Nummer: 04-06-15/09
De raad der gemeente Hellevoetsluis;
gehoord de commissie wonen, werk en recreatie; gelezen het voorstel van
burgemeester en wethouders van 28 april 2015, nummer 04-06-15/09;
overwegende dat het vereist is om regels vast te stellen voor het gebruik en
beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en); gelet op artikel 35, eerste
lid van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de verordening op het beheer en gebruik van de algemene
begraafplaats(en) in de gemeente Hellevoetsluis.
HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats(en): de begraafplaats(en) Rijksstraatweg, Smitsweg
en Stoofweg;
- b
een zand graf of keldergraf;
- c.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een
ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van
lijken;
- d.
algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer, op een
speciaal daarvoor aangelegde grafakker, waarin aan een ieder
gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van kinderlijken
beneden de leeftijd van 18 jaar;
- efg.
particulier graf, particulier selectief graf, particulier
kindergraf tot 18 jaar: een graf, grafkelder daaronder begrepen,
waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend
recht voor een bepaalde periode is verleend tot: - het doen
begraven en begraven houden van lijken; - het doen bijzetten en
bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen
verstrooien van as;
- h.
grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of
meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;
grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of
wand;
- i.
particulier urnengraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht voor een bepaalde periode is
verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen
met of zonder urnen;
- j.
particuliere urnen nis (columbarium) waarvoor aan een natuurlijk
of rechtspersoon het uitsluitend recht voor een bepaalde periode
is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van
asbussen met of zonder urnen;
- k.
particuliere plaats in een urnentuin: een plaats in de urnentuin
waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend
recht voor een bepaalde periode is verleend tot het doen
bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
- l.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer as bussen;
- m.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- n.
verstrooiingsplaats: in of boven een particulier graf of op het
strooiveld op de begraafplaats aan de Stoofweg waarop de as van
een overledene kan worden verstrooid;
- o.
grafbedekking: gedenkteken en/of beplanting op een graf, een
verstrooiingsplaats of gedenkplaats;
- p.
beheerder: de ambtenaar die belast is met de algehele leiding
van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;
- q.
rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een
uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een
particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel
die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn
getreden.
- r.
gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht
tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen
urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht
kan worden in diens plaats te zijn getreden.
Artikel 2 Uitbreiding begrippen: particulier graf en algemeen graf
- 1.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening
bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede
verstaan: particulier urnengraf, particuliere urnen nis en
particuliere gedenkplaats.
- 2.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening
bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘algemeen graf’ mede
verstaan: algemeen urnengraf.
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)
- 1.
De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk
gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen
tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.
- 2.
Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de
toegangen tijdelijk worden gesloten.
- 3.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor
het publiek geopend zijn zich daarop te bevinden, anders dan voor
het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
Artikel 4 Ordemaatregelen
- 1.
Bezoekers, personeel van uitvaart ondernemingen en personen die
werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn
verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden
aan de aanwijzingen van de beheerder.
- 2.
De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid
bedoelde aanwijzingen houden van de begraafplaats verwijderen of
laten verwijderen.
- 3.
Het is op de begraafplaats(en) verboden:
- a.
met motorvoertuigen en (brom)fietsen, niet zijnde
invalidenvoertuigen, op de begraafplaatsen te rijden;
- b.
zonder toestemming van de beheerder van de begraafplaats met
motorvoertuigen op de begraafplaats te rijden, elders dan op
de daartoe aangewezen rijwegen;
- c.
de maximaal toegestane snelheid van 10 km per uur te
overschrijden;
- d.
honden of andere dieren niet aangelijnd mee te nemen;
- e.
op de graven te lopen of te zitten en gereedschappen of
andere niet tot de graven behorende voorwerpen neer te
leggen;
- f.
de begraafplaats(en) te verontreinigen;
- g.
zonder toestemming of opdracht van de nabestaanden een
uitvaart te fotograferen, te filmen of anderszins te
registreren;
- h.
bloemen of andere waren te koop aan te bieden of hiervoor
reclame te maken;
- i.
as te verstrooien of andere vormen van lijkbezorging te
bezigen anders dan na toestemming van de beheerder.
