Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwkoop

Kadernota Integrale Veiligheid Nieuwkoop 2015-2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwkoop
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKadernota Integrale Veiligheid Nieuwkoop 2015-2018
CiteertitelKadernota Integrale Veiligheid Nieuwkoop 2015-2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpKadernota Integrale Veiligheid Nieuwkoop 2015-2018

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-06-201510-04-2019Onbekend

08-06-2015

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Kadernota Integrale Veiligheid Nieuwkoop 2015-2018

“Samen doen we het Veilig”

Kadernota Integrale Veiligheid (versie 1.0 d.d. 28 april 2015)

1 Inleiding
1.1 Algemene introductie

Het afgelopen decennium is op het terrein van veiligheid in Nieuwkoop veel gerealiseerd. Op het gebied van fysieke veiligheid, sociale veiligheid en in samenwerking met de partners in de veiligheidsketen. Nieuwkoop heeft een positieve sprong gemaakt op het terrein van veiligheid, zo geven verschillende onderzoeken aan. Uit de veiligheidsmonitor, een tweejaarlijkse stand van zaken op het gebied van (sociale) Veiligheid, blijkt dat Nieuwkoop zowel feitelijk als in de beleving van haar inwoners veiliger is geworden.

 

Moet Nieuwkoop dan nóg veiliger? Natuurlijk, veiligheid is zeer belangrijk voor het welzijn van mensen. En het gaat dan om veiligheid in de brede zin van het woord. Veiligheid in het verkeer, op straat, in huis, bij het uitgaan, in de wijken. Veiligheid voor jongeren, ouderen, ondernemers, mensen in loondienst, mensen met een publieke taak, vrijwilligers. Veiligheid is voor iedereen belangrijk. En veiligheid moet je realiseren, vasthouden en verbeteren. Dat is een continu proces en vraagt blijvende aandacht.

 

De gemeente bevordert de veiligheid binnen haar gemeentegrenzen. Daarvoor stelt zij beleid op en maakt ze afspraken met alle partijen die betrokken zijn bij het bewaken of realiseren van een veilige gemeente. Tevens stimuleert en helpt de gemeente inwoners om individueel of collectief te werken voor een veiligere woonomgeving.

 

De gemeente Nieuwkoop kende de Kadernota Integrale Veiligheid 2010-2014. Een nota die door de Nieuwkoopse gemeenteraad is vastgesteld. Nu, na vier jaar, is deze nota aan een herijking, aanpassing en verandering toe. Nieuwe inzichten, nieuwe taken, nieuwe afspraken, daar gaat deze nota over en ook worden de verschillende veiligheidsvelden en het beleid dat daar over is vastgesteld beknopt benoemd.

 

De algemene doelstelling van integraal veiligheidsbeleid is het vergroten van de veiligheid en de leefbaarheid in de dorpen. Daarbij gaat het om de afname van de feitelijke onveiligheid, het reduceren van de fysieke veiligheidsrisico’s en om de toename van de veiligheidsbeleving van de burger.

 

Het veiligheidsbeleid richt zich ook op de organisatie van de veiligheid:

  • -

    het afstemmen binnen de veiligheidsketen, en

  • -

    het maken van afspraken, het delen van inzichten en het aanspreken op elkaars

verantwoordelijkheid.

 

Samen doen we het veilig

Alleen in gezamenlijkheid kunnen we resultaten behalen. Samenwerken betekent dat de onderlinge lijnen kort zijn en de informatie-uitwisseling tussen de partners optimaal is afgestemd op de eigen verantwoordelijkheden binnen de veiligheidsketen. Deze Kadernota verbindt de partners bij de uitvoering van beleid omdat het de basis vormt voor afspraken tussen alle betrokken partijen. We nodigen bijvoorbeeld gemotiveerd inwoners en ondernemers (stakeholders) uit om met ons te netwerken om Nieuwkoop veiliger te maken. Initiatieven en ideeën worden zeer verwelkomt. Daarom is de titel: Samen doen we het Veilig!

1.1.1 Veiligheidsthema`s

In deze kadernota staan de prioriteiten en de inspanningen van het veiligheidsbeleid voor de komende jaren. In overleg met partners is een selectie van veiligheidsvelden gemaakt:

 

  • 1.

    Veilige woon- & leefomgeving

  • 2.

    Bedrijvigheid & veiligheid

  • 3.

    Jeugd & veiligheid

  • 4.

    Fysieke veiligheid

  • 5.

    Integriteit en Veiligheid

     

Deze veiligheidsvelden kunnen in de volgende veiligheidsthema`s worden verdeeld:

Veiligheidsveld

Veiligheidsthema’s

Veilige woon- en leefomgeving

Sociale kwaliteit

Fysieke kwaliteit

Objectieve veiligheid:

-High Impact Crimes

-Diefstal/inbraak

-Voertuigcriminaliteit

-Geweld op straat

-Huiselijk geweld

-Overvallen

Subjectieve veiligheid: (onveiligheidsgevoelens)

Bedrijvigheid en veiligheid

Winkels en bedrijventerreinen

Uitgaan/ horeca

Toerisme en veiligheid

Evenementen

Jeugd en veiligheid Jeugd

Hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen

Alcohol en drugs

Veilig in en om de school

Fysieke veiligheid

Verkeersveiligheid

Brandveiligheid gebouwen

Externe veiligheid (risico’s gevaarlijke stoffen)

Rampenbestrijding

Risico’s infectieziekten

Integriteit en veiligheid

Georganiseerde criminaliteit

Discriminatie, polarisatie en radicalisering

Bestuurlijke en ambtelijke integriteit

Terrorisme

Radicalisering

1.1.2 Veiligheid nu en in de toekomst

Vormen van criminaliteit, overlast en onveiligheid komen overal voor, ook in de gemeente Nieuwkoop. Statistische bronnen, de Veiligheidsmonitor, de Politiemonitor en Gebiedscans meer in het bijzonder, geven dat weer. Op basis van die gegevens kan wel worden geconcludeerd dat het in Nieuwkoop in vergelijking met andere gemeenten en gebieden relatief veilig is. Dat is niet alleen objectief zo, dat geldt ook voor het veiligheidsgevoel.

 

Ten behoeve van de voorbereiding van het gemeentelijke veiligheidsbeleid voor de periode 2015-2018 zijn met een grote groep van stakeholders individuele gesprekken gevoerd. Een rode draad in al deze gesprekken is de bevestiging dat Nieuwkoop als een veilige gemeente wordt ervaren. Uiteraard doet het goed dat te kunnen vaststellen, uit objectieve cijfers én uit persoonlijke belevingen.

 

Aan dit positieve beeld hangt wel een keerzijde. Het bergt het gevaar van overmatige gerustheid en gemakzucht in zich, vanuit het idee dat er in Nieuwkoop toch weinig of niks gebeurt, in elk geval niets heel ernstigs. De alertheid zakt weg. Inbraakpreventie blijkt in de praktijk pas te werken, nadat er – dicht – in de buurt is ingebroken. Pas dan wordt nagedacht over het treffen van ( betere ) inbraakwerende voorzieningen. Voorkomen blijft echter beter dan genezen. Juist dit besef heeft de kracht in zich dat veiligheid altijd beter kan en moet. Niet berusten in de actuele veiligheidsstatus en gevoelens, maar waakzaam blijven, onverminderd en voortdurend.

 

De mate van veiligheid kan alleen het resultaat zijn van gezamenlijke inspanningen, van er met elkaar aan werken. Alleen de politie kan geen breed gedragen veiligheid bereiken. Ook de gemeente lukt dat niet in haar eentje. Daar zijn andere partners bij nodig, publieke organisaties, marktpartijen, bedrijven en burgers, in hun dubbelrol als veiligheidsconsument én –producent. De doelstellingen en prestaties van het integrale veiligheidsbeleid worden daarmee in belangrijke mate mede bepaald en verwezenlijkt door de kracht van de samenleving: “Samen doen we het veilig”.

1.2 Tendensen

De maatschappij is onderhevig aan een continue ontwikkelingsproces. Dat heeft vanzelfsprekend ook uitwerking en effecten op het taakveld integrale veiligheid. Een aantal van die ontwikkelingen, die er voor Nieuwkoop opvallend uitspringen zijn de vermindering van – de ernst en de gevolgen van – jeugdoverlast, de toename van huiselijk geweld, de verbeterde spontane naleving van de Drank- en Horecawet en teruglopend alcoholgebruik door jongeren. Hieronder worden deze tendensen kort geschetst en toegelicht.

 

1.2.1 Minder overlast jeugd

Om problematische jeugdgroepen in Nederland in beeld te brengen is vanuit de politie een soort van geobjectiveerde methode ontwikkeld, de Beke-methode – naar de naam van het bureau dat het instrument vorm heeft gegeven. Het systeem werkt met een indeling in 3 hoofdgroepen: hinderlijk, overlastgevend en crimineel.

 

Met behulp van die methode is eerder een jeugdgroep in de gemeente Nieuwkoop als hinderlijk gekwalificeerd, de lichtste categorie, maar toch. Nog steeds zijn er binnen Nieuwkoop groepen hangjongeren actief, kleiner of groter van samenstelling, waarvan de omgeving van de hangplek dat als overlast ervaart. Anders dan de groepen uit de Beke-methode zijn de huidige groepen jongeren in het algemeen goed op hun gedrag aanspreekbaar.

 

De kern van het gemeentelijke beleid komt erop neer dat hangen mag, zolang er maar geen geluidhinder, rommel, vernielingen en agressie aan te pas komt. Op bekende ‘hotspots’ is dat als regel wat er aan de hand is. Inherent probleem daarbij is dat de communicatie tussen de omwonenden en de jongeren niet zelden zo niet vijandig dan toch stroef verloopt. Dat bemoeilijkt het contact en het wederzijdse gesprek en begrip.

 

De gemeente en de politie zien er uiteraard ook actief op toe dat de openbare orde niet wordt verstoord. Een preventieve aanpak en een open houding pakken goed uit. Een enkele keer kan tussenkomst door de gemeente of de politie op een melding niet achterwege blijven. Dan kan een overlastsituatie meestal met die bemiddeling worden opgelost.

 

Op dit moment zijn er in Nieuwkoop in elk geval geen Beke-gekwalificeerde jeugdgroepen meer. Dat alles bij elkaar maakt dat er nu sprake is van minder jeugdoverlast dan in de voorafgaande beleidsperiode het geval is geweest.

1.2.2 Meer huiselijk geweld

Huiselijk geweld is van alle tijden. Naar de aard is het veelal een probleem tussen muren en achter gesloten deuren, en daardoor lastig waar te nemen. Huiselijk geweld is lang gezien als een probleem in een stedelijke omgeving. Huiselijk geweld komt ook voor in de landelijk omgeving. Voor Nieuwkoop ligt dat niet anders.

 

Hoewel huiselijk geweld in Nieuwkoop in verhouding nog altijd onder het landelijke gemiddelde ligt, neemt het aantal gevallen van huiselijk geweld wel toe. Ook begint het geweld zelf ernstiger vormen aan te nemen. Dat is zorgelijk. Meer traditioneel wordt deze onveilige thuissituatie vooral geassocieerd met mishandeling van kinderen. Het landelijke beeld laat verschuivingen zien, waarbij de agressie zich enerzijds ook tegen oude(re) mensen richt en anderzijds door steeds jongere kinderen wordt gepleegd. Daarbij worden voorbeelden genoemd waarbij ouders worden mishandeld door hun kind van nog geen 13 jaar.

 

Ongeacht de vorm is het van belang alert te zijn op signalen van huiselijk geweld én om daar adequaat op te reageren. Vroegsignalering en bemoeizorg spelen daarbij een voorname rol. Binnen Nieuwkoop is de aanpak van huiselijk geweld via het Veiligheidshuis geborgd in de ketenaanpak. Waar nodig worden kinderen, als ultieme ingreep, uit huis geplaatst of wordt de pleger een (huis- en/of gebieds-)verbod opgelegd.

1.2.3 DHW - betere naleving

Per 1 januari 2013 is de ( nieuwe ) Drank- en Horecawet ingevoerd. De leeftijdgrens ( op 1 januari 2013 eerst nog 16 jaar en per 1 januari 2014 verhoogd tot 18 jaar ) en de decentralisatie van het toezicht naar gemeenten waren en zijn essentiële wijzigingen van die wet. Om oneerlijke concurrentie met de commerciële sector tegen te gaan is voor de paracommerciële instellingen de bijeenkomstenregeling aangepast.

 

De nieuwe wetgeving is in de Algemene Plaatselijke Verordening en in het gemeentelijke beleid geïmplementeerd, inclusief het wettelijk verplichte Preventie- en Handhavingsbeleidsplan. Veel aandacht is besteed aan voorlichting en informatievoorziening, met name voor de paracommerciële instellingen. Om een beeld van het naleefgedrag te kunnen vormen is voor de aanbieders, voor wie jongeren een substantiële doelgroep zijn, ook een intensieve inventarisatie uitgevoerd. Dat project richtte zich meer specifiek op de leeftijdsgrens. Aanvullend daarop zijn voor de commerciële horeca convenanten geïntroduceerd. Het convenant bevat afspraken tussen gemeente en een individuele horecaondernemer om er alles aan te doen dat geen ( alcoholhoudende ) drank wordt verstrekt aan 18-minners. Bij constatering van een uitzonderlijke overtreding wordt in dat geval dan niet onmiddellijk tegen de exploitant gesanctioneerd.

