Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels begunstigingstermijnen en dwangsommen gemeente Den Helder |
Citeertitel | Beleidsregels begunstigingstermijnen en dwangsommen gemeente Den Helder |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2015 | nieuwe regeling | 23-06-2015 Stadsnieuws 2015, 27 | b15.00393 |
Door de gemeenteraad is de nota Strategisch handhavingsbeleid 2015-2018 vastgesteld. In bijlage 5 bij deze nota is de theorie van de sanctiestrategie opgenomen. Om hier concreet invulling aan te geven zijn deze beleidsregels opgesteld.
In het kader van de handhaving van wet- en regelgeving wordt door de gemeente Den Helder met enige regelmaat een overtreder aangeschreven om een geconstateerde overtreding te beëindigen.
Hiervoor wordt de overtreder, of degene die het in zijn macht heeft om de overtreding ongedaan te maken, een termijn geboden; de begunstigingstermijn.
Indien binnen deze termijn de overtreding niet ongedaan is gemaakt verbeurt de overtreder een vooraf bepaalde en aan hem kenbaar gemaakte dwangsom. Tenzij er voor is gekozen om bestuursdwang toe te passen.
De algemene beginselen van behoorlijk bestuur vereisen dat een bestuursorgaan motiveert waarom voor bestuursdwang of een dwangsom (en de hoogte daarvan) wordt gekozen en ook dient de begunstigingstermijn te worden onderbouwd. Hoewel de jurisprudentie aangeeft dat de gemeente hier een ruime mate van beleidsvrijheid toekomt, mag een begunstigingstermijn niet onhaalbaar kort zijn, maar ook niet dermate lang dat sprake is van een verkapte gedoogconstructie. Een dwangsom mag niet zo laag zijn dat het er op lijkt dat de overtreding daarmee ‘afgekocht’ kan worden, maar mag ook niet dusdanig hoog zijn, dat deze niet in verhouding staat tot de overtreding en de kosten die gemoeid zijn met het ongedaan maken hiervan. De rechter toetst of een begunstigingstermijn en een dwangsom niet onredelijk zijn. Dit is overigens niet snel het geval. Wel dient de keuze, al is het summier, te worden gemotiveerd.
Om te voorkomen dat per geval een begunstigingstermijn of dwangsom opnieuw moet worden bepaald, waarbij het risico bestaat dat dit afwijkt van eerdere gevallen of afhangt van de inschatting van een behandeld ambtenaar, is het wenselijk hiervoor beleidsregels vast te stellen. Hiermee wordt tevens willekeur voorkomen.
De beleidsregels geven de kaders aan hoe een begunstigingstermijn/dwangsom per geval/situatie te bepalen. Uiteraard blijft er ruimte om in voorkomende gevallen, gemotiveerd, van deze beleidsregels af te wijken. Bijvoorbeeld wanneer een dwangsom onredelijk hoog blijkt (niet in verhouding staat tot de overtreding) dan wel de begunstigingstermijn onredelijk kort (te kort om overtreding ongedaan te kunnen maken). Het is immers onmogelijk om alle soorten en maten aan overtredingen vooraf volledig in een document te benoemen.
In deze beleidsregels wordt onderscheid gemaakt tussen ‘lichte’, ‘normale’ en ‘ernstige’ overtredingen. Om te bepalen in welke van deze categorieën een overtreding valt, wordt gekeken naar de volgende aspecten:
Afhankelijk van de categorie wordt bepaald of bestuursdwang wordt toegepast of dat een last onder dwangsom wordt opgelegd en hoe hoog deze is. Ook wordt op grond van de categorie de begunstigingstermijn bepaald. Bepaalde overtredingen kennen overigens geen onderscheid. Zo is in het geval er sprake is van (brand)veiligheid of het toebrengen van schade aan een monument altijd sprake van de categorie ‘ernstig’ en bij het ontbreken van een vergunning voor een alarminstallatie altijd van de categorie ‘licht’.
Daarnaast zal bij lichte overtredingen niet snel sprake zijn van het stilleggen van de activiteit. Vandaar dat deze variant niet in de tabel is opgenomen.
Indien sprake is van een combinatie van overtredingen kan er voor worden gekozen de dwangsommen bij elkaar op te tellen. Indien daar niet voor wordt gekozen zal in ieder geval de dwangsom worden aangehouden voor de zwaarste overtreding en derhalve de hoogste dwangsom. Wat betreft de begunstigingstermijn zal de langste bij een van de overtreding behorende begunstigingstermijnen worden aangehouden. Van een cumulatie van begunstigingstermijnen is in beginsel geen sprake, tenzij bij dringende gevallen, dan wordt de kortste termijn gehanteerd.
Bij milieuovertredingen wordt door de Regionale UitvoeringsDienst gehandhaafd conform het landelijke handhavingsbeleid zoals dat is vastgesteld door het ministerie van I&M.
Voor wat betreft overtredingen van de Drank- en Horecawet vindt handhaving plaats conform de hiervoor apart vastgestelde handhavingsstrategie.