HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Landgraaf 2008 gegeven
begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere
regels.
HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN
Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning
- 1.
Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:
- a.
de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres
en de woonplaats van de vergunninghouder;
- b.
een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste
standplaats met vermelding van het nummer en de afmeting
daarvan;
- c.
de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder
bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;
- d.
het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen
of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;
- e.
de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst
vergunning is verleend en zijn volgnummer op de
anciënniteitlijst;
- f.
dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling
en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon
oplevert;
- g.
de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit
betrekt;
- h.
welke geluidsapparatuur op de standplaats is
toegestaan;
- i.
welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn
toegestaan.
Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitslijst
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een
doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de
datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen.
Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de
vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.
Artikel 4. Inschrijving op de wachtlijst
- 1.
Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de
wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 van de
Marktverordening gemeente Landgraaf 2008 gestelde vereisten, maar
aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.
- 2.
Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:
- a.
de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres
en de woonplaats van de aanvrager;
- b.
de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;
- c.
de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de
branche waartoe hij behoort;
- d.
de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil
gebruiken.
- 3.
Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van
inschrijving.
- 4.
De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze
door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt
verlengd.
Artikel 5. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst
De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
- a.
indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1
januari heeft verlengd;
- b.
op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
- c.
bij overlijden van de ingeschrevene;
- d.
wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste
standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere
omstandigheden niet aanvaardt;
- e.
indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 van de
Marktverordening Landgraaf 2008 wordt voldaan.
- f.
indien de ingeschrevene zich schuldig maakt aan intimidatie dan
wel poging tot omkoping van de marktmeester of een andere
toezichthouder.
Artikel 6. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer
aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens
toegewezen aan:
- a.
de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het
college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van
standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op
de anciënniteitslijst;
- b.
degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in
volgorde van inschrijving op deze lijst, met inachtneming van
besluiten op grond van artikel 2, lid 2 sub a. (branche-
indeling) en/of op grond van artikel 2, lid 2 sub b.
(standplaatsverdeling) van deze verordening.
Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
- 1.
De vergunning voor een vaste standplaats kan worden overgeschreven
in geval van:
- -
overlijden van de vergunninghouder;
- -
blijvende arbeidsongeschiktheid van de
vergunninghouder;
- -
terugtrekking uit de ambulante handel van de
vergunninghouder wegens pensionering.
- 2.
De overschrijving kan, in onderstaande volgorde, plaatsvinden
op:
- -
de (achterblijvende) echtgenoot, de geregistreerde partner
of een andere achterblijvende persoon met wie de
vergunninghouder duurzaam samenwoonde;
- -
een kind van de vergunninghouder;
- -
een medewerker van de vergunninghouder, mits wordt
aangetoond dat deze medewerker minimaal drie jaar
onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de
vergunninghouder heeft gewerkt;
- -
een persoon van wie wordt aangetoond dat deze gedurende drie
jaar als mede-eigenaar in het bedrijf van vergunninghouder
heeft gefunctioneerd.
- 3.
Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden
na het overlijden van de vergunninghouder, dan wel nadat de
blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld, dan wel nadat de
vergunninghouder zich wegens pensionering uit de ambulante handel
heeft teruggetrokken.
- 4.
De vergunning kan niet worden overgeschreven indien degene op wie de
vergunning moet worden overgeschreven al een vergunning heeft voor
een andere vaste plaats op dezelfde markt.
- 5.
Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van
het bepaalde in dit artikel.
Artikel 8. wijziging/uitbreiding assortiment, omvang standplaats
- 1.
Op aanvraag van de vergunninghouder kan het assortiment gewijzigd
dan wel uitgebreid worden en/of de omvang van de
standplaatsvergunning uitgebreid worden. Er mag echter geen
branchevermenging plaatsvinden.
- 2.
Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt afgewezen indien de
branche-indeling op grond van artikel 2, lid 2 sub a. van deze
verordening zich hiertegen verzet of indien de standplaatsverdeling
op grond van artikel 2, lid 2 sub b. van deze verordening dit naar
het oordeel van het college niet toelaat.
Artikel 9. Toewijzing dagplaats
- 1.
Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een
vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet
als vaste standplaats wordt ingenomen.
