Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Mandaat en machtiging Manager Veiligheid - Jeugdhulp VTO

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaat en machtiging Manager Veiligheid - Jeugdhulp VTO
CiteertitelMandaat en machtiging Manager Veiligheid - jeugdhulp VTO
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Jeugdwet, art. 2.3
  3. Jeugdwet, art. 2.4
  4. Burgerlijk Wetboek, art. 1:265b
  5. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2015nieuwe regeling

16-06-2015

Gemeenteblad, 2015, 56672

2015.0.055.709

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaat en machtiging Manager Veiligheid - Jeugdhulp VTO

 

 

Mandaat en machtiging Manager Veiligheid - Jeugdhulp VTO

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

Overwegende dat:

  • -

    als gevolg van de decentralisatie van de jeugdzorg bevoegdheden uit de Jeugdwet per 1 januari 2015 aan het college van burgemeester en wethouders zijn toegekend;

  • -

    een groot deel van deze bevoegdheden op grond van het Algemeen Mandaat- en Volmachtbesluit gemeente Arnhem 2015 kunnen worden uitgeoefend door medewerkers van de wijkteams;

  • -

    het college een duidelijk onderscheid ziet tussen bevoegdheden in het kader van vrijwillige, open jeugdhulp en de jeugdhulp in het gedwongen kader;

  • -

    de wijkteams zich concentreren op toeleiding naar de vrijwillige jeugdhulp;

  • -

    het college het wenselijk acht in het kader van de jeugdhulp in het gedwongen kader de bevoegdheid met betrekking tot het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescheming te beleggen bij een aan het college ondergeschikte functionaris;

  • -

    het hiervoor noodzakelijk is deze functionaris te machtigen om gebruik te maken van een landelijk, digitaal systeem, genaamd de Collectieve opdrachtrouteervoorziening (CORV) waarop gemeenten per 1 januari 2015 verplicht zijn aangesloten;

  • -

    het college het tevens wenselijk acht bij deze zelfde functionaris de bevoegdheid te beleggen om een verleningsbeschikking af te geven indien uit het onderzoek van de Raad voor de Kinderbeschemring blijkt dat een uithuisplaatsing noodzakelijk is;

Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, artikelen 2.3 en 2.4 van de Jeugdwet alsmede artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

  • 1.

    Op te dragen aan de Manager Veiligheid van de afdeling bestuursondersteuning (cluster intern advies):

    • a.

      de bevoegdheid tot het doen van het verzoek tot instellen van een onderzoek naar een maatregel over een minderjarige bij de Raad voor de Kinderbescherming;

    • b.

      de bevoegdheid tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek juncto artikel 2.3 van de Jeugdwet indien blijkt uit het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming dat uithuisplaatsing van de jeugdige noodzakelijk is.

  • 2.

    De Manager Veiligheid van de afdeling bestuursondersteuning (cluster intern advies) te machtigen gebruik te maken van de CORV voor het uitoefen van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 1, onder a.

  • 3.

    Te bepalen dat bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikelen 1 en 2 het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijk voorschrift in acht wordt genomen en dat:

    • a.

      de Manager Veiligheid daarbij handelt conform de werkafspraken;

    • b.

      bij de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 1, onder b, vooraf overleg wordt gevoerd met het wijkteam dat is betrokken bij de jeugdige.

  • 4.

    Te bepalen dat de gemandateerde overleg voert met portefeuillehouder alvorens een besluit te nemen in de volgende gevallen:

    • a.

      de te nemen beslissing afwijkt van bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften;

    • b.

      de te nemen beslissing afwijkt van de uitkomsten van het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming;

    • c.

      tijdens de voorbereiding van het besluit naar voren komt dat de te nemen beslissing bestuurlijk of maatschappelijk gevoelig ligt.

  • 5.

    Te bepalen dat uitgaande stukken als volgt worden ondertekend: Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, namens het college,

gevolgd door de naam van de functionaris, de functie-aanduiding Manager Veiligheid

  • 6.

    Te bepalen dat in geval van afwezigheid van de functionaris, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, deze bevoegdheden uitgeoefend worden door de Procesregisseur van de afdeling Bestuursondersteuning (cluster Intern Advies).

  • 7.

    Te bepalen dat:

    • a.

      Dit besluit kan worden aangehaald als “Mandaat en machtiging Manager Veiligheid - jeugdhulp VTO".

    • b.

      Dit besluit op 1 juli 2015 in werking treedt.

      Burgemeester en Wethouders van Arnhem,

      de secretaris, de burgemeester,