Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening 2015 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Huisvestingsverordening die op 24 juni 2013 is vastgesteld.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-08-2016 | Nieuwe regeling | 01-06-2015 | 2015_196 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1. 1. Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
Kamerverhuurpand: gebouw of een deel van een gebouw met, of geschikt te maken voor, drie of meer kamers, niet vallende onder het begrip logiesgebouw en/of logiesverblijf als bedoeld in het Bouwbesluit, die als hoofdverblijf apart zijn of kunnen worden bewoond door personen die geen gemeenschappelijke huishouding voeren;
Logiespand: gebouw of een deel van een gebouw met, of geschikt te maken voor, drie of meer kamers, die als hoofdverblijf apart zijn of kunnen worden bewoond ten behoeve van in de regel kortdurende bewoningdoor personen die geen gemeenschappelijke huishouding voeren en waarbij een maximum geldt van 10 personen;
Hoofdstuk II Splitsing in appartementsrechten
Artikel 2.2. Vergunningsvereiste
Het is verboden om zonder splitsingsvergunning een recht op een gebouw, aangewezen in artikel 2.1., te splitsen in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, indien een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woonruimte.
Artikel 2.4. Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet kan worden geweigerd indien:
Artikel 2.6. Voorwaarden en voorschriften
Op of bij de splitsingsvergunning vermeldt het college dat binnen één jaar van de splitsingsvergunning gebruik kan worden gemaakt en het gebouwd onroerend goed waarop de splitsing betrekking heeft.
Artikel 2.7. Intrekken van de vergunning
Het college van de gemeente Tilburg kan een splitsingsvergunning intrekken, indien:
niet binnen één jaar nadat de beschikking onherroepelijk is geworden, is overgegaan tot overschrijving in de openbare registers van de akte van splitsing in appartementsrechten, bedoeld in artikel 109 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, of tot het verlenen van deelnemings‐ of lidmaatschapsrechten.
Hoofdstuk III Omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte
Artikel 3.4. Weigeringsgronden
Een vergunning als bedoeld in artikel 21, sub c. van de wet kan worden geweigerd als:
Artikel 3.7. Intrekking van de omzettingsvergunning
Het college gaat niet eerder tot intrekking van de vergunning over, voordat degene tegen wie het besluit tot intrekking wordt genomen bij aangetekende brief is gewaarschuwd dat zij de vergunning zal intrekken, indien voor een te bepalen datum niet zodanige maatregelen en/of voorzieningen zijn getroffen, dat alsnog aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening wordt voldaan en hij/zij in de gelegenheid is gesteld zich door of namens het college te doen horen.
Artikel 3.8. Registratie kamerverhuur- en logiespanden
Dit register is te vinden op www.tilburg.nl zoekfunctie kamerverhuurvergunning.
2.De registratie van het kamerverhuurpand of logiespand vervalt van rechtswege of wordt ingetrokken als de omzettingsvergunning als bedoeld in de Huisvestingsverordening is ingetrokken of als wordt vastgesteld dat niet langer sprake is van kamerverhuur‐ of logies voor die panden waarvoor geen vergunning is verstrekt.
Hoofdstuk IV Wijziging van de samenstelling van de woonruimtevoorraad: Onttrekking
Artikel 4.3. Aanvragen van een onttrekkingsvergunning
De aanvraag voor een onttrekkingsvergunning wordt door de eigenaar ingediend bij het college op een door het college vastgesteld formulier. Dit formulier is te vinden via de website van de gemeente Tilburg, (www.tilburg.nl, zoekfunctie onttrekkingsvergunning) of op te vragen via inwoners@tilburg.nl.;
Artikel 4.6. Voorwaarden en voorschriften
In de onttrekkingsvergunning vermeldt het College de volgende voorwaarden en voorschriften:
Artikel 4.7. Intrekking van de onttrekkingsvergunning
het college gaat niet eerder tot intrekking van de vergunning over, voordat degene tegen wie het besluit tot intrekking wordt genomen bij aangetekende brief is gewaarschuwd dat zij de vergunning zal intrekken, indien voor een te bepalen datum niet zodanige maatregelen en/of voorzieningen zijn getroffen, dat alsnog aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening wordt voldaan en hij/zij in de gelegenheid is gesteld zich door of namens het college te doen horen.