- 2.
De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de
wachtlijst van gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór
aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.
Artikel 10. Toewijzing standwerkersplaats
- 1.
Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van
loting.
- 2.
Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te
nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze
inschrijving niet definitief is vervallen.
- 3.
Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf
aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem
zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam
deelnemen aan de loting.
HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand
- 1.
De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen
persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of
in gebruik geven, tenzij het college een ontheffing verleend op
grond van artikel 12 van dit reglement.
- 2.
De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.
Artikel 12. Vaste vervanger
- 1.
Het college kan de vergunninghouder van een vaste standplaats op een
daartoe strekkend schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de
verplichting om de standplaats persoonlijk in te nemen zoals
opgenomen in artikel 11, lid 1 van dit reglement. In de ontheffing
wordt maximaal één natuurlijk persoon aangewezen, die niet in het
bezit is van een vaste standplaatsvergunning voor een van de markten
in Landgraaf, die bij afwezigheid van de vergunninghouder voor
rekening en risico van de vergunninghouder diens marktverplichtingen
nakomt.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde natuurlijke persoon kan zijn:
- a.
de partner van de vergunninghouder;
- b.
een kind van de vergunninghouder;
- c.
de medevennoot in de VOF van de vergunninghouder;
- d.
een werknemer die meer dan drie jaar in loondienst is van de
onderneming van de vergunninghouder.
- 3.
Bij het verzoek als bedoeld in het eerste lid worden de volgende
stukken overgelegd:
- -
een geldig legitimatiebewijs van de aan te wijzen
natuurlijke persoon;
- -
indien het om een persoon zoals genoemd in het tweede lid
sub d. gaat: een loonbelastingverklaring niet ouder dan een
jaar en een arbeidsovereenkomst voor minimaal het aantal
uren dat de vergunninghouder op de markt zijn standplaats
inneemt.
Artikel 13. Aantal keren innemen vaste standplaats
De vergunninghouder van een vaste standplaats is gehouden om iedere
marktdag, waarop de markt, waarvoor hem een vaste standplaats is
toegewezen, zijn standplaats op de markt in te nemen, behoudens het
bepaalde in de artikelen 14 en 15.
Artikel 14. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere
omstandigheden
- 1.
De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte,
vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste
standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college.
Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid
duurt.
- 2.
De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende
marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of
telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een
schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.
Artikel 15. Ontheffing en vervanging
- 1.
In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het
college op aanvraag van de vergunninghouder hem tijdelijk ontheffing
verlenen van de verplichting in artikel 11. In de ontheffing wordt
vermeld welke met name genoemde persoon de standplaats gedurende de
ontheffingsperiode zal innemen.
- 2.
In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het
college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste
standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting
uit artikel 13.
Artikel 16. Legitimatie en identiteit vergunninghouder
- 1.
Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen,
dient op eerste aanvraag van de in artikel 12 van de
Marktverordening gemeente Landgraaf 2008 genoemde functionarissen
aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.
- 2.
De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar
zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.
Artikel 17. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
- 1.
Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan
twee uur voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de
markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of
goederen aan of af te voeren.
- 2.
De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de
sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan
hiervan ontheffing verlenen.
- 3.
Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk op
de aanvangstijd van de markt heeft ingenomen, wordt de
desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt,
tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de
vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.
Artikel 18. Gebruik eigen verkoopmateriaal
- 1.
Een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de verordening
kan worden verleend op schriftelijk verzoek van de
vergunninghouder.
- 2.
Een verzoek om ontheffing bevat in ieder geval de volgende
gegevens:
- a.
een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen
materiaal;
- b.
een gedetailleerde tekening van het materiaal;
- c.
foto's van het eigen materiaal.
- d.
indien het eigen materiaal is voorzien van installaties
waarin gekookt, gebakken gebraden of gefrituurd kan worden,
moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen
materiaal evenals de te gebruiken apparatuur worden
overgelegd.
- 3.
Het college kan van de aanvrager nadere informatie verlangen binnen
een door het college te stellen termijn indien dat voor de
beoordeling van de ontheffing van belang is.
- 4.