 

Eind 2014 is de uitvoering van de nieuwe Drank- en Horecawet geëvalueerd. Voor zover hier van belang is gebleken dat verstrekking van drank aan jongeren onder de 18 – sterk – is afgenomen. De verstrekkers zijn zich kennelijk meer bewust van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook het risico van serieuze sancties zou daarvoor een verklarende factor kunnen zijn. Excessen worden in elk geval hard aangepakt.

1.2.4 <18 drinken minder alcohol

Nog los van het feit dat het spontane naleefgedrag door drankverstrekkers is toegenomen, bemerken wij ook dat steeds minder jongeren onder de 18 nog ( alcohol ) drinken. Het lijkt erop dat de norm, geen alcohol onder de leeftijd van 18 jaar, maatschappelijk steeds meer draagvlak verkrijgt. Waar het eerder meer normaal werd gevonden dat op jonge leeftijd al alcohol werd gebruikt is dat nu niet zo stoer meer. Mogelijk heeft de ( landelijke ) voorlichtingscampagne over de schadelijke effecten op de volksgezondheid bij drinken op jonge leeftijd in combinatie met het gemeentelijke alcoholmatigingsbeleid eraan bijgedragen dat steeds meer volwassenen en jongeren anders over alcoholgebruik zijn gaan denken. Wij verwachten dat deze trend zich verder door zal zetten, ook door continuering van het beleid.

Het signaleren van deze trend betekent voor alle duidelijkheid niet dat er helemaal niet meer door jongeren onder de 18 wordt gedronken. Meer in het bijzonder behoudt het fenomeen van drankhokken en zuipketen onverminderd de aandacht. Op illegale situaties wordt gehandhaafd.

1.2.5 Jongeren steeds meer in digitaal contact met elkaar en samenleving

De technologische vooruitgang gaat sneller dan ooit tevoren. De automatisering en digitalisering zijn gemeengoed geworden. De huidige maatschappij is zonder computers niet meer denkbaar. Apparaten zijn algemeen beschikbaar. Kinderen beschikken op steeds jongere leeftijd al over een (spel-)computer, een laptop, een smartphone, een tablet en wellicht zelfs een smartwatch. Dat heeft zeker voordelen. Kinderen raken snel vertrouwd met digitale toepassingen. Behalve voor computerspellen geldt dat ook in toenemende mate voor sociale media.

 

Deze hedendaagse informatiesamenleving zorgt ervoor dat zeker voor jongeren het sociale leven op straat langzaam maar zeker lijkt te verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt digitaal contact met de buitenwereld, niet zelden vanaf een kinderkamer, in al dan niet zelf gekozen fysieke eenzaamheid.

 

De persoonlijke contacten nemen af. Dat baart op zich wel zorgen, onder andere over de sociale vaardigheden van de toekomstige generatie(s). Meer op afstand en in zekere zin meer anoniem zijn omstandigheden, die de drempel van ongewenst gedrag lager maken. Cyberpesten is een serieus probleem geworden, dat minder zichtbaar en grijpbaar is dan een onenigheid in de openbare ruimte.

 

Het is een opgave om deze doelgroep binnen de gangbare sociale en culturele normen te houden. Voor het onderwijs is daarbij een centrale rol weggelegd. De taak van de samenleving en van de autoriteiten is voor iedereen deelname aan het maatschappelijke verkeer blijvend te bevorderen, in welke vorm dan ook. Sport, activiteiten, recreatie zijn daarbij bindende factoren. De gemeente Nieuwkoop kan en zal daarin faciliteren, onder andere met de instrumenten van voorlichting, van het Jeugdbeleid en door het bevorderen van de organisatie van activiteiten door Jeugd- en Jongerenwerk.

2 PROCES

De gemeente Nieuwkoop moet een veilige gemeente zijn. Een integrale aanpak van de veiligheidsproblematiek is daarbij het uitgangspunt. Onveilige situaties moeten worden voorkomen en iedereen moet zich hier veilig kunnen voelen.

 

De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en draagt daarvoor bestuurlijke verantwoordelijkheid. Hij heeft het bevel bij grootschalig optreden en draagt het gezag op het terrein van handhaving van de openbare orde en veiligheid en hulpverlening. In relatie tot zijn wettelijke taken heeft de burgemeester ook een belangrijke rol in de (bestuurlijke) coördinatie van het integraal veiligheidsbeleid. Het integraal veiligheidsbeleid staat niet alleen. Samen met andere beleidsstukken van externe partners alsook van andere gemeentelijke afdelingen vormt het een geheel. Denk hierbij aan het Regionaal Beleidsplan Politie, enquêtes als “Waar staat je Gemeente”, maar ook het collegeprogramma voor veiligheid.

 

Het verhogen van veiligheid hangt sterk samen met andere gemeentelijke beleidsvelden, zoals het jeugdbeleid, evenementenbeleid, handhavingsbeleid en dergelijke. De gemeentelijke beleidsvelden vormen als het ware een puzzel, waarbij elk puzzelstukje een – onderdeel van een – beleidsveld bevat. Wanneer er stukjes van de puzzel ontbreken of niet adequaat op elkaar aansluiten, komen er gaten in de puzzel. Het is van belang de (gemeentelijke) puzzel compleet te houden en passend te leggen. Dit is een verantwoordelijkheid van het college van B&W.

 

De gemeenteraad stelt de kaders vast en beoordeelt de resultaten en het rendement van de inzet van middelen voor het integraal veiligheidsbeleid én voor beleidsvelden die daarmee een duidelijke relatie hebben.

 

Een integrale aanpak en uitvoering van het gemeentelijke veiligheidsbeleid is de beste waarborg voor een evenwichtige, samenhangende en effectieve veiligheidszorg.

 

Bij het opstellen van de kadernota is uitgegaan van de volgende uitgangspunten:

 

  • 1.

    het veiligheidsbeleid in onze gemeente aan te pakken via de hoofdlijnen van een integrale aanpak, dus samenwerking en afstemming zowel intern als extern;

  • 2.

    te werken volgens het systeem van de veiligheidsketen;

  • 3.

    waar mogelijk en gewenst inwoners betrekken;

  • 4.

    een gemeente brede aanpak met, indien nodig, maatwerk per kern;

  • 5.

    (sub)regionale afstemming en samenwerking; wijkgericht werken.

 

Voor een goede basis voor de Kadernota Integrale Veiligheid is een veiligheidsanalyse uit onder meer de Veiligheidsmonitor noodzakelijk. Met de veiligheidsanalyse wordt een beeld verkregen van de actuele veiligheidssituatie in de gemeente, de (on)veiligheidsgevoelens bij burgers en het huidige beleid met betrekking tot veiligheid. De veiligheidsanalyse is de basis voor het beleid en vormt de onderbouwing van de keuzes die worden gemaakt.

 

In de kadernota wordt inzichtelijk gemaakt wat de belangrijkste veiligheidsproblemen zijn, welke aanpak we op dit moment hebben en waar kansen liggen voor verbetering in de aanpak.

 

Om een beeld te krijgen van de veiligheidssituatie is gebruik gemaakt van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens.

 

  • -

    De Kwantitatieve Gegevens omvatten (kort gezegd) het cijfermateriaal: van politie, gemeente en andere organisaties.

     

  • -

    De Kwalitatieve Gegevens zijn gegevens die niet direct een hoeveelheid, maar meer een beeld aangeven, bijvoorbeeld signalen vanuit de politie, informatie die bij medewerkers binnen de gemeente bekend is, het beeld dat een medewerker van de woningcorporatie heeft van de situatie.

     

Er wordt een beschrijving gegeven van de verschillende veiligheidsvelden en thema’s die betrekking hebben op integrale veiligheid. Per thema wordt teruggekeken naar de afgelopen periode. De huidige situatie en eventuele knelpunten komen in beeld. Tevens wordt beschreven of het thema prioriteit (intensivering) heeft, of dat een continuering van het beleid wordt voorgesteld. Bij een continuering van beleid kan natuurlijk gaandeweg de beleidsperiode wel gekeken worden naar verbeteringen en aanpassingen in de werkwijze. Dit zal binnen de reguliere beleids- en financiële kaders gebeuren.

 

Bij de beschrijving van de veiligheidssituatie gebruiken we de verschillende fases uit de veiligheidsketen. De veiligheidsketen is een methodiek waarin alle aspecten van veiligheid kunnen worden beschreven. Bij het opstellen van beleid is het belangrijk dat in alle schakels acties worden uitgezet. Op die manier ontstaat er een sluitende aanpak van een bepaald probleem.

2.1 Input Stakeholders - individuele gesprekken
  • Zoals we weten is het belangrijk om zowel de partners als de inwoners te vragen naar hun input, mening, oplossingen en gevoelens bij de (integrale) veiligheid. Er Zijn meerdere mogelijkheden om aan deze gegevens te komen. Voor deze cyclus is er voor gekozen om “de boer op te gaan”. Op de locatie van de participant (stakeholder) is de veiligheidsbeleving besproken. Er zijn ca. 65 gesprekken totaal geweest uit de volgende doelgroepen:

     

    • -

      Onderwijs

    • -

      Dorpsraden

    • -

      Ondernemers

    • -

      Horeca

    • -

      Maatschappelijk / zorg

    • -

      (Sport)verenigingen

    • -

      Natuur en Recreatie

    • -

      Overheid

    • -

      Islam

       

Een weergave van enkele stakeholdergesprekken treft u hieronder aan.

2.1.1 Onderwijs

Alle scholen in de gemeente zijn benaderd, ook het directeurenoverleg.

 

Voor wat betreft de scholen is de gedachte geuit om met de kinderen van de hogere groepen te spreken over hoe zijn denken over de veiligheid en welke oplossingen er zouden kunnen zijn voor een veiligheidsprobleem.

 

Van presentaties tot brainstormsessies zijn er met de burgemeester gehouden.

Wat enorm opviel is dat de kinderen veelal spraken over:

 

  • -

    verkeersveiligheid

  • -

    speelvoorzieningen voor alle leeftijden

  • -

    fysieke veiligheid, en

  • -

    cybercrime

     

Deze hoofdpunten kwamen ook tijdens het directeurenoverleg aan de orde.

 

Veel wegen zijn voor de kinderen onduidelijk ingedeeld of gevaarlijk. De fietsersoversteek op de Kennedylaan is er een van. Zo ook de situatie rondom de scholen zelf. Met name de geparkeerde auto`s van ouders die hun kind halen of wegbrengen en de auto laten staan (op de kiss-and-ride zone) of juist dubbel parkeren. Dit was duidelijk een doorn in het oog.

 

Wat ook opviel was dat de oversteek nabij het politiebureau Ter Aar door kinderen niet als onveilig wordt ervaren door juist alle oversteekpaden en eilanden middenin. Hier moeten andere verkeersdeelnemers enorm uitkijken omdat je van alle kanten voorrang moet verlenen als je vanuit een zijweg komt. Dit werd juist door andere stakeholders als gevaarlijk gezien.

 

Veel kinderen hebben de wens om speelvoorzieningen te hebben voor iedere leeftijd. Deze wens is zeer te begrijpen maar best lastig in te vullen. Enkele kernen van de gemeente hebben al geparticipeerd in het speelvoorzieningenbeleid van de gemeente. Toch wordt de wens van de kinderen benadrukt en waar mogelijk meegenomen.

 

Veelal ervaren kinderen hoge bosjes als eng. Je kunt er niet overheen kijken of grote kinderen zitten er juist tussen. Ook zijn sommige bosjes slecht onderhouden. Daardoor wordt het speelveld kleiner. Dat is niet prettig.

 

Verrommeling en hondenpoep met name op speelterreinen is ook een ergernis.

 

In Woerdense Verlaat werd geroepen dat het prullenbakkenloos is!

 

Overhangend groen levert in Noorden een probleem dat de stoep smaller wordt waardoor de kinderen de weg op moeten. Dit is gevaarlijk want een andere verkeersdeelnemer houdt daar geen rekening mee.

 

Het pesten is goed onder de aandacht. Ook al werden sommige meesters en juffen door de leerlingen toegesproken dat de lessen over pesten al een tijdje niet voorkwamen omdat bijvoorbeeld de juf al een tijdje ziek was. Zij hebben beterschap beloofd.

 

Wat positief opvalt, is de kanjertraining, maar ook wat sommige scholen er nog meer aan doen. Bijvoorbeeld een pestkaart en het leren communiceren als je een probleem hebt of ziet. En ook hoe je moet omgaan met de sociale media krijgt goed de aandacht! Dit is onder meer opgemerkt bij de Vosseschans en de Joh. De Doper school.

 

Al met al zijn het zeer nuttige schoolgesprekken geweest!

 

Waar het al mogelijk was, is al aan een aantal wensen van de kinderen uitvoering gegeven. In andere gevallen zal dat nog worden gedaan.

