Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële beheersverordening Nieuwegein 2015 |
Citeertitel | Financiële beheersverordening Nieuwegein 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Financiële beheersverordening gemeente Nieuwegein 2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2015 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 18-06-2015 | 2015/199 |
De verordening regelt de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. De verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Nieuwegein en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
2. Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van mutaties betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Nieuwegein om tot een goed inzicht te komen in:
3. Administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
4. Financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Nieuwegein.
5. Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.
6. Doelmatigheid: de mate waarin de gemeente er in slaagt om met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen het gewenste resultaat te bereiken.
7. Doeltreffendheid: de mate waarin de gemeente er in slaagt het resultaat te bereiken zoals vooraf met het vastgestelde beleid werd beoogd.
8. Overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
9. BBV: besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken
De begroting en jaarstukken worden opgesteld conform de voorschriften van het BBV.
Artikel 5 Uitvoering begroting
Aanpassing van het totaal van de lasten en baten boven een bedrag van € 25.000 van een programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen, de stelposten en de reservemutaties is alleen mogelijk door middel van een door de raad goedgekeurde begrotingswijziging (programmabegrotingswijziging). Op tussentijdse budgetaanvragen zijn de richtlijnen van toepassing zoals vastgesteld door de raad op 7 november 2012.
Het college kan door middel van een collegebesluit de raming van de lasten en baten van de producten wijzigen (productenramingswijziging), mits dit niet leidt tot een wijziging van het totaal van de lasten en baten van een programma,, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de reservemutaties. Voor bedragen beneden de € 25.000 is het college eveneens bevoegd tot wijzigingen aan te brengen in het totaal van de lasten en baten van een programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de reservemutaties, mits deze binnen de begroting budgettair neutraal kunnen worden verwerkt.
Het college informeert de raad vooraf als ze verwacht dat de werkelijke lasten de in de begroting geraamde bedragen dreigen te overschrijden of de baten de werkelijke baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft vervolgens aan of hij hiervoor een voorstel wil voor wijziging van het budget of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Het college is bevoegd tot het doen van uitgaven binnen de door de raad vastgestelde programma’s. De raad wordt echter vooraf geïnformeerd over het voornemen en in de gelegenheid gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet bij de begroting vastgestelde “afzonderlijke” verplichtingen inzake:
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 10 Reserves en voorzieningen
Vaste activa worden gewaardeerd en afgeschreven conform de uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd in de nota “Investerings- en Afschrijvingsbeleid”.
Artikel 14 Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad tenminste eens in de vijf jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het plan vast.
Artikel 17 Financieringsfunctie
Het college stelt regels op ter uitvoering van de financieringsfunctie en legt deze regels vast in een Besluit Financieringsstatuut. Het college zendt het Besluit Financieringsstatuut ter kennisneming aan de raad.
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval de nieuwe ontwikkelingen aangaande de bedrijfsvoering op.
Artikel 22 Kostprijsberekening
In de begroting wordt jaarlijks uiteengezet hoe de kosten aan programma’s en producten worden toegerekend.
Artikel 23 Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Artikel 25 Verslaggeving grondbedrijf
Verslaggeving over het grondbedrijf vindt plaats conform het besluit begroting en verantwoording en de regels en uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd in de nota Grondbeleid Nieuwegein. Hierin is onder andere vastgelegd op welke wijze voorzienbare verliezen moeten worden genomen, op welke wijze het resultaat op winstgevende complexen kan worden genomen en in welke gevallen rentebijschrijving op de boekwaarde van onderhanden werken is toegestaan.
Hoofdstuk 4 financiele organisatie en financieel beheer
Artikel 27 Financiele organisatie
Het college draagt zorg voor en legt zo nodig in besluiten vast:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de financiële beheers handelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Artikel 29 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De “Financiële beheersverordening gemeente Nieuwegein 2010” wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Bijlage 1: Wijzigingen in de nieuwe verordening
In de volgende hoofdstukken zijn alle belangrijke wijzigingen opgenomen van de nieuwe verordening. In het ‘rood’ zijn belangrijke details aangemerkt. Het document is zo opgebouwd dat in het volgende hoofdstuk wordt aangegeven welke artikelen in de oude verordening zijn weggelaten uit de nieuwe verordening. Het hoofdstuk daaropvolgend geeft aan welke artikelen uit de modelverordening van de VNG zijn overgenomen in de nieuwe verordening met eventuele detail wijzigingen. In het laatste hoofdstuk zijn nog een aantal wijzigingen in artikelen aangegeven.
