Beleidsregel Bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen, verhuiskosten en overige inrichtingskosten

Algemeen

De kosten van aanschaf en vervanging van duurzame gebruiksgoederen, de kosten van verhuizing en andere kosten van inrichting worden gerekend tot algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan welke voldaan moeten worden uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, de individuele studietoeslag, het vermogen en het inkomen voorzover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm.

Toch kunnen de betreffende kosten voortvloeien uit dusdanig bijzondere omstandigheden waarop besloten kan worden om toch, nádat vastgesteld is dat deze kosten uit geen enkele andere voorziening vergoed kunnen worden, tot verstrekking van bijzondere bijstand over te gaan.

Het verstrekken van bijzondere bijstand, de voorwaarden daarvoor en de vorm daarvan wordt verder uitgewerkt in deze beleidsregel.

Artikel 1 Bijzondere omstandigheden

• 1.

  Indien er sprake is van een situatie welke naar het oordeel van het college aan te merkenis als bijzondere omstandigheid waaruit de betreffende kosten voortvloeien, kan bijzondere bijstand worden verleend.

• 2.

  Als bijzondere omstandigheid wordt in ieder geval aangemerkt de situatie dat een vluchteling na het verkrijgen van een verblijfstatus een opvangcentrum van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers moet verlaten en voor een eerste maal in Nederland geconfronteerd wordt met kosten voor duurzame gebruiksgoederen, verhuiskosten en/of overige inrichting.

• 3.

  Als bijzondere omstandigheid wordt in ieder geval niet aangemerkt de situatie waarbij een persoon vanuit het ouderlijk huis of daarmee gelijkgestelde situatie zelfstandig gaat wonen en daardoor voor een eerste maal geconfronteerd wordt met kosten voor duurzame gebruiksgoederen, verhuiskosten en/of overige inrichting.

Artikel 2 Noodzakelijk en onvoorzien

Het college gaat over tot het verstrekken van bijzondere bijstand nadat de bijzondere omstandigheden waaruit de kosten voortvloeien zijn vastgesteld én indien naar het oordeel van het college:

• a.

  de gevraagde voorziening naar aard en omvang noodzakelijk is; en

• b.

  de kosten niet voorzien waren; en

• c.

  de aanschaf, reparatie of vervanging niet uitstelbaar is.

Artikel 3 Duurzame gebruiksgoederen

• 1.

  Met betrekking tot de aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen worden alleen de kosten vergoed voor goederen welke binnen een woninginventaris gebruikelijk worden geacht.

• 2.

  Tot een gebruikelijke woninginventaris wordt gerekend:

  • a.

    meubilair voor de woonkamer (bankstel, salontafel, eetkamertafel- en stoelen, een buffetkast);

  • b.

    bedden en toebehoren voor belanghebbende(n) en ten laste komende kinderen;

  • c.

    één hang- of legkast per slaapvertrek;

  • d.

    een wasmachine;

  • e.

    een koelkast en een vriezer of een koel-vriescombinatie;

  • f.

    een kooktoestel;

  • g.

    een stofzuiger;

  • h.

    een (gas)kachel indien geen cv-installatie in de woning aanwezig is;

  • i.

    een televisie.

• 3.

  De hoogte van de bijzondere bijstand voor een gebruiksgoed wordt afgestemd op het prijsniveau van tweedehandsgoederen. Indien dit niet mogelijk is, wordt er afgestemd op de richtprijs voor incidentele verstrekkingen zoals opgenomen in de Nibud-prijzengids.

• 4.

  De bijzondere bijstand voor de kosten zoals genoemd in het eerste tot en met het derde lid wordt verstrekt als bijstand in de vorm van een renteloze geldlening.

Artikel 4 Volledige woninginrichting

• 1.

  Indien het verzoek om bijzondere bijstand betrekking heeft op een volledige inrichting van een woning, wordt er aan een alleenstaande maximaal een bedrag van € 2.500,00 verstrekt.

• 2.

  Indien het verzoek om bijzondere bijstand betrekking heeft op een volledige inrichting van een kamer welke gehuurd wordt op basis van een commerciële huurovereenkomst, wordt er aan een alleenstaande een bedrag van maximaal € 1.250,00 verstrekt.

