Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten |
Citeertitel | Nadere regels monumenten 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Subsidieverordening instandhouding van gemeentelijke monumenten, art. 2, lid 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | nieuwe regeling | 09-06-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 17-06-2015 | Onbekend. |
PARAGRAAF 1 Subsidiabele kosten
Kosten van instandhoudingswerkzaamheden waarvoor –subsidie kan worden verleend zijn:
herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen aan de binnen- en buitenkant al dan niet in combinatie met herstel van het casco. Het gaat om zaken als schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister- en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen;
PARAGRAAF 2 Wijze van uitvoering van instandhoudingswerkzaamheden
Toe te voegen elementen ten behoeve van geriefs- of functieverbetering dienen op een zodanige wijze te worden ingepast dat dit geen consequenties heeft voor de historische vormgeving en detaillering zoals bijvoorbeeld isolatie ten behoeve van warmte en geluid, beschermende beglazing, ventilatie etc.;
Alle bij de voorbereiding, planvorming, uitvoering en controle van instandhoudingswerkzaamheden betrokken partijen zoals de eigenaar, architecten, opzichters, aannemers, uitvoerders, onderaannemers dienen, voordat met de werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt, van deze nadere regels door de aanvrager van de subsidie op de hoogte te worden gebracht. De aanvrager dient dit desgewenst schriftelijk te kunnen aantonen.
Artikel 3 Metselwerk, voegwerk en pleisterwerk
De voegen dienen in verband met een goede hechting van de voegspecie zodanig te worden uitgehakt dat de voeg voldoende massa heeft. Als richtlijn kan worden aangehouden een verhouding van voegdikte staat tot voegdiepte als één staat tot twee; Het uithakken van voegen dient uitsluitend met de hand of, indien pneumatisch, met een fijne beitel te geschieden. Het uitslijpen van de voegen is in verband met mogelijke beschadiging van de steen slechts toegestaan met gebruikmaking van een zo klein mogelijke slijptol, voorzien van een afzuiging;
Voorafgaand aan het uithakken en opnieuw voegen dient een proefstuk te worden beoordeeld door een door het college aangewezen medewerker van de gemeente. Dit proefstuk: - dient op een onopvallende plaats te zitten, bijvoorbeeld hoog op de gevel; - wordt beoordeeld op zowel het uithakken als het voegen; - het proefstuk dient te worden uitgehakt en gevoegd door diegenen die het gehele werk zullen gaan uithakken en voegen;
Het afkitten van naden en kieren in kozijnen, ramen, deuren en timmerwerk in de buitengevel dienen te worden opgevuld en strak te worden afgewerkt met een 2-componenten vulmiddel. Naden tussen kozijnen en metselwerk of tussen kozijnen en natuursteen mogen niet worden afgedicht met behulp van 2-componenten vulmiddel, PUR-schuim of kit, dit dient bij grote naden te geschieden met voegmortel die overeenkomt met het overige voegwerk. Kleine naden dienen open te blijven;
Artikel 6 Zink-, koper- en loodwerk
Het toe te passen zink is minimaal 1,1 millimeter (STZ 16) en koper minimaal 0,8 millimeter. Het zink in de bakgoten dient, indien nodig in verband met de lengte, van een broek of rekstuk te worden voorzien. Het lood moet volgens de richtlijnen van de Stichting Informatie Bewerkt Lood worden aangebracht;
Het lood op hoekkepers en nokken dient in minimaal 25 kg/ m2 (Nederlands HandelsLood 25), in meterstukken gefelst en uitsluitend met koper vernageld te worden uitgevoerd. Op iedere felsnaad dient een klang ter bevestiging te worden aangebracht. Ieder stuk lood dient slechts in het midden te worden vernageld met koperen nagels. Eventueel zichtbare koperen nagels dienen met trotseerloodjes te worden afgedekt;
Bij vervanging van goten en hemelwaterafvoeren moet hetzelfde of historisch juiste materiaal worden toegepast als aangetroffen is, met uitzondering van kunststof dat bij vervanging niet is toegestaan. Indien er sprake is van koperen goten en afvoeren die uitstromen in zinken goten en afvoeren, is het, vanwege het zogeheten thermisch koppel, toegestaan om - na overleg hieromtrent met de gemeente - hiervan af te wijken.
Artikel 7 Dakpannendakbedekking
Het dak dient met keramische dakpannen te worden gelegd. Betonpannen zijn niet toegestaan. De toepassing van oud-Hollandse pannen dient in samenhang met DRAKA ventifolie te geschieden. De folie dient bij dakdoorbrekingen en opgaand muurwerk voldoende te worden opgezet. Bij voorkeur dienen oude pannen in plaats van nieuw gebakken pannen te worden toegepast;
De ladder- en klimhaken mogen nooit alleen op het dakbeschot worden bevestigd, maar steeds op de sporen van de dakconstructie of op een extra rib tussen twee gordingen of met behulp van een hechthoutplaat van 18 millimeter, 30 x 30 centimeter, die aan de binnenzijde van het dakbeschot wordt aangebracht;
Te vernieuwen deklatten mogen nooit geniet, maar slechts geschroefd of gespij-kerd worden. Bij voorkeur draadnagels met dunne schacht en 80 millimeter lengte. Voorzover er herstelwerk plaatsvindt aan de dakconstructie, dient aangepast te worden op de aanwezige constructie. Dus bezaagde eiken sporen aanhelenmeteiken, rondhoutsporen met rondhout, inclusief de kenmerkende traditionelehoutverbindingen.
Natuursteen mag pas vervangen worden als herstel niet mogelijk is. Ernstige aangetaste natuurstenen elementen waarvan het materiaalverlies door verwering meer dan 10% is ten opzichte van het volume van het oorspronkelijke element, mogen vervangen worden door een kopie van dezelfde steensoort. Voor ornamenten kan, indien de expressie volledig verloren is gegaan, het element vervangen worden door een kopie in dezelfde steensoort;
Nieuw of te vervangen onderdelen van historische stoepen, trappen, leuningen, poortjes, beelden, hekken e.d. dienen eenzelfde afwerking en detaillering te krijgen als de oorspronkelijke onderdelen. Nagemaakte historische onderdelen zijn alleen toegestaan indien de oorspronkelijke vormgeving exact bekend is;