Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpenerwaard

Handhavingsverordening Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen gemeente Krimpenerwaard 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpenerwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen gemeente Krimpenerwaard 2015
CiteertitelHandhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015
Vastgesteld doorGemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

in het kader van het financiële beheer is het noodzakelijk bij verordening regels te stellen over de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van uitkeringen en het misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 8b van de Participatiewet
  2. Artikel 35, eerste lid, onderdeel c, van de en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
  3. Artikel 35, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-06-2015Nieuwe regeling

16-06-2015

Gemeenteblad 22-06-2015, Nr. 55156

15-0010777

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen gemeente Krimpenerwaard 2015

 

 

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen, gericht op het voorkomen, ontmoedigen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van een uitkering of inkomensvoorziening;

  • b.

    Fraude: het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken van , voor de bepaling van het recht op uitkering en de duur en de hoogte van de uitkering, relevante gegevens, met als gevolg dat de uitkering geheel of ten dele ten onrechte wordt verstrekt;

  • c.

    Misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften;

  • d.

    Oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet bestond.

  • e.

    Inlichtingenplicht: de plicht zoals bedoeld in de wet, of de verplichtingen bedoeld in artikel 30c tweede en derde lid, Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • f.

    Aangiftegrens: de grens als bedoeld in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude.

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1.

    Het college voert een actief handhavingsbeleid ter voorkoming en bestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke uitkeringen.

  • 2.

    Het college stelt ter nadere uitvoering van de verordening een beleidsplan vast, waarin invulling wordt gegeven aan de wijze van fraudepreventie, misbruik en oneigenlijk gebruik en handhaving.

  • 3.

    In het beleidsplan beschrijft het college in ieder geval:

    • a.

      de maatregelen die gericht zijn op fraudepreventie;

    • b.

      de wijze van controle bij een verzoek om uitkering, de voortzetting ervan en de beëindiging van het recht op uitkering;

    • c.

      de handelwijze bij inconsistenties alsmede het gebruik van signaal- en risicosturing bij de beoordeling van het recht op uitkering;

    • d.

      de uitvoering van onderzoeken en bestandsvergelijkingen waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd en vergeleken.

Artikel 3 Voorlichting

  • 1.

    Om fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen tegen te gaan informeert het college belanghebbende: a. over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een uitkering, inkomensvoorziening of een re-integratievoorziening zijn verbonden; b. over de consequenties van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor een optimale dienstverlening met het doel de nalevingsbereidheid van regels onder belanghebbenden te vergroten.

Artikel 4 Onderzoek

  • 1.

    Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering of inkomensvoorziening en kan daarbij gebruik maken van huisbezoeken, risicoprofielen, bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen en beschikbare gegevens van andere organisaties. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op en de hoogte van een uitkering of inkomensvoorziening.

  • 2.

    Onderzoek als bedoeld in het eerste lid kan ook worden uitgevoerd met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.

Artikel 5. Bestuurlijke boete en aangifte bij het Openbaar Ministerie

  • 1.

    Als er sprake is van schending van de inlichtingenplicht legt het college een bestuurlijke boete op zoals bedoeld in artikel 18a van de Participatiewet.

  • 2.

    Wanneer het bedrag aan ten onrechte verstrekte bijstand door het schenden van de inlichtingenplicht hoger is dan de aangiftegrens, wordt bij het Openbaar Ministerie aangifte gedaan.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7. Intrekken verordeningen

Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening, worden de volgende verordeningen ingetrokken:

  • -

    Handhavingsverordening 2012, gemeente Bergambacht, d.d. 26 juni 2012;

  • -

    Handhavingsverordening 2012, gemeente Nederlek, d.d. 12 oktober 2012;

  • -

    Handhavingsverordening 2012, gemeente Ouderkerk, d.d. 28 juni 2012;

  • -

    Handhavingsverordening 2012, gemeente Schoonhoven, d.d. 21 juni 2012;

  • -

    Handhavingsverordening 2012, gemeente Vlist, d.d. 12 juni 2012.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na bekendmaking.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 16 juni 2015

de griffier, Drs. K.E. Driehuijs.

de voorzitter, Mr. T.P.J. Bruinsma.