Hoofdstuk V Verdere bepalingen
Artikel 5.1. Hardheidsclausule
Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een
bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Artikel 5.2. Bestuurlijke boete
Overtreding van verboden, bedoeld in artikel 21 en 22 van de wet, of het handelen in strijd met de voorwaarden en voorschriften, bedoeld in artikel 24 van de wet, kan worden beboet met een bestuurlijke van maximaal € 18.500 ,-
Hoofdstuk VI Overgangs- en Slotbepalingen
Artikel 6.1. Overgangsbepaling
Aanvragen om verlening van een vergunning welke vóór of op de dag van inwerkingtreding van deze
verordening zijn ingediend worden behandeld volgens het voordien geldende recht, indien dit voor de
Bijlage 2 Raadsvoorstel Huisvestingsverordening 2015
Lijst van wijzigingen ten opzichte van de huidige verordening
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
Ten opzichte van de huidige huisvestingsverordening zijn enkele begrippen/artikelleden, toegevoegd en aangepast.
Aanvrager: dit omdat op grond van artikel 23 van de HVW14, uitsluitend de eigenaar van een woonruimte een vergunning ex artikel 21`en 22 van de wet kan aanvragen.
Eigenaar: Het begrip eigenaar is vervallen, aangezien dit begrip niet meer in de wet is opgenomen.
Omzettingsvergunning, onttrekkingsvergunning en splitsingsvergunning. Onttrekking, omzetting en splitsing zijn gedefinieerd conform de wet. Het definiëren van de daaraan gekoppelde vergunning is overbodig en ook niet opgenomen in de modelverordening van de VNG.
Huishouden: Hierbij is aansluiting gezocht bij de definitie die gehanteerd wordt in het kader van belastingwetgeving. Er is sprake van het voeren van een gezamenlijke huishouding, indien twee personen (of meer) hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.
Onttrekking: aangepast conform artikel 21 sub c van de wet;
Onzelfstandige woonruimte: …..badruimte en toilet, vervangen door badruimte en/of toilet….etc;
Gemeentelijke Basis Administratie (GBA): vervangen door: Basisregistratie Personen (BRP).
Uniform artikellid voor splitsing, omzetting en onttrekking.
Artikel 2.3. lid 2; dit artikellid is verplaatst naar artikel 2.6 lid 2.
Artikel 2.4. Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning
sub a en sub b: conform modelverordening Vereniging Nederlandse Gemeenten; een vergunning mag uitsluitend worden geweigerd als het college van mening is dat het belang van het behoud van de woonruimtevoorraad groter is dan het met splitsing gediende belang. Bovendien is een weigeringsgrond slechts aan de orde als door voorwaarden en voorschriften het belang van het behoud of samenstelling van de voorraad onvoldoende kan worden gewaarborgd.
Oud artikellid 2.4. sub a. wordt sub c.; oud artikellid sub b. wordt sub d.; dit is tekstueel enigszins aangepast, omdat dit niet geheel correct was.
Oud artikellid sub c. wordt sub d.
Deze moeten op grond van de wet (artikel 24) expliciet in de verordening worden opgenomen.
Oud artikel 2.3. lid 2 is hier opgenomen.
Deze staat in de huidige verordening wel vermeld bij de omzettings- en onttrekkingsvergunning, maar niet bij de splitsingsvergunning. Door deze ook bij de splitsingsvergunning te vermelden is dit gelijkgetrokken.
Artikel 3.4. Weigeringsgronden
Dit artikel treedt in de plaats van oud artikel 3.4 Criteria voor vergunningverlening:
Artikel 3.4. lid 1. en lid 2 is conform de modelverordening van de VNG.
Oud Artikel 3.5. Woningcomplex: deze bepaling is overbodig. Dit ligt al besloten in de belangenafweging welke het college maakt bij de beslissing op de aanvraag.
Artikel 3.6. gewijzigd in 3.5. Beslissing op de aanvraag omzettingsvergunning
Artikel 3.5.1. De termijn waarbinnen het college een beslissing moet nemen is aangepast aan de wettelijke termijn en wordt acht weken in plaats van twaalf weken.
