Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Regeling Commissie Culturele Subsidies Arnhem

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Commissie Culturele Subsidies Arnhem
CiteertitelRegeling Commissie Culturele Subsidies Arnhem
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2012nieuwe regeling

09-06-2015

Gemeenteblad, 2012, 52198

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Commissie Culturele Subsidies Arnhem

 

 

REGELING

regelende de taak, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de

COMMISSIE CULTURELE SUBSIDIES ARNHEM

Begripsbepaling

Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:

  • 1.

    Commissie: de commissie culturele subsidies Arnhem, een commissie in de zin van artikel 84 Gemeentewet, ingesteld bij besluit van het college d.d. 2 oktober 2012;

  • 2.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

  • 3.

    programma cultuur: medewerkers werkzaam aan het beleidsprogramma cultuur binnen de gemeentelijke organisatie;

  • 4.

    CNA: Cultuur Netwerk Arnhem, een organisatie waarbij Arnhemse culturele instellingen lid van

kunnen zijn.

Werkterrein, taken en bevoegdheden

Artikel 2

De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op verzoek van advies te dienen ter zake van:

  • 1.

    De uitvoering van de gemeentelijke Subsidieregeling Programmatische Activiteiten Cultuur.

  • 2.

    De uitvoering van het gemeentelijke cultuurbeleid, zoals vastgelegd op 30 januari 2012 in de beleidsnota STROOM, ten aanzien van een vierjaarlijkse monitoring en evaluatie van de gemeentelijke subsidies en/of bijdragen aan ‘meerjaren-‘ en ‘basisvoorzieningen’.

Artikel 3

De commissie kan op verzoek van de commissie voor de Beroep en Bezwaarschriften advies uitbrengen over beroep- en bezwaarzaken voor zover betrekking hebbend op gemeentelijke culturele subsidies.

Samenstelling en zittingsduur

Artikel 4
  • 1.

    De commissie telt maximaal vijf leden, waaronder de voorzitter en de vice-voorzitter.

  • 2.

    In de commissie hebben zitting:

    • a.

      een onafhankelijk van de gemeentelijke organisatie en Arnhemse culturele organisaties zijnde voorzitter;

    • b.

      een vertegenwoordiger van het Cultureel Netwerk Arnhem (CNA);

    • c.

      drie leden die niet gelieerd zijn aan een Arnhemse instelling.

  • 3.

    De leden van de commissie kiezen een vice-voorzitter uit hun midden.

  • 4.

    De leden van de commissie worden door het college benoemd.

  • 5.

    Het secretariaat berust bij de gemeente Arnhem.

Artikel 5
  • 1.

    De benoeming van de leden van de commissie, genoemd in artikel 4, lid 2 geschiedt telkens voor een periode van vier jaren, met dien verstande dat, op het moment dat de commissie twee jaren functioneert, de leden als bedoeld in artikel 4, lid 2 c voor de eerste keer aftreden.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissieleden als bedoeld in artikel 4, lid 2, onderdeel b eindigt door het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan dit lid is benoemd.

  • 3.

    De commissie stelt ter uitvoering van het bepaalde in dit artikel een rooster van aftreden op.

  • 4.

    Aftredende externe leden zijn terstond herbenoembaar voor ten hoogste nogmaals een termijn van vier jaren.

  • 5.

    Een extern oud-lid is vier jaar na het aftreden herbenoembaar.

Artikel 6

De leden van de commissie, niet zijnde het in artikel 4, lid 2, onder b genoemde lid, kunnen te allen tijde ontslag nemen. Het hiervoor bedoeld lid dat ontslag neemt, blijft, indien dit naar mening van de commissie mogelijk is, lid van de commissie totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.

Artikel 7
  • 1.

    Behalve door beëindiging van de zittingsduur of door ontslagname kan het lidmaatschap ook eindigen door overlijden of ontslag door het college.

  • 2.

