Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling "Veiligheidsregio Noord-Holland Noord |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling "Veiligheidsregio Noord-Holland Noord |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 001 bestuursorganen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | nieuwe 18-11-regeling | 18-11-2003 . | . |
De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Alkmaar, Andijk, Anna Paulowna, Bergen, Castricum, Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Graft-De Rijp, Harenkarspel, Heerhugowaard, Heiloo, Hoorn, Langedijk, Medemblik, Niedorp, Koggenland, Opmeer, Schagen, Schermer, StedeBroec, Texel, Drechterland, Wervershoof, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe, ieder voorzover het hun bevoegdheden betreft;
aan te gaan de navolgende gemeenschappelijke regeling tot vorming van een openbaar lichaam genaamd “Veiligheidsregio Noord-Holland Noord”.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Doel van de regeling is het gezamenlijk behartigen van belangen, die de schaal van de individuele gemeenten te boven gaan, ten behoeve van de veiligheid van de bevolking in het samenwerkingsgebied.
Hoofdstuk 2: Samenstelling en werkwijze bestuur
Een lid van het algemeen bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stelt het lid de voorzitter van het Algemeen Bestuur alsmede de raad die het lid heeft benoemd, schriftelijk op de hoogte. Een lid van het Algemeen Bestuur, dat ontslag heeft genomen behoudt zijn lidmaatschap totdat in zijn opvolging is voorzien;
Ieder lid van het Algemeen Bestuur heeft een aantal stemmen afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente, welke het vertegenwoordigt.
Hierbij geldt de volgende sleutel: één stem voor gemeenten tot 10.000 inwoners, twee stemmen voor gemeenten tot 20.000 inwoners, drie stemmen voor gemeenten tot 30.000 inwoners en zo voort. Peildatum voor het aantal inwoners is 1 januari van het jaar van nieuwe samenstelling van het Algemeen Bestuur.
HOOFDSTUK 3: BEVOEGDHEDEN BESTUURSORGANEN
Naast de uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het dagelijks bestuur belast met en bevoegd tot:
HOOFDSTUK 5: FINANCIËLE BEPALINGEN
Het algemeen bestuur stelt bij verordening vast:
De bepalingen van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 17 januari 2003 en de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet en de Wet Financiering decentrale overheden zijn van overeenkomstige toepassing.
De raden van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijze is vervat, bij de ontwerp-begroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. Voorts is artikel 35, lid 2, van de wet van toepassing.
De in het eerste en tweede lid bedoelde stukken liggen, zodra zij aan het algemeen bestuur zijn overlegd, voor een ieder ter inzage en zijn algemeen verkrijgbaar. Van de terinzagelegging en de verkrijgbaarstelling wordt door het dagelijks bestuur openbaar kennis gegeven. Het algemeen bestuur beraadslaagt over de jaarrekening en het jaarverslag niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving.
Bij het vaststellen van de jaarrekening neemt het algemeen bestuur een besluit over de bestemming van het exploitatieresultaat. De artikelen 198, tweede lid, tot en met 201 Gemeentewet zijn voor zoveel nodig van overeenkomstige toepassing.
Voor het betalen van rente en aflossing van geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden, staan de deelnemers garant voor zover terzake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De deelnemers nemen aan de garantie deel in de verhouding van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarin de garantie is verleend. Het bepaalde in artikel 29, lid 2 inzake de vaststelling van het aantal inwoners is hierbij van overeenkomstige toepassing. Indien uit deze bepaling in enig jaar voor de deelnemers betalingsverplichtingen voortvloeien, worden deze aan de met de deelnemers te verrekenen bijdragen toegevoegd.
Artikel 29: Verdeling van baten en lasten
De in het vorige lid onder a bedoelde bijdragen omvatten de jaarlijkse lasten, voor zover deze niet door de opbrengsten uit andere vergoedingen worden bestreden. Voor de vaststelling van deze bijdragen geldt het volgende uitgangspunt:
de bijdragen van een deelnemer wordt bepaald naar rato van het aantal inwoners van de deelnemer op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van het aantal inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakt bevolkingscijfer aangehouden.
Toelichting bij de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
Met de totstandkoming van de gemeenschappelijke regeling Meldkamer Brandweer/CPA Noord-Holland Noord hebben de gemeenten in Noord-Holland Noord in 1998 een traject ingezet om te komen tot één hulpverleningsorganisatie voor de gehele regio.
Mede onder impuls van de landelijke projecten versterking brandweer en versterking geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en in de wetenschap dat kwaliteitsverbetering (Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding) en kostenbeheersing dringend noodzakelijk zijn, is gewerkt aan de fusie van de regionale brandweren in GGD’en van Noord-Kennemerland, Westfriesland en de Kop van Noord-Holland en het daarna, tezamen met de meldkamer brandweer/cpa, onderbrengen in één organisatie.
De gemeenschappelijke regeling
In het belang van de kwaliteitsverbetering, de bestuurlijke efficiency en een adequate integratie, afstemming en coördinatie is gekozen voor het onderbrengen van de taken in één gemeenschappelijke regeling.
De basis voor deze regeling ligt in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het levert het bestuurlijk-juridisch frame op voor de samenwerking tussen de betrokken gemeenten. In de gemeenschappelijke regeling wordt uitdrukkelijk niet voorzien in het vastleggen van de volledige organisatie ter uitvoering van de ingebrachte samenwerkingstaken.
Hiertoe dient een te maken organisatieverordening.
De bepalingen van hoofdstuk 4 van deze regeling inzake personeel en organisatie vormen daarbij een basis.
In de naam komt het karakter van de organisatie tot uitdrukking. Voorts wordt aangesloten bij landelijk gangbare naamgeving.