2.1.2 (Sport)verenigingen

Zeker een kwart van de Nieuwkoopse sportverenigingen is uitgenodigd voor het veiligheidsgesprek met de burgemeester. De selectie is willekeurig gegaan, maar wel zo dat er verschillende soorten sportverenigingen zijn benaderd en niet een bepaald type.

 

Van de gesprekken die voornamelijk op locatie zijn gehouden is bemerkt dat de onderstaande punten de belangrijkste veiligheidspunten zijn:

 

  • -

    Verkeersveiligheid

  • -

    Openbare Orde

  • -

    Drank- en Horecawet

     

Over de verkeersveiligheid is merendeels gesproken over de situatie van, naar en rondom de sportvereniging. De belangrijkste zaken zijn:

 

  • -

    dat de jeugd veilig van en naar de vereniging kan;

  • -

    dat er behoefte is aan meer parkeervoorzieningen i.v.m. sportevenementen;

  • -

    het hardrijden nabij de sportvereniging.

     

Omtrent de fysieke veiligheid zijn de volgende zaken het meest belangrijk:

 

  • -

    snoeien van bosschages;

  • -

    slecht wegdek op wegen naar de sportvereniging;

  • -

    geweld op het veld.

     

Door de wijziging van de Drank- en Horecawet en daarmee ook de Apv Nieuwkoop heeft de paracommerciële horeca een flinke slag moeten maken. Samen met de gemeente zijn vrijwel alle vergunnings- en praktische problemen opgelost. Ondanks dat is het van belang dat de gemeente ook te horen krijgt of er bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van de regelingen die getroffen zijn, of juist dat er voor- of nadelen zijn ondervonden. Daaruit is gekomen dat:

 

  • -

    er vrijwel geen verhuur aan derden plaatsheeft. Dit omdat het risico`s oplevert (schades e.d.) en dat het een extra druk legt op de vereniging m.n. het barpersoneel. Zij zijn immers verantwoordelijk;

  • -

    feesten in de vorm van evenementen wel plaatsvinden, maar dit via het evenementenvergunningenstelsel geschiedt;

  • -

    men hun best doet om geen alcoholische drank te schenken aan 18-minners;

  • -

    men graag een herhalingscursus verantwoord alcohol schenken zou willen, zoals eerder ook is aangeboden tijdens het mystery kids project.

2.1.3 Horeca

De commerciële horeca is om hun veiligheidsopinie gevraagd. Hierbij zijn de wat minder bekende exploitanten benaderd die doorgaans niet aan het halfjaarlijkse breed horecaoverleg deelnemen.

 

Bij deze groep is het interessant waar te nemen dat de openbare orde als enige uit de bus komt.

 

  • -

    de veiligheidsbeleving is zeer goed. Ofwel het is veilig;

  • -

    er is gebruik van drugs maar niet in het zicht;

  • -

    in vakantieperioden wordt jeugd op straat ervaren. Soms vervelend maar meestal niet. Hierbij valt te vermelden dat twee exploitanten zelfs dergelijke jeugd in dienst neemt. Zo wordt bijvoorbeeld het nemen van verantwoordelijkheid aangeleerd en ontstaat er mentaliteitsverandering. Dit heeft meteen een positief effect op de buurt;

  • -

    er wordt toegezien op polariserende en radicaliserende jeugd. Het beeld is dat dit zich hier niet afspeelt maar meer in de grotere steden. Daar leeft men anoniemer en kan dat makkelijker.

     

Ook het bestuur van de lokale afdeling van de Koninklijke Horeca Nederland bevestigt dat de commerciële horecaondernemers in Nieuwkoop zich veilig voelen. Wel is er ongerustheid over het dealen van drugs in het uitgaanscircuit.

 

De lokale horeca geeft het signaal af dat jongeren alcohol thuis of elders nuttigen voordat zij uitgaan. Dit wordt verstaan onder het indrinken. In dat kader zijn er binnen de sector ondernemers die overwegen om blaastesten af te nemen ten aanzien van het toelatingsbeleid.

 

Uit gemeentelijke ervaringen is gebleken dat er weinig drankhokken en –keten zijn. Opmerkelijk is dat de jongeren in deze hokken of keten niet de kroeg bezoeken en het dus niet als indrinkhok gebruiken. Tot dusver zijn het jongvolwassenen van 21 jaar en ouder en niet de gemeende doelgroep van 18 jaar en jonger. In gevallen dit thuis gebeurt heeft de gemeente daar geen vat op. Dat valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders, voogden e.d.

2.1.4 Plassengebied

Nieuwkoop is een waterrijk gebied. Dit natuurschoon wordt bijgehouden door diverse semioverheden maar ook ondernemers kunnen hun geld ermee verdienen. Tijdens deze werkzaamheden ondervindt men ook veiligheidsproblemen. Voornamelijk op het gebied van verkeersveiligheid (water) en openbare orde.

 

Veelal werd snelvaren nabij de Hollandsche Kade en de Gemeentevaart genoemd. Daarbij werd geluidsoverlast en onduidelijke bebording op het water als knelpunt genoemd.

 

Het elektrovaren moet verder gestimuleerd worden. Dit is een natuurvriendelijke manier om zonder enig veel schade aan te richten te kunnen recreëren.

2.1.5 Ondernemers

Bij deze groep is ook gekozen om een meer onbekende ondernemersgroep te spreken. Van een zeilmakerij tot transportondernemers zijn er gesprekken gevoerd.

 

Uit de gesprekken blijkt dat voor het collectief werken aan veiligheid op bedrijfsterreinen weinig draagvlak bij de ondernemer te bespeuren, mede door een goede veiligheidsbeleving. Dat is jammer, maar desondanks beveiligen de ondernemers hun bedrijven goed. Dat klopt ook want de politiecijfers zijn zeer laag. De gemeente zet in op verlichting en het laaghouden van bosschages. Door goede verlichting en goed overzicht is een verdachte situatie snel gezien! Daarmee is er een hoog veiligheidsgevoel.

 

De ondernemers hebben een duidelijke top 3 met meteen daarbij de knelpunten:

  • -

    (drugs)criminaliteit

    • o

      drugsoverlast

    • o

      diefstal/overvallen

       

  • -

    verkeersveiligheid

    • o

      zwaar verkeer via Woerdense Verlaat naar Nieuwkoop (weegbrug?)

    • o

      zwaar verkeer Ziendeweg

    • o

      hardrijdende wielrenners

    • o

      parkeerproblemen

    • o

      slecht aangegeven verkeersbebording en geen logica verkeersroutes

    • o

      betere vrachtwagenroutes i.v.m. verkeersgevaarlijke situaties (Westkanaalweg)

       

  • -

    openbare orde

    • o

      zien graag meer politie langsrijden

    • o

      overlastgevende jeugd: bijvoorbeeld racen

2.1.6 Maatschappelijke (zorg) instanties

Zoals bekend heeft de gemeente nieuwe zorgtaken gekregen. Er is met elf verschillende instanties gesproken. Van ouderenzorg en jeugdzorg tot maatschappelijk werk. Uit de gesprekken zijn de volgende items naar voren gekomen:

 

  • -

    brandveiligheid

  • -

    verkeersveiligheid

  • -

    cybercrime

  • -

    samenwerking bij de signalering

  • -

    gebruik AED

     

De vrees bij brandveiligheid is dat er in verband met de extramuralisering minder veiligheidswaarborging is. Het betreft hier de groep van de minder zelfredzame individueel wonenden. Dit vraagt om aandacht en versterking van het signaleringsnetwerk.

 

Ook de vergeetachtigheid wordt als een veiligheidszorg gezien. Een tosti in een tostiapparaat kan vergeten worden. De brand is al snel uitgebroken! Niemand is er die meteen actie kan ondernemen, laat staan de bewoner zelf.

 

Dit probleem wordt gedeeld. Onder het kopje vergroten brandveiligheid (hfd 5.7) wordt aangegeven wat hiermee gedaan gaat worden.

 

De cyberproblematiek wordt ook steeds meer een item in de jeugdzorg. Het langdurig gebruik van sociale media en games beïnvloeden de leer- en sociale prestaties. Ook komt vereenzaming voor. Een kind leeft alleen nog in de eigen wereld en door de afsluiting van de buitenwereld kan dit leiden tot waanbeelden, gedragsstoornissen of erger (zelfmoord, school shooting etc). De zorginstanties zitten hier goed bovenop. Ze missen nog wel de samenwerking met artsen, alhoewel deze gestaag verbetert.

 

Samenwerking tussen de zorginstanties vraag zeker nog aandacht. Veelal is het probleem dat een organisatie voor zichzelf denkt, maar niet in de koker van een andere zorginstelling kijkt. Zo wordt electie (het vanuit diverse invalshoeken gebruikte methodieken) niet gewaarborgd en kunnen en kunnen persoonlijke en maatschappelijke fricties ontstaan die kunnen leiden tot maatschappelijke onrust.

 

“Iedereen heeft wat gezien, maar het is niet door iemand gebundeld.

Wellicht had het dan niet zover gekomen….

 

kindermishandelingszaak Roelofarendsveen 2015.

 

Samen met de stakeholders proberen we te werken aan verbetering. In de komende beleidsperiode wordt hier ook op getraind. Hierbij worden calamiteiten gesimuleerd en de instanties worden dan zo gestimuleerd om samenwerken en out of the box te denken.

 

In voorkomende gevallen is een knelpunt dat er medewerking van de cliënt dient te zijn. Geen vrijwilligheid, geen behandeling. Dit is een zaak die op Rijksniveau geregeld zal moeten worden. De wens is geuit om hiervoor meer handvatten te krijgen. De gemeente kan het wel signaleren en doorgeven.

 

De ambulancedienst gaf aan dat er een nieuw automatisch systeem komt voor het openen van slagbomen. De kosten zijn relatief laag (€400,00). Ander systemen kosten €5000,00 of meer! De ambulancedienst gaat deze vorm waar mogelijk op eigen terreinen inzetten. De gemeente zal dit promoten bij de campings e.d.

 

Het is voor de hulpdiensten van belang om bij de meldkamer melding te maken van alle wegopbrekingen, ook en vooral die van zeer tijdelijke, soms zelfs onvoorziene aard. Als de hulpdiensten dit niet weten, kunnen ze te laat komen bij het plaats incident.

 

Ook is gesproken over het gebruik van de AED`s in de gemeente. Op dit moment is het nog niet mogelijk om vanuit de meldkamer AED-gebruikers op te roepen tot inzet bij calamiteiten. In verband met mogelijke schadeclaims. De hoop is er op gevestigd dat dit in de nabije toekomst wel mogelijk wordt. Van belang is om het onderhoud van de AED`s goed in de gaten te houden.

 

Het platform senioren & gehandicapten gaf buiten de punten omtrent de minder zelfredzamen omdat agressie in huis ook een aandachtpunt dient te zijn. Dit wordt met hen gedeeld (zie hfd. 4.2, 4.5 en 4.6).

 

Ten aanzien van de verkeersveiligheid hebben zij de volgende aandachtspunten gewezen:

 

  • -

    letten op niet te steile afschuining maken van de stoep (valkans);

  • -

    gladheidsbestrijding fietspaden en stoepen;

  • -

    obstakels op stoepen;

  • -

    smalle stoepen waar minder validen niet over kunnen; en

  • -

    criminaliteit en brandweerbaarheid bij minder zelfredzame ouderen.

     

Tevens willen ze graag meedenken met het beleid van de Buitendienst van de gemeente. Dit hebben ze al gedaan aangaande een schouwonderzoek naar onder meer bushaltes. Een dergelijke schouw zou voor meerdere zaken ook kunnen. Eventueel samen met een medewerker van de Buitendienst.

2.1.7 Islam

Nieuwkoop kent een diversiteit aan geloofsgemeenschappen. Zoals overal in Nederland is een deel van de inwoners moslim. Deze groep is van oorspronkelijk buitenlandse herkomst, overwegend uit Marokko. In aantal is de groep relatief klein. De onderlinge band is sterk. Binnen Nieuwkoop hebben zij zich verenigd in de Islamitische Vereniging. Voor de gebedsdiensten gaat een deel van deze lokale moslims naar de El Fath Moskee in Alphen aan den Rijn.

 

In het gesprek met de imam en de andere vertegenwoordigers van deze groep is duidelijk geworden dat zij zich zeer actief inzetten om de relatie met de maatschappij buiten eigen kring aan te gaan en te versterken. Scholen uit de hele regio worden uitgenodigd om de moskee te bezoeken. Er worden regelmatig Open Dagen georganiseerd, waar iedereen welkom is. De opzet is om naar buiten toe te laten weten wat de Islam inhoudt en om met elkaar in gesprek te gaan, met wederzijds respect. In samenwerking met de gemeente Alphen aan den Rijn wordt voor jongeren zonder baan naar werk gezocht.

 

Al deze activiteiten staan in het teken van het bevorderen van de saamhorigheid, intern en extern. De Moskee richt zich daarmee tot meer dan bidden alleen. Dit soort activiteiten dragen bij aan de verdraagzaamheid tussen verschillende denkwerelden en culturen. Het is van belang deze initiatieven te ondersteunen. Dat kan al met eenvoudige middelen als communicatie, door dergelijke activiteiten ook van gemeentewege te publiceren en om daar achteraf verslag van te doen.