    De betrokkene heeft na ontvangst van het besluit van het college waarin hem ontslag wordt medegedeeld de mogelijkheid hiertegen bezwaar te maken op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Werkwijze

Artikel 8
  • 1.

    De commissie vergadert minstens een maal per jaar, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden en uitvoering wordt gegeven aan de taak om te adviseren in het kader van de subsidieregeling Programmatisch Activiteiten Cultuur, en zo vaak als de commissie dit goeddunkt.

  • 2.

    De vergaderingen worden door de voorzitter belegd. Deze zorgt dat ieder lid in de regel twee maal 24 uur voor het houden van de vergadering hiertoe schriftelijk wordt opgeroepen. Hierbij dienen de te behandelen onderwerpen zoveel mogelijk vermeld te worden.

  • 3.

    Ieder lid tekent voor hij aan de vergadering van de commissie deelneemt de presentielijst; aan het einde van de vergadering wordt deze door de secretaris afgesloten en ondertekend.

  • 4.

    Indien noodzakelijk worden uit de commissie subcommissies samengesteld ter preadvisering van voorkomende projecten.

  • 5.

    De commissie kan aan de door het college van burgemeester en wethouders van Arnhem benoemde 'stroomversneller cultuur' verzoeken de commissie te adviseren over aanvragen voor subsidie; over individuele aanvragen, de aanvragen per sector, alle aanvragen en/of over het geheel van de aanvragen.

  • 6.

    Niet in gemeentelijke dienst zijnde leden van de commissie worden volgens de “Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties” voor een vergadering betaald.

Artikel 9
  • 1.

    De vergadering van de commissie wordt niet gehouden indien blijkt dat niet meer dan twee van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 2.

    Wanneer het in het eerste lid vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan door de voorzitter, met een tussentijd van ten minste 24 uur, een nieuwe vergadering belegd worden, waarin de aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de aanhangige onderwerpen.

Artikel 10

Indien de voorzitter of ten minste drie leden dat nodig achten wordt binnen veertien dagen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, een vergadering belegd.

Artikel 11

De commissie besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 12

De adviezen van de commissie worden schriftelijk verwoord. Wordt een advies niet eenstemmig bepaald dan wordt van de mening van de minderheid melding gemaakt, indien deze daartoe de wens te kennen geeft.

Openbaarheid en geheimhouding

Artikel 13

1.De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

Artikel 14
  • 1.

    De commissie of de voorzitter kan over het in vergadering behandelde en over de inhoud van stukken welke aan de commissie zijn of worden overgelegd geheimhouding opleggen.

  • 2.

    De verplichting tot geheimhouding geldt, wanneer zij door de commissie wordt opgelegd, mede voor de voorzitter, met dien verstande, dat deze ten opzichte van de leden van het college niet aan de geheimhouding gebonden zal zijn. De op deze wijze ingelichte leden van het college nemen over de verstrekte informatie geheimhouding in acht.

  • 3.

    Met betrekking tot het opleggen van voorlopige geheimhouding deelt de voorzitter dit mede bij de toezending of overhandiging van de stukken. De voorlopige oplegging vervalt wanneer zij niet in de eerstvolgende vergadering door de voorzitter of de commissie wordt bekrachtigd.

Artikel 15
  • 1.

    Het verslag van de vergaderingen wordt toegezonden aan leden van de commissie en aan het college. De verslagen zijn niet openbaar.

  • 2.

    De aan het college uitgebrachte schriftelijke adviezen zijn openbaar, tenzij de commissie of de voorzitter uitdrukkelijk anders heeft bepaald.

  • 3.

    De commissie dient ieder jaar een verslag in van haar werkzaamheden bij het college.

Artikel 16

In aangelegenheden betreffende de commissie, waarin deze verordening niet voorziet, evenals bij gerezen geschillen aangaande de commissie, beslist het college, de commissie gehoord.

Slotbepaling

Artikel 17
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 15 juli 2012.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Commissie Culturele Subsidies Arnhem".

