Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hardenberg

Regeling tot verlening van bevoegdheden krachtens attributie, delegatie, mandaat en volmacht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHardenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling tot verlening van bevoegdheden krachtens attributie, delegatie, mandaat en volmacht
CiteertitelDelegatie en mandaatbesluit 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De regeling is, op 9 januari 2001, mede vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 156, 171, Algemene wet bestuursrecht, afd. 10.1.1, Burgerlijk Wetboek, art. 3:60 t/m 3:67

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regeling delegatie en mandaat 2001

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-200101-01-2001nieuwe regeling

02-01-2001

Gemeenteblad, 2001, nr. 1

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

DELEGATIE EN MANDAATBESLUIT 2001

 

De raad van de gemeente HARDENBERG, onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de Burgemeester van de gemeente Hardenberg, ieder voor zover het haar of zijn bevoegdheden betreft;

overwegende dat het uit een oogpunt van doelmatig en efficiënt bestuur en ter wille van de cliëntgerichtheid gewenst is om ter zake van de afdoening van stukken bevoegdheden te verlenen aan het college, de burgemeester, de ambtelijke organisatie en externe functionarissen;

gelet op de artikelen 148, 156, 157, 171, 231 en 232 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikel 3.60 tot en met 3:67 van het Burgerlijk Wetboek;

B E S L U I T E N:

vast te stellen de volgende:

"REGELING TOT VERLENING VAN BEVOEGDHEDEN KRACHTENS ATTRIBUTIE, DELEGATIE, MANDAAT EN VOLMACHT"

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of een commissie als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet;

  • 2.

    besluit: een besluit als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht of een beslissing op grond van het privaatrecht;

  • 3.

    delegeren: het overdragen door de gemeenteraad van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een bestuursorgaan die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;

  • 4.

    nadereregeling: de bij dit besluit behorende nadere regeling delegatie, mandaat en volmacht waarin alle door de gemeentelijke bestuursorganen genomen en nog te nemen besluiten ten aanzien van delegatie, mandaat en volmacht, alsmede eventuele bijbehorende (verwijzingen naar) richtlijnen en/of beleidsregels zijn of worden opgenomen;

  • 5.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • 6.

    ondertekeningsmandaat: de bevoegdheid tot het namens het bestuursorgaan ondertekenen van besluiten die door hem zijn genomen;

  • 7.

    volmacht: de bevoegdheid om een bestuursorgaan privaatrechtelijk te vertegenwoordigen;

  • 8.

    gemandateerde: de functionaris aan wie krachtens deze regeling mandaat wordt verleend;

  • 9.

    mandaatgever: een bestuursorgaan door wie mandaat wordt verleend;

  • 10.

    gevolmachtigde: de functionaris aan wie krachtens deze regeling volmacht wordt verleend;

  • 11.

    volmachtgever: het bestuursorgaan door wie volmacht wordt verleend.

Artikel 1.2 Nadere regeling delegatie, mandaat en volmacht

  • 1.

    De, op grond van deze regeling, verleende bevoegdheden worden opgenomen in een nadere regeling;

  • 2.

    De nadere regeling wordt ondertekend door de bestuursorganen en de in artikel 2.1 bedoelde ambtenaren, ieder voor zover zijn of haar bevoegdheden;

  • 3.

    De nadere regeling kan, met inachtneming van de bepalingen van deze regeling, worden gewijzigd door de bestuursorganen en de in artikel 2.1 bedoelde ambtenaren, ieder voor zover zijn of haar bevoegdheden;

  • 4.

    De nadere regeling wordt jaarlijks in de maand december geëvalueerd en geactualiseerd.

Artikel 1.3 Verlening van nieuwe bevoegdheden

Verlening van nieuwe bevoegdheden, in de vorm van delegatie, mandaat en volmacht besluiten, worden conform artikel 1.2 lid 3 als wijziging in de nadere regeling opgenomen.