De organisatie wordt gevestigd in Alkmaar en zal worden ondergebracht in de brandweerkazerne aan het Nollenoor. Aldaar wordt tevens gevestigd het bureau crisisbeheersing zodat daarmee de regie van de rampenbestrijding onder één dak komt.
Bij de omschrijving van de taken is aansluiting gezocht bij de Brandweerwet 1985, de Wet rampen en zware ongevallen, de Wet ambulancevervoer en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen.
In het algemeen bestuur hebben vertegenwoordigers zitting uit alle deelnemende gemeenten. In de wet is hiervoor gekozen om de gemeentelijke betrokkenheid te benadrukken en een goede informatievoorziening naar alle deelnemers te waarborgen. Er is sprake van een gewogen stemverhouding gerelateerd aan het inwonertal van de deelnemende gemeenten.
De wet laat niet toe dwingende bepaling op te nemen omtrent de persoon van de afgevaardigden van de deelnemende gemeenten. Gelet echter op de aard van de regeling wordt primair gedacht aan de burgemeester. Hiermee wordt een algemeen bestuur gevormd met dezelfde samenstelling als het regionaal college, zodat een verbinding naar ‘blauw’ is gelegd. Een dergelijke ‘personele unie’ kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering van de rampenbestrijding.
Gekozen is voor een algemeen bestuur waarin alle gemeenten één afgevaardigde hebben.
Voor een evenwichtige verdeling van de zetels, vindt kandidaatstelling plaats vanuit Noord-Kennemerland, Westfriesland en de Kop van Noord-Holland. Leden van het dagelijks bestuur worden gekozen door en uit het algemeen bestuur. Gekozen is voor een bestuur van zes leden. Bij de kandidaatstelling wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van twee leden per regio.
De voorzitter wordt eveneens door en uit het algemeen bestuur gekozen. De voorzitter is zowel voorzitter van het algemeen als van het dagelijks bestuur.
Ook hier geldt dat de wet geen dwingende bepalingen toelaat met betrekking tot de keuze van de voorzitter. Door de gewestbesturen wordt echter geadviseerd de burgemeester van Den Helder…???
Op grond van de artikelen 24 en 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen kan het algemeen bestuur commissies van advies en bestuurscommissies instellen. Daarnaast kunnen de voorzitter en het dagelijks bestuur andere commissies van advies instellen. Bevoegdheden en samenstelling worden vastgelegd in nader op te stellen reglementen. Aangezien wellicht tot het instellen van bestuurscommissies wordt overgegaan, wordt de mogelijkheid hiertoe geopend. Consequentie van het ontbreken van een dergelijke bepaling is dat, alvorens tot het instellen van een bestuurscommissie kan worden overgegaan, eerst de gemeenschappelijke regeling dient te worden gewijzigd.
Het algemeen bestuur wijst de secretaris en de directie van de gemeenschappelijke regeling aan.
De nadere invulling en aanwijzing van de directie wordt geregeld in een vast te stellen organisatieverordening.
De kosten worden vooralsnog omgeslagen over de deelnemende gemeenten naar rato van het inwonertal.
Als alternatief kan ook aansluiting worden gezocht bij de uitkering van het Gemeentefonds teneinde aldus een verfijning van deze omslag te verkrijgen.
Probleem daarbij is dat in deze fase de consequenties moeilijk zichtbaar kunnen worden gemaakt.
In verband hiermee wordt voorgesteld de eerste twee jaar te werken met het ‘klassieke’ systeem. Alsdan kan bezien worden of en, zo ja, hoe de verdeelsleutel dient te worden aangepast.
Artikel 25 geeft de procedure aan welke gevolgd moet worden bij het vaststellen van de begroting. De wet schrijft voor dat gedurende zes weken de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid worden gesteld, hun zienswijze naar voren te brengen bij het dagelijks bestuur. In de onderhavige regeling is gekozen voor een termijn van twaalf weken tussen indienen bij het algemeen bestuur en raden en het vaststellen door het algemeen bestuur. Na de verplichte zesweken periode (naar voren brengen van de zienswijze), verzamelt het dagelijks bestuur de binnengekomen reacties, en stuurt deze door naar het algemeen bestuur. Tussen het binnenkomen, verwerken, standpuntbepaling in bestuursvergadering en verzending naar algemeen bestuur en de vergadering van het algemeen bestuur zal een periode van vijf weken zitten. Vaststelling van de begroting dient uiterlijk 1 juli plaats te vinden, zodat verzending van de concept begroting aan raden en algemeen bestuur voor 1 april moet plaatsvinden.
In principe biedt artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de mogelijkheid geschillen ter beslechting voor te leggen aan gedeputeerde staten.
Gedeputeerde staten is, terecht, voorstanden van het zoveel als mogelijk oplossen van geschillen in eigen kring en wil slechts dienen als laatste remedie.
De opgenomen geschillenregeling gaat nog een stap verder en sluit de tussenkomst van gedeputeerde staten als vredesrechter uit. Daarvoor in de plaats komt de geschillencommissie. Onder omstandigheden kan gedeputeerde staten nog wel een bemiddelende rol spelen bij de samenstelling van deze commissie.
Deze is bepaald op 1 januari 2004. Op die datum is tevens de fusie regionale brandweer afgerond en wordt de desbetreffende taak gelijktijdig ingebracht. De datum van inbreng van de overige taken is telkenmale onderwerp van separate besluitvorming.
Deze regeling heeft consequenties voor diverse vigerende gemeenschappelijke regelingen, waarin de activiteiten thans zijn ondergebracht.
Dit geldt voor de regeling van het SNK, het SOW en het Gewest Kop van Noord-Holland, alsmede voor de GR Meldkamer Brandweer/CPA Noord-Holland Noord.