Organisatie | Weert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel verhaal gemeente Weert 2015 |
Citeertitel | Beleidsregel verhaal gemeente Weert 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | nieuwe regeling | 19-05-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 10-06-2015 | BW-008320 |
Artikel 2 Verhaal van bijstand
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien
In afwijking van artikel 1 kan het college, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
Artikel 6 Beoordeling onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 2, onder a., b. en c., en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend. Deze beoordeling vindt ook plaats ten aanzien van kinderen die niet zijn geboren tijdens huwelijk of geregistreerd partnerschap maar waarbij wel sprake is van een biologische relatie tussen ouder en kind.
Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter vastgestelde bijdrage voor levensonderhoud of de op verzoek van de gemeente vastgestelde bijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak tenuitvoergelegd door middel van executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2, Rv.
Artikel 13 Nadere invulling van beleid
Het hoofd van de afdeling Werk, Inkomen en Zorgverlening is bevoegd nadere regels en richtlijnen ten aanzien van deze beleidsregel vast te stellen. Indien het hoofd van de afdeling Werk, Inkomen en Zorgverlening gebruik maakt van deze bevoegdheid stelt hij de verantwoordelijke wethouder hiervan in kennis.
De Beleidsregel verhaal gemeente Weert 2015 is bedoeld om vast te stellen dat de gemeente in beginsel gebruik maakt van de in de Participatiewet (PW) genoemde mogelijkheid kosten van bijstand te verhalen.
Eén en ander past in de visie om in het kader van de volledige financiële verantwoordelijkheid van de gemeente zorg te dragen voor eenduidige continuering van de tot 1 juli 2015 vastgestelde werkwijze en de uit die werkwijze en activiteiten voortvloeiende middelen te waarborgen. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat de in de beleidsregel vervatte regels geen inhoudelijke wijziging beogen ten opzichte van de voor 1 juli 2015 geldende uitvoeringspraktijk. Het is slechts een juridische bestendiging van de bestaande uitvoeringspraktijk.
Volgens de PW is het verhalen van bijstand een algehele bevoegdheid van het college. Dit houdt in dat het wettelijk kader op zichzelf geen sluitende basis vormt voor de gemeentelijke verhaalspraktijk.
Met deze beleidsregel is een basis gecreëerd om het bestaande verhaalsbeleid uit te voeren. Het college maakt gebruik van de hierboven bedoelde bevoegdheid in de gevallen en op grond van de bepalingen in deze beleidsregel.
Hieronder volgt een toelichting op de artikelen die nog toelichting behoeven.
Onder a. en b. worden bedoeld de verhaalsmogelijkheden op de (ex)echtgenoot (en daarmee gelijkgesteld de geregistreerd partner) ten aanzien van zijn onderhoudsplicht voor zijn (ex) echtgenoot en/of minderjarige kinderen.
Er resteren dan de in artikel 2, onder c., d. en e. benoemde verhaalsmogelijkheden zoals deze in de wet zijn opgenomen.
In de praktijk komt het nauwelijks voor dat kosten bijstand verhaald kunnen worden op een minderjarig kind dat de onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt. Wij hebben er voor gekozen deze mogelijkheid wel open te houden.
Hierbij wordt benadrukt dat de bijstand uitsluitend wordt verhaald in de in artikel 2 vastgelegde gevallen.
6. Beoordeling onderhoudsplicht
Het betreft hier de uitvoering van de zogeheten ‘trema-normen’. Dit zijn de normen die door de rechtbank worden gehanteerd bij de vaststelling van de alimentatie die voorzien in zowel een zogenaamde netto- als een brutoberekening. Voor zover het gemeentelijk beleid voorziet in een niet in de volle omvang uitvoeren van die ‘tremanormen’ (bijvoorbeeld enkel de netto-berekening of bijvoorbeeld de vaststelling van een forfaitair verhaalsbedrag ten behoeve van kinderen) kan dat in de toelichting worden opgenomen.
Er wordt onderzoek verricht naar de verhaalsbijdrage. Als de omstandigheden van de belanghebbende zodanig gewijzigd zijn dat hij/zij meer kan bijdragen, dan wordt de betalingsverplichting opnieuw vastgesteld. Om praktische redenen wordt de betalingsverplichting niet gewijzigd vastgesteld als de draagkracht minimaal gewijzigd is.
De betalingsplichtige kan zelf ook een verlaging van de bijdrage vragen op grond van gewijzigde financiële of persoonlijke omstandigheden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met schulden of leningen die zijn ontstaan of aangegaan na dat het primaire besluit tot verhaal is genomen. De betalingsplichtige wordt hier in het besluit tot opleggen van een verhaalsbijdrage op gewezen.
De beleidsregel verhaal treedt per 1 juli 2015 in werking. De beleidsregel kent ten opzichte van het tot 1 juli 2015 gehanteerde beleid geen nadelige effecten voor belanghebbenden. Aangezien de nieuwe beleidsregel geen ongunstige effecten kent, is overgangsrecht niet aan de orde.