- 4.
Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de
aanhef en onder b van lid 3.
Artikel 5 Plechtigheden
- 1.
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en
dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts
plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld
aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze
waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door
de beheerder vastgesteld.
- 2.
De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn
verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden
aan de aanwijzingen van de beheerder.
Artikel 6 Opgravingen en ruimen
Bij het opgraven van lijken en het ruimen van graven zijn geen andere
personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze
werkzaamheden zijn belast.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor de lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en as bezorging, openen en sluiten van het
graf
- 1.
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen
verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur, twee werkdagen
voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing
zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag
geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien
de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur
na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder
zo tijdig mogelijk worden gedaan.
- 2.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en
het daarna sluiten van het graf, alsmede het bedienen van de
hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het op de begraafplaats
te werk gesteld personeel op aanwijzingen en onder toezicht van de
beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht
van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij
hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag
mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt.
De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als
werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de
beheerder op te volgen.
Artikel 8 Te overleggen stukken
- 1.
Begraving of de bezorging van as mag slechts geschieden indien van
tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overlegd
aan de beheerder. Tevens dient een verklaring van de gebruikte
materialen te worden overlegd. De te gebruiken materialen dienen
voor zover van toepassing te voldoen aan het besluit op de
lijkbezorging.
- 2.
Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel
dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving
een schriftelijke verklaring aan de beheerder te worden overgelegd
omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde
materialen en voorwerpen. Indien van een lijkhoes gebruik wordt
gemaakt, zal de aanbieder tevens een afschrift van een rapport
waaruit blijkt dat de gebruikte hoes voldoet aan de normen van het
besluit op de lijkbezorging moeten overleggen.
- 3.
Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf
zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te
worden overlegd ondertekend door de rechthebbende of indien deze is
overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
- 4.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de
uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn
afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van
de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende
uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum
grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de
rechthebbende of indien deze is overleden, door een van de personen
genoemd in artikel 15, tweede lid.
- 5.
De in lid 4 bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe
afgerond op een heel jaar.
- 6.
De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend
zijn.
Artikel 9 Tijden van begraven en as bezorging
- 1.
De tijd van begraven en het bezorgen van as is:
- a.
op werkdagen van 9.30 tot 15.30 uur;
- b.
op zaterdag van 9.30 tot 13.00 uur.
- 2.
Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden
afwijken.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 10 Indeling graven en as bezorging
- 1.
Op de begraafplaatsen Rijksstraatweg en Smitsweg worden geen nieuwe
graven uitgegeven. Op deze begraafplaatsen kan alleen in
particuliere graven worden begraven.
- 2.
Nieuwe graven worden alleen op de begraafplaats Stoofweg
uitgegeven.
- 3.
Op de begraafplaats Stoofweg kunnen worden uitgegeven:
- a.
algemene graven en algemene kindergraven;
- b.
- c.
particuliere selectieve graven;
- d.
particuliere kindergraven tot 18 jaar;
- e.
particuliere urnennissen ( columbarium);
- f.
particuliere urnengraven;
- g.
particuliere plaatsen in de urnentuin.
- 4.
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken
of hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in
of op de onder a, b, c, d en e in het derde lid genoemde
voorzieningen. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt
tevens de afmetingen en de uitgifteduur. De uitgifteduur kan hierbij
niet korter zijn dan de minimum termijn vastgesteld in de Wet op de
lijkbezorging.
Artikel 11 Volgorde van uitgifte
- 1.
De particuliere graven, particuliere kindergraven, algemene graven
en algemene kindergraven met uitzondering van de urnennissen,
worden, uitsluitend voor directe begraving, in volgorde van ligging
uitgegeven.