Algemene toelichting

De kern van deze Handhavingsverordening is ervoor te zorgen dat regels worden nageleefd en bijstand alleen gaat naar burgers die daar recht op hebben. Fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik ondermijnt het maatschappelijk draagvlak voor de sociale wetgeving en betekent financiële risico’s voor de gemeente. Daarom mag fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik niet lonen, moet altijd worden bestraft en de ten onrechte ontvangen uitkering moet volledig worden terugbetaald. Ook is handhaving verbonden met de bevordering van de arbeidsparticipatie en het meewerken aan de arbeidsplicht.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de rechtmatige uitvoering van de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ. De gemeenteraad is verplicht om - in het kader van het financiële beheer- bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen of fraude,misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke uitkeringen.

De “Fraudewet” die op 1 januari 2013 in werking is getreden, regelde dat gemeenten eenduidig en strenger zijn gaan sanctioneren. De wet introduceerde opnieuw de boete bij uitkeringsfraude. Bij opzettelijke en verwijtbare schending van de inlichtingenplicht betalen burgers niet alleen de ten onrechte teveel ontvangen uitkering terug, maar krijgen zij daarnaast een boete opgelegd die even hoog is als het benadelingsbedrag. Bij recidive is de boete niet alleen hoger (anderhalf keer het benadelingsbedrag), maar wordt deze tevens volledig verrekend met de uitkering, waardoor de klant mogelijk enige tijd geen inkomsten ontvangt. Daarnaast is de aangiftegrens bij Openbaar Ministerie verhoogd van € 10.000 voor zwarte fraude en € 35.000 voor witte fraude, naar € 50.000 voor alle soorten fraude. De “Wet huisbezoeken”, die ook op 1 januari 2013 in werking trad, geeft meer mogelijkheden om de leefsituatie te controleren. Door deze maatregelen wordt het bereik van het handhavingsbeleid groter en daarmee ook de pakkans en kunnen meer zaken in het kader van een lik-op-stuk beleid worden afgehandeld. Tevens is de doelgroep van het handhavingsbeleid met de invoering van de Participatiewet tevens uitgebreid.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel1Begripsomschrijving

Artikel 8b Participatiewet en artikel 35, eerste lid, onderdeel c, van de IOAW en de IOAZ bepalen dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van genoemde wetten. Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen omtrent handhaving. De gemeenteraad stelt op hoofdlijnen het beleid rondom handhaving vast door middel van deze Handhavingsverordening.

Voor de definitie van het begrip “fraude” is aangesloten bij de wettelijke definitie. Fraude betreft schending van de inlichtingenverplichting. Dit omvat alle schakeringen van fraude, van schending van de inlichtingenverplichting uit onwetendheid of onbekendheid met de regels tot en met het willens en wetens niet opgeven van informatie waardoor men een gemeentelijke uitkering ontvangt waar men geen recht op heeft, van een klein bedrag tot soms tienduizenden euro’s.

 

Artikel2Opdracht aan het college

Het college legt in een beleidsplan de activiteiten die het college uitvoert om de naleving van verplichtingen die zijn verbonden aan de gemeentelijke uitkeringen te bevorderen vast. Het gaat om het voorkómen van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik, het bevorderen van spontane naleving van de wet- en regelgeving, en ervoor zorgen dat cliënten niet uit onwetendheid frauderen, het met inzet van de toegestane middelen op- sporen van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik.

 

Artikel3Voorlichting en artikel 4 Onderzoek

Met deze Handhavingsverordening wordt de handhaving voortgezet, zoals dat met de Handhavingsverordening 2012 van de vijf voormalige gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist is ingevoerd. Doel is te borgen dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben deze ontvangen in overeenstemming met de wet- en regelgeving.

 

Artikel5Bestuurlijke boete en aangifte bij het Openbaar Ministerie

Als het college fraude constateert, dan wordt dit altijd bestraft met een bestuurlijke boete. Boven de aangiftegrens wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Een ten onrechte ontvangen uitkering moet altijd worden terugbetaald. In de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (2012AO22) wordt als aangiftegrens een benadelingsbedrag van € 50.000,00 gehanteerd.