• 3.

  Bestaat het gezin, waarvoor bijzondere bijstand voor een volledige woninginrichting wordt verzocht, uit meerdere personen, wordt het bedrag uit het eerste en tweede lid met maximaal € 500,00 per persoon verhoogd.

• 4.

  Indien er sprake is van een echtscheiding of daarmee vergelijkbare situatie, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de noodzakelijke kosten ervan uitgegaan dat belanghebbende over de helft van de echtelijke inboedel kan beschikken.

• 5.

  De bijzondere bijstand voor de kosten zoals genoemd in het eerste tot en met het vierde lid wordt verstrekt als bijstand in de vorm van een renteloze geldlening.

Artikel 5 Babyuitzet

• 1.

  Bij een verzoek om bijzondere bijstand voor een babyuitzet kan voor het eerste kind maximaal € 500,00 worden verstrekt. Voor een tweede of volgende kind wordt bij de vaststelling van de hoogte van de noodzakelijke kosten ervan uitgegaan dat belanghebbende nog over een eerder aangeschafte babyuitzet kan beschikken.

• 2.

  De bijzondere bijstand voor de kosten zoals genoemd in het eerste lid wordt verstrekt als bijstand in de vorm van een renteloze geldlening.

Artikel 6 Verhuiskosten

• 1.

  Bij een noodzakelijke, onvoorziene verhuizing voortvloeiend uit bijzondere omstandigheden kan voor de volgende kosten bijzondere bijstand worden verstrekt:

  • a.

    eerste maand huur/dubbele woonlasten (kosten van huur of hypotheek);

  • b.

    kosten van een verhuisbedrijf, indien de verhuizing niet door belanghebbende zelf gerealiseerd kan worden;

  • c.

    opknapkosten (verf, behang en behanglijm conform de Nibud-prijzengids);

  • d.

    aansluit- en bezorgkosten bij gebruiksgoederen welke geen onderdeel uitmaken van een volledige woninginrichting.

• 2.

  De bijzondere bijstand voor de kosten zoals genoemd in het eerste lid worden verstrekt als bijstand om niet.

Artikel 7 Voorwaarden en uitbetaling

• 1.

  Belanghebbende(n) dient/dienen aankoopbewijzen en/of rekeningen van reparatie ten minste 12 maanden gerekend vanaf de maand waarin de bijzondere bijstand is uitbetaald te bewaren en op verzoek van het college te overleggen zodat aangetoond kan worden dat de verstrekte bijzondere bijstand op correcte wijze is besteed.

• 2.

  De bijzondere bijstand wordt in overleg met belanghebbende(n) overgemaakt naar belanghebbende(n) zelf of de leverancier, behalve indien naar het oordeel van het college redenen aanwezig zijn om aan te nemen dat belanghebbende(n) niet tot verantwoorde besteding van de bijzondere bijstand over zal gaan. In dat laatste geval wordt de bijzondere bijstand zonder overleg overgemaakt aan de leverancier.

Artikel 8 Draagkracht

• 1.

  Bij de verstrekking van de bijzondere bijstand wordt rekening gehouden met de draagkracht van belanghebbende(n) zoals die is vastgesteld conform de beleidsregel Draagkrachtberekening bijzondere bijstand.

• 2.

  Bij de verstrekking van bijzondere bijstand voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen worden alle aanwezige spaargelden en spaargelden opgebouwd gedurende een periode van bijstandsverstrekking volledig aangemerkt als middelen.

Artikel 9 Overgangsbepaling

Een aanvraag welke is ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel en die op het moment van de inwerkingtreding van deze beleidsregel nog niet is afgehandeld, wordt afgehandeld op grond van de bepalingen van de beleidsregel van 1 augustus 2012.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen, verhuiskosten en overige inrichtingskosten.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na publicatie. Tot dan is de vigerende beleidsregel van toepassing.

Den Helder, 26 mei 2015

Burgemeester en Wethouders van Den Helder

Koen Schuiling, burgemeester

Dr. Joost C.M. Cox, secretaris