 

De recente ontwikkelingen en incidenten rondom radicalisering hebben mondiale invloed, in de Arabische wereld en het Westen, ook voor Europa en in Nederland, overal. De uitwassen van extremisme baren ook de lokale moslimgemeenschap zorgen. Er is vrees voor verstoring van de stabiele verhoudingen. Belangrijker nog is de overtuiging dat het afbreuk doet aan de eigen geloofsopvattingen. Dat maakt de moslimgemeenschap intern ook zelf alert op signalen van jihadisme. Voorlichting en informatie met uitleg over de Islam is en blijft daarbij van essentieel belang. Het is een gedeelde opvatting dat het goed is daar met elkaar openlijk en transparant over te communiceren.

2.1.8 De gegevens gebundeld

Vanuit al deze gesprekken met de doelgroepen zijn verslagen gemaakt en de punten verwerkt.

 

In onderstaande grafiek is de input per categorie in percentages weergegeven. Hieruit blijkt dat er een concrete top 4 is, te weten:

 

  • Ø

    Openbare Orde

  • Ø

    Verkeersveiligheid

  • Ø

    Cybercrime

  • Ø

    Drugs(criminaliteit)

     

De hoofdcategorieën in de grafiek omvatten de volgende subcategorieën:

 

Openbare Orde (fysieke veiligheid):

OOV, volksgezondheid, buitendienst (bosjes, slechte perken etc), BOA-taken (geen honden), toezichtstaken, hangplekken, jeugdoverlast (niet-zijnde sociale domein) jeugdgebruik drugs, etc.

 

Verkeersveiligheid:

Alles op en nabij de wegen en verkeerssituaties in de Gemeente Nieuwkoop.

 

Cybercrime:

Pesten (w.o. schoolmethodieken), sociale media, phishing etc.

 

Drugs(criminaliteit):

Dealen, woning/auto inbraken, diefstallen, overvallen etc.

 

Maatschappelijk:

Veiligheid in het sociale domein, (jeugd)zorg.

 

Integriteit:

Omgangsvormen in het werkveld (o.m. ten aanzien van vertrouwelijke zaken).

 

Brandveiligheid:

Brandpreventiemaatregelen (zorg)woningen, bedrijven, (openbare) gebouwen en scholen.

 

Speelvoorzieningen:

Speelplekken in de buurt.

 

Hondenbeleid:

Omgang/klachten t.a.v. uitlaatgedragingen.

 

Calamiteiten:

Schoolveiligheidsplannen (bijv. school shooting), sociale calamiteiten (bijv. media gerichte drama`s “facebook feestje gemeente Haren”), rampenbestrijding, calamiteiten sociale domein (bijv. Wmo).

 

Sociale gedragingen:

Uitgaangsgedrag, gedrag in de leefomgeving, opvoeding/gedrag bij verenigingen e.d.

2.2 Beleidswensen stakeholders

Zoals eerder aangegeven is statistisch het veiligheidsbeeld en –wens van de stakeholders weergegeven in de tabel op pagina 21. Hieruit is vast komen te staan dat er een duidelijke top 4 is. Het wil niet zeggen dat daarmee de andere 7 hoofdonderdelen onbelangrijk zijn. Echter zijn deze minder ingebracht.

 

Uit alle 11 hoofdcategorieën worden de volgende belangrijkste subcategorieën (algemeen beschreven) meegenomen om in de komende 4 jaren te behandelen in de uitvoering van diverse afdelingen en partners van de gemeente Nieuwkoop.

 

Onderstaand wordt weergegeven wat het meest leeft en als beleidswens is aangegeven voor de stakeholders.

 

Openbare Orde

Openbaar groen bijwerken

Verrommeling

Vuurwerk

Meer zichtbaar toezicht

Handhaving bestemming

Foutief parkeren bebouwde kom

kiss and ride-zones

Jeugd(overlast)

Verlichting bebouwde kom

Gebruik drugs (ook thuis)

Radicalisering

Verkeersveiligheid

Snelrijden/-varen

Gevaarlijke verkeerspunten verbeteren

Controles landbouwvoertuigen

Maatregelen voorkomen hardrijden

Verkeersmaatregel negatie

(School)routes efficiënter maken

Parkeerplekken creëren

Cybercrime

(digitaal) Pesten en schoolaanpakken

Sociale media gedragingen

Fishing

Drugs(criminaliteit)

Dealen

Inbraakpreventie (woningen, donkere dagen offensief)

Babbeltrucpreventie

Maatschappelijk

Verbeteren kennis van zorgaanbieders naar elkaar

Gereed maken zorgmeldpunten

Veiligheid zorgmedewerker

Integriteit

Gegevensverstrekking vereenvoudigen door convenanten

Maatregelen grensoverschrijdend gedrag

Brandveiligheid

Preventie brandveiligheid

Speelvoorzieningen

Voorzieningen treffen, leeftijdsafhankelijk obv beleid

Hondenbeleid

Controles uitwerpselen honden

Schoonhouden van uitwerpselen op speelplekken

Calamiteiten

Sociale calamiteitenoefeningen

Zorg betrekken bij calamiteiten

Bereikbaarheid hulpdiensten

Sociale gedragingen

Controles uitgaan

Naleven convenanten

Goed blijven participeren

Gedragingen openbare orde en bij verenigingen (bewustwording gedrag)

3 SPEERPUNTEN

Veiligheid is van en voor iedereen. Binnen het Nederlandse staatsbestel wordt het integrale veiligheidsbeleid bepaald en geformuleerd in doelstellingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau. In dit hoofdstuk worden de gelaagde beleidsprioriteiten samengevat.

3.1 Landelijk

De landelijke veiligheidsagenda wordt gezamenlijk opgesteld door de minister, de regioburgemeesters en het College van procureurs-generaal. Deze richt zich op de aanpak van maatschappelijke veiligheidsproblemen die zowel op landelijk als lokaal niveau spelen en waar afstemming op landelijk niveau nodig is voor een zo optimaal mogelijk resultaat.

 

De minister en gezagen hebben de volgende misdrijven benoemd als de uit te werken thema’s voor de veiligheidsagenda:

  • 1.

    Ondermijnende criminaliteit

  • 2.

    Cybercrime

  • 3.

    Fraude

  • 4.

    Kinderporno

  • 5.

    High impact crimes en de aanpak van jeugdcriminaliteit

     

Deze gemeenschappelijke veiligheidsagenda vindt nadere uitwerking in het Regionale Beleidsplan voor de Nationale Politie, Eenheid Den Haag. Dat document geeft per thema een beschrijving van het probleem, de focus in de aanpak, de bijdragen van de partners, waaronder de prestatieafspraken voor de politie.

3.2 Regionaal

In de Politiewet 2012 is vastgelegd dat per regionale eenheid ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan moet worden vastgesteld. Voor de Eenheid Den Haag heeft het Regionaal Bestuurlijk Overleg ( RBO ), waarin ook alle burgemeesters binnen het gebied zitting hebben, het Regionaal Beleidsplan (RBP) "Samen werken aan veiligheid en vertrouwen" vastgesteld.

 

Het RBP is een plan van politie, gemeenten en OM in de eenheid. In dat plan worden de gezamenlijke prioriteiten en doelstellingen op het gebied van (sociale) veiligheid beschreven. Door samen op te trekken op basis van goed onderbouwde, gezamenlijke keuzes, kunnen de veiligheidsautoriteiten krachtiger optreden tegen overlast en problemen op het gebied van de openbare orde en veiligheid.

 

In het RBP zijn gezamenlijke, regionale prioriteiten bepaald voor de jaren 2015-2018. Deze zijn gebaseerd op de lokale prioriteiten en de afspraken met het OM. Het gaat daarbij om veiligheidsvraagstukken die in meerdere gemeenten spelen, waarop een gezamenlijke integrale aanpak noodzakelijk is en waarvoor bestuurlijk draagvlak is om hierover op regionaal niveau afspraken te maken. Voor 2015-2018 is dit de aanpak van:

  • 1.

    Geweld

  • 2.

    Woninginbraken

  • 3.

    Jeugdoverlast en –criminaliteit

  • 4.

    Ondermijning

  • 5.

    Overlast en maatschappelijke onrust

     

De gezamenlijke veiligheidsagenda en de prioriteiten op landelijk, regionaal en lokaal niveau zijn complementair.

3.3 Lokale in-/aanvulling

Het vertalen van de ambities uit het RBP en het ( al dan niet ) implementeren van de binnen het samenwerkingsverband ontwikkelde producten vindt plaats op lokaal niveau. Het primaat voor de veiligheidszorg ligt immers op lokaal niveau.

 

In deze Kadernota Integrale Veiligheid nemen de lokale prioriteiten een prominente plaats in. De veiligheidsthema’s, waar voor Nieuwkoop op gemeentelijk niveau het accent op ligt zijn:

 

  • 1.

    Jeugdzorg

  • 2.

    Cybercrime

  • 3.

    Huiselijk geweld

  • 4.

    Alcoholmatigingsbeleid, met name voor jongeren

     

Naast deze speerpunten is er nog een diversiteit aan onderwerpen, die in de gemeente Nieuwkoop voor de integrale veiligheid van belang zijn. In het volgende hoofdstuk worden die met de gemeentelijke beleidsvisie en aanpak nader geconcretiseerd.

4 HOOFDPUNTEN
4.1 High Impact Crime

De bestrijding van zogenaamde High Impact Crime heeft landelijk, maar ook in het Nieuwkoopse, hoge prioriteit. Het gaat om woninginbraak, straatroof, geweld en overvallen. Dit zijn delicten met een grote impact op het slachtoffer, diens directe omgeving en het veiligheidsgevoel in de maatschappij. Deze vorm van criminaliteit komt naar verhouding vaker voor bij gemeenten die aan of nabij snelwegen liggen. Daders kunnen de snelweg af en snel weer op.

 

De aanpak van high impact crimes is onderstaand beschreven:

 

  • ·

    Een intensieve persoonsgerichte daderaanpak.

  • ·

    Versterking van de ‘heterdaadkracht’, dat wil zeggen het vermogen om kort na het delict de dader te pakken.

  • ·

    Gebiedsgerichte aanpak en preventie. Preventie is een sleutel tot het verder terugbrengen van het aantal high impact crimes. Hiervoor is een nauwe samenwerking tussen overheid en politie enerzijds en private partijen (ondernemers en individuele burgers) anderzijds, noodzakelijk.

  • ·

    De aandacht voor het slachtoffer is van cruciaal belang.

     

Nieuwkoop zelf heeft minder last van deze vorm van criminaliteit. Dit heeft te maken met de gunstige ligging. Er zijn wel wat uitvalswegen, maar niet veel. Afgelopen periode is de ader richting Utrecht ook deels afgesloten geweest. Hierdoor was te merken dat er ook minder inbraken waren dan andere jaren.

 

De lokale politie van Nieuwkoop heeft veel controles gepleegd op uitvalswegen. Door intensief te controleren en zichtbaar aanwezig te zijn, is het effect geweest dat er minder inbraken zijn geweest en meer daders zijn opgepakt. Dit wordt voor komende periode ook zo weer ingezet. Meer informatie hierover staat in de Gebiedsscan van de politie Nieuwkoop Kaag en Braassem.

 

Tabel Diefstal uit woning 2010-2014 per gemeente.

Tabel Diefstal uit woning 2010-2014 per gemeente per maand (2013-2014)

Bron: politie BVH/BVI (Stuurkubus)

4.2 Cybercrime

Cybercrime lijkt een steeds groter probleem te worden. Omdat ons leven zich meer en meer digitaal afspeelt, neemt ook de kans op online criminaliteit toe. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) heeft als taak Nederland weerbaarder te maken op internet. Het kabinet wil dat politie en justitie meer bevoegdheden krijgen om cybercrime aan te pakken.

 

Cybercrime is een lastig probleem en zeker al om het tegen te gaan. Buiten het feit dat de overheid de preventietips kan aanreiken is het van belang om dit type criminaliteit bespreekbaar wordt gemaakt bij de kwetsbare doelgroepen (kinderen en ouderen) die met de sociale media in contact komen.

 

(Cyber)pesten

In diverse gesprekken met het onderwijs is vastgesteld dat via whatsapp of facebook kinderen door andere kinderen of groepjes worden gepest. Deze vorm van pesten impliceert een groter risico dan het pesten van vroeger. Destijds stopte het pesten op school of het schoolplein. Nu gaat het pesten door tot in het huis, terwijl thuis juist een veilige haven dient te zijn.

 

Op school zijn er diverse projecten om kinderen bewust te maken van deze mediagevaren. De GGD is bijvoorbeeld actief met het onderwerp pesten. De scholen zelf behandelen pesten ook apart in de klas middels de kanjertraining. Hierbij leren ze om te gaan met pesten en wat te doen als je ziet dat een klasgenoot gepest wordt. Enkele scholen in de gemeente heeft zelf een ansichtkaart waarop een kind kan aangeven dat er gepest wordt, wie, wanneer en in welke vorm!

 

Komende beleidsperiode wordt vanuit de gemeente deze aanpak gestimuleerd en gemonitord. In de media zijn enkele drama`s ((zelf)moord) bekend geworden. Als een kind gepest wordt is het van groot belang dat dit in een zo vroeg mogelijk stadium herkend wordt zodat er direct gehandeld kan worden om juist een levenstrauma of erger te voorkomen!

4.3 Identiteits- en woonfraude

Is iemand wie hij zegt dat hij is? Strafrecht en andere vormen van handhaving, toezicht en naleving moeten goed op elkaar aansluiten. Dat bevordert een gerichte aanpak van fraudeurs. Sinds 1 mei 2014 zijn alle denkbare vormen van identiteitsfraude strafbaar volgens het Wetboek van Strafrecht.

 

Identiteitsfraude:

Identiteitsfraude kan op twee manieren: 1. iemand verwerft op een slinkse manier persoonlijke gegevens van iemand anders om zich vervolgens geloofwaardig voor te doen als deze andere persoon. Met deze valse identiteit worden slachtoffers opgelicht. Op deze manier kan hij ook toegang verwerven tot computersystemen, vormen van elektronische dienstverlening en betaal- en creditcardrekeningen.

 

2.Een persoon bezit verschillende identiteitsbewijzen onder verschillende namen. In Oost-Europese landen is het vaak gemakkelijk om een naamswijziging te verkrijgen. Daardoor denken wij hier (na een dergelijke wijziging) dat we met een andere persoon te maken hebben.

 

Woonfraude: Deze vorm van fraude doet zich in verschillende vormen voor:

  • 1.

    Woont iemand waar hij zegt dat hij woont?

  • 2.

    Wordt het huis bewoond door degenen die staan ingeschreven?

  • 3.

    Mag er gewoond worden op het adres van inschrijving?

  • 4.

    Waar wonen mensen die niet zijn ingeschreven?

     

Woont iemand waar hij zegt dat hij woont?

Mensen schrijven zich in bij ouders/familie (briefadres of inwonend) terwijl ze daar feitelijk niet verblijven.

 

Dit zien we zowel bij kinderen die zich bij hun ouders inschrijven als andersom dat ouders zich bij kinderen inschrijven, terwijl ze feitelijk in het buitenland wonen. De reden hiervan kan zijn: ziektekostenverzekering, belastingontduiking, ontvangen uitkering of pensioen).

 

Actie:

Intensieve controle door handhaving.

 

Inschrijving op een briefadres:

Een briefadres is een adres waar men de post ontvangt van de overheid maar waar men niet verblijft. Deze mogelijkheid is (in de BRP) gecreëerd voor mensen die tijdelijk geen vast adres hebben en toch voor de overheid bereikbaar willen blijven.

 

De afdeling PUZA (burgerzaken) constateert dat van deze mogelijkheid ook misbruik wordt gemaakt: mensen schrijven zich in op het adres van een familielid maar verblijven feitelijk in een andere woning. Daarmee ontduiken ze de (gemeentelijke) belastingen.

 

Actie:

terughoudendheid betrachten in het accepteren van een briefadres en controle na een bepaalde tijd.

 

Aanpak

De nadruk bij de aanpak ligt op preventie: voorkomen is beter dan genezen. Want slachtoffers ondervinden schade van identiteitsfraude. Niet alleen financieel, maar ook emotioneel. Worden mensen of organisaties toch slachtoffer van identiteitsfraude? Dan moeten de betrokkenen de schade vlot kunnen herstellen.

 

Gemeentelijke aanpak

In 2014 zullen de gemeenten van de G32 beleid opstellen hoe om te gaan met deze fraudevorm.

 

Tip voor de burger

Voor de burger is het voor nu van belang dat zij bij het maken van kopieën van hun identiteitsbewijzen 3 dingen doen op het kopie:

 

  • 1.

    Schrijf op het kopie dat het een kopie is

  • 2.

    Geef aan wie u de kopie geeft

  • 3.

    Schrijf de afgiftedatum op het kopie

4.4 Jeugdzorg

De jeugdzorg valt vanaf 1 januari 2015 onder de gemeenten. Dit betreft alle onderdelen van de jeugdhulp.

 

  • ·

    Daarbij hoort ook specialistische hulp voor jeugd met een beperking, opvoed- en opgroeihulp en geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd (jeugd-ggz);

  • ·

    De uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen;

  • ·

    De uitvoering van jeugdreclassering;

  • ·

    De gesloten jeugdhulp;

  • ·

    Veilig Thuis (voorheen AMHK en Meldpunt huiselijk geweld)

     

De jeugdhulp is in Holland Rijnland regionaalgeorganiseerd. Het uitgangspunt daarbij vormt een nieuw toekomst model voor de jeugdhulp. Dit stelsel is gebaseerd op vijf pijlers.

 

In bovenstaande afbeelding is het toekomstmodel schematisch vertaald. Pijler 1 is het fundament van het jeugdstelsel en wordt gevormd door de pedagogische gemeenschap in gemeenten en wijken, waarin burgers betrokken en bereid zijn om verantwoordelijkheid rond het opvoeden en opgroeien van kinderen te nemen.

 

Pijler 2 zijn de basisvoorzieningen, waar vrijwel alle kinderen komen. Denk aan de jeugdgezondheidszorg, scholen, kinderopvang/peuterspeelzalen en huisartsen, jongerenwerk.

 

Pijler 3 De jeugd- en gezinsteams zijn een nieuw element in het Toekomstmodel Jeugdhulp van Holland Rijnland. De teams vervullen een cruciale rol bij het verhogen van de kwaliteit van de jeugdhulp en de vermindering van het gebruik van (zware) specialistische voorzieningen. De expertise van diverse soorten ambulante jeugdhulp uit het huidige stelsel wordt in deze teams samengevoegd. Daarmee wordt het hulpaanbod doelmatiger en overzichtelijker: voor ouders, voor andere voorzieningen en voor de aansturing door de gemeenten.

 

De vierde pijler wordt gevormd door de specialisten: organisaties of vrijgevestigden met specialistische expertise in situaties waar sprake is van ernstige problemen. Zij leveren een bijdrage aan het realiseren van doelen uit het gezinsplan door consultatie, advies, nadere diagnostiek of een specifieke behandeling te bieden.

 

Ook bij hulp in het gedwongen kader (pijler 5) vormt samenwerking volgens 1Gezin1Plan de basis. Er wordt nauw samengewerkt indien dat nodig is.

 

Pijler 6 ‘Verbinding door 1Gezin1Plan1Gezicht’ is dan ook door een cirkel met alle andere pijlers verbonden. De jeugdige en zijn gezin staan centraal in de ondersteuning van hulpverleners uit alle pijlers. Volgens deze werkwijze wordt een integraal gezinsplan opgesteld, waarin ook doelen op gebied van bijvoorbeeld onderwijs, Wmo, werk & inkomen en volwassenenzorg worden opgenomen.

 

In Nieuwkoop is één jeugd en gezinsteam (JGT) actief. Het JGT maakt onderdeel uit van het Centrum Jeugd en Gezin en bestaat uit ongeveer 10 medewerkers. De hulpverleners werken ambulant en zijn te vinden op verschillende plekken binnen de gemeentegaan ook vaak bij de mensen op bezoeken. Ouders kunnen direct een afspraak maken een medewerker van het JGT. Er is een goede samenwerking met o.a. onderwijs, jeugdgezondheidszorg, huisartsen, Tom in de Buurt, Jeugdpreventieteam. Het JGT is niet alleen een toegangsteam tot de jeugdhulp, er vindt ook behandeling plaats. Wanneer specialistische zorg of zeer langdurige hulp of begeleiding nodig is, wordt deze van buiten ingezet. Vaak wordt de noodzakelijke hulp aan geboden vanuit de gecontracteerde organisaties. Het is ook mogelijk dat ouders de zorg zelf inkopen met behulp van een persoonsgebonden budget. Daar waar nodig blijft het JGT betrokken.

 

Samenwerking politie

De politie is een belangrijke signaleerder van (on)veiligheid van kinderen. De politie komt op veel plaatsen in het publieke domein en in veel thuissituaties in gezinnen waar de hulpverlening anders niet zou zijn (binnen)gekomen. De door de (wijk)agenten gesignaleerde overlast, crimineel gedrag, huiselijk geweld en verwaarlozing, worden middels een zogenaamd zorgformulier kenbaar gemaakt bij de hulpverlening. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van CORV.

Corv regelt digitaal het berichten verkeer tussen politie en de jeugdzorg. De zorgberichten worden beoordeeld door medewerkers van Veiligthuis en het JPT. Op basis van een gezamenlijke beoordeling (triage) wordt bepaald welke vervolgstappen nodig zijn.

 

Jeugd Preventie Team (JPT)

Het JPT verzorgt preventieve hulpverleningstrajecten bij jongeren en hun gezinnen die in aanraking zijn gekomen met de politie en waar zorgen over een veiligheidsrisico in het publieke domein over bestaan. Er zijn samenwerkingsafspraken tussen de politie, het JPT en JGT. Een protocol dat het mogelijk maakt gegevens onderling uit te wisselen is in voorbereiding. Een onderdeel van de samenwerkingsafspraken is dat een medewerker van het JPT actief het contact met jongeren en ouders legt en hierbij een medewerker van het JGT indien nodig kan betrekken.

 

Raad voor de Kinderbescherming (RvdK)

In het nieuwe stelsel werken gemeenten en de RvdK intensief met elkaar samenwerken. De samenwerking is vastgelegd in een samenwerkingsprotocol.

Een belangrijk aspect van het samenwerkingsprotocol betreft de inschakeling van hulp door het JGT als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd. In paragraaf 1 wordt geadviseerd deze toeleiding via een plusvariant van het Casus Overleg Bescherming (COB) te regelen (model regio Haaglanden) . Het toekomstbeeld is dat het Verzoek tot Onderzoek (VTO) kan worden verzorgd door het AMHK, een GI, het jeugd- en gezinsteam/sociaal team en mogelijk door leerplicht.

 

Jeugdbescherming

Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt wanneer een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jongere (ernstig) wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet (voldoende) helpt.

Om de ontwikkeling van een kind/jongere veilig te stellen, kan de rechter de volgende jeugdbeschermingsmaatregelen opleggen:

 

  • 1.

    Ondertoezichtstelling met of zonder een machtiging tot uithuisplaatsing

  • 2.

    Ontheffing uit het ouderlijk gezag

  • 3.

    Ontzetting uit het ouderlijk gezag

     

Ondertoezichtstelling is de meest voorkomende en de lichtste maatregel. Ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag zijn zwaardere maatregelen.

 

De jeugdbeschermingsmaatregel wordt onder de Jeugdwet uitgevoerd door een Gecertificeerde Instelling (GI). Voor Nieuwkoop is dat Jeugdbescherming West.( voorheen Bureau jeugdzorg). Het JGT en de GI werken nauw samen. Voor de daadwerkelijke opvang bij een uithuisplaatsingis in Holland Rijnland verband zorg in gekocht bij Horizon en Cardea.

Ook is het mogelijk dat de rechter besluit tot een OTS in combinatie met een machtiginggesloten uithuisplaatsing, dit betreft dan een plaatsing in een zogenaamde Jeugdzorgplus instelling voor Nieuwkoop is dat “De Vaart” in Telylingen. Over de plaatsing van jongeren zijn in Holland Rijnland verband afspraken gemaakt.

 

Procedure

 

Jeugdbeschermingstafel ( JBT)

 

Tot 31 december 2014 werden in het COB (Casus Overleg Bescherming) door vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en voormalig Bureau Jeugdzorg bepaald of een raadsonderzoek gestart moet worden. Met de transitie van de jeugdhulp is besloten het COB uit te breiden naar een plus variant waar de raadsmelder, de ouders en het kind (als deze ouder is dan 12 jaar), de medewerker van het JGTen zo nodig al een jeugdbeschermer aansluiten. Sinds 1 januari 2015 nemen deze partijen gezamenlijk het besluit of een raadsonderzoek gestart wordt of dat er toch nog mogelijkheden zijn om in het vrijwillige kader (met de Eigen Kracht van ouders) hulpverlening te bieden. Dit vindt plaats in het COBplus onder de nieuwe naam Jeugdbeschermingstafel. De jeugdbeschermingstafel is gevestigd in het veiligheidshuis in Leiden. Maar kan eventueel ook in het gemeentehuis plaatsvinden. De gemeente is verantwoordelijk voor de jeugdbeschermingstafel. De gemeente Nieuwkoop heeft dit, net als de andere Holland Rijnland gemeente overgedragen, aan Holland Rijnland.

4.5 Thuiszorg – veiligheid

Senioren lopen een groter risico om slachtoffer te worden van criminelen. Daardoor is het belangrijk om aan ouderen te vertellen hoe criminelen te werk gaan zodat ze minder kans hebben dat hen iets vervelends overkomt. Daar zetten Nieuwkoop en de politie zich voor in, onder andere met speciale bijeenkomsten voor senioren.

