Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Tijdelijk wonen |
Citeertitel | Nadere regels Tijdelijk wonen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Beleidsregels tijdelijk wonen in Alphen aan den Rijn, artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo, artikel 4, Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), en de artikelen 4:81, 4:82 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-06-2015 | 30-11-2017 | Nieuwe regeling | 09-06-2015 Week in beeld huis-aan-huisbladen 17 juni 2015 | 2015/21655 en 2015/21662 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn ;
overwegende dat het wenselijk is voor de uitoefening van hun bevoegdheid als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 4 van de bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), beleidsregels voor tijdelijk wonen vast te stellen;
gelet op het bepaalde in artikel 4:81, 4:82 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;
Perceel, zoals gedefinieerd in het betreffende bestemmingsplan.
Arbeidsmigrant: Tijdelijke arbeider die het hoofdverblijf elders heeft.
Bestaand stads- en dorpsgebied
Bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing, met inbegrip van daartoe bouwrijp gemaakte terreinen, ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid (uitgezonderd glastuinbouw), detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.
De omgeving die buiten de definitie ‘bestaand stads- en dorpsgebied’ valt.
Persoon of groep personen die onderling een huishouden voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
Huisvesting arbeidsmigranten Tijdelijke dan wel permanente voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden.
Een woonfunctie voor het verschaffen van een (tijdelijk) nachtverblijf aan meer dan één huishouden, waarbij de bewoners samen één voordeur delen. Inwoning van een huishouden
(bestaande uit een persoon) bij een hoofdhuishouden (hospes/hospita) valt in deze beleidsregel niet
binnen de reikwijdte van het begrip kamerverhuur.
Vormen van huisvesting, waarbij het de intentie is om niet langer dan respectievelijk 6 maanden tot 3 jaar te verblijven. Bij longstay gaat het om langere periodes, dan wel permanente vestiging.
Stichting Normering Flexwonen (SNF)
Stichting die de registers beheert van ondernemingen die aan de norm voor huisvesting van arbeidmigranten voldoen en onderhoudt de normen. Organisaties die huisvesting voor arbeidsmigranten aanbieden kunnen een certificaat van de Stichting Normering Flexwonen behalen. Hiervoor dienen zij te voldoen aan de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten (www.normeringflexwonen.nl).
Deze beleidsregel wordt gebruikt bij het toetsen van aanvragen voor omgevingsvergunningen voor tijdelijk wonen en de huisvesting van arbeidsmigranten of andere groepen van personen. Dit voorzover het gebruik in strijd is met het vigerende bestemmingsplan, waarbij alleen medewerking verleend kan worden door een afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2.12 van de Wabo of een opvolgende wettelijke bepaling met een gelijkluidende strekking. Mantelzorg valt hier niet onder. De basis voor deze beleidsregel is gegeven in het beleidskader ‘Tijdelijk wonen in Alphen aan den Rijn’ uit 2015. Daarin is het volgende gesteld:
De grens voor kleinschalige verhuurvormen wordt gelegd op maximaal 4 personen, waarbij het huishouden van de eventuele hoofdbewoner(s) in het pand als één persoon wordt gezien. Vergunningsaanvragen van deze schaal kunnen zondermeer getoetst worden aan deze beleidsregel en er wordt in principe meegewerkt aan het afwijken van de regels in het bestemmingsplan. De regels hiervoor gelden voor alle vormen van kamerverhuur, dus ook voor niet-arbeidsmigranten.
In bijzondere gevallen mag de voorziening groter zijn. Deze locaties komen niet zondermeer in aanmerking voor huisvesting voor arbeidsmigranten of andere groepen van personen, maar worden ook afzonderlijk getoetst op ruimtelijke en maatschappelijke wenselijkheid, waarna wordt besloten of er wordt meegewerkt aan het afwijken van de regels in het bestemmingsplan. Bij grotere vormen dient ook met de omgeving contact te worden gelegd en gehouden over de huisvesting. Het gaat er daarbij om dat bewoners een aanspreekpunt hebben bij vragen en klachten en dat deze fatsoenlijk worden afgehandeld.
Vanuit bouwwetgeving heeft de huurder van een kamer recht op minimaal 12 vierkante meter gebruiksoppervlakte (art. 7.18 Bouwbesluit 2012). Dat is de te verhuren kamer plus de gezamenlijk gebruikte ruimtes zoals keuken, toilet en wasgelegenheid. Bij het indelen in kamers dient hier rekening mee gehouden te worden. Bij grotere woonvormen dient daarnaast de normen van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) te worden gehanteerd.
Artikel 3 Afwijkingsregels per wooncategorie
Huisvesting vindt bij voorkeur plaats in gebieden waar huisvesting van arbeidsmigranten een positief effect of weinig nadelig effect heeft op de leefbaarheid. In deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt in verschillende typeringen van categorieën waarbinnen, onder voorwaarden, huisvesting van werknemers mogelijk kan worden gemaakt middels een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan.
Artikel 3.1 Kleine vormen van kamerverhuur
Op alle locaties waar wonen is toegestaan, is kamerverhuur mogelijk met inachtneming van de volgende regels:
Artikel 3.2 Grote vormen van kamerverhuur of logies
Hieronder valt de huisvesting van arbeidsmigranten of andere groepen van personen in complexen of gebouwen zoals grote woningen, bedrijfsgebouwen, kantoorpanden, woonunits en maatschappelijk vastgoed waarbij bedrijfsmatig meer dan 4 personen worden gehuisvest. Hieronder wordt niet verstaan het huisvesten van werknemers bij een agrarisch bedrijf buiten bestaand stads- en dorpsgebied.
Naast een individuele beoordeling op ruimtelijke en maatschappelijke aanvaardbaarheid, dient tenminste te worden voldaan aan de volgende voorwaarden :
Artikel 3.3 Huisvesting van werknemers bij een agrarisch bedrijf in het buitengeied
Er zijn twee mogelijkheden voor de huisvesting van werknemers op het agrarisch bedrijf. Hierbij is de onderstaande volgorde van toepassing:
Conform de regionale richtlijnen geldt dat, indien nieuwbouw of inpandige verbouwing van een huisvestingsgedeelte bij een bedrijf mogelijk is, woonunits in principe niet zijn toegestaan. Indien verbouwing niet mogelijk is (dit moet aangetoond worden) zijn woonunits toegestaan.
De gemeente kan medewerking verlenen aan een planologische procedure onder de hieronder genoemde voorwaarden:
Het college van B&W heeft de bevoegdheid om, in gevallen die naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van de beleidsregel. Indien van toepassing, wordt daarbij gebruik gemaakt van de Bed-voor-bedregeling.