Organisatie | Scherpenzeel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Werktijdenregeling |
Citeertitel | Werktijdenregeling gemeente Scherpenzeel 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Artikel 4:1 CAR/UWO
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-06-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2020 | art. Nieuwe regeling | 19-06-2015 GVOP, 2015 46287 | Collegebesluit 31-03-15 |
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Dienstbelang: factoren die van invloed zijn op de bedrijfsvoering o.m. efficiency-effecten, noodzakelijke bezetting, mogelijkheid tot het bijwonen van noodzakelijk geachte overlegvormen, belangen van andere medewerkers in een organisatieonderdeel, dienstverlening aan publiek, vastgestelde bloktijden, etc.
De werktijdenregeling is van toepassing op alle medewerkers. De regeling bestaat uit een standaard- en een bijzondere regeling.
De standaardregeling geldt voor de medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het bepalen van hun werktijden.
De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers die op wisselende tijden volgens rooster werken, waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. De werkgever bepaalt welke functiegroep(en) en functies onder de bijzondere regeling vallen. Deze functiegroep(en) en functies zijn opgenomen in Bijlage A van deze regeling.
De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week.
Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur per week het aantal uren dat in de aanstelling is vermeld. De formele arbeidsduur per jaar wordt naar rato berekend.
De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen uit hoofdstuk 4 van de CAR-UWO.
De werktijd bedraagt per dag maximaal 11 uur. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 50 uur per week.
De bedrijfstijd is afhankelijk van de openingstijden van het gebouw.
De werktijden worden in overleg met de leidinggevende vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen persoonlijk belang en dienstbelang.
De medewerker heeft recht op de pauzeregeling overeenkomstig artikel 5:4, tweede lid Arbeidstijdenwet.
De medewerker is verantwoordelijk voor het bijhouden van de gewerkte uren.
De medewerker draagt er zorg voor dat aan het einde van het kalenderjaar er maximaal 36 plus- of min-uren zijn.
Dokters- en tandartsbezoek dienen buiten werktijd plaats te vinden.
Voor bezoek aan een specialist in het ziekenhuis kan maximaal 2 uur werktijd per bezoek worden geschreven.
Wanneer het niet mogelijk is om een bezoek als bedoeld in het eerste lid buiten werktijd plaats te laten vinden danwel indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, treden leidinggevende en medewerker in overleg om tot een passende oplossing te komen.
Tot 17.00 uur geldt een (afscheids)receptie als reguliere werktijd.
Tot 18.00 uur geldt een Eindejaarsbijeenkomst als reguliere werktijd.
Een Nieuwjaarsbijeenkomst geldt als reguliere werktijd.
Artikel 8 Collectieve activiteiten
Deelname aan een afdelingsuitje, geldt als reguliere werktijd voor maximaal 4 uur.
Deelname aan het jaarlijkse personeelsuitje van de personeelsvereniging, geldt tot 17.00 uur als reguliere werktijd voor maximaal 8 uur.
Deelname aan de zogenaamde “contactuurtjes” geldt als reguliere werktijd.
Deelname aan de bezetting van een stembureau geldt niet als reguliere werktijd.
Voor deelname aan de bezetting van een stembureau wordt een aparte vergoeding verstrekt.
Wanneer de verjaardag van de medewerker valt op een werkdag ontvangt de medewerker in de middaguren maximaal 4 uur verlof.
Het verlof als bedoelt in artikel 10, lid 1 kan niet opgenomen worden op een andere dag.
Paragraaf 2 De standaardregeling
Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 22.00 uur.
Artikel 12 Bezetting en werkafspraken
De medewerker en de leidinggevende zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de bezetting van de afdeling.
Eenmaal per jaar worden basisafspraken gemaakt tussen de leidinggevende en de medewerker over de werktijden, verlof en werkplanning binnen het dagvenster. Deze onderwerpen worden besproken conform de geldende gesprekscyclus en schriftelijk vastgelegd.
Uitgangspunt bij het maken van de basisafspraken over werktijden is een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, een goede procesgang van de werkzaamheden op de afdeling, bereikbaarheid voor interne en externe klanten en een optimale samenwerking op en tussen de afdelingen.
De volgende onderwerpen dienen in ieder geval te worden besproken:
Bijstelling van de afspraken kan in overleg plaatsvinden. In ieder geval worden tweemaal per jaar de basisafspraken over werktijden, verlof en werkplanning geëvalueerd.
Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om de tijd op korte termijn te compenseren. Deze uren kunnen niet opgespaard worden of worden omgezet in vakantie-uren.
De medewerker kan de leidinggevende verzoeken om thuis te werken. Een dergelijk verzoek zal worden bekeken in het licht van het thuiswerkbeleid.
Artikel 14 Buitendagvenstervergoeding
Indien de medewerker, in opdracht van de leidinggevende, buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.
De medewerker die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is, heeft conform artikel 3:8 CAR-UWO geen recht op een buitendagvenstervergoeding.
Paragraaf 3 De bijzondere regeling
Artikel 15 Bijzondere regeling
De bijzondere regeling is van toepassing op de in bijlage A opgenomen functiegroep(en) en functies.
De leidinggevende stelt voor deze groep eenzijdig de individuele werktijden vast conform artikel 4:4 CAR-UWO.
De werkgever kan met instemming van de OR de in de bijlage A genoemde functies/functiegroep(en wijzigen.
Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR-UWO aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:2 CAR-UWO), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:3), beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:3A CAR-UWO) en verschuivingsvergoeding (artikel 3:4 CAR-UWO).
Artikel 16 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen. Dit geldt in het bijzonder voor afspraken waarbij door wijziging van de omstandigheden het resultaat van de afweging tussen persoonlijk belang en dienstbelang onevenredig anders uitvalt of als de gezondheid/veiligheid van de medewerker in gevaar komt.
Wanneer het voor het goed functioneren van de griffie noodzakelijk is, kan de Raad via de werkgeverscommissie afwijken van deze regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 en kan worden aangehaald als de “Werktijdenregeling 2014”.
De regeling Werktijdenregeling gemeente Scherpenzeel wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Werktijdenregeling 2014.
De Werktijdenregeling 2014 is vastgesteld door het College op 16 juni 2014.
In de vergadering d.d. 4 december 2014 heeft de Ondernemingsraad ingestemd met de Werktijdenregeling 2014.
De Werktijdenregeling 2014 is vastgesteld door de raad van de gemeente Scherpenzeel d.d. XXX 2015.
Bijlage A Werktijdenregeling gemeente Scherpenzeel
Bijlage B Tekst artikel 5:4, tweede lid Arbeidstijdenwet
Artikel 5:4, lid 1 en lid 2 Arbeidstijdenwet d.d. 1 februari 2014 is als volgt:
De werkgever organiseert de arbeid van een jeugdige werknemer zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zonodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten.
De werkgever organiseert de arbeid van een werknemer van 18 jaar of ouder zodanig, dat indien hij: