Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Barneveld |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Barneveld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Financiële verordening gemeente Barneveld |
1e wijziging
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-04-2017 | 01-01-2020 | Wijziging | 19-04-2017 | 1039562 | |
09-03-2016 | 26-04-2017 | Artikel 21 | 02-03-2016 | 659779 | |
16-06-2015 | 09-03-2016 | nieuwe regeling | 10-06-2015 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-52246.html, 15-06-2015 | 629060 |
De raad van de gemeente Barneveld;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 15-34;
gelet op artikel 149, 186,197, 212, 213 en 213a van de Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole gemeenten;
vast te stellen de Financiële verordening gemeente Barneveld
HOOFDSTUK 1 BEGROTING EN VERANTWOORDING
Artikel 2 Autorisatie begroting en begrotingswijzigingen
Indien het college voorziet dat een geautoriseerd beleidsproduct dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Voor afwijkingen binnen het bestaande beleid gebeurt dit via de tussentijdse rapportage (artikel 4) voor afwijkingen met een minimum van € 50.000 aan lasten of baten én meer dan 2% van het budget op het beleidsproduct. Kleinere afwijkingen kunnen ook ter autorisatie worden voorgelegd indien deze als politiek en/of bestuurlijk gevoelig worden beoordeeld.
Indien het college voorziet dat een investeringsbedrag dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Dit gebeurt voor afwijkingen met een minimum van € 50.000 én meer dan 2% aan uitgaven of inkomsten. Kleinere afwijkingen kunnen ook ter autorisatie worden voorgelegd indien deze als politiek en/of bestuurlijk gevoelig worden beoordeeld.
Artikel 5 Waardering en afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa worden afgeschreven overeenkomstig de bij deze verordening behorende tabel afschrijvingstermijnen. Afwijking van deze tabel is slechts mogelijk bij raadsbesluit. Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen, tenzij zij behoren tot een groep van activa.
Kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden niet geactiveerd tenzij deze binnen afzienbare tijd gevolgd worden door een investering in materiële vaste activa. De kosten komen in dat geval ten laste van de investering en worden in maximaal vijf jaar lineair afgeschreven. In de andere gevallen worden de kosten in het betreffend jaar in één keer afgeboekt.
Artikel 6 Reserves en voorzieningen
Het college stelt een nota reserves en voorzieningen op waarin het beleid ten aanzien van de indeling, vorming en besteding van reserves en voorzieningen wordt bepaald. Het college beoordeelt tenminste eenmaal per vier jaar de nota reserves en voorzieningen op actualiteit en informeert de raad over de uitkomst. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de indirecte kosten betrokken. De toerekening van de indirecte kosten wordt gebaseerd op het algemene opslagpercentage dat in de begroting is opgenomen. Het college beoordeelt tenminste eenmaal per vier jaar dit systeem van kostentoerekening.
Artikel 8 Gemeentelijke belastingen
Het college beoordeelt tenminste eenmaal per vier jaar de nota gemeentelijke belastingen op actualiteit en informeert de raad over de uitkomst. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast.
Verwachte verliezen op grondexploitatiecomplexen worden op eindwaarde via een verliesvoorziening ten laste van het resultaat getroffen. Een directe afwaardering op een complex vindt alleen in die gevallen plaats bij de complexen die niet verder ontwikkeld worden. De gronden worden na afwaardering overgedragen naar de materiële vaste activa.
Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijkse risico- en kasbeheer. Het college regelt daarbij tevens de administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie.
Het college beoordeelt tenminste eenmaal per vier jaar het treasurystatuut op actualiteit en informeert de raad over de uitkomst. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast.
HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE ORGANISATIE
Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van leveringen, diensten en werken en actualiseert deze tenminste eenmaal per vier jaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een contractenregister.
Artikel 18 Subsidieverstrekking
Het college beoordeelt tenminste eenmaal per vier jaar de Algemene subsidieverordening op actualiteit en informeert de raad over de uitkomst. De raad stelt de verordening vast. Het college zorgt voor nadere regels voor de verlening van subsidies conform de verordening.
HOOFDSTUK 5 ACCOUNTANTSCONTROLE
In het najaar voert de accountant een interim-controle uit. Na het uitvoeren van de interim-controle brengt de accountant een managementletter uit.
De managementletter en de reactie daarop van het college worden in de auditcommissie besproken.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 juni 2015.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,