c.

      een samenwerkingsverband van de onder a en b genoemde doelgroepen;

    • d.

      een vrijwilligersorganisatie;

    • e.

      een bewonersplatform;

    • f.

      een (voor het doel van deze regeling) georganiseerde groep bewoners.

  • 2.

    Indien sprake is van een doelgroep als bedoeld in het eerste lid, onder c, d, e en f:

    • a.

      treedt een van de deelnemers op als penvoerder;

    • b.

      draagt de penvoerder zorg voor de aanvraag, de overige correspondentie, de inhoudelijke en financiële projectcoördinatie, alsmede de verantwoording aan de subsidieverstrekker.

    • c.

      draagt de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd de instemming van alle deelnemers van de georganiseerde doelgroep.

Artikel 4 Subsidieplafond en subsidiehoogte

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de subsidieperiode 01-07-2015 tot 01-07-2016 bedraagt € 183.732,--.

  • 2.

    De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de geraamde projectkosten met een minimum van € 5.000,-- en een maximum van € 45.000,--

  • 3.

    Op verzoek van de subsidieontvanger kan het college van burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen besluiten af te wijken van de bedragen zoals genoemd in artikel 4 lid 2, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit lid wordt gemotiveerd in het besluit.

  • 4.

    Het subsidiebedrag wordt als lumpsum bedrag beschikbaar gesteld aan de subsidieontvanger.

Artikel 5 Algemene bepalingen subsidieverstrekking

  • 1.

    Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt:

    • a.

      voor het starten van activiteiten;

    • b.

      voor kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de totstandkoming van activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt;

    • c.

      als de begroting van de activiteit sluitend is.

  • 2.

    Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking:

    • a.

      de kosten voor inzet van uren van de subsidieontvanger die aantoonbaar gerelateerd zijn aan de subsidiabele activiteit;

    • b.

      de kosten voor inzet van externe ondersteuning in opdracht van de subsidieontvanger die aantoonbaar gerelateerd zijn aan de subsidiabele activiteit;

    • c.

      ontwikkelingskosten gemaakt door de subsidieontvanger die aantoonbaar gerelateerd zijn aan de subsidiabele activiteit.

  • 3.

    Subsidie wordt voor dezelfde activiteit slechts eenmaal verstrekt aan dezelfde aanvrager, waarbij rechtspersonen met dezelfde beslissingsbevoegdheid als één aanvrager worden beschouwd.

Artikel 6 Subsidiecriteria

  • 1.

    Een subsidie kan worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      De opbrengst van een project of initiatief is gericht op verbetering of kostenbesparing binnen (een vorm van) de zorg waarvoor de gemeenten sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn in het kader van de Wmo- en Jeugdtransitie.

    • b.

      Het project moet praktisch haalbaar zijn in tijd en uitvoering: er moet een (lokale) partner zijn die het project aanvraagt en coördineert, betrokken organisaties of bewoners dienen te beschikken over voldoende expertise en capaciteit om het project uit te voeren en de resultaten dienen uiterlijk op 01-07-2016 bekend te zijn.

    • c.

      Het initiatief moet vernieuwend zijn: het betreft een nieuw project of nieuw initiatief, iets wat nog niet eerder gedaan of geprobeerd is. Of het betreft een nieuwe manier van werken, bijvoorbeeld door het verbinden van bestaande initiatieven, het beter inbedden van een project of het toegankelijker maken van een bepaald initiatief voor een breder publiek.

    • d.

      Het project moet beantwoorden aan een vraag of behoefte van bewoners in de gemeente Buren.

    • e.

      Het initiatief moet een preventieve werking hebben, zodat er op termijn minder dure zorg en minder lange trajecten nodig zijn.

    • f.

      Het project is gericht op lokale inzet en wordt uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van Buren: zorg en ondersteuning dicht bij huis.

    • g.

      Het project is erop gericht of draagt ertoe bij om de zelfredzaamheid van inwoners van de gemeente Buren te vergroten.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag dient te voldoen aan de vier criteria als bepaald in artikel 6, lid 1 a t/m d en aan ten minste één van de drie criteria als bepaald in artikel 6 lid 1 e t/m g.

  • 3.

    Activiteiten waarvoor op grond van een andere gemeentelijke subsidieverordening of anderszins een gemeentelijke subsidie wordt verleend, komen niet in aanmerking voor een subsidie op grond van dit subsidiekader.

  • 4.