Toelichting op de regeling regelende de taak, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de commissie culturele subsidies Arnhem

  • a.

    Deze regeling regelt de werkwijze van de in 2012 in te stellen externe adviescommissie, die het college van burgemeester en wethouders zal adviseren bij de toekenning van subsidies op grond van de nieuwe Subsidieregeling Programmatische Activiteiten Cultuur.

  • b.

    De Subsidieregeling Programmatische Activiteiten Cultuur regelt het aanvragen, beoordelen, adviseren, toekennen, verantwoorden en vaststellen van tweejarensubsidies ten behoeve van tweejaren-programma van culturele activiteiten. De eerste periode loopt over de jaren 2013-2014.

  • c.

    De subsidieregeling én de regeling regelende de werkwijze van de in te stellen externe adviescommissie zijn een uitvloeisel van de op 30 januari 2012 door de Gemeenteraad vastgestelde kadernota ‘STROOM – nieuw cultuurbeleid’.

  • d.

    Verwijzend naar de kadernota STROOM wordt het volgende opgemerkt:

  • o

    De regelgeving voor het adviseren door deze commissie over de 1%-kunstopdrachten wordt nog in 2012 uitgewerkt.

  • o

    Artikel 4: een in de gemeenteraad aangenomen amendement spreekt over twee 'roulerende' leden van de commissie. Roulerend kan doelen op twee mensen die elkaar aflossen, maar op één plek. Daarentegen spreekt het amendement over een uitbreiding met twee leden. 

Het amendement is zo uitgelegd dat het twee leden zijn op twee posities en

opgenomen in art. 2.lid 2d.

  • o

    Artikel 5 lid 1: het aangenomen amendement pleit voor een zittingsduur van die roulerende leden van minimaal drie jaar. In de regeling is gekozen voor een meer gangbare periode van vier jaar.

  • o

    Artikel 5 lid 1: er is voor gekozen om de dynamiek van de commissie te vergroten door de twee ‘roulerende leden’ de eerste keer maar voor twee jaar te benoemen. Hierdoor kent de commissie niet vier jaar dezelfde bezetting.

Toelichting op de wijziging van de regeling per juni 2015

De regeling is op voorstel van de commissie door het college van burgemeester en wethouders gewijzigd. Te weten op de artikelen:

  • a.

    Artikel 4: de samenstelling en zittingsduur.

    Voorheen bestond de commissie uit een voorzitter, de 'kwartiermaker

    Cultuur in Rijnboog', een vertegenwoordiger van het Cultuur Netwerk

    Arnhem en twee leden die niet gelieerd zijn aan een Arnhemse instelling.

    De 'kwartiermaker Cultuur in Rijnboog' kreeg later de naam

    'stroomversneller cultuur'. Deze, door het college van burgemeester en

    wethouders benoemde persoon, heeft in de gewijzigde regeling geen

    zitting meer in de commissie. Wel kan de commissie deze persoon om

    advies vragen (zie wijziging van artikel 8).

    Het aantal leden van de commissie blijft maximaal vijf doordat het aantal

    niet aan Arnhemse instellingen gelieerde leden is uitgebreid van twee

    naar drie (artikel 4, tweede lid, onderdeel c).

  • b.

    Artikel 5: de samenstelling en zittingsduur.

    Artikel 5 tweede lid is aangepast aan bovenstaande wijziging. De bepaling over het verlies van het lidmaatschap ten aanzien van de 'kwartiermaker Cultuur in Rijnboog/stroomversneller cultuur' is niet meer van toepassing.

  • c.

    Artikel 8: de werkwijze.

    In artikel 8 vijfde lid is nieuw opgenomen dat de commissie de door het

    college van burgemeester en wethouders van Arnhem benoemde

    'stroomversneller cultuur' kan verzoeken de commissie te adviseren over

    aanvragen voor subsidie; over individuele aanvragen, de aanvragen per

    sector, alle aanvragen en/of over het geheel van de aanvragen.