Artikel 1.4 Coördinatiebepaling regeling budgethouderschap

Verlening van bevoegdheden met betrekking tot het beheer van budgetten valt onder de werking van de regeling budgethouderschap.

HOOFDSTUK 2 ATTRIBUTIE

Artikel 2.1 Aanwijzing gemeenteambtenaren ex artikel 231 Gemeentewet

Het besluit tot aanwijzing van gemeenteambtenaren ex artikel 231 Gemeentewet wordt afzonderlijk door het college van burgemeester en wethouders genomen en als bijlage aan de nadere regeling toegevoegd.

Artikel 2.2 Mandatering van geattribueerde bevoegdheden

  • 1.

    Op mandatering van bevoegdheden van de in artikel 2.1 bedoelde ambtenaren zijn de bepalingen van hoofdstuk 1, 4 en 6 van deze regeling overeenkomstig van toepassing;

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde verlening van bevoegdheden wordt opgenomen in de in artikel 1.2 genoemde nadere regeling.

HOOFDSTUK 3 DELEGATIE

Artikel 3.1 Strekking delegatie

Gedelegeerde bevoegdheden strekken zich uitsluitend uit tot de bevoegdheden genoemd in de nadere regeling.

Artikel 3.2 Algemene voorwaarden

Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en overige wettelijke bepalingen, dienen de in de nadere regeling opgenomen richtlijnen en/of beleidsregels onverminderd in acht te worden genomen.

Artikel 3.3 Rapportage uitoefening bevoegdheden

Bij de evaluatie en actualisering van de nadere regeling wordt verslag gedaan van de uitoefening van de betrokken bevoegdheden.

HOOFDSTUK 4 MANDAAT

Artikel 4.1 Gemandateerden

  • 1.

    Het mandaat als bedoeld in artikel 1, lid 5 en lid 6, wordt verleend aan de bij de nadere regeling aangewezen personen;

  • 2.

    Bij afwezigheid van een gemandateerde mag de aan deze gemandateerde bevoegdheid worden uitgeoefend door hun plaatsvervangers.

Artikel 4.2 Strekking van het mandaat

  • 1.

    Het mandaat strekt zich uitsluitend uit tot de bevoegdheden genoemd in de nadere regeling;

  • 2.

    Het mandaat wordt verleend met inachtneming van de per bevoegdheid in de nadere regeling vastgestelde of vast te stellen instructies;

  • 3.

    Van de mandaatverlening zijn weigeringen, afwijzende besluiten en daarmee gelijk te stellen besluiten niet uitgezonderd, tenzij dit in de voorschriften van de nadere regeling expliciet is opgenomen;

  • 4.

    De mandaatverlening, zoals neergelegd in de bij deze regeling behorende "Nadere regeling", geldt niet voor de gevallen, dat een belanghebbende of een derde krachtens de bestaande procedures van rechtsbescherming zich tegen een besluit heeft verzet, bezwaar heeft aangetekend of in beroep is gegaan.

Artikel 4.3 Algemene voorwaarden

Het mandaat wordt door de gemandateerde uitgeoefend binnen het kader van het door de gemeenteraad en of de mandaatgever vastgestelde of vast te stellen algemeen beleid en binnen het raam van de toegekende budgettaire bevoegdheden en begrotingsrichtlijnen.

Artikel 4.4 Raadpleging mandaatgever

Indien de gemandateerde een besluit neemt dat grote politieke of maatschappelijke gevolgen of een verstrekkende precedentwerking kan hebben, dient deze alvorens het besluit te nemen de mandaatgever of - zo het bestuursorgaan meervoudig is - een lid van het orgaan te raadplegen.

Artikel 4.5 Relaties met commissie

De bevoegdheden welke krachtens mandaat zijn verleend laten onverlet de relatie welke dient te worden gelegd ten opzichte van de taken en bevoegdheden zoals deze zijn neergelegd in de verordeningen op de commissies.

