Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2015 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | huisvestingsverordening 2015 |
Geen
artikel 4 van de Huisvestingswet 2014
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-07-2019 | Nieuwe regeling | 16-06-2015 GVOP | 15-0012014 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
woonlasten: huurprijs, servicekosten, reinigingsrechten, energierekening, rekening voor waterleverantie, OZB, bijdrage VVE, opstalverzekering, waterschaps- en polderlasten, aflossing hypotheek en 2/3 van de hypotheekrente, met inbegrip van voorliggende voorzieningen als Huurtoeslag, Woonkostentoeslag.
Hoofdstuk 2. De huisvestingsvergunning
Artikel 2 Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte
Woonruimte van toegelaten en niet toegelaten instellingen en particuliere verhuurders met een huurprijs beneden de huurtoeslaggrens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag mag enkel voor bewoning door een huishouden in gebruik worden genomen of gegeven als daarvoor een huisvestingsvergunning is verleend.
Artikel 6 Verantwoording toegewezen woonruimte
Woningcorporaties en niet toegelaten instellingen verantwoorden achteraf, in hetzelfde medium als waarin zij de woonruimte hebben aangeboden, de toewijzing aan woningzoekenden van de woonruimte als bedoeld in artikel 5 lid 1 door bekendmaking van het aantal geldige reacties dat op de woonruimte is binnengekomen.
Artikel 7 Voorrang bij urgentie
Paragraaf 3.2 Urgentiecategorieën
Artikel 10 Uitstroom van personen die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen, die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor als de aanvrager:
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor als de aanvrager naar het oordeel van het bestuursorgaan dringend behoefte heeft aan woonruimte binnen de gemeente Krimpenerwaard, omdat hij of een lid van zijn huishouden mantelzorg ontvangt van of verleent aan een inwoner van de regio.
Artikel 12 Doorstroming vanuit opvanginstellingen
De in lid 1 en lid 2 bedoelde instelling stelt een rapportage op waarin een beschrijving wordt gegeven van het doorlopen of door te lopen traject en, voor zover de zorg of nazorg nog voortduurt, waaruit blijkt waaruit de te verlenen zorg of nazorg bestaat. Het bestuursorgaan kent bij zijn beslissing op de aanvraag om urgentieverklaring zwaarwegend gewicht toe aan de rapportage.
Artikel 13 Achterblijvers MIVA-woning
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor indien een zorgbehoevende(n) duurzaam niet meer woonachtig is in de MIVA-woning (door overlijden, door verhuizing naar instelling of andere woonvorm of andere reden), en achterblijvers zich contractueel verplicht hebben de woning binnen 6 maanden ter verlaten zodra zich een nieuwe kandidaat heeft gemeld.
Artikel 14 Herhuisvesting in verband met sloop of ingrijpende verbetering
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor indien het huisvestingsprobleem van aanvrager wordt veroorzaakt doordat zijn huidige woonruimte:
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor als de aanvrager in geval
door de instantie die belast is met de uitvoering van de Wet werk en bijstand een woonkostentoeslag met verhuisverplichting is toegekend, of het huishouden houdt in de huidige zelfstandige woonruimte, na aftrek van de woonlasten, minder dan de helft van de voor dat huishouden geldende netto-bijstandsnorm over èn de huurprijs van de woonruimte (wanneer het een huurwoning betreft) ligt boven de voor het desbetreffende huishouden geldende aftoppingsgrens volgens de Wet op de huurtoeslag.
Een vergunninghouder wordt gelijkgesteld met de houder van een urgentieverklaring vanaf het moment waarop de vergunninghouder ingevolge de in artikel 28 van de wet bedoelde taakstelling gehuisvest dient te worden door de gemeente Krimpenerwaard tot het moment waarop de vergunninghouder gehuisvest is.
Hoofdstuk 4 Voorrang en rangorde
Artikel 19 Voorrang in verband met slaagkansen
Indien blijkt dat bepaalde (doel)groepen woningzoekenden in onvoldoende mate voor toewijzing in aanmerking komen, kunnen burgemeester en wethouders woonruimte met voorrang voor die (doel)groep bestemmen.
Artikel 20 Rangorde woningzoekenden
Als op grond van de wet of deze verordening meerdere woningzoekenden met voorrang in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning, wordt de rangorde als volgt bepaald:
als op grond van onderdeel b meerdere woningzoekenden met dezelfde rangorde in aanmerking komen, dan gaan woningzoekenden met een eerder afgegeven beschikking tot indeling in een urgentiecategorie voor op woningzoekenden met een later afgegeven beschikking. Daarna komen de andere woningzoekenden in aanmerking, in volgorde van de datum van afgifte van de beschikking tot indeling in een urgentiecategorie.
Artikel 22 Vruchteloze aanbieding
In overeenstemming met artikel 17 van de wet wordt in afwijking van het in artikel 20 bepaalde de huisvestingsvergunning verleend als de woonruimte door de eigenaar overeenkomstig de in het tweede en derde lid weergegeven procedure tenminste 2 maal vruchteloos is geadverteerd aan de woningzoekenden.
Burgemeester en wethouders kunnen voor een bepaalde tijd experimenten binnen de kaders van de wet toestaan, waarin wordt afgeweken van de bepalingen van deze verordening. Belanghebbende partijen kunnen hiertoe een onderbouwd verzoek bij burgemeester en wethouders indienen.
Burgemeester en wethouders kunnen de artikelen in hoofdstuk 3 en 4 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.