 

Deze groep is het meest vatbaar voor:

 

  • -

    babbeltrucs;

  • -

    verandering technologie

  • -

    internet (bijv. phishing)

  • -

    beroving

     

Om de communicatie over veiligheid verbeteren is het de bedoeling de komende beleidsperiode een informatiekaart te verspreiden onder senioren met een checklist waarop handige tips staan rond veiligheid in en rond het huis. Deze informatiekaart kan worden opgehangen op een duidelijk zichtbare plek bijvoorbeeld bij de meterkast of wc of vlak bij de voordeur.

4.6 Huiselijk geweld

Medio 2012 is de integrale aanpak van huiselijk geweld ondergebracht in het Veiligheidshuis. Het doel is om te komen tot een gezamenlijk versterkende bijdrage om huiselijk geweld te signaleren, zo snel mogelijk de hulpverlening voor het slachtoffer (waaronder kinderen in het gezin) en dader te starten, het geweld te stoppen en recidive te voorkomen.

 

De aanpak binnen de totale keten huiselijk geweld is de afgelopen periode verder geïntensiveerd.

In de tweede helft van 2013 is een nieuwe werkwijze rondom de aanpak van huiselijk geweld zaken ontwikkeld: de belangrijkste partners uit de justitie- en zorgketen ontmoeten elkaar snel na het incident of de melding. Tijdens die dagelijkse screening komen politie, Openbaar Ministerie, Bureau Jeugdzorg en SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld) in het Veiligheidshuis bij elkaar om met elkaar af te spreken: “wie doet er wat en wanneer”.

 

In het dagelijkse screenings-overleg worden alle binnenkomende huiselijk geweld meldingen voor de hele regio besproken. De snelle en integrale werkwijze versterkt niet alleen de slagvaardigheid van de deelnemende partners binnen de huiselijk geweldketen maar biedt ook maximale mogelijkheden tot een snelle bescherming van slachtoffers en de bij dergelijke incidenten betrokken kinderen.

 

Huiselijk geweld komt ook voor bij ouderen. Ouderenmishandeling is het handelen of het nalaten van handelen van al degenen die in een terugkerende persoonlijke of professionele relatie met de oudere (iemand van 65 jaar of ouder) staan, waardoor de oudere persoon lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid.

 

In Nederland onderscheiden we zes verschijningsvormen van ouderenmishandeling, namelijk:

 

- lichamelijke mishandeling,

- psychische mishandeling,

- verwaarlozing,

- financiële uitbuiting,

- seksueel misbruik, en

- de schending van rechten.

 

Het doel is om huiselijk geweld sneller te herkennen via signalen uit diverse richtingen. Denk hierbij aan een arts, een schooljuf, een buur of toezichthouder die bemerkt dat een kind anders reageert dan het zou moeten of dat het blauwe plekken heeft die niet tijdens het spelen gebeurd zijn. Dit doel is te bereiken door veel informatie te verstrekken en uitleggen welke middelen er zijn om een dergelijke constatering te melden. Denk aan het Steunpunt Huiselijk Geweld of Veilig Thuis (voormalig AMhK).

 

In onderstaande tabel is het aantal meldingen m.b.t. huiselijk geweld en kindermishandeling (AMK) opgenomen. Ter vergelijking Is ook de gemeente Kaag en Braassem opgenomen.

 

2012

Nieuwkoop

Kaag en Braassem

Meldpunt meldingen

25

26

Waarvan signalen van huiselijk geweld

8

4

wet tijdelijk huisverbod

1

3

Steunpunt huiselijk geweld

7

7

Waarvan eerder gerelateerd geweld

0

0

AMK meldingen

38

22

4.7 Verkeer nabij scholen

In 2013 is er een beleidsstuk gemaakt om de verkeersveiligheid bij de scholen in de gemeente te verbeteren. Hierbij zijn diverse knelpunten geïnventariseerd en oplossingen bedacht. Dit is samengevat in een maatregelenpakket, dat in 2013 door de raad is vastgesteld.

 

In 2014 zijn alle maatregelen uitgevoerd. Dit zijn onder andere:

  • -

    het plaatsen van opvallende,

  • -

    gekleurde Julie-palen in schoolomgevingen,

  • -

    het bestraten van het woord schoolzone in het wegdek,

  • -

    de aanleg van extra parkeerplaatsen in de schoolomgeving, en

  • -

    het aanleggen van een drempel.

     

Tot 2020 is er jaarlijks nog een budget beschikbaar om maatregelen te treffen in de infrastructurele en de gedragssfeer. Dit budget kan worden gebruikt om eventuele nieuwe knelpunten aan te pakken.De gemeente neemt tweemaal per jaar actief deel aan een overleg met de scholen om verkeerszaken te bespreken.

4.8 Alcoholmisbruik

Met het alcoholmatigingsbeleid willen wij het alcoholgebruik door jongeren sterk terugdringen. Alcoholgebruik op jonge leeftijd is slecht voor de gezondheid, in het bijzonder voor de ontwikkeling van de hersenen van jongeren. Daarnaast worden verstoringen van de openbare orde veelal gepleegd onder invloed van alcohol.

 

Afgelopen periode zijn mystery kids ingezet. Onder begeleiding proberen zogenoemde 18-minners een ’biertje’ te verkrijgen bij een bedrijf, slijterij, lokaliteit of vereniging. Ook boden we de medewerkers van paracommerciële instellingen een cursus aan. Tijdens deze cursus leerden ze onder meer ’nee’ te zeggen maar ook wat de wetten betreffende alcoholverstrekking inhouden.

 

Uiteindelijk proberen we door deze inzet de bewustwording van het verstrekken en aankopen van alcoholische drank te creëren.

 

Komende beleidsperiode wordt bij notoire overtredingen of meldingen mystery kids ingezet om aannemelijk te maken dat er daadwerkelijk overtredingen plaatsvinden. Conform het horeca(sanctie)beleid wordt sanctionerend opgetreden, tenzij het strafrecht een betere oplossing biedt.

 

In de komende beleidsperiode zal de gemeente voor de Sportverenigingen een opfriscursus “verantwoord alcohol verstrekken” aanbieden.

5 OVERIGE AANDACHTSPUNTEN
5.1 Sociale calamiteiten

Om de aanpak van bepaalde calamiteiten te structureren heeft Nieuwkoop sinds vorig jaar een sociaal calamiteitenplan (SCP) geïntroduceerd. Bij calamiteiten moet gedacht worden aan incidenten die gemakkelijk tot maatschappelijke onrust kunnen leiden. Bijvoorbeeld het gerucht rond de Nieuwkoopse baby-ontvoerster (2012) of de kindermishandelingszaak te Roelofarendsveen (2015).

 

Het SCP is niet bedoeld ter vervanging van bestaande reguliere taken en verantwoordelijkheden van individuele ketenpartners en/of samenwerkingsverbanden en de reguliere crisisbeheersings-plannen en protocollen en de Nazorg die daarin een onderdeel van vormt.

 

Het plan is juist bedoeld om structuur aan te brengen bij gevallen waar de ketenpartners hun competenties moeten bundelen en zorgt voor sturing en juiste vraagstelling ten tijde daarvan. Een SCP leidt een concreet probleem in juiste banen en bevordert een optimale communicatie. Daardoor kan op snelle en adequate wijze een oplossing worden gevormd.

5.2 Dak- en thuislozen

De centrumgemeente Leiden is verantwoordelijk voor algemene voorzieningen die vallen binnen de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). Onder openbare geestelijke gezondheidszorg valt:

 

  • ·

    het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg;

  • ·

    het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen;

  • ·

    het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen;

  • ·

    het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg;

  • ·

    preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van overlastbestrijding van overlast door verslaving.

  • ·

    dak- en thuisloze opvang.

5.3 Woonoverlast

Woonoverlast komt in allerlei vormen voor, zoals geluidsoverlast, druggerelateerde overlast, intimidatie, bedreigingen, stank en geschreeuw van jongeren. Niet zelden leidt woonoverlast tot stress, lichamelijk letsel, zware mishandeling en doodslag. Gemiddeld heeft 5% van de bewoners in Nederland “vaak” overlast van omwonenden.

 

Geluidsoverlast van buren staat na verkeerslawaai op de tweede plaats van hinderlijk geluid. Ook verrommeling van erven is een doorn in het oog.

 

Samen met de wooncorporaties of bewoners, zoekt de gemeente, maar ook de wijkagent van de politie toch naar een wenselijke en leefbare situatie. Waar nodig wordt met de harde hand opgetreden, proces-verbaal of huisuitzetting. Dit laatste is echt in het uiterste geval dat de bewoner(s) absoluut niet meewerken. In de regel wordt het minnelijk opgelost, zo leert de praktijk.

 

In uiterste gevallen kan bij zeer ingewikkelde zaken ook buurtbemiddeling worden ingezet. De gemeente heeft voor deze gevallen een contract met Libertas Leiden. De inzet van buurtbemiddeling gebeurt niet automatisch. Er moet in een dergelijke overlast zaak alles aan gedaan zijn. De uiterste maatregel is buurtbemiddeling. Hier kleeft een nadeel aan dat de partijen welwillend zijn. Zonder dit heeft buurtbemiddeling geen effect.

5.4 Inbraken

Afgelopen periode is er veel ingezet om inbraken te voorkomen en woningen beter tegen inbraken te beveiligen. Dit is gedaan door:

 

  • ·

    inzet op markten;

  • ·

    buurtgerichte presentaties te geven;

  • ·

    gerichte controles en projecten door politie en (OOV-)toezicht;

  • ·

    het tijdelijk plaatsen van A-0 borden door politie in wijken waar wordt ingebroken;

  • ·

    het zenden van zogenoemde besmettingsbrieven (brief met inhoud dat er in de omgeving van ongeveer (straal) 75 meter is ingebroken. Daarbij zitten ook tips en trucs om inbraken te voorkomen);

  • ·

    informatie op de website;

  • ·

    twitterberichten (politie/gemeente);

  • ·

    Informatie via Facebook (politie/gemeente);

  • ·

    burgernet;

  • ·

    informatie in Nieuwkoop Nieuws;

  • ·

    informatie verschaffen via de digitale borden bij ingang van de bebouwde kommen, en

  • ·

    districtelijke beleidsmatige speerpuntenaanpak.

 

Door inwoners te waarschuwen en te informeren hoe zij hun woning beter kunnen beveiligen proberen we inbraken te voorkomen. Voor komende beleidsperiode worden dezelfde instrumenten ingezet.

5.5 Keurmerk Veilig Wonen

Het Keurmerk Veilig Wonen draagt in belangrijke mate bij aan de verbetering van de sociale veiligheid in de openbare ruimte en de directe woonomgeving. Inmiddels is het keurmerk een verantwoordelijkheid van gemeenten geworden in het kader van de gemeentelijke integrale veiligheidszorg. Uit de afgelopen periode is bemerkt dat er weinig aandacht is voor dit keurmerk. Veelal vinden mensen het keurmerk aan te vragen te duur, maar ook de sloten en andere voorzieningen. Ondanks dat is er veel informatieverschaffing geweest via markten, websites, donkere dagen offensieven (politie/gemeente) om mensen bewust te maken van goed hang en sluit werk. In nieuwe projecten op gemeentegrond wordt de toepassing van het keurmerk in de contracten opgenomen.

5.6 Vergroten brandveiligheid

In het collegeprogramma voor de periode 2014-2018 is opgenomen dat er aandacht moet zijn voor het onderwerp brandpreventie voor minderzelfredzamen. Als voorbeeld wordt hierbij genoemd het verstrekken van brandmelders voor de kern Langeraar.

 

Het beoogde doel is het verhogen en vergroten van de brandveiligheid bij verminderd.

 

Per 2015is het project gestart o.l.v. beleidsmedewerker OOV i.s.m. de Dorpsraad Rondom de Plassen (Papenveer/Langeraar). De volgende stappen worden komende periode ondernomen:

 

  • -

    Inventarisatie niet zelfredzamen;

  • -

    bepalen welke acties er nodig zijn om de brandveiligheid te vergroten;

  • -

    bepalen welke acties er nodig zijn om de brandveiligheid te verhogen;

  • -

    Uitvoering in de praktijk.

     

Aanrijdtijden

In de gemeente Nieuwkoop zijn er een aantal locaties waar de hulpdiensten, i.c. de brandweer, nauwelijks binnen de wettelijke termijn ter plaatse kunnen zijn. Dit zijn globaal genomen de buitenste randen aan de oostzijde van de gemeente (zomerparken, delen van Woerdense Verlaat e.d.)

Zodra het hierboven vermeld project uitgevoerd is, worden de zomerparken onder de loep genomen t.a.v. brandzelfredzaamheid van bewoners op die parken.

5.7 Drugs / Hennep

Het gebruik van (hard)drugs is nog steeds dagelijks aan de orde. Vooral onder jongeren zijn de gevaren niet of niet goed bekend en kunnen gevolgen dan ook hard aankomen.

