Organisatie | Tytsjerksteradiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening over het gebruik van de Friese taal in het schriftelijk verkeer van de gemeente Tytsjerksteradiel |
Citeertitel | Oardering Frysk yn it skrif[lik ferkear fan de gemeente Tytsjerksteradiel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2001 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 31-05-2001 Actief, 13-06-2001 | Onbekend |
De gemeenteraad van Tytsjerksteradiel
Gelet op het feit dat de gemeente Tytsjerksteradiel het gebruik van de Friese taal in het officiële verkeer wenselijk acht;
Gelet op artikel 147 lid 1 van de Gemeentewet;
Gelet op afdeling 2.2 en in het bijzonder: artikel 2:9 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Vast te stellen de navolgende verordening over het gebruik van de Friese taal in het schriftelijk verkeer van de gemeente Tytsjerksteradiel
Artikel 2: bereik van de verordening
Deze verordening regelt het gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken van de gemeente Tytsjerksteradiel.
Artikel 3: recht van taalkeuze
De bestuursorganen hebben het recht te kiezen voor het gebruik van de Friese taal, voorzover dat
Bij de taalkeuze wordt in ieder geval rekening gehouden met:
aangeschreven (volgend taalbeleid)
Toelichting verordening per artikel
Dit artikel geeft definities voor begrippen die niet zijn omschreven in de Algemene wet bestuursrecht.
In dit artikel wordt de werking van de verordening aangegeven, Er zijn twee beperkingen. In het eerste plaats geldt de verordening alleen voor de gemeente Tytsjerksteradiel. Er worden dus geen regels gesteld die van betekenis zijn voor de taalkeuze van burgers. In de Algemene wet bestuursrecht zijn daar wel bepalingen over opgenomen. De bedoeling van de verordening is echter om rechtszekerheid te bieden aan burgers in de omgang met bestuursorganen. Het is dus zaak om zo duidelijk mogelijk te omschrijven hoe de gemeente met het Fries omgaat. In de tweede plaats geldt de verordening alleen voor het schriftelijk verkeer. Het mondelinge verkeer is een zaak van "normale wederkerende tegemoetkomendheid', zoals dat ook al genoemd werd in het eindrapport van de commissie Kingma Boltjes in 1953. Daarnaast zijn in de artikelen 2:7 en 2:8 van de Algemene wet bestuursrecht regels opgenomen over het mondelinge verkeer. Met het schriftelijke verkeer hangen rechten en verplichtingen samen. In artikel 2:9 van de Algemene wet bestuursrecht wordt aan de in de provincie Fryslân gevestigde bestuursorganen die niet tot de centrale overheid behoren, dan ook expliciet de bevoegdheid gegeven, om regels te stellen voor het gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken.
De bestuursorganen van een gemeente zijn: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Onder artikel 1 is nog eens aangegeven dat het om deze organen gaat. Onder de definitie van bestuursorganen in de Algemene wet bestuursrecht vallen ook de in Fryslân gevestigde bij gemeenschappelijke regeling vastgestelde openbare lichamen en
gemeenschappelijke organen. Het recht van vrije taalkeuze kan beperkt worden door wettelijke bepalingen. Daaronder worden formeel wettelijke bepalingen verstaan, zoals de artikelen 2:10 en 2:11 uit de Algemene wet bestuursrecht.
In de discussie over het Fries in het bestuurlijk verkeer speelt de vraag of voor "tweetaligheid" of "dubbeltaligheid" gekozen moet worden. Tweetaligheid doet recht aan het beginsel van gelijkwaardigheid, maar vraagt wel een bewuste keuze in elke situatie. Dubbeltaligheid geeft een concurrentieverhouding en het kost meer tijd en geld om alles in twee talen op te stellen. In de Algemene wet bestuursrecht blijft de mogelijkheid open voor beide stelsels. Wordt er gekozen voor dubbeltaligheid dan behoeven de artikelen 5 en 6 niet te worden opgenomen omdat bij dubbeltaligheid geen taalkeuze behoeft te worden gemaakt en geen vertaalregeling nodig is. Alle documenten worden dan geschreven in het Nederlands én in het Fries. De keuze voor één van de alternatieven is tegelijk een keuze voor één van beide stelsels. In dit artikel is gekozen voor het beginsel van tweetaligheid.
In het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Algemene wet bestuursrecht waren algemene richtlijnen opgenomen die in grote lijnen aangeven met welke factoren rekening gehouden moet worden bij het maken van een taalkeuze. Deze algemene richtlijnen zijn uit de uiteindelijke wetstekst verwijderd omdat in artikel 2:10 al enkele meer dwingende normen opgenomen zijn voor het schriftelijk gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer. In de toelichting van het Ministerie van Binnenlandse zaken(opgenomen in de nota naar aanleiding van het verslag van de tweede kamerfracties) wordt gesteld dat zij er vanuit gaan dat de Friese gemeenten en waterschappen die een taalkeuzeverordening opstellen, daarbij rekening houden met de eerder genoemde algemene richtlijnen.
Omdat deze algemene richtlijnen ook aansluiten bij de bestaande praktijk in Fryslân hebben wij ze opgenomen in de verordening. Samen met artikel 2:1 0 vormen ze een goede basis voor de taalkeuze.
De verordening gaat uit van de algemeen geaccepteerde uitgangspunten voor regelgeving over het gebruik van het Fries in het bestuurlijk verkeer, namelijk de gelijkwaardigheid en gelijkberechtiging van het Fries en het Nederlands als talen van het officiële verkeer in Fryslân. In artikel 5, lid e zijn deze uitgangspunten neergelegd en daarmee ook het uitgangspunt van deze verordening: het verbeteren van de positie van het Fries in het bestuurlijk verkeer door het voeren van een expliciet taalbeleid.
Een vertaalregel is belangrijk voor de rechtsbescherming van niet-Friestaligen. Als er sprake is van een belanghebbende of van algemeen verbindende voorschriften is de vertaling gratis. In alle andere gevallen kan een gemeente zelf besluiten of zij wel of niet een vergoeding vragen voor een vertaling.
Omdat er situaties kunnen zijn waarin het niet redelijk is, gelet.op de omstandigheden, om vast te houden aan het bepaalde in de verordening, is er voor gekozen om deze
hardheidsclausule op te nemen. Er zou den immers omstandigheden kunnen zijn waarin het bestuursorgaan wil afwijken van het beginsel van tweetaligheid en een stuk bubbeltalig naar buiten wil brengen. Er zouden ook omstandigheden kunnen zijn waarin volgens de regels van de verordening een vergoeding voor een vertaling op z'n plaats is maar dit in het concrete geval niet gevraagd mag worden. In alle gevallen moet het gaan om bijzondere omstandigheden die zich van tevoren niet in regels laten vatten en waarbij sprake zal zijn van onbillijkheid wanneer de verordening wordt toegepast. Het bestuursorgaan zal haar oordeel hierover moeten geven en zal de afwijking van de verordening moeten motiveren.
Dit artikel is algemeen en geeft geen aanleiding tot op- of aanmerkingen.