Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorschoten

Huisvestingsverordening Voorschoten 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHuisvestingsverordening Voorschoten 2015
CiteertitelHuisvestingsverordening Voorschoten 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt per 26 juni 2015 de Huisvestingsverordening 1998.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Huisvestingswet, art. 4
  2. Huisvestingswet, art. 21
  3. Huisvestingswet, art. 22
  4. Huisvestingswet, art. 24

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-06-201511-06-2019Onbekend.

11-06-2015

Gemeenteblad 2015, 56855

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Voorschoten – Huisvestingsverordening Voorschoten 2015

Registratienummer: 4531

De raad der gemeente Voorschoten;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 28 april 2015;

gelet op artikel 4, eerste lid, aanhef en onder b, alsmede de artikelen 21, 22 en 24 van de Huisvestingswet 2014;

overwegende dat het vereisen van een onttrekkingsvergunning en een splitsingsvergunning noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte;

besluit:

vast te stellen de volgende

Huisvestingsverordening Voorschoten 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    eigenaar:

    degene die bevoegd is tot het in gebruik geven van die woonruimte of een gebouw;

  • 2.

    huishouden:

    een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;

  • 3.

    huurprijs:

    de huurprijs per maand zoals bedoeld in artikel 5 Wet op de huurtoeslag;

  • 4.

    huurprijsgrens:

    de subsidiabele huurprijs per maand zoals genoemd in artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag;

  • 5.

    koopprijs:

    de prijs die voor de enkele koop van een woonruimte daadwerkelijk is of zal worden betaald;

  • 6.

    koopprijsgrens:

    het grensbedrag als bedoeld in artikel 15 van de Wet bevordering eigenwoningbezit;

  • 7.

    onttrekken:

    het geheel of gedeeltelijk onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning, het samenvoegen van woonruimten en het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte;

  • 8.

    onttrekkingsvergunning:

    de vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet;

  • 9.

    splitsen:

    het verdelen van het eigendom van een woongebouw in meerdere afzonderlijke appartementsrechten als bedoeld in artikel 22 van de wet;

  • 10.

    splitsingsvergunning:

    de vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet;

  • 11.
  • 12.

    woonruimte:

    besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden;

  • 13.

    woning:

    gebouwde onroerende zaak voor zover deze bestemd is om als zelfstandige woonruimte te worden gebruikt alsmede de onroerende aanhorigheden.

Artikel 2 Werkingsgebied

Het bepaalde in deze verordening is uitsluitend van toepassing op alle in de gemeente Voorschoten gelegen woningen met een koopprijs beneden de koopprijsgrens of met een huurprijs beneden de huurprijsgrens.

Hoofdstuk 2 Wijziging samenstelling Woningvoorraad

Paragraaf 1 Vergunning voor onttrekking, samenvoeging, omzetting of woningvorming

Artikel 3 Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte

De woonruimten genoemd in artikel 2 van deze verordening mogen niet zonder vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet:

  • a.

    anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar geheel of gedeeltelijk aan de bestemming tot bewoning worden onttrokken;

  • b.

    anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar geheel of gedeeltelijk met andere woonruimte worden samengevoegd;

  • c.

    van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte worden omgezet, en

  • d.

    worden verbouwd tot twee of meer woonruimten.

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1.

    Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt ingediend door gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de eigenaar;

    • b.

      de gegevens over de bestaande situatie, welke, voor zover van toepassing, omvatten de huurprijs, het aantal kamers, het woonoppervlak, de woonlaag en de staat van onderhoud;

    • c.

      de gegevens over de beoogde situatie, welke, voor zover van toepassing, omvatten de huurprijs, het aantal kamers, de bouwtekening of bouwvergunning.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf, advies inwinnen bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 5 Voorwaarden en voorschriften

Aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van deze verordening kunnen de volgende voorwaarden en voorschriften verbonden worden:

  • a.

    een beperkte geldingsduur van de vergunning, indien de vergunning voorziet in een tijdelijke behoefte,

  • b.

    in de vergunning kan worden bepaald dat binnen een jaar van de vergunning gebruik moet worden gemaakt.

Artikel 6 Compensatie

  • 1.