Oud artikel 3.6. lid 4. Dit artikellid is op grond van de wet juist wel van toepassing, maar hoeft niet in de verordening te worden opgenomen. Als niet tijdig op de aanvraag wordt beslist, is de vergunning van rechtswege verleend.
Artikel 3.6. Voorwaarden en voorschriften (nieuw)
Oud artikellid 3.6. sub 3 is onder lid 1 van nieuw artikel 3.6. opgenomen;
Artikel 3.7. Intrekking van de omzettingsvergunning
Lid 1 sub c. laatste zin is niet meer opgenomen, aangezien dezelfde inhoud onder sub f. staat vermeld.
Artikel 3.8. Registratie kamerverhuur en logiespanden
Lid 1, sub d. gebruiksvergunning vervangen door melding brandveilig gebruik.
Artikel 4.2. Vergunningvereiste
Lid 1 aangepast conform modelverordening VNG en tekst wet. Oud Lid 2 vervalt hierdoor.
Oud lid 3 sub a vervalt; is al in lid 1 conform de wet bepaald.
Artikel 4.4. Weigeringsgronden
Op grond van de Huisvestingswet 2014 moeten weigeringsgronden expliciet als apart artikellid in de verordening worden opgenomen. De tekst is gebaseerd op de modelverordening van de VNG.
Artikel 4.5.: Beslissing op de aanvraag
Lid 1: De termijn waarbinnen het college een beslissing moet nemen is aangepast aan de wettelijke termijn en wordt acht weken in plaats van twaalf weken.
Oud artikel 4.5. lid 3. Dit wordt als apart artikel opgenomen: 4.6. Voorwaarden en voorschriften.
Lid 4. Dit artikellid is op grond van de wet juist wel van toepassing, maar hoeft niet in de verordening te worden opgenomen.
Hoofdstuk V Verdere bepalingen
De HVW14 biedt de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen als strijdig met de vergunningvereiste wordt gehandeld, of de aanvrager zich niet houdt aan de opgelegde voorwaarden en voorschriften. De reeds door ons vastgestelde beleidsregels handhaven wij vooralsnog. Wel vindt tekstuele aanpassing plaats in verband met de wetstekst.
Het is overbodig om dit expliciet in de verordening op te nemen. Ook in de modelverordening van de VNG is er geen bepaling opgenomen.
Toelichting Huisvestingsverordening 2015
De Huisvestingsverordening 2015 vervangt de Huisvestingsverordening welke op 24 juni 2013 is vastgesteld. Aanleiding voor het invoeren van de Huisvestingsverordening 2015 is de inwerkingtreding van Huisvestingswet 2014. Op grond van de wet moet het hanteren van een vergunningplicht primair gemotiveerd worden vanuit het voorkomen van schaarste in het goedkope deel van de woningmarkt. De vergunningplicht voor wijzigingen in de woonruimtevoorraad mag zich echter ook richten op het hogere segment en de koopsector. Wijzigingen in deze segmenten kunnen immers gevolgen hebben voor de goedkope woonruimtevoorraad.
De redenen van destijds om een huisvestingsverordening in te voeren zijn ook nu nog actueel. Er is sprake van schaarste in de goedkope woningvoorraad in Tilburg. Wij verwijzen naar het Rigorapport (Rigo: Doelgroepen en woonlasten, betaalbaarheid van het wonen in Tilburg, 6 mei 2014). De primaire doelgroep groeit de komende jaren en het Rigo heeft berekend dat er een extra behoefte is van ruim 1.600 woningen in het goedkope segment (Tot de 2e aftoppingsgrens huurtoeslag). De bestaande woningvoorraad dient daarom op peil te blijven qua aantal, prijs en kwaliteit en voldoende gedifferentieerd te zijn, om ieder naar wens te kunnen huisvesten.
Naast het belang van het behoud van de woningvoorraad blijft ook de leefbaarheid in wijken en buurten een belangrijk motief voor het hanteren van het vergunningsstelsel voor omzetting onttrekking en splitsing.
Met behulp van het vergunningstelsel voor wijzigingen in de woonruimtevoorraad kunnen wij grip blijven houden op de samenstelling en omvang van de woningvoorraad en op het woon- en leefmilieu in woonbuurten.