    De subsidie die op grond van dit subsidiekader wordt verstrekt is eenmalig. Projecten met een langere doorlooptijd dan een jaar kunnen na deze incidentele subsidie worden voortgezet zonder gemeentelijke subsidie.

Artikel 7 Subsidieaanvraag en -verlening

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient een subsidieaanvraag in met behulp van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier in de periode 01-07-2015 tot en met 15-10-2015.

  • 2.

    De subsidieaanvraag bestaat uit het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

  • 3.

    Bij de aanvraag wordt in ieder geval een activiteitenplan en een begroting gevoegd. Verder dient informatie te worden verstrekt over:

    • a.

      de criteria genoemd in artikel 6, lid 1 waaraan de activiteit of het project een bijdrage levert;

    • b.

      de omvang en kenmerken van de te bereiken doelgroepen;

    • c.

      de concrete resultaten die worden beoogd met het project of de activiteit en de wijze waarop deze activiteit of het project leidt tot een verbetering of kostenbesparing binnen (een vorm van) de zorg waarvoor de gemeenten sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk zijn in het kader van de Wmo- en Jeugdtransitie.

    • d.

      of en zo ja, op welke manier de activiteit of het project, na beëindiging van de subsidie, wordt voortgezet.

  • 4.

    De subsidieaanvrager vermeldt het bankrekeningnummer (IBAN) waarop de subsidie moet worden overgemaakt.

Artikel 8 Subsidieverlening

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders neemt binnen 8 weken na het indienen van de subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 7 een besluit over de honorering van de aanvraag.

  • 2.

    Alle subsidieaanvragen zijn uiterlijk op 15-11-2015 door het college van burgemeester en wethouders gehonoreerd of afgewezen.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringsgronden in de Awb en de algemene subsidieverordening van de gemeente kan de subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    niet voldaan wordt aan de criteria genoemd onder artikel 6, lid 1 a t/m d;

  • b.

    aan geen van de criteria genoemd onder artikel 6, lid 1 e t/m g wordt voldaan.

Artikel 10 Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Artikel 11 Beoordelingsprocedure

  • 1.

    Een beoordelingscommissie bestaande uit vertegenwoordigers van (georganiseerde) Burense inwoners en ambtenaren adviseert het college van burgemeester en wethouders bij de beoordeling van subsidieaanvragen.

  • 2.

    Tot het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen beoordeeld op volgorde van binnenkomst.Datum van de poststempel of datum van binnenkomst subsidieaanvraag per e-mail is bepalend.

  • 3.

    Indien aanvragen tegelijkertijd ontvangen worden en het subsidieplafond overschreden wordt bij honorering van alle aanvragen, beslist het college van burgemeester en wethouders welke aanvragen worden gehonoreerd.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt starten uiterlijk binnen vier weken na sluitingsdatum van de indieningstermijn. De activiteiten worden afgerond vóór 01-07-2016, tenzij anders bepaald.

  • 2.

    Ten minste twee keer per looptijd van het traject vindt een terugkoppeling plaats naar een vertegenwoordiging van de gemeente, over de voortgang en de stand van zaken.

  • 3.

    De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat te allen tijde voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede betalingen en ontvangsten kunnen worden nagegaan.

  • 4.

    De subsidieontvanger verleent aan het college van burgemeester en wethouders dan wel aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren of deskundigen inzage in de administratie, indien dit naar het oordeel van het college nodig is voor de beoordeling van de besteding van de verstrekte subsidie.

  • 5.

    De subsidieontvanger dient onverwijld schriftelijk mee te delen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet tijdig of niet geheel aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

  • 6.

    De subsidieontvanger dient op de door het college van burgemeester en wethouders in de beschikking aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen dertien weken na afloop van de subsidieperiode een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 4:80 van de Awb.

  • 3.

    Wanneer blijkt dat de subsidieontvanger nalatig is geweest of onvoldoende inzet heeft getoond ten aanzien van het uitvoeren van de activiteiten en het behalen van de doelstellingen zoals vermeld in de subsidieverleningsbeschikking, wordt het toegekende subsidiebedrag naar beneden bijgesteld. Subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van activiteiten en doelstellingen die wel zijn behaald.

Artikel 14 Betaling en bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag van de subsidieontvanger. Aan de subsidieontvanger kan (in termijnen) een voorschot verstrekt worden.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug vanaf 01-07-2015 en vervalt met ingang van 01-07-2016.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Verordening subsidie innovatie Wmo en Jeugd 2015.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 07 juli 2015

De griffier, G.van Droffelaar

De voorzitter,J.A. de Boer MSc