- 2.
De particuliere selectieve graven worden voor directe begraving op
reservering uitgegeven.
- 3.
Het college kan een particulier graf uitgeven anders dan voor
directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien de
situatie op de begraafplaats dit toelaat.
- 4.
Het college houdt zich het recht voor de indeling van de
begraafplaats, de bestemming van de grafvelden en het
onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.
Artikel 12 Categorieën
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en
particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt
voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 13 Termijnen particuliere graven, urnennissen, urnengraven, plaatsen
in de urnentuin en algemene graven
- 1.
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de
begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hem schriftelijk in
te dienen aanvraag, het recht:
- a.
op een particulier graf voor een tijdvak van 20 jaar;
- b.
op een selectief graf voor een tijdvak van 40 jaar;
- c.
op een particulier kindergraf voor een tijdvak van 40
jaar;
- d.
voor het plaatsen van een asbus met of zonder urn in een
particuliere urnennis, particuliere urnengraf, of een
particuliere plaats in de urnentuin voor een tijdvak van
vijf jaar;
- e.
voor het plaatsen van een gedenkplaatje op de gedenksteen
(obelisk) voor een tijdvak van vijf jaar.
- 2.
De termijnen vangen aan op de datum waarop het recht genoemd onder
het eerste lid van dit artikel is uitgegeven, waarbij deze termijnen
genoemd onder a, b en c telkenmale met tien jaar kunnen worden
verlengd, en onder d en e met vijf jaar, of zolang als de wettelijke
termijn dat vereist.
- 3.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op
aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van
tien jaar voor een particulier graf, of voor vijf jaar voor een
asbus met of zonder urn en gedenkplaatje op de obelisk, mits de
aanvraag daartoe vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt
ingediend.
- 4.
Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het
tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als
begraafplaats zal zijn onttrokken.
- 5.
Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één
rechthebbende worden verleend. Verlenging van het recht ten behoeve
van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen
bestaan.
- 6.
Het college stelt grafruimte ter beschikking voor algemene graven
voor een termijn van 20 jaar. Verlenging van de termijn is niet
mogelijk.
- 7.
Het college stelt grafruimte ter beschikking voor algemene kinder
graven beneden de 18 jaar voor een termijn van 40 jaar. Verlenging
van de termijn is niet mogelijk.
- 8.
Het college stelt grafruimte ter beschikking voor particuliere
kindergraven onder de 18 jaar voor een termijn van 40 jaar. Met de
mogelijkheid telkenmale te verlengen met tien jaar.
Artikel 14 Keldergraf
- 1.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf
vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening aanbrengen
van een keldergraf overeenkomstig de door hen te stellen
voorwaarden.
- 2.
Werkzaamheden en daaruit voorkomende kosten betreffende het openen,
onderhouden, en sluiten van een keldergraf zijn voor rekening van de
rechthebbende.
- 3.
Het college kan bij nadere regels bepalen dat grafkelders
uitsluitend mogen worden aangebracht op een daartoe aangewezen
gedeelte van de begraafplaats.
- 4.
Grafkelders mogen uitsluitend worden aangebracht door daartoe ter
zake kundige personen en onder toezicht van de beheerder.
- 5.
De rechthebbende op een particulier graf waarop een kelder is
aangebracht, is na afloop van dat recht verplicht om de grafkelder
op zijn kosten te doen verwijderen.
Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten
- 1.
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de
rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk
persoon of rechtspersoon.
- 2.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het
particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk
persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan
binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de
overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of
indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden
bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand
te worden gedaan.
- 3.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot
overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het
tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het
college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen
vervallen.
- 4.
Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes
maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen
van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op
een particulier graf dat inmiddels is geruimd.
Artikel 16 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de
rechthebbende schriftelijk afstand doen, ten behoeve van de gemeente,
van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige
verklaring doet het college van burgemeester en wethouders schriftelijk
mededeling aan de rechthebbende.
Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen
Artikel 17 Vergunning grafbedekking
- 1.
Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning
nodig van het college.
- 2.
De recht hebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor
het hebben van een grafbedekking aan.
- 3.
Het college nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen
van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en
de wijze van aanbrengen.
- 4.
Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde
nadere regels.
- 5.
Het college kan de vergunning weigeren indien:
- a.
niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere
regels;
- b.
de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de
begraafplaats;
- c.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- d.
de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;
- e.
de tekst of afbeelding op het gedenkteken naar het oordeel
van het college aanstootgevend of kwetsend kan zijn.
Artikel 18 Beplanting
- 1.
Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de aard, de
afmeting en de wijze van aanbrengen van de beplanting op de
graven.
- 2.
Zonder voorafgaande waarschuwing, en zonder dat enige aanspraak op
een vergoeding kan worden gemaakt, kunnen worden verwijderd:
- a.
beplantingen die ingevolge de in het eerste lid bedoelde
nadere regels niet zijn toegestaan;
- b.
- c.
beplantingen die, naar het oordeel van de beheerder, in een
verwaarloosde staat verkeren;
- d.
losse bloemen, planten, kransen en dergelijke, die verwelkt
zijn;
- e.
losstaande potten, vazen, slingers, vlaggen, speelgoed en
dergelijke.
- 3.
Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf
weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze
daartoe tevoren een schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de
beheerder.
Artikel 19 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
- 1.
De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte
van het graf door het college worden verwijderd.
- 2.
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het
college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de
grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende
of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende
bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende
niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van
de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het
tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel
van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de
begraafplaats bekend.
- 3.
Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering
is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente
tot enige vergoeding verplicht is.
Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende/gebruiker
- 1.
Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of
verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van
en voor risico van de rechthebbende of gebruiker.
- 2.
De rechthebbende/gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk
te onderhouden of te herstellen.
- 3.
Indien de rechthebbende of gebruiker nalaat de grafbedekking
behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de
hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele
grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende
dertien wekenter beschikking van de
rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente zonder dat deze tot
enige vergoeding verplicht is.
- 4.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de
rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring
schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de
grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker
niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de
begraafplaats op het mededelingen bord bekend. Bij het graf wordt
een verwijzing naar de mededeling bord aangebracht.
- 5.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving
verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen
binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging
zodanig is dat deze naar het oordeel van het college uiterlijk
aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van
de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Artikel 21 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het, 1á 2 maal per jaar, schoonhouden van het
gedenkteken, het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken, het
verplaatsen en terugplaatsen van aanliggend gedenktekens als gevolg van
een bijzetting en in de zorg voor de blijvende beplantingen
voortvloeiende uit de herstelwerkzaamheden na een bijzetting.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
- 1.
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste
een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal
worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen
graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het
adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt
het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten
minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door
middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van
de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
- 2.
De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het
graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt
omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke
resten worden geconfronteerd.
- 3.
De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van
lijken worden herbegraven, en de as wordt verstrooid, op daartoe
bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).
- 4.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf
kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de
beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen,
indien mogelijk, bijeen te doen voor her begraving elders.
Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met urn
is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een
aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor her
begraving of verstrooiing elders.
- 5.
De rechthebbende op een particulier (eigen) graf, kan bij de
beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen
verzamelen om deze elders opnieuw te doen begraven of om de asbus
ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te
doen verstrooien. De rechthebbende op een eigen urnengraf of
urnennis kan bij de bij de beheerder een aanvraag indienen om de
asbus ter beschikking te houden om elders te doen bijzetten of om de
as te doen verstrooien.
Hoofdstuk 7 In stand houden van historische graven en opvallende
grafbedekking
Artikel 23 Lijst
- 1.
Het college houdt een lijst bij van graven die van historische
betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit
heeft.
- 2.
Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het
college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te
worden bijgeschreven.
- 3.
De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het
verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde
lijst staan.
Hoofdstuk 8 Inrichting register
Artikel 24 Voorschriften
- 1.
Het college stelt voorschriften vast voor het register van de
begraven lijken en de bezorgde as.
- 2.
Het register wordt bijgehouden door de beheerder.
Hoofdstuk 9 Slotbepalingen
Artikel 25 Intrekken oude regeling
De Beheersverordening begraafplaatsen 2012, vastgesteld op 13 oktober
2011, wordt ingetrokken.
Artikel 26 Overgangsbepaling
- 1.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de
“Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2012” gelden als
besluiten genomen krachtens deze verordening.
- 2.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening
een aanvraag om vergunning op grond van de “Beheersverordening
begraafplaatsen Hellevoetsluis 2012” is ingediend en voor het
tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de
aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 27 Strafbepaling
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3,4,5,6,7,8,9,17 en 20 word
gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Artikel 28 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na datum van
publicatie in het elektronisch gemeente blad.
Artikel 29 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Beheersverordening
begraafplaatsen Hellevoetsluis 2015”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 juni 2015.
de griffier, de voorzitter,
drs. M.M. de Lange, ir. W.J Tempel
UITVOERINGSBESLUIT BEGRAAFPLAATSEN 2015
Uitvoeringsbesluit behorende bij de Beheersverordening
begraafplaatsen Hellevoetsluis 2015
Artikel nummers opgenomen in het uitvoeringsbesluit komen overeen met de artikel
nummers van de beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2015
Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)
De openingstijden van de begraafplaatsen zijn voor het publiek dagelijks van
zonsopgang tot zonsondergang.
Artikel 10 Indeling graven en as bezorging
- a.
In de algemene en particuliere graven, (afm. ca. 200 x 100 cm) worden 2
lijken begraven ( -er wordt in 2 lagen begraven- ).
- b.
In een particulier selectief graf (afm. ca. 300x300 cm) worden 2 lijken
begraven.
- c.
In de particuliere kindergraven tot 18 jaar, (afm. 200x100 cm), wordt 1
lijk begraven.
- d.
In de particuliere urnennissen kunnen maximaal 2 urnen worden
geplaatst.
- e.
In de particuliere urnengraven (afm. ca. 80 x 80 cm) kunnen maximaal 2
urnen worden geplaatst.
- f.
In de particuliere urnentuin (afm. ca. 80 x 80 cm) kunnen maximaal 2
urnen worden geplaatst.
Artikel 12 Categorieën
Voor de indeling van de categorieën van de graven begraafplaats Stoofweg zie
tekening W01-18-0.19 d.d. 19-01-2006.
Artikel 14 Keldergraf
Aan een keldergraf worden de volgende voorwaarden gesteld:
- -
voor het aanbrengen van een keldergraf is een vergunning vereist,
inclusief tekening schaal 1:20, onder vermelding van de afmeting en de
gebruikte materialen;
- -
een keldergraf dient waterdicht uitgevoerd te worden;
- -
in een keldergraf mogen maximaal 2 lijken bijgezet worden.
- -
een keldergraf dient door een hierin gespecialiseerd bedrijf te worden
aangebracht.
Artikel 17 Vergunning grafbedekking
Bij de aanvraag van een vergunning voor grafbedekking dienen de volgende
gegevens overlegd te worden:
- -
- -
de naam van de overledene;
- -
de naam en het adres van de rechthebbende;
- -
het factuuradres (indien niet de rechthebbende);
- -
de tekening(en) van het gedenkteken of het monument en eventueel de
daarbij behorende fundatie;
- -
een lijst van de te gebruiken materialen.
Voor de gedenktekens of monumenten gelden de navolgende afmetingen:
- a.
Voor de grafbedekking op de algemene graven en de algemene kindergraven
is een liggend gedenkteken met een maximale afmeting van 60 x 60 cm
toegestaan;
- b.