Artikel 4.6 Persoonlijke ondertekening

  • 1.

    Het mandaat als bedoeld in artikel 1, leden 5 en 6, wordt verleend met inachtneming van de persoonlijke ondertekening door de gemandateerde;

  • 2.

    Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen;

  • 3.

    Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op overige correspondentie voortvloeiende uit de gemandateerde bevoegdheid;

  • 4.

    Ingeval van een ondertekeningsmandaat dient uit het besluit te blijken, dat het door het bestuursorgaan is genomen hierbij wordt de datum van het besluit vermeld.

Artikel 4.7 Interne procedures

  • 1.

    De gemandateerde aan wie een bevoegdheid is toegekend, welke ook één of meer andere afdelingen regarderen, dient eerst overleg te plegen met de overige afdeling(en), alvorens te besluiten;

  • 2.

    De interne procedure inzake afdoening van stukken, voortgangscontrole, postbehandeling en dergelijke geschieden overeenkomstig de geldende regelingen.

HOOFDSTUK 5 VOLMACHT

Artikel 5.1 Gevolmachtigden

  • 1.

    Een volmacht als bedoeld in artikel 1, lid 9, wordt verleend aan de bij de nadere regeling aangewezen personen;

  • 2.

    Bij afwezigheid van een gevolmachtigde mag de aan deze overgedragen bevoegdheid worden uitgeoefend door hun plaatsvervangers.

Artikel 5.2 Strekking van de volmacht

  • 1.

    De volmacht strekt zich uitsluitend uit tot de bevoegdheden genoemd in de nadere regeling;

  • 2.

    De volmacht wordt verleend met inachtneming van de per bevoegdheid in de nadere regeling vastgestelde of vast te stellen instructies.

Artikel 5.3 Algemene voorwaarden

De volmacht wordt door de gevolmachtigde uitgeoefend binnen het kader van het door de gemeenteraad en of de volmachtgever vastgestelde of vast te stellen algemeen beleid en binnen het raam van de toegekende budgettaire bevoegdheden en begrotingsrichtlijnen.

Artikel 5.4 Persoonlijke ondertekening

  • 1.

    De volmacht als bedoeld in artikel 1 wordt verleend met inachtneming van de persoonlijke ondertekening door de gevolmachtigde;

  • 2.

    Een krachtens volmacht verrichtte handeling vermeldt namens wie de handeling is verricht;

  • 3.

    Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op (overige) correspondentie voortvloeiende uit de overgedragen bevoegdheid.

Artikel 5.5 Interne procedures

  • 1.

    De gevolmachtigde aan wie een bevoegdheid is toegekend, dient alvorens de bevoegdheid uit te oefenen eerst na te gaan of de benodigde publiekrechtelijke besluiten zijn genomen;

  • 2.

    De interne procedure inzake afdoening van stukken, voortgangscontrole, postbehandeling en dergelijke geschieden overeenkomstig de geldende regelingen.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Wijziging van wetgeving

  • 1.

    Ingeval van wijziging van wetgeving waarop een verleende bevoegdheid berust blijft de bevoegdheid verleend en wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving;

  • 2.

    De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk tijdens de jaarlijkse actualisatie, in de nadere regeling verwerkt.

Artikel 6.2 Overgangsbepaling

Besluiten genomen krachtens een delegatie, mandaat of volmacht besluit van één van de fusiegemeenten Avereest, Gramsbergen en Hardenberg, blijven van kracht tot op het moment waarop zij van rechtswege vervallen, worden ingetrokken of tot het moment waarop ter zake een nieuw besluit wordt genomen en van kracht wordt.

Artikel 6.3 Intrekking voorgaande besluiten

Alle eerder genomen besluiten inzake delegatie en verlening van mandaat en volmacht worden ingetrokken.

Artikel 6.4 Naam en inwerkingtreding

Dit besluit kan worden aangehaald als "Delegatie en mandaatbesluit 2001" en treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2001.