 

Onder jongeren tussen de 15 en de 24 jaar is het gebruik van drugs het hoogte. Gemiddeld 17% van de jongeren is wel eens in aanraking gekomen met cannabis. C.a. 7.6 procent zegt het nog steeds te gebruiken. Voor velen is nog niet duidelijk wanneer het gebruik van drugs omslaat tot misbruik én wat voor gevolgen en consequenties er aan kleven. Gemiddeld 3,5 % geeft aan wel eens harddrugs te hebben gebruikt en ruim 1,5 % geeft aan dat het zij het nu nog wel eens gebruiken.

 

De kans om verslaafd te raken aan drugs is erg groot. Om weer zonder drugs te kunnen leven is vaak makkelijker gezegd als gedaan. De overheid heeft hier enkele instanties voor in het leven geroepen die hulp bieden bij het overwinnen van een verslaving. Zo wordt in Nieuwkoop op scholen voorlichting gegeven door o.m. de GGD en Brijder. We hopen dat het besef om “nee” te zeggen hierdoor ontstaat. Immers is de drug XTC, voornamelijk in de uitgaanswereld, het nieuwe roken!

 

GHB (Gamma Hydroxyde Boterzuur) werd vroeger als narcosemiddel bij operaties gebruikt. Vanwege de bijwerkingen en het lastige doseren gebeurt dat niet meer. GHB heeft een verdovende werking. Het zorgt voor ontspanning en het kan je een opgewekt en vrolijk gevoel geven. GHB kan eenvoudig gemaakt worden met huis-tuin-en keukenmiddelen. Daardoor is het een zeer slecht, maar vooral gevaarlijk middel. De drug wordt toegevoegd aan een drankje en zo ingenomen.

 

In de gemeente is in 2014 een GHB-zaak geweest. In deze zaak was een aantal van een groep van 17 jongeren (ernstig) verslaafd aan deze drug. Door samen te werken met Brijder (verslavingszorg) en de ouders erbij te betrekken heeft het ertoe geresulteerd dat de jongeren verslavingszorg aannamen en konden afkicken. Door ook de groep samen bij het probleem te betrekken was er een hoog toewijdingsgehalte bij de individuen uit deze groep. Dit was het key-element tot succes. In de toekomst zal deze aanpak in vergelijkbare zaken worden toegepast.

 

Om de drugs, maar ook hennepteelt aan te pakken dient er goed te worden samengewerkt met diverse instanties. Om de informatie met elkaar te mogen delen (tot zekere hoogte) is er een convenant met het RIEC opgesteld. Hiermee kunnen het OM, politie, belastingdienst en gemeenten de opgedane informatie met elkaar delen en gecontroleerd deze problematiek aanpakken.

 

In Nieuwkoop wordt dit al sedert 2010 uitgevoerd op hoog niveau. Dit is te merken, want ons scoringsgehalte is hoog in tegenstelling tot naaste gemeenten. Dit niveau willen we behouden. Dit kost veel tijd en moeite, maar het is het waard. Voornamelijk gaat het om de dader zoveel mogelijk te benadelen en het effect heeft op anderen om niet de drugswereld in te stappen.

 

In 2014 heeft Nieuwkoop 8 hennepkwekerijen succesvol opgerold. Van januari 2015 tot april zijn dit er al 4.

 

Het aanpakken van drugs dealen is in 2014 nog meer verstevigd. Voornamelijk in de kern Nieuwkoop. Dit heeft er in geresulteerd dat er diverse aanhoudingen zijn gedaan en de daders ook veroordeeld zijn. Wat opvallend is, is dat de burger heel alert is en reageert door verdachte situaties te melden.

5.8 Ex-gedetineerden

Jaarlijks keren rond de 1.500 plegers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven terug in de samenleving. Dit gaat over het algemeen goed, maar het komt met enige regelmaat voor dat maatschappelijke onrust ontstaat. Het is in het belang van iedereen dat de terugkeer goed verloopt voor de ex-gedetineerden om te voorkomen dat zij in hun oude gedrag terugvallen en voor burgers omdat zij gebaat zijn bij een veilige omgeving, met minder overlast en criminaliteit.

 

Als een gedetineerde na het ondergaan van gevangenisstraf voor een ernstig delict, zoals een zedendelinquent, terugkeert in de samenleving vraagt dat om extra zorgvuldigheid bij het zoeken naar woonruimte en een plek om te resocialiseren. Goede samenwerking, regie en vertrouwen in de expertise van verschillende betrokken partners zijn daarbij bepalend.

 

Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Openbaar Ministerie (OM) en Reclassering Nederland namens de drie reclasseringsorganisaties hebben het initiatief genomen om hierover afspraken te maken. Zo willen wij gezamenlijk invulling geven aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om de belangen van slachtoffers, samenleving én daders in balans te brengen. Dat heeft geleid tot een handelingskader voor concrete situaties.

 

Afspraken terugkeer ex-gedetineerden (zedendelinquenten). In het handelingskader staan drie uitgangspunten centraal:

 

  • -

    Ex-gedetineerden keren in principe terug naar de gemeente waar ze voor aanvang van de detentie woonden.

  • -

    Voor zover bovenstaande door omstandigheden niet lukt, zet het lokaal bestuur zich in om samen met andere partners een alternatieve oplossing te zoeken.

  • -

    Het OM en de reclassering zoeken ruim vooraf contact met het lokaal bestuur om tot een oplossing te komen die recht doet aan de belangen van de samenleving én de ex-gedetineerde.

     

Het handelingskader benoemt en versterkt onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een goed verloop van de terugkeer van ex-gedetineerden. Ze doet recht aan de positie en rol van elke partner en draagt er toe bij dat iedereen zijn rol goed invult. Bovenal is het een praktisch toepasbaar kader voor het oplossen van situaties waar het vastloopt.

In de gemeente Nieuwkoop is de nazorg ex-gedetineerden ingericht bij het Veiligheidshuis. De nazorgactiviteiten worden vanuit hen verricht en richten zich op een adequaat aanbod op de belangrijkste leefgebieden: wonen, inkomen, zorg, werk/dagbesteding en identiteit.

5.9 Meervoudig kijken

Is hetgene wat je ziet weldegelijk wat je ziet? Hoe herken je crimineel gedrag? Dat zijn allemaal vragen die te maken hebben met meervoudig kijken. Het onderwerp komt van een onderdeel uit de wijkagentenopleiding. Enkele jaren geleden heeft het RIEC i.s.m. een oud RIEC medewerker en de veiligheidsspecialist van Nieuwkoop een dergelijke cursus ontwikkelt voor de lokale overheid. Het doel om medewerkers die buiten aan het werk zijn, die feitelijk de ogen en oren zijn van de organisatie, meer kennis te geven over herkenning van strafbare- of criminele feiten.

 

De cursus is bij veel gemeenten goed ontvangen. In de meeste gevallen werd de cursus gegeven aan medewerkers toezicht & handhaving en BOA`s. Onze gemeente wil nu een stapje verder gaan en deze cursus nu ook aan de buitendienstmedewerkers geven.

 

Aanvankelijk werd de cursus op locatie door een cursusleider gegeven. Het is gezien de doelgroep niet handig om de cursus op die manier te geven. Het dynamisch karakter ontbreekt. Derhalve is er voor gekozen om het actief te geven via een mediatool. De medewerker ziet een film met verdachte of rare situaties. Denk aan een dak dat niet besneeuwd is maar de andere daken wel. Dit kan duiden op hennepteelt. De medewerker wordt vervolgens gevraagd wat hij ziet en welk beeld hij er bij heeft. Dit wel via multiple choice. Op deze wijze wordt de kennis beeldend verrijkt.

 

Het ultieme doel is om deze mediatool ook aan de burger aan te bieden. Dit proces zal medio 2016 bekeken worden hoe dit het beste ingezet kan worden. Immers is de titel niet voor niets “samen doen we het veilig”!

5.10 Wijkgericht werken

Als uitvloeisel van de Maatschappelijke Structuurvisie (MSV) en de decentralisering in onze gemeente zijn sociale wijkteams en jeugdgezinsteams gevormd. Het is gewenst om ook in het toezicht op en handhaving in de openbare orde meer wijkgericht te gaan werken in samenwerking met andere diensten van de gemeente alsmede het jeugdzorgdomein, beheer openbare ruimte en de dorpsraden. Voor nu is de ingang via een Dorpsraad het meest voor de hand liggend.

 

In 2015 wordt een pilot opgesteld via de Dorpsraad Rondom de Plassen. Hierin worden enkele aspecten onderzocht:

 

  • -

    in welke gevallen we op deze wijze gaan werken,

  • -

    met wie er in dit soort gevallen wordt afgestemd binnen en buiten de organisatie, en

  • -

    wie de opdrachtgever intern is.

     

Uit de bevindingen wordt bekeken hoe het beste wijkgericht gewerkt kan worden en in welke hoedanigheid.

5.11 Kleine ergernissen in de openbare ruimte

Vanaf 2011 heeft ook gemeente Nieuwkoop met BOA`s veel kleine ergernissen aan kunnen pakken. Samen met de inzet van de politie is dit gerealiseerd. Sinds 2011 zijn er twee BOA`s aangesteld.

 

Tot op heden is de inzet gericht op deze overlastfeiten

  • -

    alcohol,

  • -

    jeugdoverlast,

  • -

    parkeren en

  • -

    hondenbeleid.

 

Dit zijn de prioriteiten uit de top 10 van de veiligheidsmonitor. De BOA`s zijn ook aangesteld als toezichthouder Drank- en Horecawet. Voor de leeftijdscontroles wordt – op contractuele basis –samengewerkt met buurgemeenten.

5.12 Plassengebied

Gemeente Nieuwkoop, Politie en Natuurmonumenten, maar ook andere instanties, doen gezamenlijk of afzonderlijkcontroles op en rond de Nieuwkoopse plassen en Langeraarse Plassen.

 

Voor het varen in het Nieuwkoop Plassengebied, is een vaarvergunning nodig. Op het niet hebben van een vaarvergunning kan op gecontroleerd worden.

 

Op de plassen mag men varen met motor van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang. Ook hierop kan gecontroleerd worden.

Daarnaast wordt door verschillende instanties op en rond de plas gecontroleerd op visvergunningen maar ook op alcoholgebruik.

 

Ook tegen loslopende honden, fietsers en bromfietsers, zwemmers en anderen die zich rondom de plassen niet aan de regels houden, wordt opgetreden.

 

Verder wordt ook op de Plassen gecontroleerd op mogelijke bootwrakken, illegaal wonen, kamperen, bestrijdingsmiddelen, lozingen, op illegaal gebruik van grond, aanleg van bouwwerken en of steigers op en rondom de plassen.

 

Een van de ergernissen op het water betreffen de zogenoemde zuipschuiten. Hierbij gaat het op een vaartuig waar veel alcoholische drank door jongeren wordt genuttigd en dat gepaard gaat met de nodige geluidsoverlast. Hierop wordt ieder jaar, waar mogelijk, door de politie en de gemeente gehandhaafd.

 

Daarnaast zijn op en rond de plassen in Nieuwkoop de Natuurbeschermingswet en of de Flora- en Faunawet van kracht.

 

Door het verscherpte toezicht op en rond de Nieuwkoopse- en Langeraarseplassen, hopen de instanties dat er door iedereen ongestoord, veilig en sportief gerecreëerd kan worden.

 

Vanaf 2015 is voor een aantal uren per week een BOA speciaal voor het plassengebied aangesteld. Hij zal zich voorlopig bewegen op de plassen en waar nodig boetes uitschrijven.

5.13 Whatsapp-groepen

De aanmeldingen op burgernet zijn nog niet zoals het verwacht werd. In twee jaar tijd hebben nog geen 1000 Nieuwkopers zich aangemeld. In de Nieuwkoopse situatie is het gebruik van burgernet nogal beperkt. In opkomst zijn de zogenoemde whatsapp-groepen. Burgers kunnen zelf verdachte situaties of informatie verkregen uit een andere mediatool met de directe omgeving delen om bijvoorbeeld zo vervolgens een verdachte situatie te melden via 1-1-2 aan de politie en op te letten als zo`n situatie voordoet.

5.14 Radicalisering

Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Er kan sprake zijn van dreigend geweld. Deze groepen vergroten de polarisatie in de samenleving, zetten het sociaal weefsel onder druk. Stromingen die op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisme, islamradicalisme, dierenrechtenradicalisme en links-extremisme.

 

Een radicaliseringsproces is een proces in de sociale sfeer. Een rekruteringsproces is een vorm van ‘sturing’ die daarop inhaakt, en de radicalisering beoogt te ontwikkelen in een gewelddadige richting. Om terrorisme goed te kunnen bestrijden, is het daarom van belang de verschillende processen niet los van elkaar te zien. Maar ze in hun onderlinge samenhang te benaderen.

 

Het tijdig onderkennen, voorkomen, isoleren of indammen van radicalisering en rekrutering zijn belangrijk om terrorisme duurzaam te bestrijden. Dat betekent niet alleen actie ondernemen in de laatste repressieve fase van radicaliserings- en rekruteringsprocessen, maar proberen de processen zo vroeg mogelijk te onderkennen en te verstoren.