    Een vergunning tot onttrekking van een woning als bedoeld in artikel 2 van deze verordening wordt verleend onder voorwaarde dat de aanvrager binnen een jaar na verlening van de vergunning zorg draagt voor het scheppen van in omvang, kwaliteit en huur- of economische waarde gelijkwaardige andere woonruimte die aan de bestaande voorraad woonruimten wordt toegevoegd (reële compensatie).

  • 2.

    Voor zover reële compensatie niet mogelijk is, zal de aanvrager een financiële bijdrage verschuldigd zijn (financiële compensatie) van €15.000,- per onttrokken woning.

  • 3.

    Een bijdrage zoals bedoeld in het derde lid, wordt gestort in een daartoe door burgemeester en wethouders bestemd fonds, waarvan de baten zullen worden aangewend ten behoeve van de volkshuisvesting.

  • 4.

    Indien zulks noodzakelijk is, kan in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke vrijstelling worden verleend van compensatie;

    • a.

      indien de aanvrager aantoonbaar kan maken dat hij de compensatie niet kan opbrengen;

    • b.

      indien de onttrekking geschiedt in het belang van de volkshuisvesting of met de onttrekking een ander specifiek gemeentelijk belang wordt gediend.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Een vergunning als bedoeld in artikel 3 van deze verordening kan worden geweigerd als:

  • a.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders het belang van behoud of samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met de onttrekking, samenvoeging, omzetting of woningvorming gediende belang;

  • b.

    het onder a genoemde belang niet voldoende kan worden gediend door het stellen van voorwaarden en voorschriften aan de vergunning;

  • c.

    het verlenen van de vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand.

Paragraaf 2 Vergunning voor splitsing

Artikel 8 Aanwijzing vergunningplichtige gebouwen

Gebouwen bevattende woonruimten zoals beschreven in artikel 2 van deze verordening mogen niet zonder vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet gesplitst worden in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 9 Aanvraag vergunning

  • 1.

    Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 8 van deze verordening wordt ingediend door gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.
    • b.

      een door een beëdigd taxateur opgemaakt taxatierapport betreffende het gebouw en de tot afzonderlijke woonruimte bestemde gedeelten van het gebouw, dat in ieder geval omvat een beschrijving en een beoordeling van de staat van onderhoud, en

    • c.

      een overzicht van de huidige huurprijzen.

Artikel 10 Voorwaarden en voorschriften

Aan een vergunning als bedoeld in artikel 8 van deze verordening kunnen de volgende voorwaarden en voorschriften verbonden worden:

  • a.

    een beperkte geldingsduur van de vergunning, indien de vergunning voorziet in een tijdelijke behoefte, en

  • b.

    voor zover hetgeen zich tegen splitsing verzet, betrekking heeft op onderhoudsgebreken, kan de voorwaarde worden gesteld dat deze gebreken binnen een in de vergunning te stellen termijn, welke niet langer kan zijn dan zes maanden, worden opgeheven;

Artikel 11 Weigeringsgronden

Een vergunning als bedoeld in artikel 8 van deze verordening kan worden geweigerd als:

  • a.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders het belang van behoud of samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met de splitsing gediende belang;

  • b.

    het onder a genoemde belang niet voldoende kan worden gediend door het stellen van voorwaarden en voorschriften aan de splitsingsvergunning;

    het verlenen van de vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand;

  • c.

    het verlenen van de vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening, naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 13 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met het bepaalde in hoofdstuk III wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of geldboete van de derde categorie. De genoemde strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 14 Handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Met de opsporing van de bij artikel 28 strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de wet aangewezen ambtenaren belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de Minister van Justitie daartoe zijn aangewezen.

Artikel 15 Restbepaling

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Huisvestingsverordening Voorschoten 2015.

Artikel 17 Inwerkingtreding en verval

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag waarop zij is bekend gemaakt en vervalt op 11 juni 2019.

Artikel 18 Intrekking oude verordening

De Huisvestingsverordening 1998 van de gemeente Voorschoten wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Voorschoten,

gehouden op 11 juni 2015,

de secretaris,

de voorzitter,