Een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de verordening
kan worden geweigerd indien:
- a.
het materiaal waarmee de vergunninghouder de standplaats
wenst in te nemen qua aard en omvang niet past binnen de
marktopstelling;
- b.
het eigen materiaal bij voorbaat reeds niet voldoet aan de
in artikel 19 en 20 genoemde voorschriften.
Artikel 19. Eisen verkoopwagen
Aan een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de verordening
voor het gebruik van een verkoopwagen worden de volgende voorschriften
verbonden:
- a.
De verkoopwagen dient inpasbaar te zijn op de markt, volgens de
vastgestelde tekening met maatvoering van de indeling van het
marktterrein;
- b.
De verkoopwagen mag niet langer zijn dan de lengte die volgens
de marktvergunning is toegewezen; c. De hoogte van de voorste
begrenzing van de verkoopwagen dient tenminste 2.10 meter te
zijn. De hoogte van de voorklep van de verkoopwagen die
oversteekt buiten de standplaats dient tenminste 2.10 meter te
zijn. Het hoogste punt van de verkoopwagen mag niet hoger zijn
dan het hoogste punt van de huurkramen (3 meter);
- d.
De verkoopwagen mag niet breder zijn dan de breedte die voor
huurkramen is toegewezen (2,5 meter);
- e.
Dissels, zij- en achterkleppen, deuren en andere voorwerpen
mogen in verkoopopstelling niet uitsteken buiten de toegewezen
standplaats;
- f.
De voorklep van de verkoopwagen mag, aan de zijde van het
looppad, oversteken buiten de afmetingen van de toegewezen
standplaats. De overschrijding van de standplaats door de
voorklep mag ten hoogste de helft bedragen van de breedte van
het vrije looppad vóór de standplaats; g. De voorklep van een
verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats mag alleen
open buiten de openingstijden van de betreffende markt indien
alle in die rij staande vergunninghouders met hun voertuig onder
de klep doorkunnen;
- h.
Aan of onder het onder f. omschreven gedeelte van de voorklep
dat uitsteekt buiten de standplaats mogen geen zeilen of andere
materialen worden bevestigd en mag geen koopwaar worden
opgehangen of uitgestald;
- i.
De wijze van plaatsen van de verkoopwagen en het tijdstip waarop
dit dient te geschieden moet in overleg met de marktmeester
worden bepaald;
- j.
Het plaatsen of het verwijderen van een verkoopwagen kan slechts
plaatsvinden op het tijdstip waarop de situatie op de markt dat
toelaat en gebruikers van kramen niet onnodig worden belemmerd
in het op- en afrijden;
Artikel 20. Ander eigen materiaal
- 1.
Aan een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de
verordening voor het gebruik van een van een parasol of eigen kraam
worden de volgende voorschriften verbonden:
- a.
Parasols of eigen kramen mogen niet uitsteken buiten de
toegestane lengte en niet breder zijn dan de breedte van een
huurkraam (2,5 meter).
- b.
Het hoogste punt van de parasol of eigen kraam mag niet
hoger zijn dan het hoogste punt van de huurkraam (3
meter).
- c.
De doorloophoogte dient minimaal 2,10 meter te zijn.
- 2.
Voor het gebruik van de volgende soorten materiaal wordt geen
ontheffing verleend: verlengers, verbreders of verhogers voor zover
deze hulpmiddelen ruimte innemen boven de voor het publiek bestemde
loopruimte (tevens doorgang voor hulpdiensten).
- 3.
Voor het gebruik van eigen materiaal dat niet beschreven is in deze
regels, wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de inhoud en
strekking van deze regels.
HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN
Artikel 21. Intrekken oude regeling
Het Marktbesluit Landgraaf 2000 wordt ingetrokken.
Artikel 22. Overgangsbepaling
- 1.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens het
Marktbesluit Landgraaf 2000, gelden als besluiten genomen krachtens
dit reglement.
- 2.
De anciënniteit- en wachtlijsten die van toepassing waren onder de
Marktverordening Landgraaf 2000 worden geacht anciënniteit- en
wachtlijsten in de zin van dit reglement te zijn.
Artikel 23. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking de dag na publicatie.
Artikel 24. Citeertitel
Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Landgraaf
2009.