 

Voor preventie en bestrijding van polarisatie en radicalisering in Nieuwkoop is het belangrijk datinformatie wordt vergaard en wordt gedeeld. Informatie is afkomstig van politie, justitie,veiligheidsdiensten, instellingen en tipgevers en wordt gewogen, beoordeeld en afgestemd met een speciaal team van de politie, AIVD of NCTV.

 

Het onderwerp vraagt blijvende en continue aandacht.

5.16 Mensenhandel

Jaarlijks worden vele vrouwen slachtoffer van mensenhandelaren. Ze worden uitgebuit, onderdrukt, mishandeld en misbruikt. Velen worden gedwongen in de prostitutie te werken. Ze raken hun kinderen kwijt en leiden een uitzichtloze toekomst.

 

De afgelopen tien jaar is de (inter-)nationale aanpak en bestrijding van mensenhandel meer en nadrukkelijk in de schijnwerpers komen te staan. Mensenhandel mag niet geaccepteerd worden en moet effectief worden bestreden. Aan dat bewustzijn hebben de media, RIEC’s en de ontwikkeling van een gemeentelijke infrastructuur rond de prostitutiesector een bijdrage geleverd.

 

Net als het verdrag van Palermo; de Opheffing van het bordeelverbod; het Nationaal Actieplan; wijzigende wetgeving; aandacht voor slachtoffers (de B9-regeling); de Aanwijzing Mensenhandel; spraakmakende opsporingsonderzoeken zoals operatie Koolvis; het Plan Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Misdaad; de landelijke Task Force Mensenhandel en rapportages van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.

 

Mensenhandel komt in verschillende vormen ook in Nederland voor. Dat blijkt uit enkele grote opsporingsonderzoeken. Aan het licht is gekomen dat uitbuiting van personen in georganiseerd verband onder andere plaatsvindt in de seksindustrie. Zelfs in de door de overheid vergunde prostitutiesector. Ook blijken jeugdprostitutie en loverboys een fors maatschappelijk probleem. Deze vormen van uitbuiting manifesteren zich ook in onze regio waarbij gebruikgemaakt wordt van reguliere structuren, zoals exploitatievergunningen, uitkeringsvoorzieningen en woonvoorzieningen.

 

Samen met het Riec (hfd. 6.1) en de (vreemdelingen)politie worden in de gemeente controles gedaan ter preventie van mensenhandel. Middels controles op Midden- en Oost-Europese medelanders (Moelanders) wordt bekeken of vrouwen daadwerkelijk het werk doen waarvoor zij naar Nederland zijn gekomen. Dit geldt ook voor uitbuiting. Zo proberen we gezamenlijk vinger aan de pols te houden.

6 PUBLIEKE PARTNERS
6.1 RIEC

Sinds 2010 werkt Nieuwkoop samen met het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum). Het RIEC regelt via een regionaal convenant dat informatie omtrent georganiseerde criminaliteit, onder andere ter zake van verdovende middelen, mensenhandel en OMG`s, met de ketenpartners gedeeld kan worden zonder inbreuk te maken op de privacywetgeving. Het RIEC coördineert gemeentelijke zaken en zorgt dat via hen zaak gerichte informatie gedeeld kan worden met betrokken partijen. Deze samenwerking verbetert de doelmatige en doeltreffende aanpak van georganiseerde criminaliteit.

 

In 2015 is ook de persoonsgebonden aanpakken toegevoegd aan het convenant.

6.2 GGD

De afkorting GGD staat voor Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst.

 

De GGD Hollands Midden bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid en het welbevinden van de burgers in de regio Hollands Midden in zowel reguliere als crisisomstandigheden. Daarnaast probeert de GGD HM de effecten van gezondheidsbedreigingen te beperken.

6.3 Veiligheidshuis

Per 2014 is de gemeente volledig aangesloten bij het Veiligheidshuis Hollands-Midden. Hiermee zullen we de volledige veiligheidsondersteuning krijgen alsmede inzet bij en informatie over ex-gedetineerden en radicalisering.

 

In een Veiligheidshuis werken diverse instanties samen om criminaliteit en (jeugd)overlast effectief en efficiënt aan te pakken. De betrokken partners overleggen met elkaar over een persoonsgerichte en gezamenlijke aanpak. Dit betekent dat het gaat om een aanpak op maat.

 

Politie, justitie, gemeente en diverse zorginstanties werken hiervoor samen in een gezamenlijke werkruimte, waar elke instantie zijn eigen werkplek heeft. Ondersteund door een administratie werken zij hier gericht aan de aanpak van de doelgroepen, door middel van overleg, samenwerking en afstemming. Het gaat daarbij om (het voorkomen van) strafbare feiten gepleegd door jeugd en veelplegers. In het Veiligheidshuis werken de organisaties ook samen aan de aanpak van huiselijk geweld. De samenwerking is erop gericht de vicieuze cirkels te doorbreken waarin klanten zich bevinden. Het doel is een veilige en leefbare samenleving te realiseren.

 

De instanties zitten fysiek bij elkaar in één gebouw, waardoor zij elkaar snel kunnen vinden. Enkele grote voordelen hiervan zijn:

 

  • ·

    Kortere lijnen tussen de partners;

  • ·

    Minder bureaucratie;

  • ·

    Snellere en efficiëntere aanpak;

  • ·

    Afstemming met de gemeente;

  • ·

    Afstemming tussen zorginstanties en politie/justitie.

6.4 Veilig Thuis

De Organisatie waar justitie, zorg en bestuur samen komen rond complexe problematiek. Zij behandelen de thema`s:

 

  • -

    Kindermishandeling

  • -

    Huiselijk geweld

  • -

    Ouderenmishandeling

 

Daarnaast geven ze informatie over het signaleren van signalen omtrent die thema`s en wat je ermee of eraan kunt doen.

 

Huiselijk geweld

In Nederland wordt jaarlijks een miljoen mensen slachtoffer van incidenteel huiselijk geweld. Tussen de 200.000 en 230.000 personen hebben zelfs te maken met ernstig of herhaald huiselijk geweld. Huiselijk geweld is geweld gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. De term 'huiselijk geweld' verwijst naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Het gaat dan om partners, ex-partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Er is bij huiselijk geweld meestal sprake van een machtsverschil, waarbij het slachtoffer afhankelijk is van de pleger. Het geweld kan zowel lichamelijk zijn als seksueel of psychisch.

 

Kindermishandeling

Kindermishandeling komt in Nederland meer dan 119.000 keer per jaar voor. Dat betekent dat gemiddeld in iedere schoolklas van 30 leerlingen, 1 kind zit dat wordt mishandeld. Kindermishandeling kan fysiek of psychisch geweld zijn, maar ook verwaarlozing. Bijvoorbeeld ouders die schreeuwen tegen hun kind of vaak negatieve dingen zetten. Vaak doen ouders dit omdat ze niet goed weten hoe ze met hun kinderen om moeten gaan. Dit noemen we opvoedonmacht. Maar soms zijn kinderen op een andere manier slachtoffer bijvoorbeeld als ze slachtoffer zijn van seksueel misbruik of getuige zijn van huiselijk geweld.

 

Ouderenmishandeling

Jaarlijks worden naar schatting 200.000 ouderen van boven de 65 jaar mishandeld door partners, familie, huisvrienden of zorgverleners. Vaak begint het klein; stevig beetpakken als iemand niet luistert, of eigen boodschappen doen van de ander zijn huishoudgeld. Maar regelmatig gaat het van kwaad tot erger. Een glijdende schaal, waarbij zowel de pleger als het slachtoffer zo hun eigen excuses hebben om de mishandeling niet te willen zien.

 

Signalen

Mishandeling is moeilijk te zien. Er zijn verschillende signalen die kunnen opvallen. Stil en teruggetrokken gedrag of juist heel druk gedrag, schrikken van aanrakingen, vaak verwondingen hebben. En daar ongeloofwaardige verklaringen voor geven. Maar ook een onverzorgd uiterlijk, vieze, kapotte kleren en ongewassen haren en lichaam. En tenslotte ouders die schreeuwen tegen hun kind of vaak negatieve dingen zeggen over hun kind. Of iemand die angstig, schrikachtig of depressief is. Een oudere die er slecht verzorgd uitziet, blauwe plekken op vreemde plaatsen, somber en lusteloos gedrag, angstig en schrikachtig gedrag, en onderdanig gedrag naar de verzorgende.

 

Het kunnen allemaal signalen zijn dat het bij een gezin thuis of met een oudere niet goed gaat. Dit zijn slechts voorbeelden. Dergelijke signalen kunnen gemeld worden bij Veilig Thuis.

 

Wat kan er door Veilig Thuis gedaan worden?

Een orgaan of persoon (politie, ziekenhuis, inwoner) doet melding bij Veilig Thuis indien zij vermoedens hebben van molest in welke zin dan ook. Veilig Thuis zet de zaak door naar haar partners om informatie in te winnen, het zogenoemde netwerkonderzoek. De partner moet hieraan meewerken omdat e.e.a. bij wet is bepaald. Op basis daarvan wordt een advies gegeven met het doel dat het kind belang voorop staat. Per zaak hangt af wat dat advies moet zijn. Bijvoorbeeld heeft Veilig Thuis een rol bij gezinshuisuitzettingen. Er wordt dan bekeken of de kinderen uit het gezin bij familie of andere mensen tijdelijke gehuisvest kunnen worden.

6.5 Brandweer

De brandweer heeft 3 kazernes in de gemeente Nieuwkoop, te weten in Nieuwkoop, Ter Aar, Nieuwveen. Zij rukken uit op basis van de operationele grenzen, zoals bepaald is in het kazerne volgtabel. De brandweer is bezig met het herijken van hun taken in het kader van de Risicobeheersing. Dit gebeurt op basis van 5 programma`s:

 

  • -

    Herijking van het proces risicobeheersing

  • -

    Herijken van het proces incidentbestrijding

  • -

    Herijking van het proces vakbekwaamheid

  • -

    Herijking organisatie- en formatieplan

  • -

    Voorstellen voor uitruk op maat (variabele voertuigbezetting)

 

Het doel is om met deze slagen betere inzet van de (speciale) dienstverleningen te kunnen leveren met de minste (kosten)inspanning.

 

De verdere uitwerking en fasering van bovenstaande maatregelen tot 2019 vindt plaats in het meerjarenbeleidsplan 2016-2019 van Brandweer Hollands Midden. Dit plan wordt in 2015 opgesteld en eind 2015 aan het bestuur van de Brandweer Hollands Midden voorgelegd.

 

Voor het gemeentelijk deel is de toekomstgerichte kerntaak van de brandweer om van repressie naar preventie te gaan. Hiermee wordt bedoeld dat inwoners steeds meer zelfredzaam zijn. In dat kader is de gemeente een pilot in Langeraar/Papenveer gestart (hfd. 5.6).

6.6 Ambulance

De Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Hollands Midden is onderdeel van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (RDOG) Hollands Midden.

 

De RDOG bestaat uit de onderdelen:

 

  • ·

    GGD Hollands Midden

  • ·

    RAV Hollands Midden

  • ·

    Operationeel gedeelte van de GHOR

 

De MKA (Meldkamer Ambulancezorg) is een onderdeel van de gemeenschappelijke regeling Brandweer / GHOR en maakt onderdeel uit van de GMK (Gemeenschappelijke Meldkamer). Binnen de GMK zijn zowel de meldkamer van de brandweer, van de politie als van de ambulancedienst ondergebracht.

7 De opgave voor de komende periode

In deze nota zijn zaken vermeld waaraan de gemeente de komende periode zal gaan werken. Deze betreffen (op alfabetische volgorde):

 

  • -

    Afdoening via Halt-trajecten

  • -

    Alcohol en drugsproblematiek

  • -

    Brandpreventieprojecten

  • -

    Criminaliteit tegen gaan (drugs dealen, hennep, mensenhandel, ondermijning)

  • -

    Cybercrime

  • -

    Hardrijden

  • -

    Hondenpoep (speelterreinen)

  • -

    Huiselijk geweld

  • -

    Integrale samenwerking/ hennep en georganiseerde criminaliteit

  • -

    Inbraakpreventieprojecten (waaronder burgernetberichten en whatsapp-groepen)

  • -

    Opzetten informatiekaart

  • -

    Parkeeroverlast

  • -

    Pilot Wijkgericht werken opzetten

  • -

    Radicalisering

  • -

    Samenwerking versterken met maatschappelijke instanties

  • -

    Samenwerking, waar mogelijk, met inwoners

  • -

    Stimuleren van middelen t.a.v. hulpdiensten (SOS-paal)

  • -

    Stimuleren van scholingspreventiemaatregelen t.a.v. cyber crime

  • -

    Trainen van crisissituaties t.a.v. sociale calamiteiten

  • -

    Verbeteren verkeerssituaties nabij scholen

  • -

    Voorzieningen treffen voor de jeugd (waar mogelijk en projectmatig)

  • -

    Verrommeling openbare weg

  • -

    Woonoverlast

VASTSTELLING

Deze nota wordt aangehaald als:

 

“Kadernota Integrale Veiligheid Nieuwkoop 2015-2018”.

 

Aldus vastgesteld bij raadsvergadering op 8 juni 2015

 

De burgemeester van de gemeente Nieuwkoop,

 

F.Buijserd