Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie, Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie, Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2017 | Wijziging, artt. 1, 4, 7, 8, toelichting | 28-09-2017 | 17 3 4170 | ||
01-07-2015 | 15-10-2017 | nieuwe regeling | 21-05-2015 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-51865.html, 12-06-2015 | 15 IZ 064 |
Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen
De raad van de gemeente Wijchen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 maart 2015;
gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(IOAZ) en artikel 150 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen
Artikel 1. Cliëntenraad Participatiewet Wijchen (CPW)
De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad.
De CPW is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling vormt van de bij de uitvoering van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ betrokken personen.
Artikel 2. Taken van het college van burgemeester en wethouders
Het college vraagt via de ambtelijk contactpersoon advies aan de cliëntenraad over nieuwe en te wijzigen verordeningen en beleidsvoornemens van het college op een dusdanig tijdstip dat de CPW voldoende tijd heeft om tot advisering te komen en dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Wanneer dit zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening naar de cliënten, kan hiervan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken.
Artikel 5. Financiële middelen
De CPW voldoet al zijn (on)kosten uit de normsubsidie waarvoor de CPW in aanmerking kan komen.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 mei 2015 voortgezet op 29 mei 2015.
De voorzitter,
De griffier,
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(IOAZ). Artikel 47 van de Participatiewet draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
- die algemene bijstand ontvangen;
- als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
- personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;
- personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;
- personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.
In artikel 42 van de IOAW en de IOAZ is bepaald, dat het college zorg draagt voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet.
Om een goede werking van de CPW te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de CPW een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Het gaat hierbij om de hierboven ( in de algemene toelichting) genoemde personen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de CPW is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
De proefperiode en het inwerken van (kandidaat-)leden zoals omschreven in het huishoudelijk reglement van de CPW is ook bij een benoeming zoals bedoeld in lid 6 b van toepassing.
Artikel 2. Taken van het college van burgemeester en wethouders
Het wordt belangrijk geacht dat de CPW tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de CPW wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de CPW wordt ondersteund en gefaciliteerd. Voorbeelden hiervan zijn het beschikbaar stellen van vergaderruimte en het in de gelegenheid stellen van ambtenaren van de gemeenten om vergaderingen van de cliëntenraad bij te wonen voor het geven van uitleg of een toelichting als de CPW hierom vraagt.
Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de CPW
Artikel 5. Financiële middelen
Bedoelde (on)kosten kunnen bijvoorbeeld kosten zijn die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.