Voor de grafbedekking van de particuliere graven is een liggend
gedenkteken afmeting 80 x 180 cm en/of een staand gedenkteken met een
maximum breedte van 80 cm en een maximum hoogte van 100 cm boven het
maaiveld toegestaan;
- c.
Voor de grafbedekking van een selectief graf is een liggend gedenkteken
met een maximale afmeting lengte 250 cm x breedte 260 cm en/of een
staand gedenkteken met een maximale breedte van 260 cm en een maximale
hoogte van 100 cm boven het maaiveld toegestaan;
- d.
Voor de grafbedekking van een urnengraf is een liggend gedenkteken in de
afmetingen 60 x 60 cm en / of een staand gedenkteken met een maximum
breedte van 60 cm en een maximum hoogte van 45 cm boven het maaiveld
toegestaan;
- e.
Voor het plaatsen van een hekwerk op het graf is een hek met de afmeting
80 x 180 cm met een maximum hoogte van 30 cm toegestaan;
- f.
In de ruimte tussen de onderlinge gedenktekens en achter de gedenktekens
is het niet toegestaan beplanting, steenslag, schelpen, losse voorwerpen
of dergelijke te plaatsen of aan te brengen.
Artikel 18 Beplanting
De nadere regels voor de beplanting op graven zijn:
- -
Op een particulier graf en een urnengraf mogen winterharde meerjarige
planten worden aangebracht, mits deze in volle wasdom niet hoger dan 60
cm worden en de afmetingen van het graf niet worden overschreden. De
maximale grootte van de plantvakken bedragen voor een eigen graf 80 x
180 cm en een eigen urnengraf 70 x 70 cm. In de ruimte tussen de
onderlinge plantvakken is het niet toegestaan beplanting, steenslag,
schelpen, losse voorwerpen of dergelijke te plaatsen of aan te
brengen.
- -
Op een particulier selectief graf mogen winterharde meerjarige planten
worden aangebracht, mits deze in volle wasdom niet hoger dan 100 cm
worden en de afmetingen van het graf niet worden overschreden. De
maximale grootte van de plantvakken bedragen voor een selectief graf
lengte 250 cm x breedte 250 cm. In de ruimte tussen de onderlinge
plantvakken is het niet toegestaan beplanting, steenslag, schelpen,
losse voorwerpen of dergelijke te plaatsen of aan te brengen.
- -
Op een algemeen graf mogen, op het voor een gedenkteken beschikbare
gedeelte, alleen winterharde meerjarige planten worden aangebracht niet
hoger dan 40 cm waarbij de afmetingen van het graf niet worden
overschreden. De maximale grootte van de plantvakken bedragen voor een
algemeen graf 100 x 80 cm. In de ruimte tussen de onderlinge plantvakken
is het niet toegestaan beplanting, steenslag, schelpen, losse voorwerpen
of dergelijke te plaatsen of aan te brengen.
- -
Wanneer planten te hoog of te breed worden zal de rechthebbende of de
gebruiker worden aangeschreven om zich aan de voorschriften te houden
die hiervoor gelden.
Indien de rechthebbende of de gebruiker vervolgens niet binnen een maand
na dagtekening van bovengenoemd schrijven de grafbeplanting in de
gewenste toestand brengt, kan het college de grafbeplanting geheel of
gedeeltelijk doen verwijderen op kosten van de rechthebbende of de
gebruiker.
- -
Op en rond een strooiveld mogen geen planten of losse voorwerpen worden
aangebracht.
- -
Het is toegestaan om op een graf of aan de rand van het strooiveld losse
bloemen te leggen of bloemen in steekvazen te plaatsen.
- -
Het is niet toegestaan om op een graf losse voorwerpen te plaatsen die
van glas zijn vervaardigd, of die weg kunnen waaien.
Verwelkte bloemen, verwaarloosde planten, losse en glazen voorwerpen
kunnen worden verwijderd.