Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Losser

Beleidsregels Participatiewet gemeente Losser 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLosser
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Participatiewet gemeente Losser 2015
CiteertitelBeleidsregels Participatiewet gemeente Losser 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 01-01-2015.

Artikel 6 bevat een hardheidsclausule.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 22a, lid 4
  2. Participatiewet, art. 33, lid 4
  3. Participatiewet, art. 41, lid 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-06-201501-01-2015nieuwe regeling

01-06-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 15-06-2015

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Participatiewet gemeente Losser 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Losser;

 

  • -

    gelet op de artikelen 22a lid 4 onderdeel b en onderdeel c; artikel 33 lid 4 van de Participatiewet en artikel 41 lid 4 van de Participatiewet: overwegende dat het om redenen van rechtszekerheid en doelmatigheid wenselijk is om beleidsregels vast te stellen inzake

    onderhuur en kostgangers en ook met betrekking tot de zoekperiode

     

besluiten vast te stellen de

 

Beleidsregels Participatiewet gemeente Losser 2015

Hoofdstuk 1: Onderhuur en kostgangers

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

     

    • a.

      wet: Participatiewet

    • b.

      onderhuur: situatie waarin een deel van de eigen- of gehuurde zelf bewoonde woning deels wordt verhuurd ten behoeve van huisvesting van een derde;

    • c.

      kostgeverschap: situatie waarbij een deel van de eigen of gehuurde zelf bewoonde woning deels wordt verhuurd ten behoeve van de huisvesting van een derde en waarbij in de huurprijs het gebruik van maaltijden is begrepen;

    • d.

      gehuwdennorm: de gehuwdennorm inclusief vakantietoeslag als bedoeld in artikel 21 onderdeel b van de wet.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. Voorwaarden voor een commerciële overeenkomst

Om te kunnen vaststellen of er sprake is van een commerciële overeenkomst met betrekking tot huur, onderhuur of kostgeverschap als bedoeld in artikel 22a lid 4 onderdeel b en onderdeel c van de wet moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Er moet sprake zijn van een schriftelijke overeenkomst waarin de wederzijdse rechten en plichten zijn vastgelegd.

  • b.

    De begindatum van de overeenkomst als bedoeld onder a. moet in de overeenkomst worden genoemd.

  • c.

    De overeenkomst als bedoeld onder a. moet zijn gedateerd en ondertekend door ofwel huurder en verhuurder, ofwel door kostganger en kostgever.

  • d.

    De onderhavige woning in de overeenkomst als bedoeld onder a. moet beschikken over een ruimte die zich leent voor afzonderlijke, zelfstandige bewoning.

  • e.

    Er moet op verzoek worden aangetoond dat er sprake is van periodieke bancaire betalingen voor de geleverde prestaties via bankafschriften of op digitale wijze.

  • f.

    De overeengekomen prijs moet in verhouding staan tot wat in het commerciële verkeer gebruikelijk is, conform de gestelde regels in artikel 3 van deze beleidsregels.

  • g.

    Indien het een situatie betreft als bedoeld in artikel 22a lid 4 onder b en c van de wet dient de belanghebbende aan te tonen dat hij een commerciële overeenkomst heeft door het overleggen van de schriftelijke overeenkomst als bedoeld onder a. en van e bewijzen van de bancaire betalingen.

  • h.

    Indien het een situatie betreft als bedoeld onder artikel 22a lid 4 onder c van de wet dient de belanghebbende de aanwezigheid van een commerciële overeenkomst bij de andere personen die als (onder)huurder of kostganger in dezelfde woning als de belanghebbende hun hoofdverblijf hebben en die een schriftelijke overeenkomst hebben met dezelfde persoon als met wie de belanghebbende een commerciële overeenkomst heeft, aannemelijk te maken bijv. door het overleggen van een verklaring van de huurbaas.

  • i.

    Indien aan één of meerdere van onder a tot en met h genoemde voorwaarden niet is voldaan is er geen sprake van een commerciële overeenkomst.

Artikel 3. Commerciële prijs

Een prijs die in verhouding staat tot wat in het commerciële verkeer gebruikelijk is als bedoeld in artikel 2 betekent in ieder geval:

  • a.

    een vergoeding voor enkel huisvesting van minimaal 20% van de gehuwdennorm.

  • b.

    een vergoeding aan een kostgever van minimaal 35% van de gehuwdennorm.

Artikel 4. Verrekening inkomsten uit verhuur of kostgeverschap
  • a.

    Een ontvangen vergoeding uit een commerciële overeenkomst als bedoeld in artikel 2 voor verhuur wordt in beginsel onder aftrek van een bedrag van 5% van het minimumloon als inkomsten in mindering gebracht op de te ontvangen bijstand.

  • b.

    Een ontvangen vergoeding uit een commerciële overeenkomst als bedoeld in artikel 2 vanwege een kostganger wordt in beginsel onder aftrek van een bedrag van 20% van het netto minimumloon als inkomsten in mindering gebracht op de te ontvangen bijstand.

Hoofdstuk 2: Zoekperiode jongeren tot 27 jaar
Artikel 5. Zoekperiode jongeren tot 27 jaar
  • a.

    Een zoekperiode bij het doen van een aanvraag algemene bijstand, zoals bedoeld in artikel 41 lid 4 van de Participatiewet, geldt niet voor personen jonger dan 27 jaar die in de gemeente Losser komen wonen rechtstreeks vanuit het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

  • b.

    Een nieuwe zoekperiode als bedoeld in artikel 41 lid 4 Participatiewet, wordt opgelegd aan een jongere tot 27 jaar, wanneer deze zich binnen twee weken na het verstrijken van de eerder opgelegde zoekperiode niet heeft gemeld voor het doen van de aanvraag algemene bijstand.

Hoofdstuk 3: Overige bepalingen
Artikel 6. Hardheidsclausule
  • a.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid van overwegende aard.

  • b.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: beleidsregels Participatiewet gemeente Losser 2015.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en hebben terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 juni 2015 van het college van burgemeester en wethouders van Losser.

de secretaris, de burgemeester,

drs. J. van Dam Mr. drs. M. Sijbom