Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Gemeenteblad 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeenteblad 2015
CiteertitelBesluit toepassing verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpGemeenteblad 2015-21

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 12, aanhef en onder c, 18, eerste lid, aanhef en onder c, en 24 van de Verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-201501-08-2020Onbekend

20-01-2015

Gemeenteblad 2015-21

gelezen het voorstel van de directeur Jeugd en Onderwijs van cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 20 januari 2015, 14MO12726

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeenteblad 2015

Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de directeur Jeugd en Onderwijs van cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 20 januari 2015, 14MO12726;

 

gelet op de artikelen 12, aanhef en onder c, 18, eerste lid, aanhef en onder c, en 24 van de Verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015;

 

besluit vast te stellen:

 

Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015

 

 

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder verordening: Verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015.

 

Artikel 2

  • 1.

    Van ernstige benadeling van het gezin als gevolg van begeleiding van de leerling bij gebruikmaking van openbaar vervoer, als bedoeld in artikel 12, aanhef en onder c, dan wel artikel 18, eerste lid, aanhef en onder c, van de verordening, is in ieder geval sprake, indien de leerling een speciale school voor basisonderwijs dan wel een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt en:

  • 1.

    van het gezin daarnaast ten minste één kind deel uitmaakt dat een andere school bezoekt en dat naar het oordeel van het college, mede op grond van een advies van deskundigen dat naar het oordeel van het college voor de aanvraag relevant is, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken, mits de ouders aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet in staat zijn hun kinderen naar de verschillende scholen te begeleiden en dat géén beroep kan worden gedaan op een ander om de begeleiding van de leerling of het andere kind dan wel de andere kinderen van het gezin op zich te nemen, dan wel;

  • 2.

    van het gezin daarnaast ten minste twee nog niet-schoolgaande kinderen deel uitmaken, mits de ouders aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet in staat zijn de leerling naar de school te begeleiden en dat géén beroep kan worden gedaan op een ander om de begeleiding van de leerling dan wel de verzorging van de nog niet-schoolgaande kinderen op zich te nemen, dan wel;

  • 3.

    de leerling voor diens begeleiding naar de school op diens vrouwelijke ouder is aangewezen en die ouder zwanger dan wel recentelijk bevallen is.

 

  • 1.

    In het geval als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, wordt de vervoersvoorziening op basis van aangepast vervoer slechts toegekend gedurende de periode vanaf de datum waarop blijkens een verklaring van een arts of een verloskundige de vermoedelijke bevalling binnen zes weken is te verwachten tot en met tien weken na de datum waarop de bevalling heeft plaats gevonden.

 

Artikel 3

Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 12 van de verordening, dan is vervoer van school naar de buitenschoolse opvang of een door ouders aangewezen ander structureel opvangadres, dat niet is aangemerkt als de woning waar de leerling structureel verblijft, mogelijk als voldaan wordt aan de volgende twee voorwaarden:

  • 1.

    het opvangadres heeft een structureel karakter;

  • 2.

    de maximale afwijking van de ingeplande rit voor het vervoer van school naar de woning mag niet meer zijn dan 2 kilometer.

 

Artikel 4

1. Met toepassing van het bepaalde in artikel 24 van de verordening en in afwijking van het bepaalde in paragraaf 3 van de verordening, wordt aan de ouders van een leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt een vervoersvoorziening in de vorm van zelfstandig openbaar vervoer toegekend in de volgende gelimiteerde situaties:

  • 1.

    de leerling heeft in het schooljaar 2014/2015 aanspraak kunnen maken op een vervoersvoorziening in de vorm van zelfstandig openbaar vervoer en de reisafstand is meer dan zes kilometer;

  • 1.

    de leerling heeft in een schooljaar aanspraak kunnen maken op een vervoersvoorziening in de vorm van begeleid openbaar vervoer of aangepast vervoer en heeft geleerd zelfstandig te reizen.

2. De overgangsregeling zoals bedoeld in het eerste lid geldt voor sub a uitsluitend voor het schooljaar 2015/2016 en voor sub b voor de rest van het lopende schooljaar alsmede maximaal tot het einde van het opvolgende schooljaar.

 

Artikel 5

Voor zover het onvermogen van de ouders om zelf zorg te dragen voor begeleiding van de leerling zijn oorzaak vindt in problemen van medische aard van één van de ouders of van beiden, vindt het bepaalde in artikel 12, aanhef en onder c, dan wel artikel 18, eerste lid, aanhef en onder c, van de verordening slechts toepassing, indien blijkens de verklaring van een door het college aangewezen deskundige sprake is van een zodanig ernstig en chronisch probleem dat het college van oordeel is dat de begeleiding van géén der ouders gevergd kan worden.

 

Artikel 6

1. Het college gaat in ieder geval in de onderstaande situaties uit van de mogelijkheid voor een leerling om zelfstandig per fiets te reizen, als bedoeld in artikel 10 van de verordening:

  • 1.

    de leerling bezoekt een school voor regulier basisonderwijs en is ten minste 9 jaar oud;

  • 2.

    de leerling bezoekt een school voor het speciaal basisonderwijs en zit ten minste in groep 7;

  • 3.

    de leerling wiens ouders zelf een fietsvergoeding voor hun kind aanvragen;

  • 4.

    de leerling van wie de school een reisadvies afgeeft waaruit blijkt dat de leerling zelfstandig kan reizen per fiets.

2. Het college gaat in ieder geval in de volgende situaties uit van de mogelijkheid voor een leerling om onder begeleiding per fiets te reizen, als bedoeld in de artikelen 11 en 17 van de verordening:

  • 1.

    de leerling bezoekt een school voor regulier basisonderwijs, kan onder begeleiding reizen en is ten minste 8 jaar oud;

  • 2.

    de leerling bezoekt een school voor speciaal basisonderwijs, kan onder begeleiding reizen en is ten minste 9 jaar oud;

  • 3.

    de leerling bezoekt het voortgezet speciaal onderwijs, heeft begeleiding nodig bij het reizen en de ouders vragen zelf een begeleide fietsvergoeding aan;

  • 4.

    de leerling bezoekt het voortgezet speciaal onderwijs, heeft begeleiding nodig bij het reizen en de school geeft een reisadvies af waaruit blijkt dat de leerling onder begeleiding per fiets kan reizen.

 

Artikel 7

1. Het Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2010 wordt ingetrokken.

2. Het Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2010 blijft van toepassing op vervoersvoorzieningen voor het schooljaar 2014-2015.

 

Artikel 8

1. Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel 3, in werking op

1 augustus 2015 en wordt voor het eerst toegepast ten behoeve van vervoersvoorzieningen voor het schooljaar 2015-2016.

2. Artikel 3 treedt in werking op een door het college nader te bepalen datum.

3. Artikel 6 zal in schooljaar 2015-2016 nog slechts als pilot worden ingevoerd op één nader te bepalen school voor voortgezet speciaal onderwijs en op één nader te bepalen school voor primair onderwijs. Afhankelijk van de resultaten zal besloten worden of vervoer per fiets in het schooljaar 2016-2017 volledig zal worden ingevoerd.

 

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2015.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 januari 2015.

 

De secretaris, De burgemeester,

 

 

 

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

 

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 2 februari 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)