Vooraf aan deze hoofdstukken worden een aantal algemene wijzigingen aangegeven in de nieuwe verordening:
Artikel 21. Verstrekking subsidies (vanuit verordening 2010 Nieuwegein en geïntegreerd in artikel 27 financiële organisatie punt 11 nieuwe verordening)
Het college biedt eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota inzake verstrekking gemeentelijke subsidies aan. De nota bevat het kader (voorwaarden) voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies. Deze nota wordt vertaald in de algemene subsidieverordening.
Artikel 22. Registratie bezittingen, activa, passiva en vermogen (vanuit verordening 2010 Nieuwegein en geïntegreerd in artikel 26 administratie punt G. Nieuwe verordening)
1. Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen en schulden. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet of netto geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.
2. Het college draagt er zorg voor dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 3 jaar.
3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
4. Het college draagt zorg voor verzekering tegen schade, verlies of diefstal van bovengenoemde bezittingen.
Artikel 24. Financiële administratie (vanuit verordening 2010 Nieuwegein en geïntegreerd in artikel 27 financiële organisatie punt 1 nieuwe verordening)
Het college draagt er zorg voor dat:
Artikel 27. Aanbesteding en inkoop (vanuit verordening 2010 Nieuwegein en geïntegreerd in artikel 27 financiële organisatie punt 10.)
Het college draagt zorg voor en legt in een besluit vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van zowel werken als voor levering van goederen en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de landelijke en Europese regelgeving te zake.
Artikelen toegevoegd in nieuwe verordening vanuit modelverordening
Het college is bevoegd tot het doen van uitgaven binnen de door de raad vastgestelde programma’s. De raad wordt echter vooraf geïnformeerd over het voornemen en in de gelegenheid gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet bij de begroting vastgestelde “afzonderlijke” verplichtingen inzake:
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 24. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bedragen/ datums die zijn gewijzigd in artikelen
Artikel 5. Uitvoering begroting nieuwe verordening:
Aanpassing van het totaal van de lasten en baten boven een bedrag van € 25.000 van een programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen, de stelposten en de reservemutaties is alleen mogelijk door middel van een door de raad goedgekeurde begrotingswijziging (programmabegrotingswijziging). Het college kan door middel van een collegebesluit de raming van de lasten en baten van de producten wijzigen (productenramingswijziging), mits dit niet leidt tot een wijziging van het totaal van de lasten en baten van een programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de reservemutaties. Voor bedragen beneden de € 25.000 is het college eveneens bevoegd tot wijzigingen aan te brengen in het totaal van de lasten en baten van een programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de reservemutaties, mits deze binnen de begroting budgettair neutraal kunnen worden verwerkt.
Artikel 6. Tussentijdse rapportages nieuwe verordening:
alsmede de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.
Artikel 12. Verbonden partijen
Het college biedt, indien sprake is van aanpassing van beleid c.q. wet en regelgeving een bijstelling van de nota verbonden partijen aan de raad aan. De nota geeft kaders en richtlijnen voor de relatie met de verbonden partijen en vormgeving van de sturingsrelatie en risicobeheersing.
Artikel 13. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
Het college biedt ten minste één keer in de vijf jaar aan de raad de (bijgestelde) nota ‘Risico management & weerstandsvermogen’ aan.
Artikel 23. Verslaggeving grondbedrijf
Gelijktijdig met de najaarsnota moet elk jaar via de najaarsbrief informatie worden verstrekt over de lopende exploitaties.
Het genoemde bedrag van €500.000 is vastgesteld in overleg met de concerncontroller, zodat de raad een meer sturende rol krijgt. Dit is in lijn met de modelverordening 2014 van de VNG.
Artikel 5. Uitvoering begroting
Het genoemde bedrag van €25.000 is vastgesteld in overleg met de concerncontroller. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat anders voor elke kleine overschrijding een begrotingswijziging door de raad moet worden vastgesteld.
Artikel 6. Tussentijdse rapportages nieuwe verordening
Punt 2: het genoemde bedrag van €25.000 is vastgesteld in overleg met de concerncontroller. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat anders elke afwijking van de oorspronkelijke ramingen van het investeringskrediet moeten worden toegelicht.
Punt 3: het genoemde bedrag van €25.000 is vastgesteld in overleg met de concerncontroller. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat anders elk voorstel voor budgetoverheveling in de rapportage wordt meegenomen.
Artikel 12. Verbonden partijen
Sinds kort is door de afdeling financiën een nota verbonden partijen opgesteld, deze is goedgekeurd door de raad.
Artikel 13. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In lijn met overige nota’s is er voor gekozen de (bijgestelde) nota ‘Risico management & weerstandsvermogen’ één keer in de vijf jaar aan te bieden.
Artikel 23. Verslaggeving grondbedrijf
Dit artikel is opgenomen om de raad te informeren over de meest actuele stand van zaken betreffende de grond exploitaties. Feitelijk gebeurde dit al de afgelopen 2 jaar.