De Huisvestingsverordening 2015 is een technische aanpassing van de Huisvestingsverordening die op 24 juni 2013 is vastgesteld door de raad.
De begrippen zijn grotendeels overgenomen uit de bestaande verordening. Daar waar aanpassing noodzakelijk is in verband met de nieuwe HVW, is dit gebeurd.
Verder is de toelichting van de bestaande verordening grotendeels gehandhaafd. ( "…")
"Verhuur van kamers vindt plaats in twee vormen. De eerste vorm is kamerverhuur in een kamerverhuurpand. De tweede is logiesverhuur in een logiespand. Dit onderscheid moet gemaakt worden vanwege het onderscheid tussen deze vormen in het bestemmingsplan, de Woningwet en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.
Het onderscheid tussen kamerverhuur en logies zit in het feit dat de huurder in een kamerverhuurpand daar zijn hoofdverblijf heeft en permanent woont. Als gevolg van de permanente bewoning staan de bewoners meestal ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres van het kamerverhuurpand, of behoren zij daar te worden ingeschreven. Maatgevend is dit echter niet. Een logiespand waarin logies plaats vindt betreft de verhuur van kamers aan mensen die elders hun hoofdverblijf hebben en dus niet permanent in de woning wonen. Deze groep staat niet ingeschreven in de Gemeentelijke Basis Administratie (BRP)".
" Voor woonruimten in eigendom van de corporaties bestaat niet de verplichting een omzettingsvergunning aan te vragen. De corporaties zijn professionele verhuurders waarvan verwacht wordt dat zij hun taak op het gebied van de landelijke wetgeving (Gebruiksbesluit, Woningwet/Bouwbesluit) actief in acht nemen. De door hun te verhuren kamerverhuurpanden zijn zelden eengezinswoningen maar veelal specifiek voor de doelgroep bestemde woongebouwen. Bovendien worden zij geacht een actieve bijdrage te leveren aan het (behoud van) de leefbaarheid van de woonomgeving. Met de corporaties zijn reeds vergaande afspraken gemaakt met betrekking tot het actueel houden van de BRP gegevens. Tot slot hebben de corporaties prestatieafspraken gemaakt met de gemeente, onder andere op het gebied van kamerverhuur.
Logies(verhuur) welke plaats vindt in een gebouw anders dan een woonruimte valt buiten het werkingsveld van deze verordening".
Artikel 3.2 Vergunningsvereiste
"In dit artikel wordt bepaald dat zelfstandige woonruimten niet mogen worden omgezet in onzelfstandige woonruimten zonder omzettingsvergunning van het college. Daarbij wordt aangegeven dat bij aanvang van de verordening, voor alle bestaande woonruimten die als kamerverhuurpand of logiespand in gebruik zijn, een omzettingsvergunning moet worden aangevraagd. Een omzettingsvergunning is bij de verhuur van kamers aan minstens drie personen.
Een hospita die twee kamers verhuurt hoeft dus geen omzettingsvergunning aan te vragen. Een ouder die een woning koopt voor een studerend kind en daarbij aan drie of meer andere studenten een kamer verhuurt, is vergunningplichtig. Een eigenaar die een pand verhuurt aan één hoofdhuurder, bijvoorbeeld een studentenvereniging, is vergunningplichtig indien het om drie of meer kamerbewoners gaat".
Op grond van de HVW14 moeten de weigeringsgronden expliciet als artikellid in de verordening worden opgenomen. Wij hanteren beleidsregels bij omzetting van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte om invulling aan de weigeringsgronden te geven.
"Het vigerende beleid is terug te vinden via www.tilburg.nl zoekfunctie kamerverhuurvergunning".
Artikel 5.2 Bestuurlijke boete
De Huisvestingswet 2014 biedt de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen voor overtreding van artikel 21 en 22 van de Huisvestingswet. De maximale hoogte van de bestuurlijke boete dient in de huisvestingsverordening te worden vastgelegd. Omdat het om een technische aanpassing gaat, handhaven wij het huidige bedrag. Bij de integrale herziening van de huisvestingsverordening komt de mogelijkheid om de bestuurlijke boete te verhogen aan de orde.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 juni 2015