Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deurne

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeurne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDE RAAD DER GEMEENTE DEURNE
CiteertitelVerordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpalgemeen bestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum bekendmaking is niet meer te achterhalen.

De inwerkingtreding van deze regeling is bij benadering vastgesteld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 61
  2. Gemeentewet, art. 82
  3. Gemeentewet, art. 86
  4. Archiefwet 1995, art. 15
  5. Archiefbesluit 1995, art. 9
  6. Archiefbesluit 1995, art. 10

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-201002-05-2020nieuwe regeling

20-04-2010

Weekblad van Deurne

Raadsbesluit 2010, 027a

Tekst van de regeling

Intitulé

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

overwegende dat het noodzakelijk is om een vertrouwencommissie voor de vervulling van een burgemeestersvacature in te stellen;

gezien het voorstel van het presidium van 29 maart 2010;

gelet op de artikelen 61, 82 en 86 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Archiefwet 1995, artikelen 9 en 10

van het Archiefbesluit 1995, de circulaire Procedureregels benoeming burgemeester van 4 november 2005 met kenmerk: 2005-0000254553 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de ciculaire Procedureregels benoeming burgemeesters van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 november 2005, kenmerk 2005-278431, hierna te noemen ‘de procedureregels’, alsmede de “Handreiking benoemingsproces burgemeester”;

BESLUIT

Vast te stellen de Verordening Vertrouwenscommissie voor de voorbereiding van de aanbeveling inzake de vervulling van de vacature van burgemeester

Begripsbepalingen

 

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    De commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    De commissie: de vertrouwenscommissie, belast met de voorbereiding van de aanbeveling inzake de vervulling van de vacature van burgemeester;

  • d.

    De raad: de gemeenteraad van Deurne.

Taak commissie

 

Artikel 2
  • 1.

    De commissie heeft tot taak de kandidaten voor de vervulling van de vacature van burgemeester te beoordelen;

  • 2.

    De commissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten;

  • 3.

    Indien de commissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich uit eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris;

  • 4.

    Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van redenen, van de beslissing op de hoogte gesteld;

  • 5.

    De gesprekken met en de oordeelsvorming over de kandidaten vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden, die lid zijn van de commissie alsmede de aan de commissie toegevoegde adviseurs;

  • 6.

    Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire Procedureregels benoeming burgemeester van 4 november 2005 met kenmerk: 2005-0000254553 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in acht.

Artikel 3
  • 1.

    Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk, gemotiveerd en vertrouwelijk verslag uit aan de raad en aan de commissaris;

  • 2.

    De commissie brengt haar in artikel 3, lid 1 bedoeld verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na weging van een en ander;

  • 3.

    De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een concept-aanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid;

  • 4.

    De commissie geeft in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van aanbeveling aan.

Artikel 4
  • 1.

    Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 3 lid 1 en de concept-aanbeveling aan de raad, bedoeld in artikel 3. lid 3, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld;

  • 2.

    In het verslag aan de raad en de commissaris kunnen de leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven;

  • 3.

    Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en commissaris, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering;

  • 4.

    Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht;

  • 5.

    De commissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht

 

Artikel 5
  • 1.

    De leden van de commissie en de toegevoegde adviseurs hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen;

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest;

  • 3.

    Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie;

  • 4.

    De leden een tot en met drie van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op degene, die op grond van artikel 7 de commissie ambtelijke bijstand verleent en de adviseurs van de commissie;

  • 5.

    De geheimhouding brengt onder meer met zich mee dat, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen – schriftelijk of mondeling – kunnen worden ingewonnen over de kandidaten en dat overleg met derden is uitgesloten;

  • 6.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de kandidaat verder worden beschermd, bij voorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie;

  • 7.

    Er vindt geen correspondentie plaats over kandidaten, over met kandidaten gevoerde gesprekken of andere informatie via e-mail.

Samenstelling commissie

 

Artikel 6
  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende 6 raadsleden, zijnde de fractievoorzitters:

    • -

      M.P. Dankers

    • -

      J.J.W.M. Gijsbers

    • -

      W.A.M. Tielemans

    • -

      J.A.M. van Lierop

    • -

      J.M.G. Adriaans

    • -

      W.H.J.H.M. Sengers

  • 2.

    Plaatsvervangende leden worden niet benoemd. Het lidmaatschap is persoonlijk.

  • 3.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

Ambtelijke bijstand en adviseurs

 

Artikel 7
  • 1.

    De raadsgriffier wordt toegevoegd aan de commissie als ambtelijk secretaris en ondersteuner van de commissie. De raadsgriffier kan zich voor de te verstrekken ambtelijke bijstand laten bijstaan door de plaatsvervangend raadsgriffier;

  • 2.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur wordt eveneens als ondersteuner aan de commissie toegevoegd;

  • 3.

    De raadsgriffier en de adviseurs zijn géén lid van de commissie en hebben géén stemrecht;

  • 4.

    Bij afwezigheid van de raadsgriffier wordt de taak waargenomen door diens plaatsvervanger.

Werkwijze van de commissie

 

Artikel 8
  • 1.

    De commissie vergadert in beslotenheid en zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten. De eerste maal wordt de commissie bijeen geroepen door de raadsgriffier;

  • 2.

    Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste 24 uur van te voren aankondiging gedaan aan de leden va de commissie;

  • 3.

    De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 9
  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten;

  • 2.

    Alle stukken voor de commissie worden aan zijn adres gericht en op de griffie bewaard;

  • 3.

    Van ingekomen stukken geeft de raadsgriffier onverwijld kennis aan alle leden en adviseurs van de commissie;

  • 4.

    De raadsgriffier draagt zorg voor een adequate archivering van alle stukken;

  • 5.

    Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter door tussenkomst van de raadsgriffier verzonden.

Artikel 10
  • 1.

    De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie;

  • 2.

    De plaatsen en tijdstippen voor gesprekken worden zodanig gekozen, dat voorkomen wordt dat de kandidaten hierdoor bekend worden of rondom het onderhoud met de commissie met elkaar in contact komen.

Overige bepalingen

 

Artikel 11

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop door de minister aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

Artikel 12
  • 1.

    De voorzitter en de ambtelijk secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat, op het in artikel 11 bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt of aan de commissie ter hand zijn gesteld, onverwijld in een verzegelde enveloppe en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel;

  • 2.

    Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar;

  • 3.

    Originele bescheiden die de commissie van derden of de commissaris heeft ontvangen worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden;

  • 4.

    De voorzitter ziet er op toe dat alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd na het in artikel 11 bedoelde tijdstip. Ten aanzien van de uitvoering kan hij de raadsgriffier hiermee belasten..

Artikel 13

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de commissie.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

Artikel 15

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2010”

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 april 2010.